Archeologische begeleiding aanleg bijgebouw remonstrantse kerk Zwammerdam tekst en kaartjes: Gabor Mooij; foto’s: Hans-Willem van der Leeuw, Bert Zandbergen (AWN Rijnstreek) Aanleiding In het voorjaar van 2016 nam Cock van Langelaar van de stichting Vrienden van de schuilkerk Zwammerdam contact op met de AWN Rijnstreek voor archeologisch onderzoek op het terrein van de remonstrantse schuilkerk. De stichting wilde een nieuw bijgebouw aanleggen op het terrein van de kerk. Bij die aanleg bestond de mogelijkheid van verstoring van archeologische sporen. De schuilkerk is namelijk 17e-eeuws en ligt niet ver van het oude centrum van Zwammerdam. Dat centrum ligt grotendeels binnen de contouren van een middeleeuwse ringburcht (zie afbeelding 1), de zogeheten Suadeburch. Suade betekent grens en in de middeleeuwen lag Zwammerdam in het vaak betwiste grensgebied tussen het graafschap Holland en het bisdom Utrecht. Overleg tussen Gabor Mooij van de AWN Rijnstreek en Cock van Langelaar maakte duidelijk dat ter plaatse eerst onderzoek door een professioneel archeologisch bureau nodig was. Dit werd RAAP. RAAP voerde een verkennend archeologisch onderzoek uit en concludeerde dat vervolgonderzoek niet nodig was. Vervolgens nodigde Cock van Langelaar namens de kerk de AWN Rijnstreek uit om de graafwerkzaamheden voor het bijgebouw te begeleiden. Deze begeleiding vond plaats op 4 en 5 juli 2016. Hierbij waren negen AWN’ers aanwezig. Afbeelding 1: middeleeuws Zwammerdam met ringburcht Remonstrantse schuilkerk Zwammerdam Aan het begin van de 17e eeuw vonden godsdiensttwisten plaats tussen de zogeheten contraremonstranten (preciezen) en remonstranten (rekkelijken). De remonstranten kwamen voort uit de humanistische traditie van Erasmus. Zij verzetten zich tegen de bindende belijdenisgeschriften en de predestinatieleer die de Nederduits Gereformeerde Kerk toepaste. Dat was de heersende kerk in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De remonstranten verloren de strijd en hun leer werd verboden. In de praktijk gedoogden de bestuurders de remonstranten. Zij kregen de ruimte om hun geloof te belijden in schuilkerken. De remonstrantse schuilkerk in Zwammerdam werd gebouwd in 1636 en is een van de vroegste van die kerken. De kerk werd in het ‘rampjaar’ 1672 deels door de binnengevallen Fransen verwoest. In 1676 was de kerk weer opgebouwd in de vorm zoals hij er nu nog steeds staat. Terrein Begin 19e eeuw grensde de kerk aan een haventje (noordwestzijde kerk, nr. 109 minuutplan, zie afbeelding 2). De kerkgangers konden hier met de boot aanmeren. De haven werd daarnaast ook voor economische doeleinden gebruikt. Het perceel rond de kerk was in de 19e eeuw in gebruik als tuin (nr. 118 minuutplan, zie afbeelding 2). Ook nu heeft het perceel deze functie nog. Volgens de historische vereniging Zwammerdam was het terrein van de kerk in de 17e eeuw voordat de kerk werd gebouwd een boomgaard. Eigenaar van het perceel (kerk, tuin) was begin 19e eeuw de Remonstrantsche gemeente van Zwammerdam. Het terrein was begin 19e eeuw nog niet begrensd door de afrit van de huidige brug, 1 die er toen nog niet was. De Zwammerdamse brug over de Rijn bevond zich in die tijd meer naar het westen (bij de Brugstraat; de brug werd in 1970 weggesleept, deze bevindt zich tegenwoordig bij recreatiegebied ’t Weegje ten zuiden van Waddinxveen). Afbeelding 2: uitsnede minuutplan 1811-1832 met aanduidingen kadaster Begeleiding Voor de aanleg van het bijgebouw (oppervlakte 110 m2) was geen fundering nodig. Er hoefde dan ook niet diep gegraven of geheid te worden voor het gebouw. De belangrijkste werkzaamheden waren het verwijderen van beplanting en het graven van sleuven voor de wanden van het gebouw. De maximale graafdiepte was daarbij zo’n 50 centimeter. Figuur 2 laat zien hoe de sleuven eruit zagen. Deze sleuven en de grond die daaruit kwam werden door de AWN onderzocht. Daarnaast onderzochten we buiten het stuk grond van het nieuwe bijgebouw (put 1) ook een tweede kleine put (put 2) die we zelf gegraven hadden. Dit putje had een diepte van 40 centimeter. Afbeelding 3: kaartje terrein begeleiding met putten en sleuven 2 Vondsten De vondsten bestaan uit losse fragmenten van aardewerk, metaal, glas en bouwmateriaal. Zo vonden we scherven van Delfts aardewerk uit de periode 1650-1800 (zie afb. 5), steengoed uit de 19e-20e eeuw (Keulse pot, mineraalwaterkruik), roodbakkend aardewerk (bijna alles te klein om goed te determineren) en zogeheten creamware (19e-eeuws crèmekleurig aardewerk uit Engeland en Maastricht (Petrus Regout)). Dit aardewerk is door de tijd heen in de tuin terecht gekomen. Daarnaast deden we met hulp van onze metaaldetectormensen relatief veel metaalvondsten. Het gaat onder andere om 19e-eeuwse koperen pinnen en knopen, een 19e-eeuwse messing raampen (afb. 7), ijzeren spijkers, twee ijzeren krammen en een leuk klein lakenloodje (afb. 6) met aan de ene zijde de letter K en aan de andere zijde de letter W. Ook deze voorwerpen zijn waarschijnlijk tijdens het gebruik van de tuin in de grond gekomen. Verder vonden we glas in de vorm van een deel van een (melkglazen) schaal, vensterglas en twee stukjes van wijnflessen. Afbeelding 4: begeleiding Tot slot vonden we in de eerste put het nodige bouwmateriaal. Allereerst ging het om vier (stukken) baksteen. Een bijna complete baksteen dateert uit de eerste helft van de 17e eeuw. Een andere bijna hele baksteen komt mogelijk uit de tweede helft van de 17e eeuw. Ook troffen we acht dakpanfragmenten aan met een datering tussen de 17e en 19e eeuw en een stukje plavuis te dateren tussen de 16e en 18e eeuw. Daarnaast vonden we nog drie fragmenten van Delftse tegels uit de 18e en 19e eeuw. In het tweede putje vonden we op een diepte van 30 centimeter een middeleeuwse scherf (grijsbakkend aardewerk, datering 14e of 15e eeuw, afb. 8) en wat baksteenfragmenten. De middeleeuwse scherf is veel ouder dan de rest van de vondsten. Of het hier om verplaatste grond gaat, is niet duidelijk. De tweede put bevond zich in een strook niet ver van de oever dus het zou kunnen dat het om opgebracht materiaal gaat. e e e Afbeelding 5: voet Delfts zoutvaatje 17 -18 eeuw Afbeelding 6: lakenloodje 19 eeuw 3 e Afbeelding 7: 19 -eeuwse raampin Afbeelding 8: middeleeuwse scherf voorraadpot Conclusie De vondsten uit de sleuven voor het nieuwe bijgebouw passen bij het eeuwenlange gebruik van het perceel als boomgaard en tuin. Wellicht dat (een deel van) het gevonden bouwmateriaal op het perceel terecht is gekomen na de gedeeltelijke verwoesting van de kerk door de Fransen in 1672. De middeleeuwse scherf die we vonden, komt mogelijk uit verplaatste grond. Gegevens archeologische begeleiding Vindplaats gemeente: Alphen aan den Rijn plaats: Zwammerdam adres: Molenstraat 10 toponiem: remonstrantse kerk Zwammerdam Coördinaten GPS: 52.10551, 4.72937 RD: 109932, 457678 Hoogte NAP: 0,00 (m) Vondsten aardewerk: 17e-20e eeuw bouwmateriaal (baksteen, dakpan, plavuis): 17e-19e eeuw glas: 17e-19e eeuw metaal: 17e-20e eeuw Bronnen Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Zwammerdam, Zuid Holland, sectie A, blad 01 Kadastrale kaart 1811-1832: oorspronkelijke aanwijzende tafel Zwammerdam, Zuid Holland, sectie A, blad 004 Kroon, H. A., De geschiedenis van het dorp Zwammerdam, website Oranjevereniging.nl, 24 september 2003 Langeveld, C.M., In en uit het verborgene; Geschiedenis van de remonstrants gereformeerde gemeente van Zwammerdam 1619-1982, 1e druk C.M. Langeveld, Bodegraven, 1983 4