1 HOOGMOED HJM Sales “Hij moet wassen, maar ik minder worden.” (Joh. 3:30) Geliefde broeders en zusters, in de harten van alle mensen is van nature hoogmoed (volgens oud taalgebruik zogenaamde hovaardij) aanwezig. Mark. 7:21-22 – “Want van binnen uit het hart der mensen komen voort ………………….., hovaardij, …………..” De tegenpool van hoogmoed, namelijk ootmoed (een zekere zachtmoedigheid), ontbreekt van nature in het menselijk hart. Helaas is dit het geval sinds de zondeval van Adam en Eva, toen zij God ongehoorzaam werden door hun besluit om te eten van de boom van kennis van goed en kwaad. Zij wilden zelf uitmaken wat goed en wat kwaad is, waarmee zij tegen God rebelleerden. Hoogmoed is dan ook in Gods ogen een zeer kwalijke zonde. Niet in het minst omdat satan, de boze verleider van Adam en Eva, zélf rebelleerde tegen God op grond van hoogmoed. God haat hoogmoed. In Zijn Woord verwerpt Hij dan ook elke zweem van hoogmoed. Jak. 4:6 – “ Ja, Hij geeft meerdere genade. Daarom zegt de Schrift: God wederstaat de hovaardigen, maar den nederigen geeft Hij genade.” Jak. 4:16 – “Maar nu roemt gij in uw hoogmoed; alle zodanige roem is boos.” Wat is hoogmoed, cq. hovaardij? Het is goed om eerst eens te onderzoeken wat precies de betekenis is van hoogmoed,cq. van hovaardij. Wat houdt dat nu eigenlijk in? Volgens het woordenboek is hoogmoed: “trots, opgeblazenheid, verwaandheid, laatdunkendheid”. Het in Jak. 4:6 gebruikte Griekse woord voor “hovaardigen” is “huper’ephanos” en betekent “zich verheven achten boven anderen, trots en hoogmoedig zijn”.”Hovaardij” komt van “huperepha’nia”. Het betekent: 1) trots, hooghartigheid, arrogantie; 2) het karakter van iemand die een overdreven schatting heeft van eigen kundigheden en verdiensten, op anderen neerkijkt en hen zelfs met minachting behandelt. Het in Jak. 4:16 gebruikte Griekse woord voor “hoogmoed” is “alazo’neia”, hetgeen betekent: 1) lege, ijdele, opschepperige praat; 2) onbeschaamde en lege driestheid, die op zijn eigen kracht en middelen vertrouwt en de goddelijke wetten en menselijke rechten schaamteloos veracht en schendt; 3) goddeloze en ijdele aanmatiging die op de standvastigheid van aardse dingen vertrouwt. Maar “alazo’neia” is weer afgeleid van “ala’zoon”, dat “ijdele huichelaar, opsnijder” betekent. Dit woord is op zijn beurt weer afkomstig van het werkwoord “ale” dat “rondzwerven” betekent. Juist dat rondzwerven brengen mijn gedachten onmiddellijk bij satan, de duivel, die zoals velen wel zullen weten de zonde hoogmoed in de wereld heeft gebracht. Maar daarover later meer. Want op een kwade dag verscheen satan voor God met de bedoeling om Job in een kwaad daglicht te stellen en God vroeg: “Waar kom jij vandaan?” Satan’s antwoord in Job 1:7 was: “Van om te trekken op de aarde, en van die te doorwandelen.” Broeders en zusters, het zal u duidelijk zijn dat bij een hoogmoedig persoon alles draait om het eigen IK. Hij of zij heeft een groot ego. De karakteristieken van een hoogmoedig persoon zijn dan ook kortweg: trots en ijdel, arrogant en pocherig, eigen capaciteiten overschattend en zich boven anderen verheven voelend, daartoe huichelachtig, en bovenal hoewel dit ontkennend geestelijk leeg en geestelijk onrustig. 2 De oorsprong van hoogmoed Dit brengt ons bij de vraag waar hoogmoed vandaan komt. Wel, de eerste die ooit tegen God zondigde, was satan. En wat was zijn zonde? Hij verviel in hoogmoed, waarna hij tegen God rebelleerde. Hoogmoed en rebellie horen dan ook onlosmakelijk bij elkaar. Het zijn broer en zus! Rebellie is weerspannigheid tegen of het niet aanvaarden van het gezag van de persoon of de autoriteit die boven je is gesteld. De oorzaak van deze houding is hoogmoed in het hart, namelijk de voortdurend gekoesterde gedachte om minstens net zo wijs en verstandig te zijn als de autoriteit boven je. Ja, het zelfs veel beter te weten en te kunnen. Dit alles was helaas het geval bij satan, die ooit een geweldige aartsengel was. In zijn hart kwam hoogmoed op. Nog vóórdat God het eerste mensenpaar had geschapen. Men zegt dat zijn naam Lucifer was, hetgeen betekent “lichtdrager”. Maar hierna werd hij voortaan satan genoemd, dat “tegenstander” (van God) betekent. Wat vertelt de bijbel hierover? De bijbel verhaalt in Ezech. 28 over een geweldige, gezalfde, overdekkende cherub, een zogenaamde aartsengel. Zoals gezegd Lucifer genaamd. Hij was volmaakt in wijsheid en in schoonheid en vertoefde in Gods nabijheid. Maar op zekere dag werd er in hem ongerechtigheid gevonden en in Jes. 14 lezen we dat het om hoogmoed ging. Ezech. 28:12-17 – “Mensenkind! hef een klaaglied op over den koning van Tyrus, en zeg tot hem: Zo zegt de Heere HEERE: Gij verzegelaar der som, vol van wijsheid en volmaakt in schoonheid! Gij waart in Eden, Gods hof; alle kostelijk gesteente was uw deksel, sardisstenen, topazen en diamanten, turkooizen, sardonixstenen en jaspisstenen, saffieren, robijnen, en smaragden, en goud; het werk uwer trommelen en uwer pijpen was bij u; ten dage als gij geschapen werdt, waren zij bereid. Gij waart een gezalfde, overdekkende cherub; en Ik had u alzo gezet; gij waart op Gods heiligen berg; gij wandeldet in het midden der vurige stenen. Gij waart volkomen in uw wegen, van den dag af, dat gij geschapen zijt, totdat er ongerechtigheid in u gevonden is. Door de veelheid uws koophandels hebben zij het midden van u met geweld vervuld, en gij hebt gezondigd; daarom zal Ik u ontheiligen van Gods berg, en zal u, gij overdekkende cherub! verdoen uit het midden der vurige stenen! Uw hart verheft zich over uw schoonheid; gij hebt uw wijsheid bedorven, vanwege uw glans; Ik heb u op de aarde henengeworpen, Ik heb u voor het aangezicht der koningen gesteld, om op u te zien.” Jes. 14:11-15 – “Uw hovaardij is in de hel nedergestort, met het geklank uwer luiten; de maden zullen onder u gestrooid worden, en de wormen zullen u bedekken. Hoe zijt gij uit den hemel gevallen, o morgenster, gij zoon des dageraads! hoe zijt gij ter aarde nedergehouwen, gij, die de heidenen krenktet! En zeidet in uw hart: Ik zal ten hemel opklimmen, ik zal mijn troon boven de sterren Gods verhogen; en ik zal mij zetten op den berg der samenkomst aan de zijden van het noorden. Ik zal boven de hoogten der wolken klimmen, ik zal den Allerhoogste gelijk worden. Ja, in de hel zult gij nedergestoten worden, aan de zijden van den kuil!” Teneinde het grote ego van die hoogmoedige aartsengel Lucifer te benadrukken, heb ik het persoonlijk voornaamwoord “ik” vet weergegeven. Hoogmoed en hovaardij kwamen in zijn hart op, waarna hij door God verstoten werd in de hel. Voortaan was hij Gods tegenstander. En wat doet een tegenstander? Hij staat tegen! In dit geval tegen God. Dat kwam dan ook meteen aan de orde, nadat God het eerste mensenpaar, Adam en Eva had geschapen. God had geconcludeerd dat Zijn schepping goed was, zodat satan probeerde Gods schepping te torpederen. Hij verleidde Eva tot zonde, waarna Adam Eva navolgde. Satans zonde was hoogmoed. Hij wilde de Allerhoogste gelijk worden. Het spreekt voor zich dat hij Eva paaide met dezelfde zonde. Gen. 3:5 – “Maar God weet, dat, ten dage als gij daarvan eet, zo zullen uw ogen geopend worden, en gij zult als God wezen, kennende het goed en het kwaad.” 3 Zoals beschreven, leidt hoogmoed tot ongehoorzaamheid aan en rebellie tegen God. Men wil onafhankelijk zijn en zelf uitmaken wat men heeft te doen. Men wil zich niet aan God onderwerpen en minstens aan Hem gelijk zijn. We hebben in dit verband allemaal toch wel eens de in de huidige maatschappij populaire, maar uiterst misleidende uitspraak gehoord, dat wij mensen in feite allemaal zélf goden zijn? Dus doe maar wat je zelf wil! Hier is duidelijk satan aan het werk. Hoogmoed leidt er toe, dat je niet aan God onderdanig kunt zijn en ook niet aan andere mensen. Jak. 4:6-7 – “Ja, Hij geeft meerdere genade. Daarom zegt de Schrift: God wederstaat de hovaardigen, maar den nederigen geeft Hij genade. Zo onderwerpt u dan Gode; wederstaat den duivel, en hij zal van u vlieden.” 1 Petr. 5:5 – “Desgelijks gij jongen, zijt den ouden onderdanig; en zijt allen elkander onderdanig; zijt met de ootmoedigheid bekleed; want God wederstaat de hovaardigen, maar den nederigen geeft Hij genade.” Een ander bijbels voorbeeld Er is een ander bijbels voorbeeld van een overmoedige en trotse man, bij wie ook alles om het eigen ego draaide. Hij verzamelde aardse schatten, die hij in nieuw te bouwen schuren wilde opslaan. Ook in dit schriftgedeelte heb ik het persoonlijk voornaamwoordje “ik” vet geaccentueerd. Luk. 12:15-21 – “En Hij zeide tot hen: Ziet toe en wacht u van de gierigheid; want het is niet in den overvloed gelegen, dat iemand leeft uit zijn goederen. En Hij zeide tot hen een gelijkenis, en sprak: Eens rijken mensen land had wel gedragen; En hij overleide bij zichzelven, zeggende: Wat zal ik doen, want ik heb niet, waarin ik mijn vruchten zal verzamelen. En hij zeide: Dit zal ik doen; ik zal mijn schuren afbreken, en grotere bouwen, en zal aldaar verzamelen al dit mijn gewas, en deze mijn goederen; En ik zal tot mijn ziel zeggen: Ziel! gij hebt vele goederen, die opgelegd zijn voor vele jaren, neem rust, eet, drink, wees vrolijk. Maar God zeide tot hem: Gij dwaas! in dezen nacht zal men uw ziel van u afeisen; en hetgeen gij bereid hebt, wiens zal het zijn? Alzo is het met dien, die zichzelven schatten vergadert, en niet rijk is in God.” Broeders en zusters, dit was een gierige man. Maar getuigt het ook niet van grote hoogmoed als men meent een leven te kunnen leiden buiten God om, vertrouwend op zichzelf en op aardse rijkdommen? Terwijl God notabene álles, en ook leven en dood, in Zijn hand houdt? God tolereert geen hoogmoed We hebben reeds Jak. 4:6-7 en 1 Petr. 5:5 gelezen, waarin geschreven staat dat God de hovaardigen wederstaat. Dat wil zeggen, dat God een actieve houding aanneemt, namelijk dat Hij Zichzelf actief verzet tegen hoogmoedige mensen. Het in de Griekse grondtekst gebruikte werkwoord is “anti’tassomai”, dat “ten strijde trekken tegen, zich verzetten tegen, zich tegenover stellen” betekent. Voor zover mij bekend is het de enige zonde, waartegen God actief ten strijde trekt en dit kan alleen verklaard worden vanuit het feit, dat hoogmoed in feite rebellie tegen Hem inhoudt. Hoe trekt God ten strijde tegen hoogmoedigen? Natuurlijk mogen we allereerst niet vergeten dat God ook hen wil trekken met de touwen van Zijn grote liefde. God wil élke zondaar trekken middels het Offer van Jezus, Die aan Golgotha’s kruis voor hem of haar stierf. En Hij stierf eveneens voor de hoogmoedigen en wil hen van deze zonde bevrijden. Maar er zijn mensen, die Jezus doelbewust verwerpen en volharden in hun grote hoogmoed. En er zijn zelfs christenen en schijnchristenen, die de zonde van hoogmoed niet willen loslaten. Bij hen zorgt God uiteindelijk voor verwarring in het hart. Waarmee Hij hen vernedert. We kunnen dit lezen in Maria’s lofzang in Luk. 1:51-52 – “Hij heeft een krachtig werk gedaan door Zijn arm; Hij heeft verstrooid de hoogmoedigen in de gedachten hunner harten. Hij heeft machtigen van de tronen afgetrokken, en nederigen heeft Hij verhoogd.” 4 We lezen dat God naast het verwarren van hun gedachten machtigen van hun tronen aftrekt. Wat een vernedering! Degenen echter die nederig van hart zijn, zal Hij verhogen. Kernachtig wordt dit samengevat in Matth. 23:12 – “En wie zichzelven verhogen zal, die zal vernederd worden; en wie zichzelven zal vernederen, die zal verhoogd worden.” Mensen die nederig zijn, worden verhoogd en ontvangen genade. 1 Petr. 5:5 – “Desgelijks gij jongen, zijt den ouden onderdanig; en zijt allen elkander onderdanig; zijt met de ootmoedigheid bekleed; want God wederstaat de hovaardigen, maar den nederigen geeft Hij genade.” Uit de woorden van Petrus blijkt het belang van innerlijke ootmoed. Ootmoed brengt ware nederigheid met zich mee, hetgeen met name blijkt uit onderdanigheid ten opzichte van God en ook jegens elkaar. Dit houdt geenszins een slaafse onderdanigheid in, maar is een houding van respect, ontzag en gehoorzaamheid tegenover God, alsmede een houding van respect jegens en aanvaarding, cq. waardering van de broeder of zuster in Christus. Ootmoed In het begin van deze bijbelverkondiging gaf ik aan dat ootmoed de tegenpool van hoogmoed is. Niet van nature in het mensenhart te vinden en naar mijn mening zelfs de absolute tegenstelling van hoogmoed. Ook met betrekking tot de positieve karaktereigenschap ootmoed is het goed om eens na te gaan wat het precies inhoudt. Volgens het woordenboek is ootmoed: “gevoel van onderdanigheid, nederige onderworpenheid (deemoed)”. Zoals we net zagen in 1 Petr. 5:5, brengt ook Gods Woord ootmoed in direkt verband met onderdanigheid en nederigheid. Het in de Griekse grondtekst gebruikte woord voor “ootmoed” (cq. ootmoedigheid) is dan ook “tapeino’phrosune”, hetgeen betekent: 1) deemoedigheid, bescheidenheid 2) een diep gevoel van eigen kleinheid 3) nederigheid Dit Griekse woord is een samenstelling van twee woorden. Allereerst van “ta’peinos” dat letterlijk “niet van de grond opstaand” betekent. Het tweede woord is “phren” en verwijst naar “hart en geest als zin, gezindheid, gevoel, verstand, gedachten”. Ware ootmoedigheid is dus de nederige en bescheiden gesteldheid van hart en geest, welke alleen op grond van een voortdurende relatie met God (eerbiedig niet van de grond opstaand!) verkregen kan worden. Het spreekt voor zich, dat de mens dit niet van nature bezit. Gods bescherming tegen hoogmoed Hoogmoed is een bijzonder agressieve zonde. Het kwam immers oorspronkelijk en rechtstreeks op vanuit het duistere, boze hart van satan, die alles op alles zet om met name Gods kinderen met deze zonde te verontreinigen. Daarbij is het hart van de mens van nature (ten gevolge van de zondeval op grond van juist hoogmoed) erg vatbaar voor deze besmetting. De zonde van hoogmoed is dan ook zó kwalijk in Gods ogen, dat Hij zijn kinderen, juist als zij succesvol zijn in de dienst aan Hem, daartegen wil beschermen. Dit doet God d.m.v. een zogenaamde “doorn in het vlees” 2 Cor. 12:7-9 – “En opdat ik mij door de uitnemendheid der openbaringen niet zou verheffen, zo is mij gegeven een scherpe doorn in het vlees, namelijk een engel des satans, dat hij mij met vuisten slaan zou, opdat ik mij niet zou verheffen. Hierover heb ik den Heere driemaal gebeden, opdat hij van mij zou wijken. En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone.” De apostel Paulus ontving door de Heilige Geest geweldige openbaringen met betrekking tot Gods Woord en raadsplan. Het gevaar was daarom aanwezig, dat hij hoogmoedig zou worden en zichzelf verheffen. Uit voorzorg had God hem daarom een scherpe doorn in zijn vlees gegeven (wat precies die doorn inhield schrijft de bijbel niet), zodat hij zich voortdurend zou herinneren om zwak in Christus te blijven en geheel afhankelijk van Zijn genade. 5 Geliefde broeders en zusters, als zelfs de geweldige godsman Paulus actieve bescherming van God tegen hoogmoed nodig had, hoeveel te meer dan wij. Blijkbaar is hoogmoed zó agressief, kwalijk en funest, dat God tot de rigoreuze maatregel van een permanente, pijnlijke doorn moest overgaan. Maar het was door Zijn grote, beschermende Liefde, dat Hij hiertoe overging. Hij wilde niet, dat Paulus aan deze zonde ten onder zou gaan. Tot besluit een schriftgedeelte uit het boek Hooglied, dat in overdrachtelijke zin de grote liefde tussen de Bruid en Jezus, haar Hemelbruidegom, beschrijft. Hoogl. 4:8 (Statenvertaling – “Bij Mij van den Libanon af, o bruid! kom bij Mij van den Libanon af; zie van den top van Amana, van den top van Senir en van Hermon, van de woningen der leeuwinnen, van de bergen der luipaarden.” Hoogl. 4:8 (Herziene Statenvertaling) – “Kom met Mij van de Libanon af, bruid, met Mij van de Libanon af, kom! Daal af van de top van de Amana, weg van de top van de Senir en de Hermon, van de holen van de leeuwen, van de bergen met de luipaarden.” Laten we samen met Jezus, Die Zichzelf volkomen heeft vernederd (Fil. 2:5-8), afdalen van de bergtoppen van trots, arrogantie, hoogmoed en eigenzinnige onafhankelijkheid, waar we onszelf hebben verhoogd en waar ook de holen zijn van agressieve en verscheurende, geestelijke roofdieren. Want Jézus moet verhoogd worden, maar wíj moeten minder worden. Moge Jezus u en mij deze week overvloedig zegenen. Amen.