Miskraam/curettage - St. Antonius Ziekenhuis

advertisement
GYNAECOLOGIE
Miskraam/curettage
Inhoudsopgave
Inleiding3
Een miskraam3
Oorzaak3
Kans op een miskraam4
Volgende miskraam voorkomen4
Verschijnselen4
Andere oorzaken van bloedverlies5
Onderzoeken5
Spontane miskraam of curettage6
Afwachten6
Medicijnen7
Curettage 7
Poliklinische curettage 8
Curettage in dagbehandeling 9
Na de curettage 9
Anti-D-immunoglobuline 10
Medische hulp 10
Lichamelijk en emotioneel herstel 1
11
Hulporganisaties 12
Vragen 12
Bron: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)
2
Miskraam/curettage
Deze folder geeft informatie over een vroege miskraam
en is een aanvulling op de mondelinge informatie van uw
behandelend arts. U leest wat een vroege miskraam is, wat de
oorzaak is, hoe groot de kans op een miskraam is en wat de
verschijnselen zijn. Mogelijke onderzoeken en behandelingen
komen aan bod, evenals het herstel na een miskraam. Ook
andere oorzaken van bloedverlies in de eerste maanden van de
zwangerschap worden besproken.
waarschijnlijk vooral in de betekenis van het
afbreken van een ongewenste zwangerschap; dit heet voluit abortus provocatus.
Letterlijk is dit dus een geprovoceerde,
oftewel opzettelijk opgewekte miskraam.
Een andere term is missed abortion: deze
term wordt door artsen en verloskundigen
gebruikt voor de situatie waarin een nietlevensvatbare vrucht nog niet uit zichzelf
naar buiten is gekomen.
Een miskraam
Een miskraam is het verlies van een nietlevensvatbare vrucht. Een miskraam in
de eerste twee tot vier maanden van de
zwangerschap wordt een vroege miskraam
genoemd. We spreken van een late
miskraam als de zwangerschap verkeerd
afloopt na de vierde maand maar vóór de
levensvatbare periode. Deze late miskramen
komen veel minder vaak voor.
Oorzaak
Een van de eerste verschijnselen van een
miskraam is vaak vaginaal bloedverlies. Men
spreekt dan van een dreigende miskraam.
Toch hoeft bloedverlies niet altijd te betekenen dat u een miskraam krijgt. In de
helft van de gevallen blijkt het bloedverlies
namelijk een andere oorzaak te hebben.
Over mogelijke andere oorzaken leest u
verderop in deze brochure meer.
De oorzaak van een vroege miskraam is
bijna altijd een stoornis in de aanleg van
het vruchtje. Het vruchtje is niet in orde en
de natuur vindt als het ware een logische
oplossing: het groeit niet verder en wordt
afgestoten.
Een zwangerschap bestaat uit een vruchtzak en een embryo. Het embryo ontwikkelt
zich bij een normale zwangerschap tot
een baby. Bij een miskraam is vaak alleen
De medische term voor een miskraam is
spontane abortus. U kent de term abortus
3
het geval. Eén keer een miskraam betekent
meestal geen verhoogde kans bij een volgende zwangerschap op een miskraam.
de vruchtzak aangelegd, zonder embryo.
Hiervoor wordt soms het woord ‘windei’
gebruikt, maar dit is eigenlijk onjuist: er is
wel degelijk een embryo in aanleg, maar
heel vroeg is er iets misgegaan. Het embryo
komt dan niet tot ontwikkeling of groeit
niet verder door. De oorzaak is meestal een
chromosoomafwijking die bij de bevruchting is ontstaan. Chromosomen zijn de
dragers van het erfelijk materiaal. Meestal
gaat het hier echter niet om erfelijke afwijkingen, maar om een ‘spontane’, toevallige
afwijking. Er zijn dan ook meestal geen gevolgen voor een volgende zwangerschap. Bij
de meeste vrouwen wordt geen duidelijke
oorzaak voor de miskraam gevonden. Als
u nooit eerder een miskraam hebt gehad,
hoeft dit dan ook niet verder onderzocht
te worden. Pas als u meerdere keren een
miskraam hebt gehad, wordt onderzocht of
hiervoor een oorzaak te vinden is.
Volgende miskraam
voorkomen
Als u na een miskraam opnieuw zwanger
wilt worden is het verstandig zo gezond
mogelijk te leven. Dat betekent gezond en
gevarieerd eten, niet overmatig drinken,
niet roken en geen medicijnen innemen
zonder overleg met uw (huis)arts. Een miskraam met zekerheid voorkomen is echter
niet mogelijk, ook als u zich aan deze regels houdt. Aan elke vrouw die (opnieuw)
zwanger wil worden, wordt geadviseerd om
dagelijks een tablet foliumzuur van 0,4 mg
te nemen. Mocht u voorafgaand aan de miskraam geen foliumzuur gebruikt hebben,
dan hoeft u zich daar niet schuldig over te
voelen. Foliumzuur vermindert niet de kans
op een miskraam, maar wel de kans op een
baby met een open rug.
Kans op een miskraam
Vroege miskramen komen betrekkelijk
vaak voor: ten minste één op de tien zwangerschappen eindigt in een miskraam. In
Nederland betekent dit dat jaarlijks 20.000
vrouwen een miskraam krijgen. Naar schatting wordt een kwart van alle vrouwen ooit
met dit probleem geconfronteerd. De kans
op een miskraam neemt toe met de leeftijd.
Voor vrouwen beneden de vijfendertig jaar
is de kans dat een zwangerschap in een
miskraam eindigt ongeveer 1 op 10. Tussen
de vijfendertig en veertig jaar eindigt 1 op
de 5 tot 6 zwangerschappen in een miskraam, en tussen de veertig en vijfenveertig
jaar 1 op 3. Boven de vijfenveertig jaar is
dit voor de helft van de zwangerschappen
Verschijnselen
Zwangerschapsverschijnselen zoals gespannen borsten en ochtendmisselijkheid
nemen soms af vlak voor een miskraam. U
kunt ook last krijgen van vaginaal bloedverlies of wat menstruatieachtige pijn. Bij de
helft van de vrouwen met bloedverlies of
wat buikpijn is er gelukkig niets mis en verloopt de zwangerschap verder ongestoord.
Ook hoeft u niet bang te zijn voor aangeboren afwijkingen of andere complicaties.
4
Andere oorzaken
van bloedverlies
Als na onderzoek de oorzaak van het bloedverlies onduidelijk blijft, spreekt men van
een innestelingsbloeding: een bloeding die
ontstaat doordat het bevruchte eitje zich
nestelt, oftewel vastgroeit in de wand van
de baarmoeder.
Bloedverlies in het begin van de zwangerschap duidt niet altijd op een miskraam.
• Er kan een afwijking zijn van de baarmoedermond, bijvoorbeeld een poliep of een ontsteking, waardoor de
baarmoedermond gemakkelijk bloedt.
Bloedverlies komt dan met name voor
na gemeenschap of na (harde) ontlasting.
• Een veel minder vaak voorkomende
oorzaak van bloedverlies is een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Het
bevruchte eitje heeft zich dan niet in de
baarmoeder ingenesteld, maar daarbuiten, meestal in de eileider. De medische
term voor een buitenbaarmoederlijke
zwangerschap is extra-uteriene graviditeit, vaak afgekort als EUG. Er bestaat
een verhoogde kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap na een
eileiderontsteking of een operatie aan
de eileiders. Ook als u nog een spiraaltje
hebt kan een buitenbaarmoederlijke
zwangerschap ontstaan. Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap geeft
vaak vrij hevige buikpijn.
• Een vrij zeldzame oorzaak van bloedverlies vroeg in de zwangerschap is een
bloeding in de baarmoeder naast het
vruchtzakje.
• Tot slot gebeurt het soms dat de zwangerschap begint met twee vruchtjes
(een tweeling), maar dat één van beiden
niet verder groeit en wordt afgestoten.
Dit gaat dan samen met wat bloedverlies. Ook dit komt maar zelden voor.
Onderzoeken
Bij bloedverlies vroeg in de zwangerschap
zal de arts met behulp van een speculum
(eendenbek) via de schede de baarmoedermond bekijken. Soms doet hij/zij ook
een inwendig (vaginaal) onderzoek: via de
schede worden baarmoeder en eierstokken afgetast. Een echo(grafie) kan duidelijk
maken of de zwangerschap nog intact is.
Met een echografie wordt een afbeelding
van de baarmoeder gemaakt. Meestal is
daarop te zien of het hartje klopt. In dat
geval is de kans op een miskraam zeer klein,
maar niet uitgesloten. Op een echo is het
ook te zien als de vruchtzak leeg is of als het
hartje niet meer klopt. Bent u minder dan
twee weken over tijd, dan geeft het onderzoek soms nog geen duidelijkheid; één tot
twee weken later is dan meestal wel zichtbaar of het hartje klopt.
U moet zich realiseren dat echoscopisch
onderzoek niets verandert aan de uitkomst
van de zwangerschap. Een miskraam is
een veelvoorkomend en ook natuurlijk
verschijnsel. Huisartsen en verloskundigen
nemen daarom over het algemeen een afwachtende houding aan. Als het mis gaat,
zal dat toch wel duidelijk worden.
5
Afwachten
Medisch onderzoek en behandeling lijken
wel een bepaalde zekerheid te bieden, maar
doen dat niet altijd.
Het verloop
Bloedverlies in de tweede of derde maand
van de zwangerschap is vaak het eerste
teken van een miskraam. Meestal komt een
miskraam na dit eerste bloedverlies binnen een aantal dagen op gang, soms duurt
dit nog een week of zelfs een paar weken.
Geleidelijk krijgt u krampende pijn in de
baarmoeder en neemt het bloedverlies toe,
zoals bij een hevige menstruatie. In de loop
van enkele uren komt de vruchtzak los uit
de baarmoeder en komt via de vagina naar
buiten. De miskraam heeft dan plaatsgevonden.
Spontane miskraam
of curettage
Een miskraam wordt veroorzaakt door een
stoornis in de aanleg van het kindje of door
het afsterven van de vrucht. Daardoor is
behandeling nooit mogelijk. Medicijnen of
maatregelen zoals bedrust of stoppen met
werken zijn dan ook zinloos. Hoewel een
behandeling ontbreekt, bestaat er wel een
keuze tussen drie manieren waarop de miskraam kan plaatsvinden:
• Afwachten tot de miskraam spontaan
komt.
• Het gebruik van medicijnen die de
spontane miskraam in gang zetten.
• Curettage: een ingreep waarbij het
zwangerschapsweefsel via de schede en
de baarmoederhals wordt verwijderd.
Als een miskraam normaal verloopt, is de
pijn hierna vrijwel direct over. Het bloedverlies vermindert snel en is vergelijkbaar met
de laatste dagen van een menstruatie.
Als de miskraam achter de rug is, kunt u de
arts of verloskundige hiervan op de hoogte
stellen. Het is dan verstandig het verloren
weefsel te bewaren, zodat beoordeeld kan
worden of het inderdaad om een miskraam
gaat. Het weefsel kan opgestuurd worden
voor microscopisch onderzoek. Dit onderzoek zegt niets over de oorzaak van de
miskraam, het bevestigt alleen maar dat de
miskraam werkelijk heeft plaatsgevonden.
Sommige artsen vinden dit onderzoek dan
ook niet noodzakelijk. Het onderzoek geeft
bij deze korte zwangerschapsduur geen
informatie over het geslacht van de vrucht.
Als u wilt, kunt u het weefsel begraven op
een dierbaar plekje, bijvoorbeeld in de tuin.
De keuze is een kwestie van persoonlijke
voorkeur. U bepaalt zelf wat het beste bij u
past. Ook is altijd een tussenoplossing mogelijk, zoals een tijdje afwachten, en als het
te lang duurt, alsnog een curettage. Alle benaderingen hebben voor- en nadelen. Hieronder worden de verschillende manieren
beschreven. U kunt ze natuurlijk ook met uw
verloskundige of arts bespreken.
6
Voordelen
brengen. Van de arts krijgt u een recept voor
8 tabletten. U brengt ’s ochtends 4 tabletten in de vagina. Vervolgens wacht u 24 uur
of de miskraam optreedt. Gebeurt er niets,
dan brengt u de volgende ochtend opnieuw
4 tabletten in de vagina. U krijgt een afspraak na 1 tot 2 weken op de poli. Als er
geen reactie is geweest en de miskraam is
niet opgetreden, dan kunnen we alsnog een
curettage inplannen. Ook als de miskraam
wel is opgetreden, vragen we u op de poliafspraak te komen. In dit geval kijken we
met een echo of de miskraam volledig is.
Als dit niet zo is, dan kan alsnog een curettage nodig zijn.
Veel vrouwen geven de voorkeur aan afwachten, omdat een spontane miskraam de
natuurlijke gang van zaken is. Zij willen hun
verdriet om het verlies van een gewenste
zwangerschap thuis beleven. Een ander
voordeel van afwachten is dat u dan geen
risico hebt van eventuele (zeldzame) complicaties van een curettage. Afwachten kan
medisch gezien geen kwaad en heeft geen
gevolgen voor een nieuwe zwangerschap.
Nadelen
Sommige vrouwen willen liever niet afwachten. Redenen kunnen zijn:
• Afwachten geeft onzekerheid: u weet
niet precies wanneer de miskraam op
gang komt en dit verstoort het normale
leven.
• Afwachten kan emotioneel zwaar zijn. U
kunt nog zwangerschapsverschijnselen
hebben terwijl u weet dat het vruchtje
niet meer leeft.
• Er is een kleine kans dat de zwangerschap niet in zijn geheel naar buiten
komt (abortus incompletus). Het bloedverlies blijft dan aanhouden. In dat geval
moet alsnog een curettage plaatsvinden.
Curettage
Een curettage is een kleine ingreep. De
baarmoederholte wordt via de vagina
schoongemaakt: het is dus geen operatie
waaraan u littekens overhoudt. Er zijn twee
manieren: de baarmoederholte wordt via
een dun slangetje (vacuümcurette) leeggezogen of met een curette (een soort
lepeltje) schoongemaakt. De ingreep duurt
ongeveer 5 à 10 minuten en gebeurt in dagbehandeling onder narcose of poliklinisch
met pijnstillende medicatie via een infuus.
Complicaties
Medicijnen
Als u gezond bent, is een curettage een
ingreep met een zeer klein risico op complicaties. Een curettage heeft ook geen consequenties voor een volgende zwangerschap.
• Een zeldzaam voorkomende complicatie
is het syndroom van Asherman: hierbij
ontstaan verklevingen aan de binnenzijde van de baarmoeder. Deze moeten
operatief worden weggehaald.
Door tabletten in de vagina te brengen, kan
een spontane miskraam in gang gezet worden. Het verloop van de miskraam is verder
hetzelfde als bij een spontane miskraam: u
krijgt krampen en bloedverlies waarbij ook
het vruchtje naar buiten komt. Bij ongeveer
de helft van de patiënten lukt het om de
miskraam met deze medicijnen op gang te
7
u naar huis.
• Een enkele keer komt een perforatie
voor: het dunne slangetje of de curette
gaat dan per ongeluk door de wand van
de baarmoeder heen. Meestal heeft dit
geen gevolgen, maar het kan zijn dat u
in dat geval iets langer in het ziekenhuis
moet blijven om te zien of alles goed
gaat.
• Een laatste complicatie is een incomplete curettage, waarbij een rest van het
vruchtje achterblijft. Een verschijnsel
hierbij is dat u na de curettage bloed
blijft verliezen. De rest van het zwangerschapsweefsel kan alsnog spontaan naar
buiten komen. Soms gebeurt dit echter
niet en moet u een tweede curettage
ondergaan.
Een poliklinische ingreep is minder ingrijpend voor het lichaam. U maakt wel meer
mee van de procedure. De pijnstilling werkt
voldoende. De meeste patiënten zijn tevreden met deze methode.
Bij een dagbehandeling gebeurt de ingreep
onder algehele narcose. U komt ’s ochtends
nuchter. Na de ingreep op de operatiekamer
verblijft u een dagdeel op de verpleegafdeling. Aan het einde van de dag kunt u weer
naar huis.
Als de zwangerschapsduur meer dan 12
weken bedraagt of het vruchtje groter is
dan 30 mm dan kan de ingreep niet poliklinisch plaatsvinden. De curettage moet dan
onder narcose verricht worden.
De keuze
Vrouwen die kiezen voor een curettage
noemen vaak als argument dat zij het vervelend vinden met een niet-levensvatbare
vrucht rond te lopen. Ook het afwachten en
de onzekerheid over het tijdstip van de miskraam kunnen zwaar wegen. Een curettage
heeft het voordeel dat aan deze negatieve
gevoelens een eind komt. Het verdriet over
de miskraam zelf moet dan nog wel verwerkt worden. De ervaring leert dat het voor
het verwerkingsproces goed kan zijn niet te
snel in te grijpen.
Als u al weet op welke wijze u de curettage
wilt ondergaan, dan kunt u dit aangeven bij
het maken van de afspraak. Als u kiest voor
een poliklinische curettage komt u ‘s ochtends bij de arts en hebt een gesprek met
de arts. Diezelfde dag nog wordt de ingreep
poliklinisch uitgevoerd.
De procedure
Als u kiest voor curettage in dagbehandeling, dan komt u eerst op de poli om dit te
bespreken. De curettage wordt op een andere dag ingepland.
Als u gecuretteerd wilt worden kan dit poliklinisch of onder narcose. Bij een poliklinische ingreep krijgt u een infuus met pijnstillende medicatie. Hiervoor hoeft u niet
nuchter te zijn. Na de poliklinische ingreep
verblijft u ongeveer 2 uur op de afdeling om
te zien of u voldoende herstelt. Daarna kunt
Als u nog geen besluit hebt genomen, krijgt
u ook een afspraak op de poli. Tijdens deze
afspraak bespreekt de arts samen met u de
voor- en nadelen van alle opties. Daarna
plannen we op een andere dag de gekozen
procedure.
8
Poliklinische curettage
Als u poliklinisch gecuretteerd wordt, hebt
u ’s ochtends een afspraak met de gynaecoloog op de poli.
De gynaecoloog maakt eventueel opnieuw
een echo en bespreekt met u de mogelijkheden.
U ontvangt 2 tabletten die u nat moet
maken en in moet brengen in de vagina. De
tabletten zorgen ervoor dat de baarmoedermond iets weker wordt en gemakkelijker
opgerekt kan worden tijdens de curettage.
U hoeft niet nuchter te zijn voor
de poliklinische curettage, maar
wij raden u wel aan 2 uren voor
de ingreep niet meer te eten of
te drinken.
Curettage in
dagbehandeling
Na het gesprek bij de gynaecoloog gaat u
naar de Bloedafname om bloed af te laten
nemen. Aan het einde van de ochtend meldt
u zich in de wachtkamer van de afdeling Endoscopie. Als u uit de wachtkamer bent opgehaald, brengen we een infuus bij u in. Via
dit infuus kunnen we pijnstilling toedienen.
Daarnaast verdoven we de baarmoedermond lokaal. Tijdens de ingreep controleren
we uw zuurstofgehalte in het bloed en uw
hartslag door middel van een clipje dat u om
uw vinger krijgt. Uw partner kan eventuuel
aanwezig zijn tijdens de gehele procedure
van de poliklinische curettage. Na de ingreep gaat u naar de bewakingsruimte. Hier
blijft u nog 2 uur ter observatie. Als alles
goed met u gaat, kunt u naar huis.
U hebt een afspraak met de gynaecoloog op
de poli. Deze maakt eventueel opnieuw een
echo en bespreekt met u de mogelijkheden.
Daarna wordt de curettage op een andere
dag ingepland.
Vanaf de poli gaat u naar de Bloedafname
en naar de screening van de Anaesthesie.
U ontvangt 2 tabletten die u nat moet
maken en in moet brengen in de vagina. De
tabletten zorgen ervoor dat de baarmoedermond iets weker wordt en gemakkelijker
opgerekt kan worden tijdens de curettage.
Van Voorbereiding Opname hoort u op
welke datum en welke locatie de ingreep
plaatsvindt.
U wordt in dagbehandeling opgenomen. U
bent nuchter vanaf 12 uur voorafgaande
avond. Brengt u thuis de ochtend van de
ingreep de tabletten in de vagina.
U hangt uw kleding in de kast en krijgt een
operatiehemd aan. Daarna neemt de
verpleegkundige de vragenlijst over uw gezondheid en medicijngebruik met u door.
9
Anti-D-immunoglobuline
Als u aan de beurt bent, wordt u met bed en
al naar de operatiekamer gereden.
Na afloop van de curettage brengen we u
naar de uitslaapkamer. Hier controleren we
of al uw lichaamsfuncties goed zijn. Daarna
wordt u naar uw kamer teruggebracht.
Als u een miskraam hebt gehad én u hebt
een rhesusnegatieve bloedgroep (bijvoorbeeld A- of B-), kan het zijn dat u een injectie krijgt met de stof anti-D immunoglobuline. Als het vruchtje namelijk rhesuspositief
was, gaat uw lichaam antistoffen aanmaken
tegen die rhesusfactor. U hebt daar zelf
geen last van, maar voor een eventuele
volgende zwangerschap kan het wel problemen geven. De injectie met anti-D voorkomt dat uw lichaam die rhesusantistoffen
gaat aanmaken. Als bij echoscopisch onderzoek is aangetoond dat er geen vruchtje is
aangelegd, of dat het vruchtje in een zeer
vroeg stadium is afgestorven, is de injectie
niet nodig. Men neemt dan aan dat er geen
kans is op de vorming van antistoffen. Als er
een curettage wordt verricht dan wordt het
altijd wenselijk geacht om een injectie te
geven. Als uw rhesusfactor nog niet bekend
is, wordt deze bepaald. Blijkt daaruit dat uw
bloedgroep rhesusnegatief is dan bespreekt
de arts met u of het in uw geval zinvol is om
anti-D toe te dienen.
Als u weer goed hersteld bent van de narcose, iets gegeten hebt en geplast, mag u
diezelfde dag naar huis.
Na de curettage
Het is goed mogelijk dat u de eerste 2 tot 3
dagen na de curettage (zowel poliklinisch
als in dagbehandeling) last hebt van pijnlijke
buikkrampen; u kunt hiervoor een pijnstiller
(paracetamol) innemen. Lees voor gebruik
altijd goed de bijsluiter. De eerste 10 tot 14
dagen kunt u ook nog wat licht bloedverlies
hebben. Gebruik hierbij liever geen tampons. Stel seksueel contact (gemeenschap)
ook even uit totdat u geen bloed meer
verliest.
De dag na de ingreep bellen we u thuis op
om te informeren hoe het met u gaat. U
kunt dan ook vragen stellen.
Medische hulp
Het is verstandig om in de volgende situaties de arts of verloskundige te waarschuwen:
Twee weken na de ingreep hebt u telefonisch contact met de poli-assistente. Zij
vraagt of u nog klachten hebt en bespreekt
met u de uitslag van het weefselonderzoek.
Als u nog vragen hebt, kunt u die tijdens dit
gesprek ook stellen. Als er geen bijzonderheden zijn, hoeft u niet op het spreekuur
bij de gynaecoloog te komen. Als u dit toch
graag wilt, is dit altijd mogelijk. Geef dit aan
in het telefonisch gesprek.
• Hevig bloedverlies
10
Als u erg veel bloedverlies hebt (meer
dan bij een forse menstruatie en langer
dan een halve dag), kan dit gevaarlijk
zijn. Als u sterretjes ziet, of u denkt
flauw te gaan vallen, bel dan direct de
poli Gynaecologie. Buiten kantooruren
nieuw zwanger te worden. Er is geen medische reden om een menstruatie of enkele
maanden af te wachten voordat u probeert
opnieuw zwanger te worden. Het zwanger
worden op zich wordt door een miskraam
niet bemoeilijkt. De volgende menstruatie
komt na ongeveer zes weken, soms een
paar weken eerder of later.
belt u de Spoedeisende Hulp. U vindt de
contactgegevens in het grijze adreskader achterin deze folder.
• Aanhoudende klachten
Als u na een spontane miskraam of
curettage krampende pijn en/of zeer
veel bloedverlies blijft houden, wijst
dit op een incomplete miskraam. Er is
dan een rest van de zwangerschap in de
baarmoeder blijven zitten. Als dit het
geval is, moet (opnieuw) een curettage
plaatsvinden.
Veel vrouwen hebben na een miskraam
psychisch een moeilijke tijd. De miskraam
betekent een streep door de toekomst en
maakt plotseling een einde aan alle plannen en fantasieën over het verwachte kind.
Het kan een troost zijn om te weten dat
de zwangerschap vanaf het begin al niet in
orde was en de miskraam dus een natuurlijke en logische oplossing was. Verdriet,
schuldgevoelens, ongeloof, boosheid en
een gevoel van leegte zijn veel voorkomende emoties. De vraag waarom het misging
houdt u wellicht bezig. Hoe invoelbaar ook,
schuldgevoelens zijn bijna nooit terecht.
Een miskraam is een natuurlijke oplossing
voor iets wat fout ging rond de bevruchting,
en het is maar de vraag of een gezondere
leefwijze of minder stress dit had kunnen voorkomen. De gedachte dat zwanger
worden in elk geval mogelijk is gebleken,
kan een steun zijn. Het verwerken van een
miskraam doet iedereen, man en vrouw, op
zijn eigen manier. Ook de omstandigheden
spelen een rol. Het is moeilijk aan te geven
hoe lang dit proces duurt. Sommige ouders
doen er enkele maanden tot een half jaar
over; bij anderen duurt het langer, soms
meer dan een jaar.
•Koorts
Als u tijdens of kort na een miskraam
koorts krijgt, wijst dit meestal op een
ontsteking in de baarmoeder. Dit moet
behandeld worden. Neem contact op
met uw verloskundige of arts, als uw
temperatuur hoger dan 38° C is (rectaal
of met oorthermometer gemeten).
•Ongerustheid
Als u ongerust bent over het verloop van
de miskraam, kunt u altijd contact opnemen met uw verloskundige of arts.
Lichamelijk en
emotioneel herstel
Het lichamelijk herstel na een spontane
miskraam of een curettage is meestal vlot.
De eerste één tot twee weken kunt u nog
wat bloedverlies en bruinige afscheiding
hebben. Het is verstandig met seksueel
verkeer (gemeenschap) te wachten tot
het bloedverlies voorbij is. Hierna is het
lichaam voldoende hersteld om weer op-
Voor de omgeving is het soms niet duidelijk
wat u doormaakt. Opmerkingen als ‘volgen11
de keer beter’ of ‘je bent nog jong’ helpen
meestal niet, ook al zijn ze goed bedoeld.
Ze doen immers geen recht aan wat je als
ouder op dat moment voelt. Omdat het verlies vaak voor de buitenwereld onzichtbaar
is, kan het helpen te praten met andere
ouders die hetzelfde hebben meegemaakt.
Zij weten wat u doormaakt. Verschillen in
beleving of snelheid van verwerken tussen
man en vrouw kunnen een druk op de relatie
geven. Ook dan is het verstandig erover te
praten, zowel met elkaar als met anderen.
Vrouwen die na een miskraam opnieuw
zwanger worden, zijn daar meestal blij mee,
maar voelen zich vaak de eerste tijd ook
onzeker en bang: zal het opnieuw mis gaan?
Sommigen willen daarom de omgeving
nog niet direct van de zwangerschap op de
hoogte stellen. Gelukkig verloopt een volgende zwangerschap meestal goed, ook bij
vrouwen die meer dan één miskraam hebben doorgemaakt.
Hulporganisaties
Er bestaat geen landelijke hulporganisatie
die zich speciaal richt op vrouwen die een
miskraam hebben gehad. Wel kunt u bij instanties terecht die zich bezighouden met
mensen met vruchtbaarheidsproblematiek,
zoals Freya (www.freya.nl).
Vragen
Hebt u nog vragen? Neem dan contact met
ons op.
12
St. Antonius Ziekenhuis
T 088 - 320 30 00
E [email protected]
www.antoniusziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp
088 - 320 33 00
Gynaecologie
088 - 320 62 00
Locaties en bezoekadressen
Ziekenhuizen
Poliklinieken
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht
Soestwetering 1, Utrecht
(Leidsche Rijn)
St. Antonius Polikliniek
Utrecht Overvecht
Neckardreef 6, Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein
Koekoekslaan 1, Nieuwegein
St. Antonius Polikliniek Houten
Hofspoor 2, Houten
St. Antonius Spatadercentrum
Utrecht-De Meern
Van Lawick van Pabstlaan 12,
De Meern
13
Meer weten?
Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
GYN 12/08-’15
Dit is een uitgave
van St. Antonius Ziekenhuis
Download