antwoorden bloed en bloedsomloop teksvragen serie

advertisement
ANTWOORDEN BLOED EN BLOEDSOMLOOP
TEKSVRAGEN SERIE A
80.
OPDRACHTEN SERIE B
1
•
door atherosclerose de kransslagader vernauwd / verruwd / minder elastisch is
•
bij trombose daarin een trombus kan ontstaan / een embolus kan blijven steken / een
(bloed)propje de circulatie kan verstoren
•
waardoor er onvoldoende aanvoer van zuurstofrijk bloed in de hartspier is (met als mogelijk
gevolg een hartinfarct)
2 een slagader is elastischer/gespierder
een slagader is geschikter voor het verwerken van de slagaderlijke druk
3C
4E
5
Heparine is nodig om te zorgen dat de stollingsreactie (na doorsnijden van het bloedvat) niet wordt
geactiveerd
Protamine is nodig om na de operatie weer normaal stollend bloed te krijgen
Bijvoorbeeld plasmine, dat de bloedstolling stopt.
6 75%
7 ongeveer 1 minuut
8 een kransslagader
9 Uit het antwoord moet blijken dat
in een kort traject de invloed van het haarvatennet relatief groter is / in een lang traject de lengte
vooral door grote vaten (slagaders en aders) wordt bepaald
waarbij het bloed in het haarvatennet langzamer stroomt dan in de slagaders en aders (grotere vaten)
10
• er weinig/geen diffusie van O2 uit het bloed naar het weefsel
plaatsvindt
• doordat bij de ‘spatader’ (in vergelijking met een haarvatennet) de
wand te dik is / het diffusie-oppervlak gereduceerd is / de
stroomsnelheid hoger is / er geen haarvatennet meer is
11 nr 3
12 E
13
• volwassen Hb is minder verzadigd dan foetaal Hb
• met de notie dat het foetaal Hb daardoor in de placenta O2 kan
opnemen uit het bloed van de moeder
14 A
15. B
16
De notie dat bij een warm lichaam de bloedvaten in de huid verwijd zijn
(waardoor de mug ze makkelijker kan aanprikken).
b)sickelcel anemie of misvormd hemoglobine
17 D
b) in de milt en lever
18
• (de patiënt het koud heeft doordat) bij koorts de norm voor de
lichaamstemperatuur verhoogd is: de patiënt heeft het koud zolang die
norm nog niet is bereikt
• (de patiënt rilt) om een hogere temperatuur te krijgen / voor
warmteopwekking 1
19
• 50 × 30.000 = 1.500.000 trofozoieten, dus na zeven dagen maximaal
1.500.000 rode bloedcellen en 48 uur daarna nog eens 1.500.000 x 16
= 24⋅106 rode bloedcellen
• totaal dus 25,5⋅106 cellen
• de notie dat een volwassen man rond de 5 liter bloed heeft met circa
5⋅106 rode bloedcellen per mm3 bloed / dat de man slechts enkele
tientallen miljoenen rode bloedcellen mist van de in totaal 25⋅1012
20. dan zou de parasiet zich zelf niet meer kunnen voortplanten
21 Uit het antwoord moet blijken dat:
• doordat de boezems niet goed / niet regelmatig samentrekken, worden de kamers minder
gevuld
• waardoor bij samentrekking van de kamers, de (door de bloeddrukverhoging veroorzaakte)
verwijding van de slagaders minder is (en dus de polsslag minder voelbaar)
B) SA knoop, deze bevindt zich in de wand van rechterboezem
22 voorbeeld van een juist getekende grafiek:
• de Y-as is benoemd: (volume in mL) en de getallen nodig voor het aflezen, zijn aangegeven
• de grafiek start gelijk met fase II en bereikt de 80 mL net vóór het begin van fase III
• de vorm van de grafiek is parabolisch in fase II
• de grafiek loopt in fase III en IV horizontaal door
23 E
24 Uit het antwoord moet blijken dat het enige tijd duurt
• voordat de competitie met vitamine K voldoende is om de vorming van stollingseiwitten
tegen te gaan
• voordat de voorraad stollingsfactoren in het bloed is verdwenen
25
I: alleen 2 en 3
• II: geen
• III: alleen 1
26. 10,0 (0,2) kPa
27Voorbeelden van een te noemen oorzaak zijn:
• de bloedvatwanden worden bij het ouder worden minder elastisch
• het beschikbare volume in de slagaders neemt af
28A
29B
30Door de verminderde O2-/bloedvoorziening zal de hartspier (het deel achter de vernauwing
van de kransslagader) minder goed functioneren.
31 C
Antwoorden Introductie bloed en bloedvaten
4 hoofdfuncties van het bloed
1. transport
2. communicatie
3. coördinatie
4. temperatuur regeling
…5…L bloed in het lichaam
…3….L plasma
…2….L bloed, waarvan het meeste rbc is.
Waar bevindt zich het meeste bloed in onze bloedvaten?
50 % aders
33 % slagaders
12 % hart en longen
5 % haarvaten
Algemene bouw van de grotere bloedvaten:
1 endotheel (bij arteriën vinden we elastische vezels tussen endotheel en middelaag)
2 spierlaag middenlaag (bij arteriën extracellulaire matrix bestaat uit o.a. elastische en
collagene vezels)
3 bindweefsellaag buitenlaag
Aders hebben veel minder spier(cellen) en elastische vezels(ontbreekt bijna) maar bevatten
wel bindweefsel, wat bij slagaders bijna ontbreekt.
Voorziening met O2 en voeding van de grote en kleine bloedvaten?
KleinE VATEN door diffusie
Grote VATEN door zgn vaten van de vaten.ook zenuwen en lymfevaten vinden wen in
buitenste lagen van de grotere vaten.
Diameter van de haarvaten 7-9 micrometer
Diameter van de R.B.C. gem. 7-9 micrometer
Welke kenmerken moet de R.B.C. (niet)hebben als we naar deze 2 gegevens kijken?
Stevig cytoskelet….wel wat eiwitten, maar geen normaal cytoskelet.
Functies endotheel
1.metabolisme(van lipoproteine door enzymen aan hun celoppervlak)
2. productie van stoffen waardoor gladden spiercelen samentrekken zoals endhoteline.
(bloedruk regulatie)
3. produceert stollingsfactoren
4. adhesie moleculen aan hun oppervlak waardoor ze van alles kunnen binden
5. het produceert bloedgroep antigenen
6. het inactiveert veel stoffen (serotonine, trombine, prostaglandines)
Download