- Scholieren.com

advertisement
Woorden hoofdstuk 5
1. Controversieel
Omstreden, wat een heftige strijd tussen
voor- en tegenstanders oproept.
- Na zijn controversiële uitspraken
ontving de parlementariër vele
dreigbrieven en haatmails.
2. Supranationale
Wat boven de naties staat.
- Er is sprake van een supranationale
organisatie indien een bepaalde
organisatie boven nationale
organisaties staat.
3. Integratie
Eenwording
- De integratie van allochtonen in NL
gaat soms moeilijk waardoor er
geen geheel in de samenleving is.
4. Monetair
Wat het muntstelsel betreft
- Sinds de invoering van de euro in
2002 vormen de landen van de EU
en monetaire unie.
5. Teneinde
Om, met een doel
- Teneinde meer jongeren aan het
werk te krijgen, worden diverse
maatregelen genomen.
6. Scepsis
Ernstige twijfel, bedenkingen, argwaan
- Ik sta er scepsis tegenover, ik denk
niet dat het gaat lukken.
7. Grieven
Bezwaren
- Een van de grieven tegen het
koningshuis is dat het veel geld
kost.
8. Bevoegdheden
Rechten om bepaalde handelingen uit te
voeren.
- Hilter vroeg in de WO 2 om speciale
bevoegdheden, zodat hij het recht
had om bepaalde handelingen uit te
voeren.
9. Soevereiniteit
Oppermacht
- In 1975 droeg NL de soevereiniteit
over Suriname over aan de lokale
bevolking, waardoor dat land
onafhankelijk werd.
10. Ontkracht
Weerlegt
- Haar argumenten werden door de
tegenstanders ontkracht, ze konden
haar argumenten makkelijk
weerleggen.
11. Interne
Binnen (een organisatie)
- Het bedrijf ging ten onder aan
interne conflicten tussen
verschillende bestuurders.
12. Bij uitstek
Meer dan wie of wat dan ook
- Hij was bij uitstek de beste van
iedereen, hij had dan ook bij de
wedstrijd de eerste plaats behaald.
13. Naïviteit
Onnozelheid
- Ze was zo naïef, ze geloofde alles
wat hij zei, ook al klopte er niks van.
14. Limiet
Grens
- Mijn bel limiet is 100 minuten, als ik
daar overheen ga moet ik extra
betalen.
15. Opties
Mogelijkheden
- Voor de vakantie zijn er veel opties,
je kan zwemmen, fietsen, wandelen
en surfen.
16. Collectieve
Gezamenlijke
- Er zijn individuele en collectieve
activiteiten te doen, je kan alleen of
gezamenlijk iets doen.
17. Heterogene
Uit zeer verschillende elementen bestaand.
- Op school werd erg gebruik
gemaakt van een heterogene
groepsindeling, in de groepjes zaten
kinderen met verschillende niveaus.
18. Rijmen
In overeenstemming brengen met
- Hoe kan ik de vondst van dat pakje
sigaretten in je jaszak rijmen met jou
belofte om tot je achttiende niet te
roken.
19. Prioriteit
Voorrang
- Na de lawine lag de prioriteit bij het
in veiligheid stellen van de burgers.
20. Urgent
Dringend
- Deze patiënt zal urgent een nieuw
hart nodig hebben, anders gaat hij
dood.
21. Gelieerd zijn aan
Verbonden zijn met
- Dit verhaal is gelieerd aan zijn
verleden, er is duidelijk een verband
tussen toen en nu.
22. Federaal
Eensgezind/bondgenootschappelijk
- De criminelen werden opgepakt
door de federale recherche, ze
werkten heel goed samen.
23. Missie
Doel dat nagestreefd wordt
- De nieuwe minister van Onderwijs
beschouwde haar missie om bij
leerlingen meer belangstelling te
wekken voor techniek.
24. Draagvlak
Ondersteuning, goedkeuring
- Er bleek in de Nederlandse
samenleving te weinig draagvlak
voor het organiseren van de
Olympische Spelen van 2028.
25. Genegeerd
Ontkend, gedaan alsof het niet bestaat
- Ik werd door mijn vriendinnen
genegeerd, ze reageerden niet op
wat ik zei en deden alsof ik niet
bestond.
Uitdrukkingen, woordparen en spreekwoorden H5
Paniek zaaien
Onrust brengen
- Je zaait paniek met die
onheilsberichten, iedereen wordt
er helemaal bang en ongerust
van. of:
- De terreuraanslagen in Frankrijk
zaaide erg veel paniek onder de
bevolking.
Met de pet rondgaan
Na een optreden geld ophalen
- Na zijn optreden zal de
straatacrobaat met de pet
rondgaan.
Met gepaste trots
-
Met gepaste trots, liet ze haar
rapport aan haar ouders zien.
spijt betuigen
Schuld bekennen, zich
verontschuldigen.
- Zal de moordenaar zijn spijt
betuigen in de rechtszaal?
ijzeren discipline
Erg streng
-
Op dit internaat geldt een ijzeren
discipline.
het glas heffen
Proosten
- Na de toespraak zullen we het
glas heffen op de goede afloop.
rake klappen
Er wordt hevig gevochten
- Tijdens de vechtpartij vielen er
rake klappen.
de eerste viool spelen
De baas spelen
- Zij speelt altijd de eerste viool, ze
neemt altijd de leiding en ze is
erg dominant.
een uiltje knappen
Een dutje doen.
- Ik ben zo moe, ik denk dat ik
maar even een uiltje ga knappen.
het roer omgooien
vrij radicaal veranderen, koers
veranderen
- Zij gooide het roer om: in plaats
van te gaan studeren besloot ze
op het laatste moment toch nog
te gaan reizen.
iemand om de tuin leiden
misleiden, iemand bedriegen met mooie
praatjes.
- De verkoper leidde mij om te tuin
toen hij mij een auto verkocht die
achteraf niet zo goed meer was
als hij het had laten lijken.
iemand van haver tot gort kennen
Heel goed kennen
- Hij kent zijn beste vriend al 25
jaar. Dus je begrijpt wel dat hij
hem van haver tot gort kent.
iets op de spits drijven
te ver doorvoeren, confict laten oplopen
moord en brand schreeuwen
luid klagen(vaak ten onrechte)
- De leerlingen schreeuwde moord
en brand toen ze onverwachts
een toets moesten maken.
zoete broodjes bakken
Door wat toe te geven dingen gedaan
krijgen.
ergens de hand mee lichten
het niet zo nauw nemen met bepaalde
regels en verboden
- Zij lichte de hand met de regels
van school. Ze deed gewoon
waar ze zin in had en ze hield
zich helemaal niet aan de
schoolregels.
lief en leed delen
Mooie maar ook moeilijke tijden delen.
- Dat echtpaar is al 40 jaar bij
elkaar. Ze hebben veel mooie
maar ook moeilijke tijden gehad.
Ze hebben lief en leed gedeeld.
met lange tanden eten
Iets tegen je zin in opeten, iets eten wat
je niet lekker vindt.
- Zij at met lange tanden de
spruitjes op, ze vond ze echt niet
lekker.
part noch deel aan iets hebben
Ergens niet bij geweest zijn, niks van
iets afweten.
hoge ogen gooien
Een goede kans maken op iets.
iemand veel heil en zegen toewensen
voorspoed, geluk toewensen
- Zij wenste ons veel heil en zegen
voor het nieuwe jaar toe.
arbeid adelt
Met werken kom je vooruit luieren en
niets doen is heel slecht voor het
karakter van de mens.
liefdewerk oud papier
Iets voor niets doen, werk of daad dat
gratis verricht wordt.
op zijn lauweren rusten
Niets doen, lui zijn en genieten van je
vrije tijd.
ledigheid des duivelsoorkussen
Luieren en niets doen is heel slecht voor
de mens.
Woorden hoofdstuk 6
1. Arbeidsethos
2. Ledigheid
Positieve waarde die men aan ‘werk’ hecht.
- Allochtonen geven blijk van hoger
arbeidsethos, ze staan positiever
tegenover hun werk.
Luiheid
-
De ledigheid van de arbeiders werd
bestraft, ze moeten hard werken.
3. Connotatie
Gevoelswaarde (van een woord);
bijbetekenis
- Heeft het woord ‘allochtoon’ voor jou
een vervelende connotatie?
4. Workaholics
Mensen die verslaafd zijn aan werken
- Ik heb een collega die veel te veel
werkt. Zij is een echte workaholic.
5. Inkomstenbron
Datgene waarmee je geld verdiend.
- Mijn werk op kantoor is mijn
inkomstenbron. Hiermee verdien ik
mijn geld.
6. Calvinisme
Stroming binnen de protestantse kerk die
de nadruk legt op soberheid en godsvrucht.
- Het calvinisme ligt aan de basis van
de meeste protestantse kerken in
Nederland.
7. Zondeval
De overtreding van het gebod van God door
Adam en Eva.
- door de zondeval moet de Hollander
elke dag weer hard werken om te
voorkomen dat de dijken doorbreken
8. Uitkeringsgerechtigde
Iemand die recht heeft op een uitkering.
- Mijn vrouw werd ziek, hierdoor werd
zij uitkeringsgerechtigde. Zij had
recht op een uitkering.
9. in loondienst
Werken voor een werkgever tegen een
vastgesteld loon.
- Vroeger was hij in loondienst bij het
familiebedrijf, maar nu is hij
directeur- eigenaar
10. Flexwerker
Iemand die in loondienst werkt zonder vast
contract
- Doordat zij flexwerker is, kan ze
werk en de zorg voor haar kinderen
goed combineren.
11. zzp’er
zelfstandige (ondernemer die) zonder
personeel (werkt)
- Rob heeft zijn baan opgezegd en is
als zzp’er voor zichzelf begonnen.
12. levensonderhoud
Wat nodig is in het dagelijks leven, zoals
kleding en eten
- De kosten van levensonderhoud zijn
volgens het CBS de afgelopen
maanden nauwelijks gestegen.
13. armslag
Ruimte
- Het Openbaar Ministerie wil meer
armslag in terreurzaken.
14. Betrekking
Baan, werkkring
- Hij is een inspecteur en heeft een
betrekking op het ministerie.
15. Carrière maken
Je in je werk ontwikkelen en hogerop
komen
- Een baan biedt vaak de
mogelijkheid om je te ontwikkelen en
hogerop te komen: je kunt carrière
maken.
16. Daarentegen
Echter; evenwel
- Hij vind het leuk, ik daarentegen
vind er niks aan.
17. Werkgerelateerd
Wat met het werk te maken heeft
- Vanavond heb ik een
werkgerelateerd etentje met mijn
collega’s.
18. Uitgerangeerd
Aan de kant gezet
- Mensen van boven de 45 jaar zijn
uitgerangeerd op de arbeidsmarkt.
19. Cynisch
Bitter; wrang
- Hij reageerde cynisch op haar
gedrag, hij kwam daardoor gemeen
over.
20. Genereren
Voortbrengen; opleveren
- Groene stroom genereren is beter
voor het milieu.
21. Sociale mobiliteit
Maatschappelijk bewegelijkheid
- Door sociale mobiliteit veranderde
de bakkerszoon in een succesvolle
advocaat.
22. Ambacht
Vak, gespecialiseerd werk vooral met je
handen
- De ambacht smid kom je niet vaak
meer tegen.
23. Participatie
Deelname
- Zijn participatie ging niet door, hij
had zich te laat ingeschreven.
24. Sociale zekerheid
Maatschappelijk systeem dat werklozen,
zieken en ouderen aan een basis inkomen
te voorzien
- Door sociale zekerheid kan iedereen
in de basisbehoeften voorzien.
25. Arbeidzaam
Werkend
- Hij was altijd al erg arbeidzaam, hij
kan niet stil zitten.
Uitdrukkingen, woordenparen en spreekwoorden H6
Arbeid adelt.
Werk is goed voor het karakter van de
mens.
Ledigheid is des duivels oorkussen.
Luieren en niets doen is heel slecht voor
de mens.
Wie niet werkt, zal niet eten.
Als je niets doet, heb je ook geen (recht
op) voedsel.
In het zweet uws aanschijns zult gij uw
brood verdienen.
Je zult heel hard moeten werken om
aan de kost te komen en het is
afgelopen met het paradijselijke leven.
(de) handen uit de mouwen.
Flink aan de slag; aan het werk.
Op straat staan.
Ontslagen worden/zijn.
Liefdewerk oud papier.
Iets voor niets doen, (terwijl je er
eigenlijk wel iets voor zou moeten
krijgen).
Op z’n lauweren rusten.
Rustig aan doen na hard gewerkt te
hebben; nietsdoen van succes genieten.
Download