Ontstaan van het heelal en de aarde

Ontstaan van het heelal en
de aarde
• Heel, heel lang geleden,
we denken zo’n 15
miljard jaar was e niets.
Het was overal leeg,koud
en donker. Ergens i deze
donkere, grote leegte was
op een punt een heel
klein kosmische ei dat
bestond uit vele kleine
deeltjes. We noemen dat
het oeratoom.
• Dit oeratoom is toen,
15 miljard jaar
geleden, uit elkaar
geknald. We noemen
dat wel de grote knal,
de Big Bang. Hierbij
zijn alle kleine
deeltjes met een
enorme kracht
weggeslingerd.
• Deze deeltjes zweefden
door de grote leegte.
Deze stofjes en
waterdruppels waren zo
klein dat je ze met het
blote oog niet eens zou
kunnen zien. Steeds
verder zweefden de
deeltjes. Het heelal is zo
groot dat we het niet eens
zouden kunnen meten.
• Het lijkt wel of er nooit
een einde aan komt.
De deeltjes konden
dus heel, heel lang
steeds verder weg
zweven.
• Proefje met ballon
• Door de kracht van de
grote knal waren alle
deeltjes gaan draaien en
bewegen. Na een hele
lange tijd (1 miljard jaar)
zo draaiend en tollend
verder en verder te
hebben gezweefd,
kwamen er deeltjes dicht
bij elkaar. Al draaiend en
botsend gingen ze steeds
dichter bij elkaar. Zo
ontstonden heel veel van
deze wolken in het heelal.
• Hoe dichter de
deeltjes bij elkaar
kwamen hoe meer ze
botsten. Door al dat
botsen werd het
steeds warmer in de
wolk. Bovendien ging
de wolk sneller
draaien. Door dat
draaien werd het nog
heter in de wolk.
• Een hete vuurbal
ontstond. Er waren
deeltjes zo heet
geworden dat er steeds
bij het botsen met een
ander deeltje een
ontploffing kwam. Al die
ontploffingen maakten de
bol nog heter. De bol
begon licht te geven. Zo
ontstonden de sterren.
Daardoor was er licht in
de donkere ruimte.
• Door al dat draaien en
botsen werden zwaardere
deeltjes naar buiten
geslingerd. Ook deze
deeltjes trokken naar
elkaar toe. Ze draaien,
tolden om elkaar, steeds
dichter bij elkaar. Steeds
meer botsingen. Steeds
warmer. Tot het een hete
vloeibare bol was. Zo’n
draaiende vuurbal
noemen we een planeet.
Een van de planeten is
onze aarde.
• De aarde begon dus als
een kokend hete bol. Die
bol pruttelde en kolkte en
spuwde vuur. De aarde
straalde warmte en was
vol hete dampen.
Rondom de aarde was
het koud. De damp steeg
op en kwam tegen de
koude laag. De damp
veranderde in
waterdruppels. Zo kwam
het dat het ging regenen.
Het regende miljoenen
jaren op aarde.
• Doordat de regen viel op
de gloeiend het bol,
verdampen de druppels.
Er kwam een dikke laag
damp om de aarde heen.
Zo dicht was die laag dat
het licht er niet doorheen
kon schijnen. Langzaam,
heel langzaam koelde de
aarde, door al die regen
af.
• Planeten draaien zelf
rond en ze draaien in
een baan om een
ster. De ster (de zon)
draait ook. Alles in het
heelal draait en
beweegt.
• De dampen (gassen)
werden vloeibaar (water).
De hete vloeibare massa
kreeg een korst. Zo
ontstond het land. In de
lage delen, de kuilen
bleef het water staan. Zo
ontstonden de zeeën. De
aarde was zover
afgekoeld dat er minder
water verdampte. De
waterdamp (wolken)
werden minder en
dunner.
• Het licht van de zon kon
de aarde bereiken. Toen
had de aarde 1 stuk land
en daarom heen 1 grote
zee. Dat land noemen we
het oercontinent Pangea.
Delen van het land
schoven later uit elkaar.
De aarde ziet er nu
anders uit dan toen.
• Een van de sterren is
onze zon
• De zon is voor onze
planeet de aarde de
belangrijkste ster. Om de
zon draaien nog meer
planeten: Mercurius,
Venus, Mars, Jupiter,
Saturnus, Uranus en
Neptunus. Als die
planeten zijn
verschillende. Om
sommige planeten
draaien manen.
• De zon is maar 1 ster van
een groep van 100
miljard sterren. Zo’n
groep sterren met
planeten en manen
noemen we een
melkwegstelsel. Er zijn
veel, heel veel
melkwegstelsels in het
heelal. Zo groot, zo veel,
zo ver…………………..
Je kan het niet meten,
niet tellen. Je kan er niet
heen.
• Wie weet is daar nog
ergens nog een
planeet als de aarde.
• Niet te koud. Niet te
droog. Niet te
nat………, maar
precies genoeg om te
LEVEN
Opbouw aarde
• http://www.schooltv.nl
/beeldbank/clip/20060
208_opbouw01
Dit was de eerste les
Uitleg opdracht!