Modelteksten Kostendelersnorm en Individuele inkomenstoeslag Inleiding modelteksten In dit document vindt u een aantal modelbrieven en -beschikkingen met betrekking tot de kostendelersnorm en de individuele inkomenstoeslag. De teksten bestaan uit vaste tekst, optionele tekst (clausules of bouwstenen genoemd) en vrije invulvelden. In de teksten wordt met een code aangegeven waar clausules moeten/kunnen worden ingevoegd en welke serie clausules het betreft. De betreffende series clausules vindt u achterin dit document. Deze modelteksten zijn in opdracht van de Programmaraad door Stimulansz geschreven. Ze zullen later dit jaar onderdeel uitmaken van de serie modelteksten Participatiewet. Die serie is vanaf december 2014 te vinden in het Handboek Werk & Inkomen van Stimulansz. Inhoudsopgave Beschikking: Toekenning bijstand levensonderhoud – kostendelersnorm.............................. 3 Beschikking: Afwijzing bijstand levensonderhoud – kostendelersnorm .................................. 5 Kennisgeving: Aankondiging kostendelersnorm bestaande klanten....................................... 7 Informatieblad Kostendelersnorm .......................................................................................... 8 Beschikking: Wijziging bijstandsuitkering in verband met kostendelersnorm ........................10 Beschikking: Beëindiging bijstandsuitkering in verband met kostendelersnorm ....................12 Kennisgeving: Afspraakbevestiging aanvraag individuele inkomenstoeslag .........................14 Beschikking: Toekenning individuele inkomenstoeslag.........................................................15 Beschikking: Afwijzing individuele inkomenstoeslag .............................................................17 Clausules .............................................................................................................................19 2 Beschikking: Toekenning bijstand levensonderhoud – kostendelersnorm Onderwerp: Uw verzoek om bijstand (WWB) Geachte <@mevrouw/meneer_naam@> Op <@datum_aanvraag@> vroeg u een bijstandsuitkering aan. In deze brief leest u onze reactie. Wat hebben wij besloten? Wij hebben besloten dat u een bijstandsuitkering krijgt voor de noodzakelijke algemene kosten die u hebt, zoals de kosten voor eten, kleding, huur en dergelijke. U krijgt de bijstand vanaf <@ingangsdatum_uitkering@>. Hoe hoog is uw uitkering? Hoe hoog uw uitkering is, hangt af van uw persoonlijke situatie: <@BS@> <@NK@> <@BK@> <@IN@> Wat dit betekent voor de hoogte van uw uitkering kunt u zien op het berekeningsoverzicht. Hoe veel vermogen mag u hebben? U hebt minder vermogen dan € <@vermogensgrens@>. Dat is het bedrag aan eigen vermogen dat u met een bijstandsuitkering mag houden. <@Het gaat om het vermogen van u, uw partner en uw minderjarige kinderen samen.@> Met eigen vermogen bedoelen we uw geld en spullen die veel geld waard zijn, zoals een auto. Hebt u schulden die u moet terugbetalen? Dan gaan die van uw eigen vermogen af. Wij hebben uw vermogen <@voorlopig@> vastgesteld op € <@hoogte_vermogen@>. Krijgt u vakantiegeld? Ja, u krijgt ook vakantiegeld. Wij sparen uw vakantiegeld op. U krijgt het vakantiegeld in de maand juni uitbetaald. Hebt u geen recht meer op een uitkering? Dan krijgt u het vakantiegeld binnen drie maanden nadat wij de uitkering hebben stopgezet. Hoe betalen wij de uitkering? <@BU@> Kunnen wij uw uitkering van u terugeisen? Als blijkt dat u onterecht een uitkering hebt ontvangen, dan kunnen wij die van u terugeisen. Dat wil zeggen dat u de uitkering moet terugbetalen. Dit kan bijvoorbeeld als u later geld krijgt dat voor de periode bedoeld is waarover u uitkering hebt gekregen. Hebt u te veel uitkering gekregen? Dan eisen wij het te veel ontvangen deel van u terug. Bent u het er niet mee eens? 3 Bent u het niet eens met ons besluit? <@Neemt u dan eerst telefonisch contact met ons op. We nemen dan samen met u deze brief door. Komen we er niet uit?@> Dan kunt u ons een bezwaarschrift sturen. Dit is een brief waarin u zo duidelijk mogelijk beschrijft wat uw bezwaar precies is. Het bezwaarschrift stuurt u naar: College van burgemeester en wethouders van de gemeente <@naam_gemeente@> Postbus <@postbusnummer@> <@postcode_en_plaats@> Zorg ervoor dat u het bezwaarschrift verstuurt binnen zes weken na de verzenddatum van dit besluit (datum bovenaan de brief). Daarmee voorkomt u dat we uw bezwaarschrift niet meer in behandeling kunnen nemen, omdat het te laat binnen is. In het bezwaarschrift zet u: uw naam en adres; de datum van uw bezwaarschrift; een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt; waarom u het niet met ons besluit eens bent. Vergeet u niet het bezwaarschrift te ondertekenen! Stuur een kopie van deze brief mee met uw bezwaarschrift. Vragen? Hebt u vragen? Neemt u dan gerust contact met ons op. U kunt ons bereiken op werkdagen van <@tijdstip_tot_tijdstip@> uur op telefoonnummer <@telefoonnummer@>. Met vriendelijke groet, namens het college van burgemeester en wethouders, Naam functie Artikelen: Bijstandsnormen: art. 20 t/m 24 Participatiewet. Kostendelersnorm: art. 22a Participatiewet Inkomen en vermogen: art. 31 Participatiewet Vermogengrens: art. 34 Participatiewet. Gegevens bezwaarschrift: art. 6:5 Awb. 4 Beschikking: Afwijzing bijstand levensonderhoud – kostendelersnorm Onderwerp: Uw verzoek om bijstand (WWB) Geachte <@mevrouw/meneer_naam@> Op <@datum_aanvraag@> vroeg u een bijstandsuitkering aan. In deze brief leest u onze reactie. Wat hebben wij besloten? Wij hebben besloten dat u geen bijstandsuitkering krijgt. <@AW@> Bent u het er niet mee eens? Bent u het niet eens met ons besluit? <@Neemt u dan eerst telefonisch contact met ons op. We nemen dan samen met u deze brief door. Komen we er niet uit?@> Dan kunt u ons een bezwaarschrift sturen. Dit is een brief waarin u zo duidelijk mogelijk beschrijft wat uw bezwaar precies is. Het bezwaarschrift stuurt u naar: College van burgemeester en wethouders van de gemeente <@naam_gemeente@> Postbus <@postbusnummer@> <@postcode_en_plaats@> Zorg ervoor dat u het bezwaarschrift verstuurt binnen zes weken na de verzenddatum van dit besluit (datum bovenaan de brief). Daarmee voorkomt u dat we uw bezwaarschrift niet meer in behandeling kunnen nemen, omdat het te laat binnen is. In het bezwaarschrift zet u: uw naam en adres; de datum van uw bezwaarschrift; een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt; waarom u het niet met ons besluit eens bent. Vergeet u niet het bezwaarschrift te ondertekenen! Stuur een kopie van deze brief mee met uw bezwaarschrift. Vragen? Hebt u vragen? Neemt u dan gerust contact met ons op. U kunt ons bereiken op werkdagen van <@tijdstip_tot_tijdstip@> uur op telefoonnummer <@telefoonnummer@>. Met vriendelijke groet, namens het college van burgemeester en wethouders, Naam functie Artikelen: Recht op bijstand: art. 11 Participatiewet. Geen recht op bijstand: art. 13 Participatiewet 5 Voorwaarden bijstand: art. 19 Participatiewet Kostendelersnorm: art. 22a Participatiewet Gegevens bezwaarschrift: art. 6:5 Awb. 6 Kennisgeving: Aankondiging kostendelersnorm bestaande klanten Onderwerp: Mogelijke wijziging van uw bijstandsuitkering (WWB) Geachte <@mevrouw/meneer_naam@> U ontvangt een bijstandsuitkering (WWB) van de gemeente <@naam_gemeente@>. Vanaf 1 juli 2015 geldt voor u de kostendelersnorm. In deze brief leest u daar meer over. Wat is de kostendelersnorm? De kostendelersnorm wil zeggen dat uw bijstandsuitkering kan wijzigen als u een huishouden vormt met meerdere volwassenen. Hoe meer volwassenen een woning delen, hoe lager de bijstandsuitkering per persoon. In de bijlage leest u meer over de kostendelersnorm. Wat betekent de kostendelersnorm voor u? De komende periode zullen wij bekijken wat de kostendelersnorm voor u gaat betekenen. Het is mogelijk dat de hoogte van uw uitkering wijzigt. Die kan lager worden als u een meerpersoonshuishouden hebt (zie ook de bijlage). Wanneer krijgt u bericht van ons? U krijgt vóór 1 juli 2015 een brief van ons met daarin de hoogte van uw bijstandsuitkering vanaf 1 juli 2015. Ook leest u in die brief hoe wij de hoogte van uw bijstandsuitkering hebben berekend. Met vriendelijke groet, namens het college van burgemeester en wethouders, Naam functie Bijlage: Informatieblad kostendelersnorm 7 Informatieblad Kostendelersnorm Wat is de kostendelersnorm? Kort gezegd betekent de kostendelersnorm dat als u uw woning deelt met meer volwassenen, uw bijstandsuitkering daarop wordt aangepast. Hoe meer personen van 21 jaar of ouder in uw huishouden, hoe lager uw bijstandsuitkering. De reden hiervoor is dat als er meer personen in één woning wonen, zij de woonkosten kunnen delen. Vandaar de kostendelersnorm. Wat is een meerpersoonshuishouden? De kostendelersnorm geldt voor volwassenen die samen een woning delen. Dit heet een meerpersoonshuishouden. Dit kan bijvoorbeeld een gezin zijn met twee ouders en een aantal volwassen inwonende kinderen. Er kan ook nog een inwonende (groot)ouder bij horen, een broer of zus, neef of nicht. Of de aanhang van de volwassen zoon of dochter. Voor de kostendelersnorm maakt het niet uit of u getrouwd bent en of u familie bent van elkaar. Het maakt ook niet uit waarom u samen een woning deelt. Als één van u bijvoorbeeld zorg nodig heeft en door de ander wordt verzorgd, dan geldt ook de kostendelersnorm. De voordelen van woningdelen staan los van de redenen waarom u samenwoont. Daarom geldt in alle meerpersoonshuishoudens de kostendelersnorm. Wie telt er wel en niet mee voor de kostendelersnorm? Niet alle volwassenen tellen mee voor de kostendelersnorm. Wie tellen niet mee? jongeren tot 21 jaar, studenten die een studie volgen die recht kan geven op studiefinanciering (Wsf 2000), leerlingen die de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) volgen, meerderjarige leerlingen die onderwijs volgen dat recht geeft op Wet tegemoetkoming onderwijskosten schoolgaande kinderen (Wtos), kamerhuurders en kostgangers die een normale (commerciële) prijs betalen voor de kamer en/of de kost en inwoning. Dus inwonende kinderen die naar school gaan of studeren tellen niet mee voor uw bijstandsuitkering. Inwonende kinderen van 21 jaar of ouder die niet studeren tellen wél mee. Verhuurt u een kamer aan iemand die daarvoor aan u een normale huurprijs betaalt? Dan telt deze persoon niet mee. U moet een zuiver commerciële relatie hebben met deze persoon. Een normale huurprijs is een huurprijs die bijvoorbeeld via het puntensysteem van de overheid is vastgesteld en die overeenkomt met de huurprijs voor vergelijkbare, commercieel verhuurde woonruimtes. Tellen de inkomsten van huisgenoten mee? Waarschijnlijk hebben de volwassenen waarmee u uw huis deelt een eigen inkomen bijvoorbeeld uit werk of een andere uitkering - en eigen vermogen. Deze inkomsten en dit vermogen hebben géén invloed op uw recht op een bijstandsuitkering. Alleen uw eigen inkomsten en vermogen – en als u getrouwd bent of samenwoont ook die van uw partner zijn hiervoor van belang. Maar het feit dat u uw woning deelt met andere volwassenen maakt dat uw bijstandsuitkering lager wordt. Bij de kostendelersnorm tellen de inkomsten van uw gezinsleden dus niet mee, maar de gezinsleden zelf tellen wel mee voor de hoogte van uw uitkering. Hoe werkt de kostendelersnorm? Hoe meer volwassen personen tot een meerpersoonshuishouden behoren, hoe lager de bijstandsuitkering per uitkeringsgerechtigde. 8 In onderstaande tabel ziet u de hoogte van de bijstandsuitkering in percentages per huishoudtype. Hierbij staat 100% voor de bijstandsuitkering voor gehuwden en samenwonenden: Huishouden Bijstandsnorm per Totale bijstandsnorm als persoon alle personen bijstand ontvangen Eénpersoonshuishouden 70% 70% Tweepersoonshuishouden 50% 100% Driepersoonshuishouden 43 1/3 % 130% Vierpersoonshuishouden 40% 160% Vijfpersoonshuishouden 38% 190% Dus bij een huishouden met vier meetellende personen krijgt elke persoon die recht heeft op een bijstandsuitkering een uitkering van maximaal 40% van de gehuwdennorm. Bovenstaande tabel stopt bij een vijfpersoonshuishouden, maar de kostendelersnorm geldt ook voor huishoudens met nog meer personen. Hoe zit het met de uitkering voor alleenstaande ouders? Vanaf 1 januari 2015 is de uitkering voor een alleenstaande ouder met de kostendelersnorm gelijk aan die van een alleenstaande. Maar als alleenstaande kunt u in aanmerking komen voor een hoger kindgebonden budget van de Belastingdienst. U krijgt bij uw budget een zogenoemde alleenstaande-ouderkop. Als u nog geen kindgebonden budget heeft, moet u dit voor het einde van het jaar zelf aanvragen bij de Belastingdienst. De Belastingdienst gebruikt een andere definitie van partner dan de gemeente. Het is daarom mogelijk dat u voor de gemeente alleenstaande ouder bent, maar voor de Belastingdienst niet. Dat kan het geval zijn als uw partner in een verpleeginrichting woont of in detentie is. U komt dan niet in aanmerking voor de alleenstaande-ouderkop. Voor alleenstaande ouders die op 31 december 2014 een bijstandsuitkering hebben is er een overgangsregeling. Komt u daarvoor in aanmerking? Dan heeft u tot 1 januari 2016 recht op een aanvulling van 20% op uw bijstandsuitkering. Daarna krijgt u geen aanvulling meer, alleen een hoger kindgebonden budget. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de gemeenten zoeken nog naar een oplossing voor de periode na 31 december 2015. Alleenstaande ouders die niet in aanmerking komen voor de alleenstaande-ouderkop, kunnen contact opnemen met de gemeente voor een aanvraag bijzondere bijstand. Hoe zit het met jongeren tot 21 jaar? Jongeren tot 21 jaar vallen niet onder de kostendelersnorm. De uitkering van een 18-, 19- of 20-jarige wordt niet volgens de kostendelersnorm berekend. Ook niet als deze jongere bij zijn ouders inwoont. Voor hem of haar verandert er niets. Wanneer gaat de kostendelersnorm in? De kostendelersnorm is geregeld in de Participatiewet. Die gaat 1 januari 2015 in. Voor mensen die (opnieuw) een bijstandsuitkering aanvragen na 1 januari 2015 en die in een woning wonen met meerdere personen, zal de kostendelersnorm direct gelden. Als u op 31 december 2014 al een bijstandsuitkering ontvangt en deze in 2015 nog steeds ontvangt, valt u onder het overgangsrecht. U krijgt tot 1 juli 2015 een bijstandsuitkering die op de oude manier is berekend. Daarna geldt ook voor u de kostendelersnorm. 9 Beschikking: Wijziging bijstandsuitkering in verband met kostendelersnorm Onderwerp: Wijziging van uw bijstandsuitkering (WWB) Geachte <@mevrouw/meneer_naam@> U ontvangt een bijstandsuitkering (WWB) van de gemeente <@naam_gemeente@>. Vanaf 1 juli 2015 geldt voor u de kostendelersnorm. In deze brief leest u wat dit voor u betekent. Wat verandert er door de kostendelersnorm? Voor de hoogte van uw uitkering is vanaf 1 juli 2015 het aantal personen in uw huishouden van belang. Het gaat dan om huisgenoten die: 21 jaar of ouder zijn; níet studeren, geen recht hebben op Wet tegemoetkoming schoolgaande kinderen (Wtos) en geen beroepsbegeleidende leerweg (BBL) volgen; en die géén kamerhuurder of kostganger zijn. Uw huishouden bestaat uit <@aantal_personen@> personen die meetellen voor de kostendelersnorm. Dat betekent dat u een bijstandsuitkering zult krijgen die <@lager_is_dan/even_hoog_is_als@> uw uitkering van de afgelopen maanden. Vanaf wanneer geldt de nieuwe uitkering? De kostendelersnorm gaat voor u in op 1 juli 2015. U krijgt voor het eerst op <@datum_1e_uitkering_volgens_KDN@> een uitkering volgens de kostendelersnorm. Hoe hoog wordt de uitkering? <@NK_10-15@> <@BK@> <@IN@> Wat dit betekent voor de hoogte van uw uitkering kunt u zien op het berekeningsoverzicht. Hoe veel vermogen mag u hebben? U hebt minder vermogen dan € <@vermogensgrens@>. Dat is het bedrag aan eigen vermogen dat u met een bijstandsuitkering mag houden. <@Het gaat om het vermogen van u, uw partner en uw minderjarige kinderen samen.@> Met eigen vermogen bedoelen we uw geld en spullen die veel geld waard zijn, zoals een auto. Hebt u schulden die u moet terugbetalen? Dan gaan die van uw eigen vermogen af. Wij hebben uw vermogen <@voorlopig/eerder/onlangs@> vastgesteld op € <@hoogte_vermogen@>. Krijgt u vakantiegeld? Ja, u krijgt ook vakantiegeld. Wij sparen uw vakantiegeld op. U krijgt het vakantiegeld in de maand juni uitbetaald. Hebt u geen recht meer op een uitkering? Dan krijgt u het vakantiegeld binnen drie maanden nadat wij de uitkering hebben beëindigd. Hoe betalen wij de uitkering? <@BU@> Kunnen wij uw uitkering van u terugvorderen? 10 Als blijkt dat u onterecht een uitkering hebt ontvangen, dan kunnen wij die van u terugvorderen. Dat wil zeggen dat u de uitkering moet terugbetalen. Dit kan bijvoorbeeld als u later geld krijgt dat voor de periode bedoeld is waarover u uitkering hebt gekregen. Hebt u te veel uitkering gekregen? Dan moet u het te veel ontvangen deel terugbetalen. Als u zich niet aan de inlichtingenplicht hebt gehouden, kunt u ook nog een boete krijgen. Bent u het er niet mee eens? Bent u het niet eens met ons besluit? <@Neemt u dan eerst telefonisch contact met ons op. We nemen dan samen met u deze brief door. Komen we er niet uit?@> Dan kunt u ons een bezwaarschrift sturen. Dit is een brief waarin u zo duidelijk mogelijk beschrijft wat uw bezwaar precies is. Het bezwaarschrift stuurt u naar: College van burgemeester en wethouders van de gemeente <@naam_gemeente@> Postbus <@postbusnummer@> <@postcode_en_plaats@> Zorg ervoor dat u het bezwaarschrift verstuurt binnen zes weken na de verzenddatum van dit besluit (datum bovenaan de brief). Daarmee voorkomt u dat we uw bezwaarschrift niet meer in behandeling kunnen nemen, omdat het te laat binnen is. In het bezwaarschrift zet u: uw naam en adres; de datum van uw bezwaarschrift; een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt; waarom u het niet met ons besluit eens bent. Vergeet u niet het bezwaarschrift te ondertekenen! Stuur een kopie van deze brief mee met uw bezwaarschrift. Vragen? Hebt u vragen? Neemt u dan gerust contact met ons op. U kunt ons bereiken op werkdagen van <@tijdstip_tot_tijdstip@> uur op telefoonnummer <@telefoonnummer@>. Met vriendelijke groet, namens het college van burgemeester en wethouders, Naam functie Artikelen: Bijstandsnormen: art. 20 t/m 24 Participatiewet. Kostendelersnorm: art. 22a Participatiewet Inkomen en vermogen: art. 31 Participatiewet Vermogengrens: art. 34 Participatiewet. Gegevens bezwaarschrift: art. 6:5 Awb. 11 Beschikking: Beëindiging bijstandsuitkering in verband met kostendelersnorm Onderwerp: Beëindiging van uw bijstandsuitkering (WWB) Geachte <@mevrouw/meneer_naam@> U ontvangt een bijstandsuitkering (WWB) van de gemeente <@naam_gemeente@>. Vanaf 1 juli 2015 geldt voor u de kostendelersnorm. In deze brief leest u wat dit voor u betekent. Wat verandert er door de kostendelersnorm? Voor de hoogte van uw uitkering is vanaf 1 juli 2015 het aantal personen in uw huishouden van belang. Het gaat dan om huisgenoten die: 21 jaar of ouder zijn; níet studeren of een beroepsbegeleidende leerweg (BBL) volgen; en die géén kamerhuurder of kostganger zijn. Uw huishouden bestaat uit <@aantal_personen@> personen die meetellen voor de kostendelersnorm. Dat betekent dat voor u een bijstandsnorm geldt die lager is dan uw uitkering van de afgelopen maanden Wat hebben wij besloten? Wij hebben besloten uw uitkering per 1 juli 2015 te beëindigen. De reden hiervoor is dat u <@samen@> meer inkomen hebt dan het nieuwe uitkeringsbedrag dat voor u geldt. De voor u geldende bijstandsuitkering is per 1 juli 2015 volgens de kostendelersnorm bij een <@aantal@>-persoonshuishouden € <@normbedrag_kostendelersnorm@> <@per persoon@>. U ontvangt <@samen@> € <@bedrag_inkomen@> per maand aan inkomen. U hebt daarom geen recht meer op een bijstandsuitkering. Bent u het er niet mee eens? Bent u het niet eens met ons besluit? <@Neemt u dan eerst telefonisch contact met ons op. We nemen dan samen met u deze brief door. Komen we er niet uit?@> Dan kunt u ons een bezwaarschrift sturen. Dit is een brief waarin u zo duidelijk mogelijk beschrijft wat uw bezwaar precies is. Het bezwaarschrift stuurt u naar: College van burgemeester en wethouders van de gemeente <@naam_gemeente@> Postbus <@postbusnummer@> <@postcode_en_plaats@> Zorg ervoor dat u het bezwaarschrift verstuurt binnen zes weken na de verzenddatum van dit besluit (datum bovenaan de brief). Daarmee voorkomt u dat we uw bezwaarschrift niet meer in behandeling kunnen nemen, omdat het te laat binnen is. In het bezwaarschrift zet u: uw naam en adres; de datum van uw bezwaarschrift; een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt; waarom u het niet met ons besluit eens bent. Vergeet u niet het bezwaarschrift te ondertekenen! Stuur een kopie van deze brief mee met uw bezwaarschrift. 12 Vragen? Hebt u vragen? Neemt u dan gerust contact met ons op. U kunt ons bereiken op werkdagen van <@tijdstip_tot_tijdstip@> uur op telefoonnummer <@telefoonnummer@>. Met vriendelijke groet, namens het college van burgemeester en wethouders, Naam functie Artikelen: Recht op bijstand: art. 11 Participatiewet. Bijstandsnormen: art. 20 t/m 24 Participatiewet. Kostendelersnorm: art. 22a Participatiewet Inkomen en vermogen: art. 31 Participatiewet Gegevens bezwaarschrift: art. 6:5 Awb. 13 Kennisgeving: Afspraakbevestiging aanvraag individuele inkomenstoeslag Onderwerp: Bevestiging afspraak (Individuele inkomenstoeslag) Geachte <@heer/mevrouw_naam@>, Op <@datum_aanvraag@> vroeg u een individuele inkomenstoeslag aan. Wij hebben met u een afspraak gemaakt. In deze brief bevestigen wij onze afspraak. Afspraak We nodigen u uit voor een gesprek op: <@datum_afspraak@> om <@tijdstip@> uur. U praat dan met <@naam_medewerker@>. Het gesprek is bij de <@afdeling/dienst@>. Het adres is @adres@. Kunt u echt niet komen? Misschien kunt u echt niet komen op de afspraak. Maak dan vóór <@datum_nieuwe_afspraak@> een nieuwe afspraak. U kunt ons bellen op @werkdagen@ van @tijdstip_tot_tijdstip@ uur op telefoonnummer @telefoonnummer@. Wat moet u doen? Tijdens het gesprek wordt uw aanvraag besproken. Voor het gesprek moet u het volgende doen: U moet het aanvraagformulier dat u van ons hebt gekregen invullen. U moet ook uw handtekening zetten. U neemt het ingevulde formulier mee naar het gesprek. U moet de bewijsstukken die op het formulier staan vermeld meenemen. Vragen? Hebt u vragen? Neemt u dan gerust contact met ons op. U kunt ons bereiken op werkdagen van <@tijdstip_tot_tijdstip@> uur op telefoonnummer <@telefoonnummer@>. Met vriendelijke groet, namens het college van burgemeester en wethouders, Naam functie 14 Beschikking: Toekenning individuele inkomenstoeslag Onderwerp: Uw aanvraag van een individuele inkomenstoeslag Geachte <@heer/mevrouw_naam@>, Op <@datum_aanvraag@> vroeg u een individuele inkomenstoeslag aan. <@Op <@datum_gesprek@> hebben wij deze aanvraag met u besproken@>. In deze brief leest u wat wij hebben besloten. Wat hebben wij besloten? Wij hebben besloten dat u een individuele inkomenstoeslag krijgt. U voldoet namelijk aan de voorwaarden voor deze toeslag. Hoeveel krijgt u? U bent @getrouwd/alleenstaand/alleenstaande_ouder@. De individuele inkomenstoeslag is voor u € @bedrag_iit@. Welke voorwaarden zijn er? Een individuele inkomenstoeslag is een extraatje voor mensen die al lang een laag inkomen hebben. Om de toeslag te kunnen krijgen moet u op de peildatum aan de voorwaarden voldoen of hebben voldaan. Deze voorwaarden zetten wij hier nogmaals voor u op een rij: U bent 21 jaar of ouder maar jonger dan de AOW-leeftijd. Uw inkomen was de laatste <@aantal_jaar@> jaar niet hoger dan <@percentage_bijstandsnorm@>% van het voor u geldende bijstandsuitkeringsbedrag. U hebt al het voor u mogelijke geprobeerd om met betaald werk een hoger inkomen te krijgen. U hebt bijvoorbeeld – voor zover dat mogelijk was - gesolliciteerd, uw vakkennis bijgehouden, uw re-integratietraject gevolgd of vrijwilligerswerk gedaan. U kunt aantonen dat u echt uw best hebt gedaan om met betaald werk een beter inkomen te krijgen, óf u kunt aantonen dat u een beperking hebt en hierdoor niet actief naar werk kunt zoeken. U hebt naar ons oordeel geen uitzicht op een hoger inkomen. U hebt in de laatste <@aantal_jaar@> jaar geen verlaging van uw uitkering gehad vanwege het niet nakomen van de verplichting om zo snel mogelijk aan het werk te gaan (sollicitatieplicht en re-integratieplicht). U heb minder vermogen dan de vermogensgrens die voor u geldt. U kreeg in de afgelopen 12 maanden niet eerder een individuele inkomenstoeslag of een langdurigheidstoeslag; De peildatum is de dag dat u aan alle voorwaarden voldoet. Op die dag moet u dus minstens <@aantal_jaar@> jaar een laag inkomen hebben gehad. Er moet dan ook geen uitzicht zijn op verbetering van uw inkomen. Kunt u hierna nog een individuele inkomenstoeslag aanvragen? U hebt recht op de individuele inkomenstoeslag vanaf de peildatum <@peildatum_recht@>. U kunt 12 maanden na deze datum opnieuw een aanvraag doen voor de individuele inkomenstoeslag. Bent u het er niet mee eens? Bent u het niet eens met ons besluit? Dan kunt u ons een bezwaarschrift sturen. Dit is een brief waarin u zo duidelijk mogelijk beschrijft wat uw bezwaar precies is. Het bezwaarschrift stuurt u naar: College van burgemeester en wethouders van de gemeente <@naam_gemeente@> 15 Postbus <@postbusnummer@> <@postcode_en_plaats@> Zorg ervoor dat u het bezwaarschrift verstuurt binnen zes weken na de verzenddatum van dit besluit (datum bovenaan de brief). Daarmee voorkomt u dat we uw bezwaarschrift niet meer in behandeling kunnen nemen, omdat het te laat binnen is. In het bezwaarschrift zet u: uw naam en adres; de datum van uw bezwaarschrift; een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt; waarom u het niet met ons besluit eens bent. Vergeet u niet het bezwaarschrift te ondertekenen! Stuur een kopie van deze brief mee met uw bezwaarschrift. Vragen? Hebt u vragen? Neemt u dan gerust contact met ons op. U kunt ons bereiken op werkdagen van <@tijdstip_tot_tijdstip@> uur op telefoonnummer <@telefoonnummer@>. Met vriendelijke groet, namens het college van burgemeester en wethouders, Naam functie Artikelen: Individuele inkomenstoeslag: art. 36 Participatiewet en de Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente <@naam_gemeente@>. Vermogensgrens: art. 34 lid 2 sub b en lid 3 Participatiewet. Gegevens bezwaarschrift: art. 6:5 Awb. 16 Beschikking: Afwijzing individuele inkomenstoeslag Onderwerp: Uw aanvraag van een individuele inkomenstoeslag Geachte <@heer/mevrouw_naam@>, Op <@datum_aanvraag@> vroeg u een individuele inkomenstoeslag aan. <@Op <@datum_gesprek@> hebben wij deze aanvraag met u besproken@>. In deze brief leest u wat wij hebben besloten. Wat hebben wij besloten? Wij hebben besloten dat u geen individuele inkomenstoeslag krijgt. U voldoet namelijk niet aan de voorwaarden voor deze toeslag. Welke voorwaarden zijn er? Een individuele inkomenstoeslag is een extraatje voor mensen die al lang een laag inkomen hebben. Om de toeslag te kunnen krijgen moet u op de peildatum aan de voorwaarden voldoen of hebben voldaan. Deze voorwaarden zetten wij hier nogmaals voor u op een rij: 1. U bent 21 jaar of ouder maar jonger dan de AOW-leeftijd. 2. Uw inkomen was de laatste <@aantal_jaar@> jaar niet hoger dan <@percentage_bijstandsnorm@>% van het voor u geldende bijstandsuitkeringsbedrag. 3. U hebt al het voor u mogelijke geprobeerd om met betaald werk een hoger inkomen te krijgen. U hebt bijvoorbeeld – voor zover dat mogelijk was - gesolliciteerd, uw vakkennis bijgehouden, uw re-integratietraject gevolgd of vrijwilligerswerk gedaan. 4. U kunt aantonen dat u echt uw best hebt gedaan om met betaald werk een beter inkomen te krijgen, óf u kunt aantonen dat u een beperking hebt en hierdoor niet actief naar werk kunt zoeken. 5. U hebt naar ons oordeel geen uitzicht op een hoger inkomen. 6. U hebt in de laatste <@aantal_jaar@> jaar geen verlaging van uw uitkering gehad vanwege het niet nakomen van de verplichting om zo snel mogelijk aan het werk te gaan (sollicitatieplicht en re-integratieplicht). 7. U hebt minder vermogen dan de vermogensgrens die voor u geldt. 8. U kreeg in de afgelopen 12 maanden niet eerder een individuele inkomenstoeslag of een langdurigheidstoeslag; De peildatum is de dag dat u aan alle voorwaarden voldoet. Op die dag moet u dus minstens <@aantal_jaar@> jaar een laag inkomen hebben gehad. Er moet dan ook geen uitzicht zijn op verbetering van uw inkomen. En uw vermogen moet dan lager zijn dan de vrijlatingsgrens van de Wet werk en bijstand (WWB). U voldoet niet aan de voorwaarden die staan bij <@kies_nummer@>. <@Toelichting_op_afwijzingsgrond@> Bent u het er niet mee eens? Bent u het niet eens met ons besluit? Dan kunt u ons een bezwaarschrift sturen. Dit is een brief waarin u zo duidelijk mogelijk beschrijft wat uw bezwaar precies is. Het bezwaarschrift stuurt u naar: College van burgemeester en wethouders van de gemeente <@naam_gemeente@> Postbus <@postbusnummer@> <@postcode_en_plaats@> 17 Zorg ervoor dat u het bezwaarschrift verstuurt binnen zes weken na de verzenddatum van dit besluit (datum bovenaan de brief). Daarmee voorkomt u dat we uw bezwaarschrift niet meer in behandeling kunnen nemen, omdat het te laat binnen is. In het bezwaarschrift zet u: uw naam en adres; de datum van uw bezwaarschrift; een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt; waarom u het niet met ons besluit eens bent. Vergeet u niet het bezwaarschrift te ondertekenen! Stuur een kopie van deze brief mee met uw bezwaarschrift. Vragen? Hebt u vragen? Neemt u dan gerust contact met ons op. U kunt ons bereiken op werkdagen van <@tijdstip_tot_tijdstip@> uur op telefoonnummer <@telefoonnummer@>. Met vriendelijke groet, namens het college van burgemeester en wethouders, Naam functie Artikelen: Individuele inkomenstoeslag: art. 36 Participatiewet en de Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente <@naam_gemeente@>. Vermogensgrens: art. 34 lid 2 sub b en lid 3 Participatiewet. Gegevens bezwaarschrift: art. 6:5 Awb. 18 Clausules Afwijzing uitkering.................................................................................................................20 Clausulesoort: AW ................................................................................................................20 Berekening kostendelersnorm ..............................................................................................21 Clausulesoort BK..................................................................................................................21 Betaling uitkering ..................................................................................................................22 Clausulesoort: BU ................................................................................................................22 Burgerlijke staat....................................................................................................................23 Clausulesoort: BS.................................................................................................................23 Inkomsten.............................................................................................................................25 Clausulesoort IN ...................................................................................................................25 Normering / Kostendelersnorm .............................................................................................26 Clausulesoort NK .................................................................................................................26 19 Afwijzing uitkering Clausulesoort: AW voldoende middelen AW 01 – te veel inkomsten, geen kostendeler: art. 19 lid 1 WWB De reden hiervoor is dat u meer inkomsten hebt dan het uitkeringsbedrag dat voor u geldt. Dat normbedrag is namelijk netto € <@normbedrag@>. U hebt € <@bedrag_inkomen@> aan inkomsten per maand. U hebt daarom geen recht op een bijstandsuitkering. AW 01a – te veel inkomsten, kostendeler: art. 19 lid 1 en art. 22a WWB De reden hiervoor is dat u meer inkomsten hebt dan het uitkeringsbedrag dat voor u geldt. U deelt uw woning met <@aantal@> personen van 21 jaar en ouder die meetellen voor de hoogte van uw bijstandsuitkering. Die bijstandsuitkering zou voor u netto € <@normbedrag_kostendeler@> per maand zijn. U hebt € <@bedrag_inkomen@> aan inkomsten per maand. U hebt daarom geen recht op een bijstandsuitkering. 20 Berekening kostendelersnorm Clausulesoort BK BK 01- berekening kostendelersnorm: art. 22a WWB Berekening van de hoogte van uw uitkering Wij hebben de hoogte van uw bijstandsuitkering op deze manier berekend: (40% + aantal personen x 30%) aantal personen Bij deze berekening is het uitgangspunt het maximale bijstandsbedrag voor gehuwden en samenwonenden, € <@bedrag_gehuwdennorm@>. Dit is de rekennorm, en die is 100%. De berekening start met 40% van deze rekennorm, dat is de basis. Voor iedere meetellende volwassene met wie u uw woning deelt, komt er 30% van de rekennorm bij. Dit totale percentage wordt gedeeld door het aantal meetellende volwassenen. Nu hebt u het percentage van de rekennorm dat voor u geldt. Dit percentage maal het bedrag van de bijstandsuitkering voor gehuwden, is de hoogte van uw bijstandsuitkering. Bij <@aantal@> personen: 40% + (<@aantal@> x 30%) = <@percentage@>%. <@percentage@>% : <@aantal@> = <@percentage@>% <@percentage@>% van € <@bedrag_gehuwdennorm@> = € <@kdn_aantal_personen@> 21 Betaling uitkering Clausulesoort: BU BU 01 - met inkomstenverklaring U krijgt van ons elke maand een <@naam_inkomensverklaring@>. Die moet u volledig ingevuld en ondertekend en vóór de aangegeven datum bij ons inleveren. Daarna maken wij de uitkering over op de manier zoals u dat hebt aangegeven. De data waarop wij de uitkering uitbetalen kunt u zien op <@vermelding_betaaldata@>. De hoogte van uw uitkering kunt u zien op de specificatie die u <@maandelijks_van_ons_ krijgt/iedere_keer_van_ons_krijgt_als_uw_uitkering_verandert@>. BU 02 - geen inkomstenverklaring Wij maken de uitkering over op de manier zoals u dat hebt aangegeven. De data waarop wij de uitkering uitbetalen kunt u zien op <@vermelding_betaaldata@>. De hoogte van uw uitkering kunt u zien op de specificatie die u <@maandelijks_van_ons_ krijgt/iedere_keer_van_ons_krijgt_als_uw_uitkering_verandert@>. 22 Burgerlijke staat Clausulesoort: BS BS 01 – Getrouwd U bent getrouwd. BS 02 – Alleenstaand U bent alleenstaand. BS 04 – Gescheiden U bent gescheiden. BS 05 – Samenwoning U woont met <@de_heer/mevrouw_naam@> in één huis. U hebt een gezamenlijke huishouding. Dat betekent dat u voor elkaar zorgt. U betaalt bijvoorbeeld allebei voor de boodschappen en eet samen. Dan gelden dezelfde regels als voor mensen die getrouwd zijn. BS 06 – Met ex-echtgenoot U woont met uw ex-echtgenoot, <@de_heer/mevrouw_naam@> in één huis. U hebt een gezamenlijke huishouding. Dan gelden dezelfde regels als voor mensen die getrouwd zijn. BS 07 – Met ex-partner U woont met <@de_heer/mevrouw_naam@> in één huis. U hebt de afgelopen twee jaar al eerder met <@hem/haar@> samengewoond. En nu woont u weer in hetzelfde huis. Dan hebt u een gezamenlijke huishouding en gelden dezelfde regels als voor mensen die getrouwd zijn. BS 08 – Met vader/moeder kind U woont met uw ex-partner <@de_heer/mevrouw_naam@> in één huis. Bovendien hebt u samen een kind. Dat betekent dat u een gezamenlijke huishouding hebt. Dan gelden dezelfde regels als voor mensen die getrouwd zijn. BS 10 – Geregistreerde partners U bent als partners geregistreerd. Dan gelden dezelfde regels als voor mensen die getrouwd zijn. BS 11 – Kind erkend U woont met <@de_heer/mevrouw_naam@> in één huis. Bovendien heeft <@hij/zij@> uw kind erkend. Dat betekent dat u een gezamenlijke huishouding hebt. Dan gelden dezelfde regels als voor mensen die getrouwd zijn. 23 BS 12 – Samenlevingscontract U woont met <@de_heer/mevrouw_naam@> in één huis. Bovendien hebt u samen een samenlevingscontract waarin staat dat u allebei een bijdrage levert aan het huishouden. Dat betekent dat u een gezamenlijke huishouding hebt. Dan gelden dezelfde regels als voor mensen die getrouwd zijn. BS 13 – Geregistreerde samenwoning U woont met <@de_heer/mevrouw_naam@> in één huis. Ook staat er <@in/bij_registratie_instantie@> dat u een gezamenlijke huishouding hebt. Dan gelden dezelfde regels als voor mensen die getrouwd zijn. BS 14 – Alleenstaande ouder 1 kind U zorgt voor uw <@zoon/dochter@> die jonger is dan 18 jaar. Ook krijgt u voor <@hem/haar@> kinderbijslag, of kunt u dat krijgen. BS 15 – Alleenstaande ouder meer kinderen U zorgt voor uw kinderen die jonger zijn dan 18 jaar. Ook krijgt u voor hen kinderbijslag, of kunt u dat krijgen. 24 Inkomsten Clausulesoort IN IN 01 – Inhouden inkomsten Wat gebeurt er met uw inkomsten? U hebt eigen inkomsten. De bijstandsuitkering vult uw inkomsten aan tot het bedrag waar u recht op hebt. Anders gezegd, we trekken uw inkomsten af van de bijstandsuitkering. IN 02 – Gedeeltelijke vrijlating inkomen Wat gebeurt er met uw inkomsten? U hebt eigen inkomsten. De bijstandsuitkering vult uw inkomsten aan tot het bedrag waar u recht op hebt. Anders gezegd, we trekken uw inkomsten af van de bijstandsuitkering. Maar niet alles. U mag maximaal zes maanden een bedrag van 25% van uw inkomsten houden, met een maximum van <@max_bedrag_vrijlating@>. Dat is omdat u werk doet waarmee u uw kans op een betaalde baan vergroot. IN 03 – Gedeeltelijke vrijlating inkomen alleenstaande ouder Wat gebeurt er met uw inkomsten? U hebt eigen inkomsten. De bijstandsuitkering vult uw inkomsten aan tot het bedrag waar u recht op hebt. Anders gezegd, we trekken uw inkomsten af van de bijstandsuitkering. Maar niet alles. U mag maximaal dertig maanden een bedrag houden van 12,5% van uw inkomsten, met een maximum van <@max._bedrag_vrijlating_all.staande_ouder@> houden. Dat is omdat: u zorgt voor één of meer kinderen die jonger zijn dan 12 jaar; al gedurende zes maanden een deel van uw inkomen is vrijgelaten; u werk doet waarmee u uw kans op een betaalde baan vergroot. Inkomen partner IN 10 – inkomen niet-rechthebbende partner Inkomsten van uw partner Wij houden rekening met de inkomsten van uw partner, <@de_heer/mevrouw_naam@>. We doen dat alleen als u samen meer inkomsten hebt dan het bedrag van de bijstandsuitkering voor een echtpaar. Dat is € <@normbedrag_echtpaar@>. IN 11 – studiefinanciering partner De studiefinanciering van uw partner Uw partner krijgt studiefinanciering. Een deel van dit bedrag is bedoeld voor uw dagelijkse kosten. Dat is € <@normbedrag_wsf@>. Wij houden dit bedrag in op de bijstandsuitkering voor u en uw partner. IN 15 – inkomen partner Inkomsten van uw partner U en uw partner, <@de_heer/mevrouw_naam@>, wonen tijdelijk niet bij elkaar. We houden ook rekening met de inkomsten van uw partner. We doen dat alleen als uw partner meer inkomsten heeft dan de bijstandsnorm die hij zou kunnen krijgen. Dat is € <@normbedrag_alleenstaande/alleenstaande_ouder@>. 25 Normering / Kostendelersnorm Clausulesoort NK Gehuwden en samenwonenden NK 01 – gehuwden: art. 21 onder c WWB U krijgt netto € <@gehuwdennorm_art._21_onder_c_WWB@> bijstand per maand. Dit is het bedrag voor mensen die getrouwd zijn of samenwonen en die aan de volgende beschrijving voldoen: U bent beiden 21 jaar of ouder, maar niet ouder dan de AOW-leeftijd; U deelt uw woning niet met nog een of meer andere personen van 21 jaar of ouder, die meetellen voor de kostendelersnorm. NK 02 – jongerennorm gehuwden, beiden 18, 19 of 20 jaar: art. 20 lid 1 onder b WWB U krijgt netto € <@gehuwdennorm_art._20_lid_1__onder_b_WWB@> bijstand per maand. Dit is het bedrag voor mensen die getrouwd zijn of samenwonen en die aan de volgende beschrijving voldoen: U bent beiden 18, 19 of 20 jaar; U hebt geen kinderen; NK 03 – jongerennorm gehuwden, een van beiden 18, 19 of 20 jaar: art. 20 lid 1 onder c WWB U krijgt netto € <@gehuwdennorm_art._20_lid_1_onder_c_WWB@> bijstand per maand. Dit is het bedrag voor mensen die getrouwd zijn of samenwonen en die aan de volgende beschrijving voldoen: Eén van u beiden is 18, 19 of 20 jaar; De ander is 21 jaar of ouder is maar jonger dan de AOW-leeftijd; U hebt geen kinderen; U deelt uw woning niet met nog een of meer andere personen van 21 jaar of ouder, die meetellen voor de kostendelersnorm. NK 04 – jongerennorm gehuwden met kinderen, beiden 18, 19 of 20 jaar: art. 20 lid 2 onder b WWB U krijgt netto € <@gehuwdennorm_art._20_lid_2_onder_b_WWB@> bijstand per maand. Dit is het bedrag voor mensen die getrouwd zijn of samenwonen en die aan de volgende beschrijving voldoen: U bent beiden 18, 19 of 20 jaar; U hebt een of meer kinderen; NK 05 – jongerennorm gehuwden met kinderen, een van beiden 18, 19 of 20 jaar: art. 20 lid 2 onder c WWB U krijgt netto € <@gehuwdennorm_art._20_lid_2_onder_c_WWB@> bijstand per maand. Dit is het bedrag voor mensen die getrouwd zijn of samenwonen en die aan de volgende beschrijving voldoen: Eén van u beiden is 18, 19 of 20 jaar; De ander is 21 jaar of ouder is maar jonger dan de AOW-leeftijd; U hebt een of meer kinderen; 26 U deelt uw woning niet met een of meer andere personen van 21 jaar of ouder, die meetellen voor de kostendelersnorm. Alleenstaande ouder NK 06 – alleenstaande ouder: art. 21 onder b WWB U krijgt netto € <@norm_alleenstaande_ouder_art._21_onder_b_WWB@> bijstand per maand. Dit is het bedrag voor een alleenstaande ouder die aan de volgende beschrijving voldoet: U bent 21 jaar of ouder, maar jonger dan de AOW-leeftijd; U deelt uw woning niet met nog een of meer andere personen van 21 jaar of ouder, die meetellen voor de kostendelersnorm. NK 07 – alleenstaande ouder, 18, 19 of 20 jaar: art. 20 lid 2 onder a WWB U krijgt netto € <@norm_alleenstaande_ouder_artikel_20_lid_2_onder_a_WWB@> bijstand per maand. Dit is het bedrag voor een alleenstaande ouder van 18, 19 of 20 jaar. Alleenstaande NK 08 – alleenstaande: art. 21 onder a WWB U krijgt netto € <@norm_alleenstaande_art_21_onder_a_WWB@> bijstand per maand. Dit is het bedrag voor een alleenstaande die aan de volgende beschrijving voldoet: U bent 21 jaar of ouder, maar jonger dan de AOW-leeftijd; U deelt uw woning niet met nog een of meer andere personen van 21 jaar of ouder, die meetellen voor de kostendelersnorm. NK 09 – alleenstaande, 18, 19 of 20 jaar: art. 20 lid 1 onder a WWB U krijgt netto € <@norm_alleenstaande_artikel_20_lid_1_onder_a_WWB@> bijstand per maand. Dit is het bedrag voor een alleenstaande van 18, 19 of 20 jaar. Kostendelers NK 10 – kostendelersnorm, twee personen: art. 22a WWB U krijgt <@ieder@> netto € <@kdn_twee_personen@> bijstand per maand. Dit is het bedrag voor een persoon die aan de volgende beschrijving voldoet: U bent 21 jaar of ouder, maar jonger dan de AOW-leeftijd; U deelt uw woning met nog een andere persoon van 21 jaar of ouder, die meetelt voor de kostendelersnorm. NK 11 – kostendelersnorm, drie personen: art. 22a WWB U krijgt <@ieder@> netto € <@kdn_drie_personen@> bijstand per maand. Dit is het bedrag voor een persoon die aan de volgende beschrijving voldoet: U bent 21 jaar of ouder, maar jonger dan de AOW-leeftijd; U deelt uw woning met nog twee andere personen van 21 jaar of ouder, die meetellen voor de kostendelersnorm. 27 NK 12 – kostendelersnorm, vier personen: art. 22a WWB U krijgt <@ieder@> netto € <@kdn_vier_personen@> bijstand per maand. Dit is het bedrag voor een persoon die aan de volgende beschrijving voldoet: U bent 21 jaar of ouder, maar jonger dan de AOW-leeftijd; U deelt uw woning met nog drie andere personen van 21 jaar of ouder, die meetellen voor de kostendelersnorm. NK 13 – kostendelersnorm, vijf personen: art. 22a WWB U krijgt <@ieder@> netto € <@kdn_vijf_personen@> bijstand per maand. Dit is het bedrag voor een persoon die aan de volgende beschrijving voldoet: U bent 21 jaar of ouder, maar jonger dan de AOW-leeftijd; U deelt uw woning met nog vier andere personen van 21 jaar of ouder, die meetellen voor de kostendelersnorm. NK 14 – kostendelersnorm, variabel aantal personen: art. 22a WWB U krijgt <@ieder@> netto € <@kdn_aantal_personen@> bijstand per maand. Dit is het bedrag voor een persoon die aan de volgende beschrijving voldoet: U bent 21 jaar of ouder, maar jonger dan de AOW-leeftijd; U deelt uw woning met nog <@aantal@> andere personen van 21 jaar of ouder, die meetellen voor de kostendelersnorm. NK 15 – kostendelersnorm, variabel aantal personen, belanghebbende is alleenstaande ouder: art. 22a lid 3 WWB U krijgt netto € <@kdn_aantal_personen@> bijstand per maand. Hierbij krijgt u 20% van de gehuwdennorm extra, in totaal € <@kdn_aantal_personen_plus_20%@>. Dit is het bedrag voor een persoon die aan de volgende beschrijving voldoet: U bent 21 jaar of ouder, maar jonger dan de AOW-leeftijd; U deelt uw woning met nog <@aantal@> andere personen van 21 jaar of ouder, die meetellen voor de kostendelersnorm. U bent alleenstaande ouder. Personen in inrichting NK 20 – persoon in inrichting, alleenstaande: art. 23 lid 1 onder a WWB U krijgt netto € <@alleenstaande_in_inrichting_art._23_lid_1_onder_a_WWB@> bijstand per maand. Dat is het bedrag voor een alleenstaande die in een instelling verblijft. Dit bedrag verhogen wij met € <@alleenstaande_in_inrichting_art._23_lid_2_onder_a_WWB@> bijstand per maand. NK 21 – persoon in inrichting, alleenstaande ouder: art. 23 lid 1 onder a WWB U krijgt netto € <@alleenstaande_ouder_in_inrichting_art._23_lid_1_onder_a_WWB@> bijstand per maand. Dat is het bedrag voor een alleenstaande die in een instelling verblijft. Dit bedrag verhogen wij met € <@alleenstaande_ouder_in_inrichting_art._23_lid_2_onder_a_WWB@> bijstand per maand. 28 NK 21 – personen in inrichting, gehuwden: art. 23 lid 1 onder b WWB U krijgt netto € <@gehuwden_in_inrichting_art._23_lid_1_onder_b_WWB@> bijstand per maand. Dat is het bedrag voor gehuwden, waarvan beide partners in een instelling verblijven. Dit bedrag verhogen wij met € <@gehuwden_in_inrichting_art._23_lid_2_onder_b_WWB@> bijstand per maand. Diversen NK 25 – totaalbedrag bijstandsnormen U krijgt netto € <@bedrag@>. Dit is het totaalbedrag van de bijstand waarop u samen recht hebt. NK 26 – afstemming persoonlijke situatie: art. 18 lid 1 WWB U krijgt netto € <@bedrag@>. Dit bedrag hebben wij afgestemd op uw persoonlijke situatie. <@toelichting_persoonlijke_situatie@>. 29