© NEVI pag.: 1 van 2 code: SPE-HAN-kre-003-bl versie 2 Bostonmatrix De twee dimensies marktaandeel en marktgroei vormen sleutelelementen bij het in kaart brengen van de ondernemingsactiviteiten via een portfolioanalyse. De Bostonmatrix is wellicht het meest gebruikte raamwerk voor de strategische planning, vooral op het niveau van een product of merk. Overigens was deze matrix ook het startpunt van Peter Kraljic om zijn Kraljic-matrix, de inkoopportfolio, te ontwikkelen. In Amerikaans vakjargon wordt de Bostonmatrix ook wel productportfoliomatrix, Boston Consulting Group matrix, BCG-matrix of growth-sharematrix genoemd. Opbouw van de Bostonmatrix Zoals de afbeelding illustreert, zetten we op de verticale as van de Bostonmatrix de marktgroei af: het percentage waarmee de markt waarop het product wordt verkocht, jaarlijks groeit (gecorrigeerd voor inflatie). Dit laat zien hoe aantrekkelijk de markt is op langere termijn. In de Bostonmatrix wordt het onderscheid tussen een hoge en lage marktgroei bepaald door de vraag of deze meer of minder dan 10 procent per jaar bedraagt. De as loopt van 0 tot 20 procent, hoewel dat laatste percentage in de praktijk natuurlijk hoger kan zijn. Op de horizontale as zetten we het relatieve marktaandeel af. Dit berekenen we door het marktaandeel van ons eigen merk te delen door dat van de grootste concurrent. Hier loopt de as van 0,1x tot 10x, met een scheiding tussen een hoog en een laag relatief marktaandeel bij een waarde van 1x. Een relatief marktaandeel van 0,20 betekent bijvoorbeeld dat het bedrijf een marktaandeel heeft dat 20 procent is van het marktaandeel van zijn grootste concurrent. Een relatief marktaandeel van 1,9 betekent dat het bedrijf marktleider is (voor die productgroep) met een bijna twee keer zo groot marktaandeel als het op een na sterkste bedrijf. Zo kunnen we elke product-marktcombinatie (weergegeven door een cirkel waarvan de diameter proportioneel is aan de omzetgrootte in euro’s) op de juiste plaats in de matrix tekenen, afhankelijk van haar relatieve marktaandeel en de groeivoet van de totale markt. afbeelding: de Bostonmatrix (bron: Verhage en Cunningham) groei van de totale markt 20% stars problem children A hoog 10% D laag 0% B cash cows 10x C hoog dogs 1x laag relatief marktaandeel 0,1x © NEVI pag.: 2 van 2 code: SPE-HAN-kre-003-bl versie 2 We onderscheiden vier cellen in de Bostonmatrix, op basis van de hoeveelheid ‘cash’ die de producten daarin opleveren of van het bedrijf nodig hebben. In navolging van de Boston Consulting Group noemen we ze: • Stars of sterren. • Cash cows of melkkoeien. • Problem children of probleemkinderen. • Dogs of honden. Stars Een star of ster is een product met een groot marktaandeel in een markt of branche die snel groeit. Zo’n marktleider levert veel contanten op, maar vereist ook grote investeringen om mee te blijven groeien. Sterren verkeren dan ook vaak in een zogenaamde cash-balancepositie. Zodra de marktgroei ten einde is gekomen, wordt de ster een melkkoe; er is dan namelijk geen geld meer nodig om de investeringen te financieren die de omzetgroei mogelijk hebben gemaakt. Cash cows Producten die een relatief hoog marktaandeel hebben verworven (in een nauwelijks nog in omvang toenemende markt), vergen maar weinig nieuwe investeringen. Omdat het bedrijf bovendien al de nodige ervaring heeft opgedaan, zijn de ontwikkelings-, productie- en marketingkosten in vergelijking met die van de concurrentie laag. In verband met de hoge kasontvangsten worden deze producten dan ook als cash cows of melkkoeien betiteld. Vaak zijn het marktleiders. Een veel gevolgde strategie is om zoveel mogelijk van een dergelijk product te ‘plukken’. De marketeer moet er echter voor zorgen dat het marktaandeel op peil blijft, zodat het product ook in de nabije toekomst voldoende winst blijft opleveren. De overtollige cashflow kan elders in het bedrijf worden benut, bijvoorbeeld voor cashflowbehoeftige, maar tegelijkertijd veelbelovende producten in snel groeiende markten (zoals probleemkinderen of sterren). Problem children Een problem child of probleemkind wordt ook wel question mark of vraagteken genoemd en is een product met een laag marktaandeel in een markt met een stevige groei. Probleemkinderen leveren niet alleen weinig op, maar vereisen ook nog de nodige investeringen om ze met de expanderende markt mee te laten groeien. De fondsen moeten dus van elders komen, willen we een groter marktaandeel bereiken. De juiste strategie voor het bedrijf is om eerst na te gaan waarom het product zich in een gunstige marktsituatie niet goed heeft ontwikkeld. Als blijkt dat het marktaandeel niet meer te vergroten valt, dan volgt meestal de conclusie dat het product dan ook niet winstgevend wordt en dat de activiteiten beter kunnen worden afgebouwd. Levert de analyse echter een gunstiger beeld op, dan moet het bedrijf proberen om met behulp van de cashflowoverschotten van eventuele melkkoeien zodanig in het probleemkind te investeren dat het een ster wordt, en uiteindelijk een melkkoe. Dogs Een product met een relatief laag marktaandeel in een stagnerende markt is geen interessant exemplaar in de portfolio van een bedrijf. Het is rijp voor eliminatie. De beste strategie voor deze dogs of honden is om de cashflow op korte termijn te maximaliseren. Omdat deze producten meestal liquide middelen vergen noch opleveren, ligt het voor de hand om de verkoop ervan stop te zetten. We kunnen ook de kosten drastisch beperken of de prijsstelling rigoureus wijzigen.