Werk de volgende vragen uit: 1. Waar staat de afkorting wet BIG voor? 2. Welk doel dient de wet BIG? 3. Wat houdt een voorbehouden en niet voorbehouden handeling in? 4. Valt injecteren onder een voorbehouden handeling? 5. Beschrijf 2 niet voorbehouden handelingen, die je als doktersassistent uit mag voeren. 6. Aan welke 4 voorwaarden moet je voldoen als doktersassistent om een voorbehouden handeling uit te mogen voeren? Kwaliteit van zorg is een kernbegrip in de gezondheidszorg. Het bevorderen en bewaken is een taak voor alle betrokkenen. 1. WGBO: Wet op geneeskundige behandelingsovereenkomst: beoogt waarborgen voor een betere rechtsbescherming van de patiënt te bieden Uitgangspunten: informatieplicht en toestemmingsvereiste. 2. Wet BIG: Wet op beroepen in de individuele gezondheidszorg: stelt regels aan beroepsuitoefening. De afkorting BIG staat voor: Wet op Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg Doel: De kwaliteit van de beroepsuitoefening te bevorderen en te bewaken en de patiënt te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen van beroepsbeoefenaren. Om dit te bereiken zijn in de wet waarborgen opgenomen, zoals: Titelbescherming Registratie in het BIG register Bevoegdheidsregeling voorbehouden handelingen: gaat uit van opdrachtgever en opdrachtnemer Tuchtrecht: geldt voor 8 beroepsgroepen, tevens strafbepalingen in wet vastgelegd. Wet BIG heeft betrekking op de individuele gezondheidszorg, de Zorg gericht op de gezondheid van een bepaald persoon. Onder deze zorg wordt verstaan: beoordelen bevorderen bewaken beschermen herstellen van iemands gezondheid Individuele gezondheidszorg omvat dus niet alleen geneeskundige handelingen, maar ook verplegende en verzorgende handelingen. Voorbehouden handelingen: handelingen, die onaanvaardbare risico’s voor de gezondheid van de Patiënt met zich meebrengen als ze door ondeskundigen worden uitgevoerd. Niet voorbehouden handelingen: handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg, geneeskundig of niet geneeskundig, die niet op de in de wet genoemde lijst van voorbehouden handelingen voorkomt. 13 voorbehouden handelingen: Heelkundige handelingen Verloskundige handelingen Endoscopieën Katheteriseren Injecteren Puncties Narcose Kunstmatige fertilisatie Stenenvergruizing Gebruik van radioactieve stoffen en ioniserende straling Cardioversie Defibrilleren Electroconvulsie Voorwaarden om voorbehouden handelingen als opdrachtnemer uit te mogen voeren, indien niet zelfstandig bevoegd: deskundig bekwaam in opdracht van en volgens aanwijzingen van zelfstandig bevoegde( niet voor elke handeling apart>vastleggen in dossier) mogelijk tussenkomst van de arts (behalve bij griepvaccin en venapuntie alleen telefonisch) ONBEKWAAM MAAKT ONBEVOEGD en is STRAFBAAR! Zelfstandig bevoegd: Arts Tandartsen Verloskundigen Op eigen gezag is opdrachtgever, stelt indicatie en beslist om de behandeling zelfstandig uit te voeren. Niet zelfstandig bevoegd: Verpleegkundigen Doktersassistenten Bejaardenverzorgende Helpende Niet nodig dat het beroep o.b.v. de WET BIG geregeld is, het zijn opdrachtnemers. Handelen altijd in opdracht van opdrachtgever. Stellen zelf geen diagnose. Wet BIG stelt de volgende voorwaarden, Aan de doktersassistente, als niet zelfstandig bevoegde: 1. 2. 3. je handelt in opdracht van een zelfstandig bevoegde je handelt overeenkomstig de aanwijzingen van de zelfstandig bevoegde je mag een voorbehouden handeling alleen uitvoeren indien zowel jijzelf als de opdrachtgever redelijkerwijs mag aannemen dat jij beschikt over de bekwaamheid, om de opdracht naar behoren uit te voeren>dit houdt in handeling regelmatig moet doen om bekwaam te zijn, en laten beoordelen ( minimaal 1 x p.j.) Verantwoordelijkheid: Wie in de gezondheidszorg werkt, is zelf verantwoordelijk voor eigen aandeel m.b.t. handelen! Ondersteuning: protocollen: richtlijnen/aanwijzingen op schrift bekwaamheidsverklaringen: geeft aan welke beroepsbeoefenaar waar precies bekwaam en deskundig in is. Burgerlijk recht: rechtsverhouding tussen burgers onderling : patiënt en beroepsbeoefenaar (doktersassistent) Strafrecht: plegen van een strafbaar feit, zoals toebrengen van ernstige schade beschrijven hoe een intracutane injectie wordt gegeven beschrijven hoe een subcutane injectie wordt gegeven Beschrijven hoe een intramusculaire injectie wordt gegeven beschrijven welke materialen je klaar legt, wanneer je iemand een injectie toedient. het geven van een intracutane injectie in (binnenkant) onderarm het geven van een intramusculaire injectie in bil of bovenbeen het geven van een subcutane injectie in bovenarm medicijn dient door een arts voorgeschreven te zijn volgens WIP is desinfecteren voorafgaand aan injecteren niet nodig, tenzij het een patiënt met verminderde weerstand betreft Is het parenteraal, buiten het spijsverteringskanaal om, toedienen van medicijnen. Voordeel: snel (meteen) resultaat Optie: orale medicatie niet of onvoldoende wordt opgenomen via spijsverteringskanaal patiënt geen orale medicatie wil innemen medicatie alleen in injectievorm verkrijgbaar 4 verschillende manieren van injecteren: intracutaan (i.c.) subcutaan (s.c.) intramusculair (i.m.) intraveneus (i.v.) Wat check je van te voren? De regel van 5: 1.juiste naam en geboortedatum van patiënt 2.juiste medicijn (let op vervaldatum) 3.juiste dosis 4. juiste toedieningsvorm 5. juiste tijd en aantal keren in de huid evenwijdig aan de oppervlakte toegediend, met behulp van een dunne naald de geïnjecteerde vloeistof zal zich heel langzaam door het lichaam verspreiden het lichaam laten reageren op een bepaalde stof, bijvoorbeeld: allergietest, mantoux test zeer lokaal effect van het geneesmiddel gewenst is, bijvoorbeeld: anesthesicum Injectieplaats: binnenkant onderarm In het onderhuids vetweefsel toegediend Twee methoden: huidplooimethode (langere naald): onder een hoek van 45 graden in een opgenomen huidplooi loodrechtmethode (korte naald): onder een hoek van 90 0C loodrecht in de huid De geïnjecteerde vloeistof wordt langzaam opgenomen, snelheid van opname tevens bepaald door locatie. Injectieplaatsen (afwisselen bij frequent spuiten) aan de buitenkant van de bovenarm de voor/zijkant van het bovenbeen in losse onderhuidse weefsel van de buikwand (buiten een omtrek van 5 cm van navel) Voorbeelden injectievloeistof: fraxiparine ( luchtbel niet verwijderen), Insuline Contra indicatie: beschadigde huid, ontstoken huid, hematoom, shunt, mamma amputatie met okselklier verwijdering In spierweefsel toegediend de vloeistof wordt snel opgenomen spannen van de huid loodrecht methode controle of je niet in een bloedvat zit, anders nieuwe spuit klaar maken. Voorbeelden: griepspuit, Hydrocobamine,Depo provera Injectieplaatsen: voor in de bil geldt: de bovenste buitenste kwadrant van de bilspier voor in het been geldt: de buitenzijde, van het middelste derde gedeelte ( tussen knieschijf en lies) van de bovenbeenspier voor de arm geldt: bovenste derde gedeelte van de bovenarm aan de buitenzijde • • • • • • • • • • • • regel van 5 ampul met watje afbreken desinfecteren rubberen dop van flacon luchtbellen aftikken opzuignaald vervangen door insteeknaald let op fixeren van conus tijdens injecteren check of je niet in bloedvat zit door terug te trekken. langzaam vloeistof in spuiten vloeistof niet koud inspuiten snel naald in en uit huid zet de huls nooit terug op de naald, nadat je iemand geïnjecteerd hebt. haal gebruikte naalden nooit met de hand van de spuit af, maar doe dit met gebruik van naaldencontainer. • Risico beperking door veilig en hygiënisch te werken • Goed mogelijk laten bloeden, gelijk uitspoelen met warm water of fysiologisch zout, desinfecteren huiddesinfectans ( jodium, alcohol 70 %, chloorhexidine) • Noteer van de “bron” alle beschikbare persoonlijke gegevens • meld een prikaccident bij jouw leidinggevende! Tip: Stel jezelf van te voren op de hoogte, bij de instelling waar je werkt, hoe om te gaan met prikaccidenten.