dossier: omgaan met de bevolkingstoename in brussel

advertisement
In samenwerking met Belfius organiseerde de VSGB een Forum van de Gemeentelijke Beleidsvoerders op 28 april 2016.
Het ging over de gevolgen van de bevolkingsgroei in Brussel. In het verlengde daarvan stellen wij een dossier samen
over de gevolgen op het vlak van de creatie van woningen en collectieve uitrustingen.
DOSSIER: OMGAAN MET DE
BEVOLKINGSTOENAME IN BRUSSEL
Sinds een vijftiental jaren neemt de Brusselse bevolking zeer sterk toe.
Daardoor groeit de nood aan woningen, scholen en kinderdagverblijven. Het colloquium maakte een stand van zaken op van de recente
ontwikkelingen en de strategieën van de gemeenten en het Gewest in
de aanpak van de demografische uitdagingen. Wij legden enkele vragen voor aan deskundigen terzake en bundelden hun knowhow in dit
dossier.
De stad Brussel en de gemeente Elsene maakten in 2014 de sterkste stijging van hun inwonersaantal mee. Over een periode van 10 jaar stellen
we echter een wijziging van de bevolkingsstructuur vast in het Brussels
Gewest: de gemeenten uit het noordwesten vertonen een doorgedreven
groei en een toename van het aantal schoolgaande kinderen, terwijl die
cijfers stabieler zijn in het zuidoosten met een oudere bevolking.
Demografische context
De grootte en het aantal gezinnen zijn doorslaggevende criteria in elk
huisvestingsbeleid. De toegangsvoorwaarden en de geografische verdeling van woningen hangen af van politieke keuzes.
Gestage groei en nieuwe behoeften door
maatschappelijke verschuivingen
De bevolking blijft groeien1. Het BISA2, verwacht dat de Brusselse bevolking met ongeveer 1 % per jaar zal blijven toenemen tot 2040, wat
overeenkomt met zowat 9.000 nieuwe inwoners per jaar. Gewoon al in
de loop van het jaar 2014 stelden we een toename van 11.687 personen
vast.
Het Brussels Gewest verjong3 en de bevolking wordt alsmaar internationaler, de middenklasse trekt weg en het aantal en de grootte van de
huishoudens gaat in stijgende lijn. Deze trends brengen verschillende
behoeften teweeg van de ene gemeente tot de andere.
ONDER DE LOEP
IER
DOSS
IE
GRAF
DEMO
Welke gevolgen?
Scholen zitten overvol en er zijn dringend maatregelen nodig. Er bestaat
een rechtstreeks verband tussen de stijging van het aantal kinderen en
het vereiste aantal scholen, omwille van de leerplicht.
Dat verband zien we niet noodzakelijk op het vlak van kinderdagverblijven, aangezien die vraag om opvang minder beïnvloed wordt door
de demografie. Volgens de prognoses zou ze toch ook in stijgende lijn
evolueren.
Op basis van die vaststellingen hebben de openbare besturen verschillende maatregelen uitgewerkt.
De bevolkingsgroei is het resultaat van verschillende factoren, zoals
een betere levensverwachting en de aanwezigheid van een jonge bevolking, met veel jongvolwassenen die een gezin stichten. Immigratie
(vooral binnen Europa) bevordert ook die beweging. Het natuurlijke
saldo (geboortes – overlijdens) en het migratiesaldo (in- en uitwijken)
is positief. We zien wel een negatief saldo voor de interne migraties in
België, aangezien heel wat gezinnen met een middelhoog inkomen naar
het platteland trekken maar banden houden met Brussel (belangrijke
aantrekkingspool voor tewerkstelling en onderwijs).
In de twintigste eeuw zijn de gezinnen stilaan verkleind in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest: inmiddels zijn ze zelfs kleiner geworden dan
gemiddeld in de rest van het land. Sinds een twintigtal jaren zien we
nochtans een vergroting van het gemiddelde Brusselse gezin, waardoor
het nationale gemiddelde ingehaald wordt. In het stadscentrum en in
studentenwijken vinden we de meeste eenpersoonsgezinnen4.
De sprekers op het Forum van de Gemeentelijke Beleidsvoerders
Recente studies bij de vleet: zie o.a. de publicaties van het BISA: “Mini-Bru 2016: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in cijfers”; Focus nr 11 “Demografische barometer 2015 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest” (JeanPierre Hermia, 12-2015); Focus nr 13 “De vergroting van de Brusselse huishoudens” (Astrid Sierens, 2-2016) op http://bisa.brussels en Brussels Studies: "Synthesenota. Huisvesting in Brussel: diagnose en uitdagingen" (nr 99,
6-2016) op www.brusselsstudies.be.
2
Het BISA (Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse) centraliseert en coördineert de activiteiten van statistische aard die betrekking hebben op het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het voert ook sociaaleconomische
analyses uit en ondersteunt de regering bij de evaluatie van haar beleid. In zijn huidige structuur bestaat het BISA sinds midden 2010, na de samensmelting van de twee afdelingen van de in 2004 opgerichte "Directie Analyses
en Statistiek" van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel (GOB). Het werd opgenomen in het Brussels Planningsbureau (BPB), dat in één instelling verschillende administraties en cellen verenigt die werkzaam zijn rond
statistiek, sociaaleconomische knowhow en territoriale kennis.
3
Met een gemiddelde leeftijd van 37 jaar.
4
Op 1 januari 2015 telden we 542.670 gezinnen met een gemiddelde grootte van 2,14 personen. Van 2016 tot 2040 worden er ± 3.500 bijkomende gezinnen verwacht per jaar.
1
4
Nieuwsbrief 2016/3
400058 - H747666_MATHY-Brochure BXL-3-2016-NL.indd 4
22/06/16 11:43
IER
DOSS
IE
GRAF
DEMO
In Brussel worden jaarlijks ongeveer 4.000 woningen gecreëerd,
voornamelijk door de privésector. Dat is weinig, in vergelijking tot
een nagenoeg even grote metropool als Lyon, waar het om zowat
8.000 woningen gaat. Een derde van de Brusselse bevolking leeft
­onder de armoedegrens, terwijl 40.000 personen wachten op een
sociale woning. Een andere bijzonderheid in vergelijking tot de rest
van het land: het Brussels Gewest telt 60 % huurders, tegenover 30 tot
40 % voor de twee andere Gewesten.
Bovendien vormen de beperkte omvang van het grondgebied en de
weinige beschikbare bouwgronden aanzienlijke remmingen. Daarom
bevordert de regering de ontwikkeling van tien prioritaire zones,
waarvan vijf in de kanaalzone.
Brusselse regering: projecten in overvloed
De gewestregering tracht aan de vraag naar woningen tegemoet te komen
door middel van een hele reeks maatregelen ter bevordering van de sociale
mix, die tegelijk ook streeft naar een evenwicht tussen huur- en koopwoningen. Het beleid dat reeds gevoerd wordt of op stapel staat, is dus niet
beperkt tot woningbouw.
Ten eerste vormt de regionalisering van de wetgeving op de huurovereenkomst een gelegenheid voor het parlement om de Brusselse eigenheden
beter wettelijk te omkaderen, zoals de verschijning van nieuwe woonvormen (samen huren, intergenerationeel samenwonen, studentenkamers, …), de opdrijving van de strijd tegen discriminatie in een gewest
dat gekenmerkt wordt door grote sociale en culturele diversiteit (‘proefhuren’, huurwaarborg voor kansarme5,…) en de aanmoediging tot de
verbetering van de energieprestatie van gebouwen ook ten behoeve van
de huurders.
Ten tweede wordt er een analyse gemaakt van een omkaderde, geplafonneerde en veralgemeende huurtoelage, om iedereen kansen te geven
op de huurmarkt. Daartoe is evaluatie vereist, eind 2016, van het proefproject dat de vorige legislatuur opgezet werd6 en waarvan de criteria
sindsdien gewijzigd werden in mei 2016, en ook een rationalisering van
de bestaande steun.
Ten derde wordt de bevordering van het verwerven van eigendom versterkt door een hervorming van het huisvestingsfonds en de goedkeuring van een nieuw beheerscontract. De toepassing van de Brusselse
belastinghervorming zal daar ook toe bijdragen.
Ten vierde zou de coördinatie van de actoren vergemakkelijkt moeten
worden dankzij twee recente innovaties: de oprichting van een coördinatieraad en de aanstelling van een Brusselse referent inzake huisvesting.
Dat is een uitdaging, gezien de ervaring van het Huisvestingsplan 20042009: in tien jaar werden zowat 1.626 wooneenheden gecreëerd - terwijl er 5.000 beloofd waren - en de andere zijn in verschillende vorderingsstadia7. Het bouwtempo zou nochtans moeten versnellen, van
150 wooneenheden per jaar voor de periode 2004-2015 tot ongeveer
550 voor 2016-2019.8
Tot slot zullen deze projecten aangevuld worden met een reeds maatregelen, zoals de steun aan sociale verhuurkantoren (SVK) door de
goedkeuring van een indeling in zones ter bevordering van een betere
geografische verdeling en de creatie van een SVK voor studenten; de
opstelling van een indicatief rooster voor huurprijzen9; de afronding
van de fusie van openbare vastgoedkantoren, die bevoegd zijn voor het
beheer van sociale woningen; de versterking van de strijd tegen insalubriteit en leegstand; de hervorming van de verenigingen voor integratie
via huisvesting; de steun aan personen die het slachtoffer zijn van intrafamiliaal geweld.
Huisvestingsplannen van de stad Brussel: dynamisme ten top
De stad en het OCMW van Brussel10 hebben een “1.000 woningen
plan” uitgevoerd in de vorige legislatuur 2006-2012. Er werd meer
bereikt dan oorspronkelijk vooropgesteld, aangezien er in die 6 jaar
tijd uiteindelijk 1.053 woningen gecreëerd werden (579 gebouwd
door de Regie en 474 door het OCMW). Daar komt nog de creatie
van collectieve infrastructuren bij, zoals kinderdagverblijven.
De projecten worden uitgevoerd met respect voor een kwaliteits­
charter. Doel daarvan is een maximale eco-efficiëntie, met het oog
op de beperking van de kost van het energieverbruik voor de bewoner. Bovendien beoogt het charter de sociale integratie en begeleiding van de bewoners, de gezelligheid van de ruimtes, de toegang tot
groene en collectieve ruimtes, de optimale integratie in de wijk en
ook de sociale mix en het samenleven van verschillende generaties.
Als openbare vastgoedoperatoren willen de stad en het OCMW de
toegang tot een woning voor de Brusselaars bevorderen, door lagere
huur dan de marktprijzen vast te leggen, zich te positioneren als
marktregulator dankzij het beheer van een aanzienlijk vastgoedpark, en tegelijk het bestaande patrimonium te vrijwaren.
ONDER DE LOEP
Sterke vraag naar sociale woningen, maar
ontoereikend aanbod
‘alliantie wonen’ werd opgestart, gekoppeld aan de voortzetting van het
gewestelijk huisvestingsplan dat in 2004 aangevat werd. Dat vertegenwoordigt een investering van 1,2 miljard euro en beoogt de creatie van
6.500 woningen.
© Stad Brussel
Huisvesting
Ten vijfde wordt de bouw van overheidswoningen niet vergeten. De
De Federatie van Brusselse OCMW’s is voorstander van een systeem van huurwaarborg die niet beperkt is tot OCMW-publiek, maar openstaat voor alle huurders (cf. advies van de VSGB m.b.t. de regionalisering van de
huurovereenkomst, goedgekeurd door de regering op 17 december 2015). Zie ook de gezamenlijke brief van enkele verenigingen, waaronder de “Rassemblement bruxellois pour le droit à l’habitat”, in La Libre Belgique van
8 juni 2016 “Pour un fonds de garantie locative centralisée”.
6
Besluit van de Brusselse regering van 13 februari 2014 tot instelling van een huurtoelage voor de kandidaat-huurders die ingeschreven staan op de lijsten van de sociale huisvesting, gewijzigd bij het besluit van de Brusselse
regering van 18 februari 2016 (BS 3 mei 2016), na een eerste evaluatie. Zie ook de mondelinge vraag van Alain Maron aan Céline Fremault, betr. de aankondiging door de minister van de details van de verruimde huurtoelage,
Parl. Doc. Bru, Com. Huisvesting, 9 juni 2016, p. 28 e.v.
7
Volgens de verklaringen van minister Céline Fremault in het parlement betreffende het ontwerp van ordonnantie i.v.m. het budget van wegen en middelen van het Brussels Gewest voor 2015, bijlage 2, Doc. parl., BHG,
nr A-50/3 – 2014/2015, p. 30.
8
C. FREMAULT, « Les projets du Gouvernement bruxellois pour associer davantage les communes à la production de logements à caractère social », in « Des voies nouvelles pour le logement à caractère social »,
Dir. N. BERNARD, Jurimpratique, 2/2015, Larcier, 2016, p. 113.
9
Een vergelijkbaar systeem werd pas ingevoerd in Wallonië.
10
De projecten van de stad worden gedragen door de Grondregie. Dat interne departement werd in 2002 door de stad Brussel gecreëerd en staat in voor het gemeentelijk patrimonium. Naast 3.314 wooneenheden beheert het
603 handelszaken en 1.616 parkeerplaatsen, alsook atypische goederen in concessie voor lange periodes (via recht van opstal, erfpacht of concessie). De regie voert een actief aan- en verkoopbeleid, teneinde financiële reserves
aan te leggen en meerwaarde te creëren. Het OCMW, van zijn kant, beheert een patrimonium van zowat 2.100 eenheden. Bepaalde woningen zijn voorbehouden voor specifieke doelgroepen.
5
Nieuwsbrief 2016/3
400058 - H747666_MATHY-Brochure BXL-3-2016-NL.indd 5
5
22/06/16 11:43
IER
DOSS
IE
GRAF
DEMO
Aangezien het eerste plan een succes werd, lanceerde de stad Brussel
een nieuw ambitieus programma om 850 nieuwe wooneenheden11
te creëren, met bijzondere aandacht voor innoverende projecten:
-koopwoningen
- woningen uitsluitend bestemd voor senioren
- in elk pand 1 tot 3 aangepaste woningen voor personen met een
beperkte mobiliteit
- honderden parkeerplaatsen voor wagens en fietsen
- gemengde projecten met ruimte voor een mode- en designcentrum, een crèche, twee sportzalen, drie scholen, serviceflats, vijftien commerciële ruimten, een jeugdhuis, een uitrusting voor
groene ruimten
- landschapsinrichtingen, terrassen of balkons in elk project en
moestuinen en boomgaarden waar mogelijk
Voor het nieuwe Huisvestingsplan werd een envelop van 200 miljoen euro uitgetrokken.
Aangezien de residuele last van de oorspronkelijke schuld van de
Grondregie laag is, komen er middelen vrij dankzij een nagenoeg
afgeschreven vastgoed, zodat het nodige geld gevonden wordt om
het investeringsbeleid van de stad te activeren en te ondersteunen.
Voor de financiering van de nieuwe projecten gebruikt de Grondregie – op gecontroleerde wijze - de leningmarkt voor de huisvestingsplannen 2006-2012 en 2013-2018. Het gaat om 2 kredieten
van 126 miljoen euro en 170 miljoen euro, respectievelijk in 2010
en 2016 aangegaan.
De schuldenlast12 van de Regie blijft evenwel onder controle. Deze
stijgt met 17,11 % in 2014 (bedrag uit rekening 2014) tot 19,79 %
in 2015 en tot 23,87 % in 2016 (bedrag uit begroting).
En dat is niet alles. Voor 2019-2025 ziet de stad een potentieel van
526 nieuwe wooneenheden voor de komende legislatuur.
De Regie heeft een langetermijnvisie op de ontwikkeling van haar
vastgoedpark, dankzij de beheersing van hun aanzienlijke grondreserves. Het succes van de Huisvestingsplannen van de stad is ook te
danken aan het feit dat ze betrekking hebben op kleine gemengde
projecten die harmonieus in hun omgeving passen.
11
12
± 700 woningen werden op de markt gebracht door de Regie en de rest door het OCMW.
D.w.z. de schuld uitgedrukt in percentage van de waarde van het patrimonium.
Meer info
De subsidies waarop gemeenten aanspraak kunnen maken, zijn te
vinden op www.vsgb.be > Een subsidie zoeken.
ONDER DE LOEP
vooruit
Onze samenleving
inzet.
helpen, dat is onze
vooruit
Onze samenleving
inzet.
helpen, dat is onze
De toekomst is nu. Overheden, bedrijven, wij allemaal als burgers geven die constant vorm,
bouwen letterlijk en figuurlijk mee aan een nieuwe leefomgeving. De uitdagingen zijn niet min:
de vergrijzing én de verjonging opvangen, nieuwe infrastructuurwerken realiseren die duurzaam
en energie-efficiënt moeten zijn, zuurstof geven aan bedrijven, blijven innoveren en evolueren …
Als bank willen wij de belangrijke actoren samenbrengen en het uitwerken van oplossingen
stimuleren. Met instrumenten die u van een bank verwacht, zoals klassieke en alternatieve
financieringen en voluit inzetten op digitale dienstverlening, maar evengoed met programma’s
rond duurzaamheid, innovatie, mobiliteit en technologie.
U als beleidsmaker of bedrijfsleider maakt het verschil en helpt onze samenleving vooruit. Wij
helpen u dat verschil te maken, dat is onze inzet.
Belfius Bank NV, Pachecolaan 44, 1000 Brussel - IBAN BE23 0529 0064 6991 - BIC GKCC BE BB - RPR Brussel BTW BE 0403 201 185 - FSMA nr. 19649 A
6
Nieuwsbrief 2016/3
De toekomst is nu. Overheden, bedrijven, wij allemaal als burgers geven die constant vorm,
bouwen letterlijk en figuurlijk mee aan een nieuwe leefomgeving. De uitdagingen zijn niet min:
400058 - H747666_MATHY-Brochure BXL-3-2016-NL.indd
6 én de verjonging opvangen, nieuwe infrastructuurwerken realiseren die duurzaam
de vergrijzing
22/06/16 11:43
IER
DOSS
IE
GRAF
DEMO
In het Brussels Gewest zijn er heel wat scholen gevestigd, tijdens schooljaar 2013-2014 goed voor 244.901 leerlingen, waarvan 85 % in het
Gewest zelf woont. 82 % gaan naar het Franstalig onderwijs en 18 %
naar het Nederlandstalig onderwijs.
Het aantal schoolgaande jongeren (van 2,5 tot 20 jaar) steeg met 7 %
tussen schooljaar 2009-2010 en 2013-20113, tegenover een stijging met
2,75 % voor heel België. Wij verwachten een stijging met 7,3 % van
2014 tot 2020, en met 5 % van 2020 tot 2025. Het scholierenaantal
evolueert niet alleen onder invloed van de Brusselse bevolkingsgroei,
maar ook in functie van het aantal leerlingen die pendelen vanuit of
naar de Brabantse rand.14 In 2010 raamde het BISA het tekort aan
plaatsen op 30.000 voor het basisonderwijs en 12.500 in het secundair,
naar 2020 toe.
Meer info
"Weerslag van de demografische ontwikkeling op de schoolbevolking in
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest”, juni 2010, Cahier nr. 2 van het
BISA, beschikbaar op http://bisa.brussels/publicaties
Dit cahier van het BISA buigt zich over de gevolgen van de B­ russelse
bevolkingstoename voor de schoolbevolking en -infrastructuur
tegen 2015 en 2020. De analyse wordt uitgesplitst per onderwijs­
niveau en per gemeente.
“De nood aan leerkrachten in het Brussels Gewest”, juni 2016, Cahier
nr. 5 van het BISA, beschikbaar op http://bisa.brussels/publicaties
Zodra de infrastructuur beschikbaar is, moet nog het nodige
personeel gevonden worden. Dit nagelnieuwe cahier becijfert de
verwachte nood aan leerkrachten voor ons Gewest.
Het Scholenplan
Het Scholenplan heeft tot doel het schoolaanbod te verhogen, om tegemoet te komen aan de vraag. Het vervolledigt het Brussels onderwijsplan, zoals voorzien in het kader van de tweede as van de “strategie
2025” van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (in overleg met de Gemeenschappen). Deze plannen trachten de kwaliteit van de projecten te
waarborgen, hun openstelling naar buiten toe en hun ruimtelijke verdeling, de tweetaligheid te ontwikkelen, de aantrekkingskracht van de scholen te versterken
en de strijd tegen schoolverzuim aan te binden.
In mei 2014 stelde de regering een “schoolfacilitatrice” aan, die bijgestaan wordt door
een expertisecomité, om de follow-up van
het schoolplan te waarborgen en de procedures te coördineren, rekening houdend met de
gewest- en gemeenschapsbevoegdheden. Die
coördinatie moet het ook mogelijk maken de
financiële middelen van de verschillende overheidsniveaus te bundelen, de coherentie te
waarborgen van de inrichting van de betrokken
wijken, de polyvalentie van de infrastructuren
en de bepaling van complementaire uitrustin13
14
15
gen, rekening houdend met de operationele en financiële beperkingen
van de organiserende machten.
De projecten worden verwezenlijkt op basis van een kadaster van potentiële sites. In totaal tellen we sinds 2010 zowat 244 voorstellen van
creatie van schoolplaatsen.15
In het basisonderwijs waren er nagenoeg 28.000 bijkomende plaatsen
voorzien, waaronder er inmiddels 11.631 gerealiseerd zijn.
Bepaalde plaatsen zijn tijdelijk: 20 % van de plaatsen werden of worden
verwezenlijkt in modulaire structuren. In het basisonderwijs, nog meer
dan in het secundair, is de nabijheid van de plaatsen tot de woonplaats
van de ouders belangrijk. Jammer genoeg werden niet alle plaatsen gecreëerd daar waar ze het hardst nodig zijn. Er is dus nog onvoldoende
evenwicht.
De projecten met het oog op de creatie van plaatsen in het secundair
onderwijs in dit stadium (10.095 voorzien, waarvan er 1.184 gecreëerd werden) volstaan nog niet om het tekort dat tegen 2020 verwacht
wordt, te compenseren. Bovendien wijzen de recentste demografische
prognoses van het federaal Planbureau op een gestage stijging van het
leerlingenaantal in het secundair onderwijs tot 2025.
De behoeften worden geraamd rekening houdend met de demografische evolutie en het huidige aanbod. Uit de gegevens waarover we
beschikken sinds de toepassing van de decreten omtrent ‘inschrijving’
van de Gemeenschappen, kan opgemaakt worden waar de behoeften
het grootst zijn en kunnen de nieuwe projecten dus zo goed mogelijk
gelokaliseerd worden.
Wat de ondersteuning van de investeringen betreft, berust het Scholenplan op de toekenning van leningen aan gemeenten voor de uitgaven
die verband houden met de bevolkingsgroei via het Brussels gewestelijk
fonds voor herfinanciering van de gemeentelijke thesaurieën, maar ook
de toekenning van subsidies betreffende rationeel energiegebruik in het
kader van de driejaarlijkse ontwikkelingsdotatie, de toekenning van
energiepremies, het multimediaplan van het CIBG, de uitrusting van
technische en beroepsscholen, alsook de wijkcontracten en subsidies
voor gemeentelijke sportinfrastructuren.
Meer info
De subsidies waarop gemeenten aanspraak kunnen maken, zijn te
vinden op www.vsgb.be > Een subsidie zoeken.
ONDER DE LOEP
Scholen: open naar de omgeving toe om tegemoet te komen aan dringende behoeften
Op de Cicerolaan in Evere kunnen heel wat leerlingen terecht voor geschiedenisles en zo veel meer ...
De toename is als volgt verdeeld: + 9 % in het kleuteronderwijs (+ 4.636 leerlingen); + 8 % in het lager onderwijs (+ 6.860 leerlingen); + 5 % in het secundair onderwijs (+ 4.829 leerlingen).
Nagenoeg 36.000 leerlingen komen van buiten Brussel, terwijl 9.140 Brusselaars naar school gaan in het Vlaams en het Waals Gewest.
De indeling op basis van taal ziet er als volgt uit: 189 projecten in het Franstalig onderwijs, tegenover 55 in het Nederlandstalig. De verdeling per onderwijsniveau is de volgende: 44 projecten betreffen de creatie van plaatsen
in het secundair, tegenover 200 projecten in het basisonderwijs.
Nieuwsbrief 2016/3
400058 - H747666_MATHY-Brochure BXL-3-2016-NL.indd 7
7
22/06/16 11:43
IER
DOSS
IE
GRAF
DEMO
Kinderdagverblijven:
ongelijk verdeeld aanbod
Context
Hoewel het ons verheugt dat we een globale dekking van ongeveer
33 % (volgens de gegevens van het BISA) bereikt hebben, is dat
vooralsnog ongelijk verdeeld over het Brusselse grondgebied. De behoeften zijn nijpend voor de ONE-crèches, waar we een vrij zwakke
dekking vaststellen in vergelijking tot het Waals Gewest, en gezien de
­sociaal-economische kenmerken van de Brusselse bevolking.
Toch zijn deskundigen het erover eens dat kinderopvang zowel voor
de kinderen als voor de ouders grote maatschappelijke uitdagingen inhoudt. Het is bewezen dat de deelname aan kinderopvang in groep het
latere school- en beroepstraject gunstig beïnvloedt. Bovendien vergroot
het voor de ouders de kans om aan het werk te gaan en te blijven, in het
bijzonder voor moeders. Kinderopvang is dus een krachtige hefboom
tegen kinderarmoede en vector voor gelijkheid tussen man en vrouw.
Actie van de Gemeenschappen
De Gemeenschappen en de Franse en de Gemeenschappelijke
­Gemeenschapscommissie hebben middelen vrijgemaakt voor de creatie
van nieuwe opvangplaatsen.
Meer info
De subsidies waarop de gemeenten aanspraak kunnen maken, zijn
te vinden op www.vsgb.be > Een subsidie zoeken.
Naast de verhoging van het aantal plaatsen heeft de regering van de
Franse Gemeenschapscommissie zich als prioriteit gesteld de toegang
tot crèches te bevorderen voor economisch kwetsbare gezinnen. Concreet is het vooropgestelde doel een dekkingsgraad van 50 % en de creatie van 7.500 plaatsen over de periode 2014-2024.
Daartoe werd de regelgeving recent gewijzig16. Voortaan gebeuren projectoproepen op meerjarenbasis, minstens bij elke nieuwe ONE-programmatie. Complementair kunnen er nog subsidies toegekend worden buiten de projectoproepen, ten behoeve van structuren in wijken
waar de dekking lager is dan 25 %. Voorts zullen de modaliteiten voor
de bevordering van de toegankelijkheid ten behoeve van kansarme gezinnen in een besluit vastgelegd worden.
De Vlaamse Gemeenschap heeft een decree17 goedgekeurd, dat op
1 april 2014 in werking getreden is, dat drie subsidiëringsniveaus vastlegt in functie van parameters zoals het aantal openingsdagen, de prijs,
de voorrangsregels en de toegang voor kwetsbare gezinnen.
Dankzij de samenwerking tussen de verschillende overheden zullen er
2.214 nieuwe opvangplaatsen opengesteld kunnen worden tegen 2018.
ONDER DE LOEP
De Federatie Wallonië-Brussel subsidieert de werking van crèches.
Daartoe krijgt het aanzienlijke steun van het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest, dat een substantiële omkadering biedt via gesco’s. Sinds de
overheveling van het gemeentelijk crècheplan zijn de Gemeenschapscommissies bevoegd voor infrastructuren.
De Franse Gemeenschapscommissie subsidieert lokale besturen, instellingen van openbaar nut en vzw’s, met het oog op de bouw, renovatie
of transformatie van panden of om de nodige uitrustingen te verwerven.
De subsidiëring heeft betrekking op de creatie van plaatsen en het behoud van bestaande plaatsen, en bedraagt 60 % tot maximum 95 % in
bepaalde gevallen. De subsidiëring varieert in functie van verschillende
criteria, zoals de bijdrage van de ouders, de ligging van de structuren en
andere parameters zoals handicap.
Schaarbeek maakt werk van 5 nieuwe crèches tegen 2018, waarmee de totale capaciteit van 570 naar 786 bedden stijgt.
16
8
17
Decreet van 21 januari 2016 tot wijziging van het decreet van 18 juli 2013 ter ondersteuning van de kinderopvang.
Decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby’s en peuters.
Nieuwsbrief 2016/3
400058 - H747666_MATHY-Brochure BXL-3-2016-NL.indd 8
22/06/16 11:43
IER
DOSS
IE
GRAF
DEMO
Brusselse regering en gemeenten actief op alle fronten
De demografische vitaliteit van Brussel is wellicht één van de tekenen
van het dynamisme en de hervonden aantrekkingskracht van een gewest
dat open staat voor de wereld. De snelle transformatie die het teweegbrengt, vergt een snelle aanpassing van het beleid. De uitdagingen blijven enorm. Naast de presentatie van lopende projecten werden tijdens
het colloquium de voornaamste risicofactoren belicht en enkele aanbevelingen gedaan.
Risicofactoren vergen bijzondere aandacht
Er worden steeds meer initiatieven genomen18. De verwezenlijking van
projecten loopt echter niet over rozen. Eén van de struikelstenen is het
evenwicht tussen de financiële middelen en de efficiëntie van de regelgevende en operationele tools waarover de lokale besturen beschikken,
om efficiënt te werk te kunnen gaan.
Meer info
De uiteenzettingen van het colloquium “De creatie van woningen en
uitrustingen voor algemeen nut als antwoord op de bevolkingsgroei in
Brussel" zijn te vinden op de website van de VSGB:
• “Le contexte démographique, quels besoins pour les communes
bruxelloises?"
Xavier Dehaibe (Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse, BISA)
• “Les projets du Gouvernement en matière de logements publics"
Yvon Jadoul (kabinet Fremault, hoofd van de cel huisvesting)
• "Les plans logement de la Ville de Bruxelles"
Samuel Deroover (kabinet van schepen Mohamed Ouriaghli)
• “Le Plan Ecole”
Julie Lumen, schoolfacilitatrice (Brussels Planningsbureau, BPB)
• “La création et l’agrandissement de crèches"
Anne Trefois (kabinet Laanan) & Wouter Boeckmans (kabinet
­Debaets)
De toepassing van de ESR-boekhoudnormen op de gemeenten kan hun
capaciteit in het gedrang brengen om investeringen te doen, terwijl die
nochtans noodzakelijk zijn om een actief beleid te voeren ten behoeve
van de Brusselaars.
De evolutie van de regelgeving moet bekeken worden met oog voor
de vrijwaring van financiële evenwichten. Denken we hier bijvoorbeeld aan de voorwaarden voor de gewestsubsidies, die een middenweg
moeten kunnen vinden tussen de vooropgestelde doelstellingen en het
voortbestaan van de door de gemeenten beheerde infrastructuren.
De tools moeten uitgewerkt worden rekening houdend met de realiteit
op het terrein, zoals het beperkte aanbod aan beschikbare gronden.
Aanbevelingen:
alle neuzen in dezelfde richting
Om de demografische uitdagingen aan te pakken stelt de VSGB de
volgende maatregelen voor:
•
•
•
•
versnelling van de procedures
coördinatie van de actoren
evaluatie van de impact van de ondernomen maatregelen
stelselmatige raadpleging van de gemeenten in het kader van de uitwerking van nieuwe regelgeving
• hervorming van de criteria voor toewijzing van gewestelijke subsidies, opdat die aangepast zouden worden aan de verwachtingen van
de gemeenten, in het bijzonder:
o herdefiniëring van de zones die in aanmerking komen voor de
programma’s voor stadsrenovatie, rekening houdend met de sociologische-economische evolutie van de wijken
o aanpassing van de programma’s aan het zeldzaam worden van
gronden
o waarborg van voldoende investeringen en hun voortbestaan, om
uitdagingen te kunnen aangaan
o vereenvoudiging van de procedures en administratieve begeleiding voor de lokale besturen bij subsidieaanvragen
18
ONDER DE LOEP
Besluit:
De demografische uitdagingen aanpakken
Dossier samengesteld door Olivier Evrard
Leefmilieu Brussel,
de overheidsdienst voor milieu en energie
van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Onze opdrachten
Studie, toezicht en beheer van lucht, water,
bodem, afval, lawaai en natuur (groene ruimten
en biodiversiteit). Maar we hebben ook de
opdracht om milieuvergunningen af te leveren,
erover te waken dat ze worden nageleefd,
didactische projecten in Brusselse scholen uit
te werken en te ondersteunen, deel te nemen
aan vergaderingen en onderhandelingen op
Belgisch en internationaal niveau, enz.
Tot slot is Leefmilieu Brussel ook actief op
vlak van ecologisch bouwen, en wat betreft
de wisselwerking tussen gezondheid en
leefmilieu.
Onze werking
➔
➔
➔
➔
➔
Informatie verzamelen
Acties plannen
Ingrijpen op het terrein
Sensibiliseren, opleiden, raad geven
Samenwerken met bedrijven
www.leefmilieu.brussels
02 775 75 75
De plannen en hervormingen die de Brusselse regering inzet, hebben betrekking op verschillende domeinen. Zo worden de crèche-, woningen en scholenplanen aangevuld met projecten rond fiscaliteit, economie, tewerkstelling
Pub_BE_2016_105Lx148_H_FR.indd
en ruimtelijke ordening, in het kader van de “strategie 2025” die op 16 juni 2015 goedgekeurd werd. Die
strategie bevat 18 doelstellingen en beoogt2de revitalisering van de Brusselse economie, in het vooruitzicht van de
geleidelijke inkrimping van de interregionale solidariteit, als gevolg van de zesde staatshervorming. Voorts wijzen we ook op de versnelling van de procedures voor onderzoek van stedenbouwkundige vergunningen betreffende
schoolgebouwen die ingediend werden tussen 1 april 2014 en 30 juni 2020 (art. 197/1 e.v. BWRO).
13/04/16 14:19
Nieuwsbrief 2016/3
400058 - H747666_MATHY-Brochure BXL-3-2016-NL.indd 9
9
22/06/16 11:43
Download