ALGEMEEN KWALITEITSKADER MEERGEZINSWONINGEN goedgekeurd door college van burgemeester en schepenen op 01/07/2016 Verplichtend karakter Aanbevelingen Vergunningsplicht Volgens art. 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening mag niemand zonder voorafgaande stedenbouwkundige vergunning een woning opsplitsen of in een gebouw het aantal woongelegenheden die hoofdzakelijk bestemd zijn voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande wijzigen, ongeacht of het gaat om een eengezinswoning, een etagewoning, een flatgebouw, een studio of een al dan niet gemeubileerde kamer; Toepassingsgebied Een gebouw of woning opdelen tot meergezinswoning, nieuwbouwmeergezinswoningen, wijziging van het aantal woongelegenheden in een bestaande meergezinswoning, … Niet van toepassing op: zorgwoningen; hotelinrichtingen, gastenkamers, … in het kader van toerisme; kamers, slaapzalen,.. die deel uitmaken van gebouwen die worden aangewend als collectieve verblijfplaats zoals bejaardentehuizen, verpleeginrichtingen, internaten, kindertehuizen, kloosters, verblijven voor seizoensarbeiders; kamerwoningen; sociale woningbouwprojecten van de door de Vlaamse overheid erkende sociale huisvestingsmaatschappijen. Behoudens andersluidende bepalingen opgenomen in verkavelingen, BPA’s of RUP’s Behoudens in beschermd stads- of dorpsgezicht of bij gebouwen opgenomen in de lijst van het bouwkundig erfgoed opgemaakt door het SintLucasarchief. Medewerking architect De medewerking van een architect is niet verplicht indien voor de opsplitsing tot meergezinswoning noch de oplossing van een constructieprobleem met zich meebrengt, noch de stabiliteit van het gebouw wijzigt. art. 4 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 23/05/2003 tot bepaling van de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect. Samenstelling dossier De samenstelling van het dossier is wettelijk bepaald door de Vlaamse Regering. Indien voldaan is aan art. 4 volstaat een eenvoudige dossiersamenstelling. Dit betekent dat het aanvraagdossier niet hoeft opgesteld te worden door een architect. Maar voor een leek is het niet evident om zo’n dossier samen te stellen. Dit blijkt uit de kwaliteit van de stedenbouwkundige aanvragen bij de dienst ruimtelijke ordening. Plannen zijn vaak onleesbaar, er wordt weinig aandacht geschonken aan kwalitatieve aspecten. Vandaar de aanbeveling om de medewerking van een architect aan te moedigen. Dit komt de kwaliteit van de woningen alleen maar ten goede. Ook voor de advisering van de brandweer bij meergezinswoningen is de opmaak van plannen met de medewerking van een architect aangewezen. De plannen van het aanvraagformulier kunnen aangevuld worden met volgende aandachtspunten: Aangewezen om volgende oppervlaktes aan te duiden op de plannen van de verbouwde toestand: o vermelding bruto-vloeroppervlakte van de wooneenheid o vermelding oppervlakte van de buitenruimte o vermelding netto-vloeroppervlakte per woonlokaal Een doorsnede van de constructie bijvoegen dat voldoende informatie bevat over het volume van de ontworpen woongelegenheden (plafondhoogte, hoogte onder dak, trappen, e.a.) en materiaal gebruik. Zo krijgt beoordelaar ook een zicht op de geluidsisolatie en brandveiligheid. Aanduiding van tellers voor nutsvoorzieningen en verwarmingsketel (dient bereikbaar te zijn voor alle bewoners). ALGEMEEN KWALITEITSKADER MEERGEZINSWONINGEN Verplichtend karakter Woonkwaliteitsnormen Aanbevelingen Iedere woning moet rechtstreeks toegankelijk zijn van op de openbare weg, dus niet via een andere wooneenheid of andermans eigendom. Toegang via een gemeenschappelijk hal is toegestaan. Iedere wooneenheid dient te beschikken over 1 bel en 1 aparte brievenbus. De verschillende criteria waaraan een kwalitatieve woningopsplitsing dient te voldoen komen hieronder aan bod: a. Leefruimte (zit- en eetruimte) en keuken, al dan niet in één ruimte geïntegreerd Vrije hoogte ≥ 2,50m De leefruimte moet rechtstreeks licht en buitenlucht ontvangen door tenminste één te openen verticaal venster of dakvlakraam. (dakvlakramen dienen laag ingeplant te zijn waardoor er rechtstreeks zicht mogelijk is) Niet rechtstreeks verlichte en verluchte kookruimten kunnen enkel toegestaan worden mits zij voorzien zijn van een efficiënt verluchtingssysteem en niet afgescheiden zijn van een rechtstreeks verlichte leefruimte. Oppervlaktenorm rechtstreekse buitenverlichting: min. 1/8 vloeroppervlakte min. 1m² b. Slaapruimte(n): iedere wooneenheid dient minstens 1 afzonderlijke slaapruimte te beschikken. Vrije hoogte ≥ 2,50m De slaapruimte(n) moet(en) rechtstreeks licht en buitenlucht ontvangen door tenminste één te openen verticaal venster of dakvlakraam. (dakvlakramen dienen laag ingeplant te zijn waardoor er rechtstreeks zicht mogelijk is) Aanbevolen oppervlakte voor slaapruimten: ste 1 slaapkamer ≥ 12 m² de 2 en volgende slaapkamers ≥ 9 m² Oppervlaktenorm rechtstreekse buitenverlichting: min. 1/12 vloeroppervlakte min. 1m² c. Bergruimte: een afzonderlijke berging/wasplaats in de woongelegenheid zelf, op de gelijkvloerse verdieping of in de kelder. p.2/5 Grootte van de bergruimte wordt in functie van het aantal slaapkamers bekeken: 1 slaapkamer: ≥ 3 m² ≥ 2 slaapkamers ≥ 5 m² ALGEMEEN KWALITEITSKADER MEERGEZINSWONINGEN Afvalberging moet voorzien worden in de woongelegenheid zelf of op het perceel waarop de meergezinswoning zich bevindt. (Afvalberging kan eventueel samen met bergruimte voorzien worden). Een afgesloten en voldoende verluchte ruimte voor het opslaan van huishoudelijk afval met een oppervlakte van min. 1 m² in of buiten het gebouw. Het is belangrijk dat er voldoende ruimte is om het afval te kunnen sorteren. Opslagruimte voor huishoudelijk afval kan individueel of gemeenschappelijk voorzien worden d. Badkamer, minimaal bestaande uit wastafel en douche en/of bad (voorzien van stromend koud en warm water), gelegen in de woongelegenheid en die niet rechtstreeks uitgeeft in een leefruimte of een kookruimte. De badkamer moet voorzien zijn van voldoende verluchting in overeenstemming met de ventilatienormen. e. Een toilet met waterspoeling (al dan niet geïntegreerd in de badkamer), gelegen in de woongelegenheid en die niet rechtstreeks uitgeeft in een leefruimte, een kookruimte of slaapruimte. De toiletruimte moet voorzien zijn van voldoende verluchting in overeenstemming met de ventilatienormen. f. Een private buitenruimte: Minstens 1 buitenruimte heeft een totale oppervlakte van 6m², waarvan alle zijden een breedte van minimum 120cm hebben. Evenredigheid met verdeling van de vloeroppervlakte van de woning ten opzichte van de beschikbare buitenruimte is aangeraden. De aanwezigheid van een private buitenruimte draagt sterk bij tot de woonkwaliteit. Private buitenruimten bestaan in verschillende soorten: tuinen, terrassen, dakterrassen, patio’s en koeren. De kwaliteit van de buitenruimte wordt o.a. bepaald door de oppervlakte en de bruikbaarheid van de buitenruimte, door de relatie tussen de buitenruimte en de leefruimte(s) van de woning, door de bezonning en de privacy en door het uitzicht dat men heeft vanuit de buitenruimte. Een visuele relatie van de woonvertrekken (zit- en eetruimte, keuken, slaapkamer) met de privé buitenruimte is aangewezen. Rechtstreeks bereikbaar vanuit de woongelegenheid is een pluspunt. Indien buitenruimte niet privaat kan voorzien worden, is er de mogelijkheid om met deze minimum oppervlakte een gemeenschappelijke buitenruimte te creëren, mits bereikbaar via de gemeenschappelijke delen g. 1-1,5 parkeerplaatsen per woongelegenheid dient voorzien te worden op het eigen perceel, al dan niet in het gebouw geïntegreerd of ondergronds. (afhankelijk van omvang van het project, ligging, …) Afmetingen: minimale afmeting van verplicht te realiseren parkeerplaats (LxB): − garage of box: 5,25 m x 2,75 m x 2,00 m (= vrije hoogte) − autostaanplaats: 5 m x 2,50 m x 2,00 m (= vrije hoogte) Behoudens andersluidende bepalingen verkavelingen, BPA’s of RUP’s Parkeerpoorten en inritten: Maximum 1/2 van de gevelbreedte mag gebruikt worden als garagepoort of inrit opgenomen p.3/5 in ALGEMEEN KWALITEITSKADER MEERGEZINSWONINGEN Behoudens in beschermd stads- of dorpsgezicht of bij gebouwen opgenomen in de lijst van het bouwkundig erfgoed opgemaakt door het Sint-Lucasarchief. h. Fietsenbergruimte In de meergezinswoning zelf of op het perceel waarop de meergezinswoning zich bevindt, moet een individuele of collectieve overdekte ruimte ingericht worden voor het stallen van (brom)fietsen. Qua normering wordt 1 (brom)fietsparkeerplaats per slaapkamer gerekend. naar een individuele of collectieve garage of parkeerplaats. In totaal mag niet meer dan 10 m van de gevelbreedte worden ingenomen door inritten of garagepoorten. De breedte van de garagepoort of collectieve in- en uitrit moet minimaal 3 m bedragen. Fietsenberging kan gemeenschappelijk voorzien worden in het gebouw of in de tuin. Deze berging wordt het beste voorzien op een makkelijk bereikbare plek waarbij: De loopafstand van een fietsenberging meergezinswoning maximum 30 m bedraagt. Ondergrondse fietsenbergingen alleen worden toegelaten op de eerste ondergrondse verdieping. Indien de kelderverdieping wordt gebruikt als fietsenberging, mag de toegangshelling maximaal 15% bedragen. tot de ingang van de OPPERVLAKTE NORM: Een bestaande ééngezinswoning of gebouw opdelen in meerdere woongelegenheden kan niet worden toegestaan indien de totale bruto vloeroppervlakte van dit pand minder dan 250m² bedraagt. Richtoppervlakte(n) zijn steeds afhankelijk van ligging van de woning: centrum/periferie. Het is belangrijk dat een woning voldoende groot is. De beschikbare oppervlakte in een woning heeft immers een grote invloed op de woonkwaliteit en meer bepaald op de bruikbaarheid, het comfort en de flexibiliteit van de woning. De gewenste grootte van een woning is echter afhankelijk van het type gezin (alleenstaande, koppel, gezin met kinderen, …) dat in deze woning zal wonen. p.4/5 Doelstelling: het vrijwaren of beschermen van bestaande ééngezinswoningen van opdeling en het optimaliseren van de bestaande woonmarkt. Het bestaande aanbod van ééngezinswoningen moet maximaal behouden blijven. Daarom moet in sommige gevallen het opdelen van woningen voorkomen worden. Richtoppervlakte: Aantal slaapkamers 1 2 3 4 5 Min. netto vloeropp. 62 m² 86 m² 114 m² 138 m² 160 m² ALGEMEEN KWALITEITSKADER MEERGEZINSWONINGEN Totale bruto-vloeroppervlakte van een woonentiteit: De totale bruto-vloeroppervlakte van de woning is de som van de oppervlakten van elke bewoonbare verdieping die zich maximum 1m onder het maaiveld bevindt. De oppervlakte wordt gemeten langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies die de woning omhullen. Enkel die vloeroppervlakte met een vrije hoogte van 2,50m wordt in rekening gebracht. Deze hoogte wordt gemeten tussen de bovenkant van de afgewerkte vloer en de onderzijde van de verdiepingen die erboven gelegen zijn. Vrijstaande achterbouwen zijn niet inbegrepen. Netto-vloeroppervlakte van een woonlokaal: De oppervlakte gemeten tussen de muren, zonder de constructiedikte van de wanden. Enkel die vloeroppervlakte met een vrije hoogte van minimum 2,50m wordt in rekening gebracht. Deze hoogte wordt gemeten tussen de bovenkant van de afgewerkte vloer en de onderzijde van de verdiepingen die erboven gelegen zijn. Voor hellende plafonds wordt enkel de vloeroppervlakte vanaf de hoogte 2,00m in tekening gebracht. p.5/5