Praktijk voorbeeld 1: het begin Dit voorbeeld gaat over hoe je: - een project opent en afspeelt - het project automatisch herhalend kan laten afspelen. - markers gebruikt - het tempo aanpast - tracks kan uitzetten of solo laten spelen. - het spoor van een instrument kunt wijzigen - een track door een midi instrument kunt laten spelen. PROJECT OPENEN Zoals we al gezien hebben in hoofdstuk één, slaat SONAR zijn bestanden op als project bestanden met de extensie .CWP of .CWB. Voordat je iets kunt gaan doen moet je een project aanmaken, of er eentje openen. We gaan voor dit voorbeeld een bestaand project openen, met de naam tutorial1.CWP. Nadat je dit gedaan hebt, moeten we eerst kijken naar de midi en audio outputs, voordat we het project kunnen gaan afspelen. Misschien heb je wel een geluidskaart met daarop een wavetable synthesizer, of je hebt een keyboard of synthesizer. Hoe je deze dingen kunt gebruiken met SONAR gaan we verderop behandelen, nu gaan we kijken naar het gebruik van een software synthesizer. Een software synthesizer is een programma dat, net als een hardware homekeyboard of synthesizer, geluiden kan maken. Het programma gebruikt hiervoor de processor van je computer. De output van die berekeningen komen bij SONAR binnen, en die stuurt het op zijn beurt weer naar de uitgangen van je audiokaart. Wanneer je een software synthesizer gebruikt, moet je de midi uitgang van een midispoor met die synthesizer verbinden. En om het geluid te horen dat er dan uit die softwaresynthesizer komt moet je de audio weer doorverbinden met je audiokaart. Op zich logisch allemaal, maar het moet wel gebeuren! We gaan een software synthesizer gebruiken in ons project. En wel de Cakewalk TTS-1. GEBRUIK VAN EEN SOFTWARE SYNTHESIZER 1. 2. 3. In het insert soft synths menu klikken we op (in dit voorbeeld) 'Cakewalk TTS1', in het popup venster. Het 'insert soft synth' dialog venster verschijnt. In het 'create these tracks' veld, moet je MIDI source uitzetten. We hebben al sporen in ons project waarmee we de TTS-1 gaan aansturen. Even goed kijken of de 'first synth audio output' optie is geselecteerd. Dat is nodig om de uitgang van de TTS-1 te routen naar de audio uitgang die we in SONAR kiezen. De audio input is automatisch geregeld. Praktijk voorbeeld 1: het begin 4. 5. in het 'open these windows' veld kies je alleen voor de 'synth property page'. Dat is het scherm met alle bedieningselementen van de TTS-1. Klik op OK. KIEZEN VAN MIDI UITGANGEN VOOR DE SPOREN IN EEN PROJECT 1. Maak de Midi track breed genoeg zodat je alle opties in de trackview kunt zien, Midi icoontje 2. Herstel strip grootte (zelfde als bij een Windows venster) In het scherm zoals hieronder afgebeeld, kun je ondermeer de instellingen maken voor de MIDI in- en uitgangen. Dus waar de MIDI signalen vandaan komen en waar ze naar toe moeten. Midi ingang. Deze zet je meestal op 'allemaal' (all midi inputs/omni) Midi uitgang. Hier hebben we de TTS-1 geselecteerd. Bij sommige softwaresynthesizers, en bij praktisch alle hardware apparaten, kun je ook een Midi kanaal instellen. Vaak ook omdat het ding op meerdere kanalen tegelijk kan ontvangen. Hier stel je het kanaal dan in. afb: midi i/o All, deze tab gebruik je wanneer je alle track parameters wilt zien. De andere tabs zijn voor de mixer, effecten en de in/uitgangen van dat spoor. Wanneer je op deze kleine driehoekjes klikt, krijg je een aantal keuzes waar je er dan een van kunt selecteren. Bijvoorbeeld de midi uitgang van een spoor. Praktijk voorbeeld 1: het begin 3. Kies de Midi uitgang voor deze track, dat is in dit geval de Cakewalk TTS-1 1 output1, zoals in het plaatje ook te zien is. (afb. midi i/o) 4. Als je deze instelling ook voor de overige sporen wilt maken, en dat willen we, dan gebruik je de pijltjes toetsen op je qwerty . Een spoor lager is dan pijltje naar beneden. Voor ieder spoor maak je dezelfde instelling, door op het kleine driehoekje te klikken en de optie 'Cakewalk TTS-1 1 output 1' te kiezen. Via dit driehoekje kom je in het Midi ingang en uitgang menu. Dit moet je PER SPOOR instellen. Wanneer je dit gedaan hebt is ieder spoor toegewezen aan de TTS-1/ Nu moeten we nog de audio uitgang van de TTS-1 doorverbinden naar jouw audiokaart. Daarvoor moeten we eerst de juiste audiodrivers activeren. ACTIVEREN VAN DE AUDIO DRIVER 1. Selecteer options-audio. Het audio opties dialoog venster opent zich. 2. Click op de tab 'Drivers'. 3. In het 'output drivers' gedeelte vink je de drivers aan die je wilt gebruiken. Of je vinkt de drivers uit die je niet nodig hebt. 4. Klik OK. De drivers die je geselecteerd hebt, zullen nu beschikbaar zijn in de uitgangen optie van de softsynthesizer. EEN AUDIO UITGANG KIEZEN VOOR EEN SOFTWARESYNTHESIZER Icon, dat verteld ons dat we hier met een synthesizer te maken hebben Audio uitgang dropdown pijltje Praktijk voorbeeld 1: het begin HET PROJECT AFSPELEN Met de knoppen van de grote transportbalk (large transport bar) kun je vrijwel alle transport functies van Sonar bedienen. Wanneer je deze niet ziet, druk op F4, of kies via het view menu de 'large transport bar'. begin stop start einde opnemen auto punch aan/uit klik hier om één maat achteruit te gaan klik hier om één maat vooruit te gaan sleep om de NU tijd te verplaatsten Om SONAR in 'pauze' te zetten druk gebruik je 'cntrspacebar'. Dan springt SONAR ook niet terug naar het begin van je project. Zoals je kunt zien, ziet de transport balk er op eenzelfde manier uit als de transport toetsen van je CD of DVD speler. Werkt ook vergelijkbaar. DE NU TIJD. In SONAR heb je te maken met iets dat we de NOW time, oftewel de NU tijd noemen. En dat is niets meer en niets minder als waar je op dat moment bent met afspelen. Je ziet een verticale lijn door je project lopen. Als je op start hebt gedrukt beweegt die van links naar rechts, en je hoort de muziek afspelen. Daar waar die lijn staat (de cursor), dat is wat er op dat moment wordt afgespeeld en dat is dus NU. Waar dat nu is kun je zien aan de cursor, maar wordt ook weergegeven in maat, tel en tick (dus de hoeveelste maat, welke tel van die maat en een 'tick' is weer een onderverdeling van de tel van de maat.) en in tijd. Dus hoeveel uren, minuten, seconden en frames zijn er al verstreken sinds het begin van het project. Je kunt heen en weer spoelen door het project door de cursor te slepen, of door in de transportbar aan het schuifknopje te trekken; zie afbeelding hierboven. Je kunt de tijd ook via een speciaal venster laten zien, kies 'view>big time' en je krijgt een popup venster met daarin groot de NU tijd. Praktijk voorbeeld 1: het begin MARKERS Wanneer je SONAR wilt starten of afpelen doe je dat met de transportbar, de toetsen van je qwerty, of met een speciale Midi controller. Het plaatje op de vorige bladzijde laat zien wat een aantal knoppen op de transportbar doen. Helemaal links op de transportbar zie je twaalf kleine knoppen met het woord 'marker' erboven. Deze kun je gebruiken om bepaalde locaties in je project gemakkelijk terug te vinden. Je moet dan eerst een 'marker' plaatsen , je zou het in het Nederlands een 'anker uitgooien' kunnen noemen, en vervolgens kun je dan met een shortcut of door op de transportbar op dat markernummer te klikken in een keer naar die locatie toespringen. Markers zet je bijvoorbeeld neer vlak voor het refrein, de brug of waar een solo begint, of waar je bezig bent een ingewikkelde drumfill te programmeren. Markers Open het 'marker venster' door naar views-toolbars-markers te gaan. Hier heb je verschillende opties zoals 'invoegen marker', spring naar volgende/vorige marker' en zo meer. Heen en weer springen tussen markers kun je ook met cntr+shift+page up en cntrl+shift+pagedown. LOOPING Het kan erg handig zijn om een gedeelte van je project steeds automatisch te laten herhalen. Dat heet 'loopen'. Ook daarvoor is een werkbalk, die je vindt onder 'viewstoolbars' en dan vink je 'loop' aan. In deze toolbar kin je de loop aan en uitzetten en kiezen van waar tot waar de loop moet lopen. Wanneer je op F5 drukt opent er een marker dialoog venster. Je kunt ook een loop instellen tussen twee reeds geplaatste markers. Om van het begin tot het einde te loopen gebruik je de begin en eind markers van SONAR. Met F5 komt het 'Marker dialoog venster' tevoorschijn. Praktijk voorbeeld 1: het begin TEMPO Het aanpassen van het tempo kan op twee manieren. Je doet het in ieder geval met de 'tempo werkbalk', en die krijg je te zien als bij 'views-toolbars' tempo is aangevinkt. Tempo ratio 1, 2 en 3 Tempo 'mute' Tempo invoeren Manier één is door gewoon een ander tempo in te voeren middels 'tempo invoeren'. Manier twee is om een afgeleide van het originele tempo te kiezen, en dat gaat via de 'ratio' knoppen. 1 is half tempo, 3 is dubbel tempo, en 2 is weer 'normaal' tempo. Nu kan het gebeuren dat een project een aantal keren van tempo wisselt, vertraagd of versneld. Met 'tempo view' kun je op een grafische manier tempowisselingen door je hele project programmeren. MUTE en SOLO Wanneer je met een aantal sporen bezig bent, is het soms nodig dat een of meer van de andere sporen even niets afspeelt. Je kunt dan beter horen wat je aan het doen bent. Daarvoor zijn de knoppen 'mute' en 'solo' op ieder spoor. Druk je 'solo' in, dan worden alle andere sporen uitgeschakeld en hoor je alleen het spoor dat op 'solo' staat. Druk je op 'mute' van een bepaald spoor, dan wordt alleen dat spoor uitgeschakeld. De mute en solo knoppen vind je zowel in het mengtafel venster (console view), als in het overzicht venster bij alle sporen. GELUID KIEZEN We gaan weer iets concreter worden, we willen ander instrument kiezen van de synthesizer die we eerder in dit voorbeeld hebben gekozen, de Cakewalk TTS-1. Een ander geluid kiezen doe je met een program change commando. In SONAR zijn er drie manieren om dat te doen. Je kiest op je midicontroller via program change een andere preset, of je voert in SONAR in de trackinspector of in het trackvenster een ander programchange nummer in. De laatste twee hebben als voordeel dat wanneer je je project opslaat, je keuze ook onthouden wordt. In het track veld ga je naar Patch control, dat zit net na Bank control. Er zal nu iets staan van 'acoustic grand piano'. Klik op het driehoekje dat achter die naam staat. Je krijgt nu Praktijk voorbeeld 1: het begin een keuze menu met presets waaruit je kunt kiezen. Wanneer je het spoor op solo zet en laat loopen, kun je gemakkelijk horen hoe de nieuwe preset klinkt. Stel je wilt halverwege een project van instrument wisselen in een bepaalde track, dan doe je dat met 'insert bank-patch change'. Zorg er dan voor dat je het juiste spoor én de juiste plaats te pakken hebt, voordat de wijziging gaat programmeren. MIDI KEYBOARD Wanneer je een midikeyboard hebt aangesloten op je computer dan kun je alle softsynths die je in SONAR gaat gebruiken via dat midikeyboard bespelen. Heb je een keyboard of synthesizer met eigen geluiden, dan kun je die ook vanuit SONAR laten bespelen. Om zeker te weten dat dat allemaal goed gaat werken moeten wat instellingen gecontroleerd worden. Praktijk voorbeeld 1: het begin Hierboven zie je het dialoog venster dat je met kunt bereiken. Hierin stel je in welke midi drivers er wel of niet actief zijn. Wil je een externe synthesizer of keyboard aansturen met SONAR, dan zul je de midi interface die aangesloten is op die synthesizer of dat keyboard in dit venster actief moeten maken, als ie dat niet al is. Welke dat dan precies is, hangt van jouw computer en hardware samenstelling af. Dit MIDI devices venster zal er bij jou waarschijnlijk ook heel anders uitzien,…. EXTERN MIDI APPARAAT Om Midi data vanuit SONAR naar jouw instrument (Synthesizer/keyboard) te krijgen stel je het volgende in. Zorg dat je synthesizer/keyboard goed is aangesloten (midi in van jouw apparaat verbonden met de midi out van de computer) en dat je synthesizer/keyboard is ingesteld om op midi kanaal 1 te ontvangen. 1. In Track view, in de piano track (track 1) klik je op het midi uitgang veld. 2. Hier kies je de uitgang waarop je synthesizer/keyboard is aangesloten. 3. Druk op 'play' of 'spacebar' om het afspelen te starten. Als alles goed is gegaan hoor je nu je synthesizer/keyboard spelen. Let er ook op dat het volume van je synthesizer/keyboard aanstaat en dat de audioverbindingen kloppen! Op een vergelijkbare manier kun je deze instellingen ook maken in het mengtafel venster (console view)