1. Kenmerken van sociale media

advertisement
Sociale media
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Kenmerken van sociale media
Keuze voor soort sociale media
Rol van de partnerorganisatie
Facebook
Twitter
MyWorld
LinkedIn
En verder
1. Kenmerken van sociale
media
Sociale media zijn in onze huidige maatschappij
niet meer weg te denken. In 2013 hadden meer dan 900 miljoen mensen wereldwijd een
Facebook-account en dat aantal neemt alleen maar toe. Logisch dat veel mensen met een
ontwikkelingsproject onderzoeken op welke manier ze sociale media voor hun project kunnen
inzetten. Het vergemakkelijkt niet alleen de communicatie met hun Nederlandse achterban, maar
ook met hun partnerorganisatie. Bovendien kunnen deze twee met sociale media ook direct
communiceren! Sociale media zorgt voor snelle, vluchtige en dynamische communicatie, anders
dan als je bijvoorbeeld een persbericht of een fondsenwervende tekst schrijft. Het is bij uitstek
een medium om te netwerken, een medium waarmee wederkerigheid van belang is. Een aantal
kenmerken van sociale media:

De interactie staat centraal. Probeer dus niet alleen te zenden, maar ook te luisteren en te
reageren. Nodig je achterban uit te reageren door ze vragen te stellen of hun mening te
vragen over een onderwerp, een verhaal of een foto.

Berichten en filmpjes moeten kort en krachtig zijn, anders scrollen mensen snel door.

Teksten ondersteund door beeld zijn aantrekkelijker voor de lezer, dus gebruik veel foto’s
en filmpjes.

Sociale media is vluchtig en gaat uit van de actualiteit; je kunt het dus het beste regelmatig
bijhouden.

Sociale media biedt een uitstekende kans om ook je partnerorganisatie en doelgroep aan
het woord te laten. Zo komt het project heel dicht bij het Nederlandse publiek.

Ook de voortgang van een project kun je door middel van foto’s heel goed laten zien. Elke
maand een updatefoto maakt dat een project en het proces daarnaartoe zichtbaar zijn voor
mensen en mensen zich betrokken voelen.
2. Keuze voor soort sociale media
Welke sociale media ga je gebruiken? Dat hangt ervan af wat je ermee wilt (netwerken en kennis
delen of bijvoorbeeld fondsenwerven), wie je doelgroep is (welke leeftijd, welke interesses) en
hoeveel tijd je hebt. Het is slim om niet meteen met alle sociale media aan de slag te gaan, maar
afhankelijk van wat je wil een duidelijke keuze te maken. Je kunt uiteraard je achterban en
partner betrekken bij de inhoud van bijvoorbeeld een Facebookpagina of Twitteraccount. Zo hoef
je niet alles zelf te schrijven en is er bovendien meer interactie en betrokkenheid. In dit hoofdstuk
vind je een overzicht van de meest populaire sociale media op dit moment. Per stuk bespreken
we een aantal kenmerken van de sociale media.
3. Rol van de partnerorganisatie
Ondanks de vele mogelijkheden die sociale media bieden om de mensen van het project aan het
woord te laten of in beeld te brengen, gebeurt dit nog weinig. Jammer, want het is interessant om
de projecten dichter bij mensen in Nederland te brengen.
Wat je bijvoorbeeld kunt doen is:

Laat de directeur van de partnerorganisatie een regelmatige update geven.

Plaats een link naar een beleidsdocument van de overheid van het land waarin het project
zich bevindt over bijvoorbeeld onderwijs of gezondheidszorg, of maak daar een kleine
samenvatting van.

Interview iemand die baat heeft gehad bij een vorig project om zo resultaten te laten zien.

Laat mensen ter plekke foto’s nemen om de voortgang te laten zien (iedere maand een
foto van de voortgang van de bouw).

Laat de Nederlandse achterban rechtstreeks vragen stellen aan de lokale
partnerorganisatie. Bijvoorbeeld door één keer per kwartaal een vragensessie in te lassen.
De ene dag kunnen mensen vragen stellen, de volgende dag of dagen geeft de
partnerorganisatie antwoorden. Je kunt ook een Skype-sessie of Google+ Hangout
plannen, waarmee je rechtstreeks met elkaar kunt praten en elkaar kunt zien.

Volg de officiële sociale media-accounts van samenwerkingspartners. En deel de meest
interessante ontwikkelingen of tweets weer op jouw sociale media.
Voorbeelden van Facebookpagina’s waar de partnerorganisatie een duidelijke rol heeft zijn
bijvoorbeeld:

SPZA: https://www.facebook.com/SPZA.org

Stichting HoPe: https://www.facebook.com/stichtinghope

Undugu Society of Kenya: https://www.facebook.com/pages/Undugu-Society-ofKenya/33211696522

Stichting Scholenproject Cambodja-Rotterdam: https://www.facebook.com/pages/StichtingScholenproject-Cambodja-Rotterdam/461994477267824
Let er overigens wel op dat je nooit politiek of cultureel gevoelige informatie plaatst die je
partnerorganisatie of mensen in hun omgeving zou kunnen schaden. Bedenk dat veel mensen
meelezen met wat jij schrijft!
4. Facebook
Facebook is een gratis sociale netwerksite waarop gebruikers hun persoonlijke interesses delen
met anderen. Gebruikers maken een persoonlijk profiel aan. Ook een pagina voor de organisatie
is mogelijk. Je kunt anderen op Facebook uitnodigen om ‘vriend’ te worden. Op je prikbord (wall)
of dat van anderen kun je berichtjes plaatsen. Bijvoorbeeld over actuele ontwikkelingen in een
project, zoals de vorderingen van de bouw van een school, of een tussenstand van de
hoeveelheid geld die is opgehaald. Bovendien kun je mensen uitnodigen daar reacties op te
geven. Dat is leuk én levert wat op:
1. Je krijgt inzicht in wat er leeft bij jouw achterban. Welk soort berichten krijgen de
meeste likes, welke vragen worden er gesteld? Daar kun je weer op inspelen door
meer van dat soort berichten te posten. Je kunt zien hoe oud mensen zijn, van welk
geslacht en wat hen interesseert. Daar kun je ook je inhoud weer op afstemmen.
2. Je kunt mensen op een andere manier betrokken houden bij je project. Vraag
bijvoorbeeld eens wie er nog een goedkope copyshop weet of wie er een paar uur bij
jouw kraam wil staan op Koningsdag. Zo betrek je mensen persoonlijk. Omdat je geen
persoonlijk bericht stuurt, maar het op je prikbord plaatst, hoeft niemand zich verplicht
te voelen om te reageren.
3. Als mensen op je berichten reageren, ze liken of delen, zien ook hun vrienden en
familie dat. Zo creëer je een groter bereik en naamsbekendheid. Andersom helpt het
ook als je zelf berichten leuk vindt. Zo bevorder je de interactie en worden jij en jouw
project vaker genoemd.
4. Je spreekt meerdere mensen tegelijk aan en kunt ze snel oproepen om iets voor je te
doen. Bijvoorbeeld petities tekenen voor eerlijke handelsverdragen als je actief bent in
Bangladesh, mensen oproepen om alleen maar eerlijke cacao te nuttigen als je actief
bent in Ghana, etc.
Facebook en andere sociale media werken het beste als je ze regelmatig bijwerkt, vragen stelt of
er op een andere manier actief mee bezig bent. Daarom kun je het beste van tevoren nadenken
over hoeveel tijd je erin wilt steken, en met elkaar afspreken welke personen binnen je
organisatie dat gaan doen.
Als je een account aanmaakt, denk dan goed na over de gebruikersnaam. Mensen moeten je
makkelijk kunnen vinden en herkennen; ga dus geen al te ingewikkelde naam verzinnen, maar
gebruik bijvoorbeeld gewoon de naam van jouw organisatie.
5. Twitter
Met de gratis sociale netwerksite Twitter verstuur je korte berichtjes van maximaal 140 tekens. Je
kunt mensen of organisaties volgen die zich overal ter wereld bevinden en wellicht informatie
voor je hebben. Met @ + naam Twitteraccount (bijv. @WildeGanzenNL) kun je directe berichten
versturen. En als de ander jou ook volgt, dan is het mogelijk om een privébericht (direct
message) te sturen via dm @ + Twitteraccount. Met # + onderwerp in je tweets zorg je dat
mensen die op dit woord zoeken bij je terecht komen, bijv. #WildeGanzen. Twitter is in beginsel
een conversatienetwerk, dus ga vooral de dialoog aan met mensen.
Maak je account aan via https://twitter.com/signup. Denk goed na over de gebruikersnaam die je
wilt gebruiken. Een lange gebruikersnaam (veel karakters) betekent minder tekens over voor je
bericht. Je kunt ook hyperlinks (naar bijv. je donatiepagina of interessant nieuws) in de berichten
plaatsen. Lange hyperlinks kun je verkorten op websites zoals https://bitly.com/ en http://goo.gl/
zodat je zo min mogelijk tekens kwijt bent aan de links. Ook kun je foto’s toevoegen in je
berichten om deze aantrekkelijker te maken.
Begin organisaties, vrienden en personen te volgen. Als jij iemand volgt, verschijnt elk bericht dat
degene post op jouw ‘timeline’. Zo stel je jouw eigen berichtenstroom samen van informatie die
voor jou interessant is. Als je interessante inhoud post, zullen mensen jou ook (terug) gaan
volgen. Zo bouw je dus aan je netwerk.
Als je twittert, bedenk dan goed dat je snel weer moet reageren op berichtjes. Het is echt een
dialoog, met zeer korte berichtjes, dus minder geschikt om van alles over een project te vertellen.
6. MyWorld
MyWorld.nl is er voor iedereen die zich actief inzet voor ontwikkelingssamenwerking. Het online
platform wordt beheerd door Wilde Ganzen, Cordaid, Impulsis en NCDO. Op MyWorld.nl wordt
kennis gedeeld en worden ervaringen uitgewisseld. Dit platform is dus uitermate geschikt als je
ervaringen en kennis wilt delen met anderen, wilt ontdekken wie er allemaal actief is in het land
waar je het project ondersteunt, of wie een project heeft op hetzelfde gebied als dat van jou.
MyWorld.nl bestaat uit verschillende onderdelen.
De MyWorld-community: een trefpunt waar actieve wereldburgers ideeën opdoen en onderling
netwerken. In de community kun je jouw eigen organisatie presenteren, kennis maken met
anderen, vragen stellen, reageren op andere vragen of artikelen en kennis uitwisselen. Je kunt
actief deelnemen aan deze community door een profiel aan te maken op
https://community.myworld.nl/, waarna je ook lid kunt worden van bepaalde groepen, bijvoorbeeld
op land (Kenia, Ghana) of thema (gender, onderwijs).
De tabs “MyWorld magazine” en “Trainingen” kun je online bekijken zonder ingelogd te zijn.
Deze tabs bevatten nieuwsberichten, kritische artikelen en columns over onze inzet voor een
wereld zonder armoede en het gehele aanbod van trainingen, netwerkdagen, seminars en
andere bijeenkomsten speciaal georganiseerd voor particuliere initiatieven. Vier keer per jaar
verschijnt het magazine als bijlage bij het maandblad OneWorld.
7. LinkedIn
LinkedIn is een zakelijke netwerksite gericht op professionals. Je kunt je gratis aanmelden bij
LinkedIn en een profiel aanmaken. De site is vooral bedoeld om te netwerken en om in groepen
kennis en expertise uit te wisselen. Met ‘linken’ bouw je een virtueel netwerk op. Als je actief bent
in groepen profileer je jezelf en leer je anderen kennen die mogelijk interessant voor het project
zijn. Zoals mensen in de (lokale) politiek, experts op voor jou relevante thema’s of bevlogen
mensen die vrijwilligers kunnen worden. Ook kun je in contact blijven met mensen die je ontmoet
hebt tijdens bijeenkomsten.
Soms maken particuliere initiatiefnemers op LinkedIn thematische of regiospecifieke groepen
aan. Zo is er bijvoorbeeld een LinkedIn groep voor particulier initiatief actief in Zuid-Afrika.
Een paar concrete tips voor effectief LinkedIn-gebruik zijn: upload een goede foto, schrijf een
duidelijke professionele headline, maak je profiel 100% compleet, zoek bestaande contacten op
en maak nieuwe, vraag om aanbevelingen (recommendations) bij je LinkedIn-contacten, gebruik
de status-update om ‘in the picture’ te blijven en meld je aan bij groepen die voor jou relevant zijn.
Enkele van de vele mogelijkheden die LinkedIn biedt:

LinkedIn kan gebruikt worden om contact te houden met oud-collega’s bij verandering van
werk of project. Zo kun je altijd terugvallen op expertise van mensen die je kent
en vertrouwt.

Doordat het netwerk niet alleen bestaat uit directe contacten maar ook uit contacten van
contacten (second degree connections) en verder (third degree connections) kun je jouw
relaties vragen je te introduceren en zo je professionele netwerk verder uitbouwen.

Via network statistics kun je precies volgen wie er in je netwerk zitten, hoe groot het
netwerk is, welk soort specialisten er in zitten en uit welke landen ze komen.
8. En verder
Sociale Media is in ontwikkeling. Er komen geregeld nieuwe sociale media bij en in verschillende
landen worden verschillende sociale media gebruikt. Wil je meer weten over YouTube en
Instagram? Deze media worden in het hoofdstuk Beeldgebruik uitgelegd.
Voor meer inspiratie kun je ook lid worden van de Facebookpagina van Wilde Ganzen of ons
volgen op Twitter.
Deze toolkit is mede mogelijk gemaakt door de EU
Download