Kindergeneeskunde Botox injectie bij incontinentie Inleiding In overleg met uw behandelend kinderuroloog heeft u besloten dat uw kind een Botox injectie in de blaas zal krijgen. Dit zal plaatsvinden door de kinderuroloog in het SKB door middel van een kijkoperatie in de blaas onder narcose. Deze folder bevat informatie over de ingreep en de zorg die uw kind daarna thuis nog nodig heeft. Informatie over de kinderafdeling en de opname vindt u in de folder “dagopname op de kinderafdeling”. Heeft u na het lezen van deze folders nog vragen dan kunt u terecht bij de verpleegkundige van de kinderafdeling. Wat is Botox? Botox staat voor botuline-toxine A. Dit is een stof, eigenlijk een “gif” geproduceerd door bacteriën, die de signaaloverdracht van zenuwvezels naar spieren verhindert. (als u een TV kabel kapot trekt krijgt de TV ook geen ontvangstsignalen meer). Als Botox in een spier (de blaas) wordt gespoten krijgt de blaas minder ontvangstsignalen (prikkels) en daardoor kan de spier wat verlamd raken. Dit effect wordt gebruikt bij de behandeling van een overactieve blaasspier en/of urineincontinentie. Hoe wordt Botox toegediend? Voor het juiste effect moet Botox op meerdere plaatsen in de blaasspier worden geïnjecteerd. De kinderuroloog gebruikt hiervoor een lange injectienaald via de blaaskijker (cystoscoop). Op meerdere plaatsen spuit de injectienaald dan een kleine hoeveelheid Botox. Opname Voor de opname wordt uw kind gezien op het pre-operatief spreekuur door de anesthesioloog. Deze beoordeelt of uw kind gezond is en/of medicijnen gebruikt en bespreekt met u de narcose. Uw kind wordt daarna op de opnamelijst geplaatst voor de ingreep en u krijgt een week tevoren bericht van het opnamebureau wanneer uw kind aan de beurt is. Uw kind wordt opgenomen op de kinderafdeling F0 van het SKB. Opnameduur De opname duurt meestal één dag, afhankelijk van het herstel van uw kind. Als uw kind tijdens de operatie een blaaskatheter (een slangetje in de blaas ingebracht via de plasbuis) krijgt, dan moet uw kind ten minste één nachtje blijven slapen. Wat kunt u van de ingreep verwachten? De behandeling heeft meestal geen nare bijwerkingen. De urine kan na de injecties wat bloederig zijn. Soms voelt het kind zich erna wat grieperig. Het effect treedt meestal binnen een paar dagen op. De werkingsduur van Botox is wisselend, soms is het effect na 3-12 maanden uitgewerkt en kan de ingreep herhaald worden. Soms werkt Botox zo goed dat de blaasspier tijdelijk teveel verlamd raakt en het kind niet meer spontaan kan plassen. Dan is meerdere malen per dag katheterisatie nodig tot de blaas zelf weer voldoende kracht heeft. Ouders of een ouder kind kunnen dit leren om thuis zelf te doen. 1/3 Medicatie Tijdens de operatie wordt bij het begin antibiotica gegeven. Na de operatie kan bij de meeste kinderen de eigen thuismedicatie weer herstart worden. In geval uw kind tevoren een anticholinergicum gebruikte zal dit in overleg met de kinderuroloog gestopt worden, ook is het beter om de eerste paar dagen geen Minrin te gebruiken als uw kind dit slikt tegen bedplassen. Pijnbestrijding Het streven is dat uw kind na de ingreep zo min mogelijk pijn heeft. Daarom krijgt uw kind paracetamol zetpillen. De mate van pijn wordt bijgehouden op een pijnscorelijst. Geeft uw kind, ondanks de pijnmedicatie, nog steeds pijn aan dan kan in overleg met de anesthesioloog extra medicatie worden gegeven. De pijn kan soms een paar dagen aanhouden. Ontslag Als uw kind geen blaaskatheter kreeg en de conditie van uw kind goed is en hij/zij heeft geplast dan mag het in de loop van de dag naar huis. Kreeg uw kind wel een blaaskatheter dan wordt deze meestal de volgende morgen door de verpleegkundige verwijderd. Als uw kind daarna tweemaal goed heeft geplast en de conditie goed is dan mag het in de loop van de ochtend naar huis. Nazorg • Uw kind mag dezelfde dag gewoon baden of douchen • Als uw kind fit is mag het weer naar school gaan, buiten spelen, zwemmen, fietsen en sporten. • Wel moet u goed in gaten houden of uw kind verschijnselen van een blaasontsteking krijgt. In dit geval moet u contact opnemen met de kinderarts. Paracetamol Het kan zijn dat uw kind de eerste dagen na de ingreep nog pijn heeft. Daarom is het belangrijk dat u uw kind regelmatig paracetamol geeft. De dosering is afhankelijk van het lichaamsgewicht: • 10-15 kg: zetpil 120 mg. max 4x daags of siroop volgens de gebruiksaanwijzing. • 15-25 kg: zetpil 240 mg. max 4x daags of siroop volgens de gebruiksaanwijzing. • 25-50 kg: zetpil 500 mg. max. 4x daags of tablet 250-500 mg max. 6x daags. Complicaties Het is raadzaam contact op te nemen met de kinderafdeling (T 0543 54 44 95) als: • uw kind koorts krijgt • uw kind pijn blijft houden bij het plassen • de urine erg gaat ruiken • de pijn niet verdwijnt na het gebruik van paracetamol • uw kind veel bloed verliest bij plassen (de eerste twee-vier dagen na de ingreep is bloederige urine normaal, dit is meestal het gevolg van de injecties en/of de blaaskatheter en gaat bijna altijd vanzelf over). • uw kind niet meer kan plassen of heel vaak kleine beetjes plast en u het vermoeden heeft dat uw kind de blaas niet leeg plast. Bij één van deze klachten kunt u in overleg met de arts of verpleegkundige bekijken hoe u uw kind het beste kunt verzorgen. Zo nodig wordt de geplande afspraak voor controle op de polikliniek vervroegd. 2/3 Controle afspraak Ongeveer twee weken na ontslag wordt uw kind verwacht voor controle bij de kinderarts en/of kinderuroloog. Hij/zij moet dan met een volle blaas komen om op de kinderafdeling op een speciaal toilet te plassen (de uroflowmeter), hierna zal bekeken worden of de blaas goed leeg komt. Mogelijke bijwerkingen U moet zich goed realiseren dat de behandeling van overactieve blaasklachten met Botuline Toxine A officieel niet is geregistreerd in Nederland. Dit houdt in dat de effectiviteit en de veiligheid van de toepassing van het middel voor de blaas nog niet is beoordeeld door de registratieautoriteiten. Tot nu toe zijn er weinig bijwerkingen gemeld en gezien de geringe hoeveelheid die toegediend wordt, is de verwachting dat er niet veel gemeld zullen worden. Geheimhouding en recht op privacy Alle medewerkers van ons ziekenhuis, dus ook artsen en verpleegkundigen, hebben een geheimhoudingsplicht. Alleen als u toestemming geeft, mogen zij gegevens aan derden verstrekken. Degenen die bij de behandeling van uw kind betrokken zijn, mogen onderling gegevens opvragen en uitwisselen als dat voor de behandeling van uw kind nodig is. Het recht op privacy houdt nog meer in. Alle (para)medische, verpleegkundige en verzorgende handelingen moeten worden uitgevoerd zonder dat anderen dat kunnen zien. Een vertrouwelijk gesprek met een zorgverlener dient in een aparte ruimte gevoerd te worden. Wij doen ons best om deze afspraken na te komen. Meer informatie staat in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’ verkrijgbaar op de afdeling. Adresgegevens SKB Streekziekenhuis koningin Beatrix Bezoekadres: Beatrixpark 1 7101 BN Winterswijk Postadres: Postbus 9005 7100 GG Winterswijk T 0543 54 44 44 F 0543 52 23 95 E-mail [email protected] Website www.skbwinterswijk.nl ___________________________________ foldernummer: kin 720 versie: februari 2016 3/3