3. Werkwijze invullen gebiedsaanvraag

advertisement
TOELICHTING
WERKWIJZE INVULLEN GEBIEDSAANVRAAG
Datum
31 mei 2015
Onderwerp
Werkwijze voor het invullen van de gebiedsaanvraag
Doelstelling
De producten geven duidelijkheid over waar welke informatie verzameld kan worden en hoe het
collectief deze moet gebruiken voor het invullen van de gebiedsaanvraag.
Producten
1. Model Gebiedsaanvraag ANLB2016 (product BIJ12)
2. Toelichting bij de gebiedsaanvraag (product BIJ12)
3. Werkwijze invullen gebiedsaanvraag
4. Modelformat bijlage gebiedsaanvraag
Omschrijving per product
1. Model Gebiedsaanvraag ANLB2016
Op het portaal natuur en Landschap is het subsidie aanvraagformulier gepubliceerd, dat elk collectief
moet gebruiken voor het aanvragen van de subsidie ANBL2016 op basis van de gebiedsaanvraag.
2. Toelichting bij de gebiedsaanvraag
In aanvulling op het subsidieaanvraagformulier is een Toelichting op de gebiedsaanvraag opgesteld,
waarin per onderdeel van het aanvraagformulier is uitgelegd wat het collectief moet invullen of welke
informatie wordt gevraagd.
3. Werkwijze invullen gebiedsaanvraag
In de gebiedsaanvraag wordt in tabellen C en D gedetailleerde informatie gevraagd over de te
realiseren hectares beheer en de begrote kosten. In de Werkwijze invullen gebiedsaanvraag wordt
beschreven hoe op basis van het voorgenomen beheer en het beheerplan de gevraagde gegevens
verzameld kunnen worden.
4. Modelformat bijlage gebiedsaanvraag
In paragraaf D Productomschrijving en onderbouwing doelrealisatie wordt een uitgebreide
inhoudelijke onderbouwing gevraagd. In het modelformat bijlage gebiedsaanvraag staat per bullet
aangegeven waar welke informatie uit de SCAN-producten Checklist beheerstrategie en format
beheerplan verzameld kunnen worden. Zo kan het collectief op basis van eerder uitgewerkte
producten efficiënt de gevraagde informatie invullen in de gebiedsaanvraag.
1
STICHTING COLLECTIEF AGRARISCH NATUURBEHEER
WERKWIJZE INVULLEN GEBIEDSAANVRAAG
In de gebiedsaanvraag wordt in tabellen C en D gedetailleerde informatie gevraagd over de te
realiseren hectares beheer en de begrote kosten. In dit document beschrijft SCAN hoe het collectief
deze onderdelen kan invullen.
Het collectief heeft in detail met de deelnemers afspraken gemaakt over waar welke beheer wordt
uitgevoerd. Per deelnemer is daarvoor in SCAN-GIS aangegeven per perceel:
-
De beheereenheid;
Het beheerpakket;
De oppervlakte beheer.
Voor het indienen van de gebiedsaanvraag moeten de gegevens zoals die zijn verzameld voor het
beheerplan vertaald worden naar het niveau van beheerfuncties en/of beheerclusters zoals de
provincie heeft aangegeven in het Natuurbeheerplan.
De volgende informatie is nodig voor het invullen van de gebiedsaanvraag:
-
Provinciaal natuurbeheerplan;
Koppeltabel ANLb2016 (zie website Portaal Natuur en Landschap).
Overzicht beheerpakketten per cluster en beheerfunctie (zie website SCAN)
Eigen beheerstrategie;
Eigen concept beheerplan.
2
STICHTING COLLECTIEF AGRARISCH NATUURBEHEER
TOELICHTING OP DE GEBIEDSAANVRAAG
In het format bijlage gebiedsaanvraag van SCAN zijn de punten benoemd uit het formulier
gebiedsaanvraag, die aangeleverd moeten worden als onderbouwing van de gebiedsaanvraag
‘Onderdeel D Projectomschrijving en onderbouwing doelrealisatie’. In principe heeft het collectief alle
benodigde informatie al verzameld op basis van de eerder opgestelde beheerstrategie en het
beheerplan. In het modelformat is per onderdeel aangegeven welke eerder uitgewerkte informatie uit
de beheerstrategie en het beheerplan hiervoor gebruikt kunnen worden.
OVERZICHT BEHEERPAKKETTEN PER BEHEERFUNCTIE EN LEEFGEBIED
In de koppeltabel hebben de provincies en het rijk een vertaling gemaakt van de beheeractiviteiten
(maatregelen) uit de Catalogus GroenBlauwe Diensten naar leefgebieden met bepaalde
beheerfuncties die, conform het natuurbeheerplan, gerealiseerd moeten worden. In de tabel
‘Overzicht beheerpakketten-beheerfuncties’ is aangegeven welke beheerpakket op basis van de
koppeltabel ingezet kan worden voor de realisatie van een bepaalde beheerfunctie in een leefgebied.
ONDERSCHEID DEELGEBIEDEN
In het subsidieaanvraagformulier wordt in tabel C. onderscheid gemaakt in leefgebieden en
deelgebieden. In de toelichting op het aanvraagformulier is aangegeven dat de gevraagde informatie
alleen op het niveau van deelgebieden moeten worden aangeleverd wanneer de deelgebieden apart
benoemd zijn in het Natuurbeheerplan.
Wanneer in het natuurbeheerplan geen deelgebieden met naam en toenaam zijn benoemd, kan het
collectief één gebiedsaanvraag indienen voor het gehele werkgebied.
DEELGEBIEDEN IN DE TENDERING
Gebiedsaanvragen gaan getenderd worden wanneer de ingediende gebiedsaanvragen gezamenlijk het
beschikbare budget in de openstelling overschrijden of wanneer twee collectieven voor een zelfde
gebied een gebiedsaanvraag indienen. Vooralsnog was het de bedoeling dat in de tendering ook delen
van gebiedsaanvragen afgewezen zouden kunnen worden. Op dit moment loopt er bij Bij12 discussie
over de vraag of het afwijzen van delen van gebiedsaanvragen wel mogelijk is. Afhankelijk van de
uitkomst van deze discussie kan het verstandig zijn om toch deelgebieden in een gebiedsaanvraag te
onderscheiden, als er een risico bestaat dat er toch een tendering tussen gebiedsaanvragen gaat plaats
vinden. Zo gauw als hierover mee bekend is zal dit gecommuniceerd worden (dd. 29-05-2015).
3
STICHTING COLLECTIEF AGRARISCH NATUURBEHEER
UITGANGSPUNTEN VOOR DE KOPPELTABEL ANLB2016 (BIJ12)
Op de site Portaal Natuur en Landschap staat de koppeltabel ANLb2016. Uitgangspunten voor het
kunnen vertalen van het beleid (de invulling van leefgebieden aan de voordeur) en beheeractiviteiten
naar beheerpakketten (aan de achterdeur) zijn:
Elk beheerpakket waarmee het collectief aan de achterdeur werkt, is opgebouwd uit
subsidiabele beheeractiviteiten uit de Catalogus Groenblauwe Diensten. In de
beheerpakketten zijn deze onder het kopje beheereisen opgenomen.
In de koppeltabel staat aangegeven welke beheeractiviteiten ingezet kunnen worden voor
de realisatie van een specifieke beheerfunctie en/of cluster van beheeractiviteiten.
De kruisjes per beheeractiviteit geven aan welke beheerpakketten in welk leefgebied,
beheerfunctie of cluster van beheeractiviteiten ingezet kan worden.
Wanneer een beheerpakket is uitgesloten voor een bepaalde beheerfunctie, check dan of
het beheerpakket via een andere (relevante) beheerfunctie wel toegepast kan worden;
Wanneer een beheerpakket niet in het Overzicht beheerpakket – beheerpakketten
voorkomt, check dan de nationale of provinciale koppeltabel via de regionaal projectleider
SCAN: als de kruisjes van beheeractiviteiten van het beoogde beheerpakket in de tabel
staan binnen het beoogde leefgebied/beheerfuncties bijvoorbeeld bij een ander cluster
van beheeractiviteiten of een andere beheerfunctie kan het beheerpakket alsnog worden
toegepast.
WERKWIJZE VERZAMELEN GEGEVENS GEBIEDSAANVRAAG
Hieronder wordt beschreven hoe het collectief vanuit de gemaakte afspraken in de voorintekening tot
een ingevulde formulier gebiedsaanvraag kan komen. Omdat elke collectief in de voorintekening op
basis van beheerpakketten afspraken heeft gemaakt met de deelnemers is het logisch dat eerst de
tabel van onderdeel D van het formulier gebiedsaanvraag wordt gevuld en daarna pas de tabel van
onderdeel C. Voor het verzamelen van de benodigde gegevens worden de volgende stappen
doorlopen:
1. Het toewijzen van beheerpakketten aan een beheerfunctie;
2. Invullen tabel van onderdeel D;
3. Invullen tabel van onderdeel C.
Hieronder wordt per stap verder toegelicht hoe de benodigde gegevens verzameld kunnen worden.
1 TOEWIJZEN BEHEERPAKKETTEN
In het natuurbeheerplan heeft de provincie benoemd welke beheerfuncties en/of clusters van
beheeractiviteiten in een leefgebied/mozaïek minimaal aanwezig moeten zijn. Veelal is dit vastgelegd
in paragraaf 4.5 van het natuurbeheerplan.
4
STICHTING COLLECTIEF AGRARISCH NATUURBEHEER
1.
Bepaal welke beheerfuncties/clusters van beheeractiviteiten minimaal aanwezig moeten
zijn in het leefgebied / mozaïek en (indien benoemd in het natuurbeheerplan) welke
percentages minimaal gerealiseerd moeten worden.
In de beheerstrategie heeft het collectief vooraf bepaald welke beheerpakketten ingezet worden
binnen welke leefgebied. Daarna is op basis van de voorintekening in het beheerplan (per leefgebied)
uitgewerkt voor welke beheerpakketten concreet afspraken zijn gemaakt per deelnemer.
2.
Bepaal zelf welke beheerpakketten uit het concept beheerplan je voor welke
beheerfunctie/cluster van beheeractiviteiten gaat inzetten.
Op basis van logisch redeneren kan het collectief elk beheerpakket waarvoor beheerafspraken zijn
gemaakt, toewijzen aan een benodigde beheerfunctie in het leefgebied. Wanneer de ingediende
gebiedsaanvragen getenderd moeten worden, telt ook de variatie in het beheer dan wel de
beheerfuncties. Het kan daarom verstandig zijn om de beheerpakketten zoveel mogelijk te spreiden
over de diverse gevraagde beheerfuncties.
3.
Check op basis van de Tabel ‘Overzicht beheerpakketten-beheerfunctie’ of het
beheerpakket kan worden toegepast bij de beoogde beheerfunctie en/of cluster van
beheeractiviteiten.
In de Tabel ´Overzicht beheerpakketten per cluster en beheerfunctie’ is aangegeven welke
beheerpakketten ingezet kunnen worden voor een beheerfunctie dan wel een cluster van
beheeractiviteiten. Deze tabel is een vertaling van de Koppeltabel ANLB2016 van Bij12 die bepaalt
welke beheeractiviteiten voor een bepaalde beheerfunctie ingezet mogen worden.
4.
Indien het beheerpakket niet benoemd is bij de beoogde beheerfunctie:
 check of het beheerpakket bij een andere relevante beheerfunctie binnen het
leefgebied is benoemd en zo ja, koppel het beheerpakket aan deze andere
beheerfunctie;
 indien het beheerpakket in het geheel ontbreekt binnen het leefgebied: neem dan
contact op met de provincie of de regionaal projectleider van SCAN om te beoordelen
of het beheerpakket op basis van de koppeltabel toch toegepast kan worden.
5.
Maak per leefgebied een overzicht van de geselecteerde beheerpakketten per
beheerfunctie en/of cluster van beheeractiviteiten. Deze optie wordt digitaal mogelijk
gemaakt binnen het SCAN-office.
2 INVULLEN TABEL VAN ONDERDEEL D FORMULIER GEBIEDSAANVRAAG
Nadat elk beheerpakket is toegewezen aan een beheerfunctie of een cluster van beheeractiviteiten,
kunnen de gegevens voor tabel D verzameld worden via de volgende stappen:
6.
Tel per werkgebied of deelgebied en per beheerfunctie en/of cluster van beheeractiviteiten
de hectares op zoals is vastgelegd in het concept beheerplan.
5
STICHTING COLLECTIEF AGRARISCH NATUURBEHEER
7.
Tel het totaal aantal hectares onder beheer op.
Per beheerfunctie en/of cluster van beheeractiviteiten moet voor het leefgebied of deelgebied van het
collectief de totalen worden bepaald, zodat uiteindelijk tabel D. gevuld kan worden. Wanneer het
natuurbeheerplan op het niveau van beheerfuncties blijft, hoeft het collectief de kolom ‘cluster van
beheeractiviteiten’ niet in te vullen.
8.
Bereken het percentage beheer per beheerfunctie en/of cluster van beheeractiviteiten:
Percentage beheerfunctie
=
Aantal hectares beheerfunctie 1 * 100
Totaal aantal hectares beheer
Of
Percentage cluster van beheeractiviteit =
Aantal hectares cluster van beheeract. 1 * 100
Totaal aantal hectares beheer
DE VRAAG IN HET NBP:
MINIMALE PERCENTAGES OF AANWEZIGHEID VAN EEN BEHEERFUNCTIE
Wanneer het natuurbeheerplan minimale percentages per beheerfunctie of cluster van
beheeractiviteiten aangeeft (veelal in paragraaf 4.5), worden deze ook vastgelegd in de beschikking op
de gebiedsaanvraag. Daarmee zijn het voorwaarden die jaarlijks opnieuw worden getoetst op het
beheerplan. Als bij de verantwoording op het betaalverzoek blijkt dat het minimale percentage van
een beheerfunctie niet gehaald is, bijvoorbeeld doordat beheerafspraken niet zijn nagekomen, kort
RVO.nl dit op de betaalbeschikking. Hierdoor is het verstandig om meer beheerpakketten af te sluiten
binnen een bepaalde beheerfunctie, maar alleen het gevraagde percentage op te nemen in de tabel
van het subsidieaanvraagformulier.
Voorbeeld minimaal percentage beheerfunctie in subsidieaanvraag en begroting
In het NBP wordt 15% Creëren nat biotoop gevraagd. Op een mozaïek van 100 hectare wordt dus minimaal 15
hectare plas-dras verwacht.
In de begroting als onderdeel van de gebiedsaanvraag wordt 18 hectare plas-dras begroot en afgesproken met
de deelnemers, wat dus 18% van het mozaïek is. Dit wordt in de onderbouwing bij de gebiedsaanvraag
uitgewerkt.
In het subsidieaanvraag formulier neemt het collectief alsnog 15% beheerfunctie Creëren nat biotoop op
waarmee een betaalde reserve van 3 hectare is gemaakt.
6
STICHTING COLLECTIEF AGRARISCH NATUURBEHEER
Deze hectares zijn gewoon onderdeel van de gehele begroting van de gebiedsaanvraag en worden
daarmee volledig meegerekend in het gemiddelde bedrag per hectare. Bij de verantwoording op het
uitgevoerde beheer worden deze ook volledig vergoed en kunnen daarnaast gebruikt worden om
vervallen hectares te compenseren. Hiermee wordt voorkomen dat het minimale percentage van een
beheerfunctie niet gehaald wordt.
Een deel van de natuurbeheerplannen schrijven alleen de aanwezigheid van een bepaalde
beheerfuncties en/of clusters van beheeractiviteiten voor (zonder vermelding van percentages). Bij het
toewijzen van de beheerpakketten aan de beheerfuncties is het daarbij van belang deze als eerste toe
te kennen aan de gevraagde beheerfuncties en zo nodig zoveel mogelijk te spreiden over aanvullende
beheerfuncties om te kunnen voldoende aan de gevraagde variatie. Dit is van belang in het geval van
een tender procedure.
9.
Toets of de percentages voldoen aan de voorwaarden zoals gesteld in het
natuurbeheerplan (NBP).
9a. Als dit niet voldoet dan zijn er een aantal opties:
 Check of je ook andere beheerpakketten uit het concept beheerplan kunt
inzetten voor deze beheerfunctie;
 sluit meer hectares af voor de beheerpakketten die vallen onder deze
beheerfunctie of cluster van beheeractiviteiten als het beschikbare budget nog
niet uitgeput is;
 als het budget al uitgeput is, schrap dan andere beheerpakketten uit het
beheerplan en maak aanvullende afspraak voor de ontbrekende
beheerpakketten.
9b. Als het percentage hoger is dan het minimaal vereiste in het NBP, neem dan het
(lagere) percentage uit het NBP over in tabel C voor de gebiedsaanvraag.
3 INVULLEN GEGEVENS TABEL ONDER C. BEHEEROPPERVLAKTE PER LEEFGEBIED
In de tabel onder C. worden de totaal te realiseren hectares gevraagd samen met de begroting van de
kosten voor de gehele subsidieperiode. Vanuit de verzamelde gegevens voor tabel D. kunnen de
gegevens worden opgeteld tot het minimum en het maximum aantal hectares per leefgebied.
10.
Bepaal per leefgebied het minimum aantal hectares beheer en het maximum aantal
hectares onder beheer:
Het maximum aantal hectares =
Totaal aantal aangevraagde hectares (o.b.v. concept
beheerplan)
7
STICHTING COLLECTIEF AGRARISCH NATUURBEHEER
=
Totaal aantal werkelijk te realiseren hectares in het gebied
=
115% van de gebiedsaanvraag
Het maximum van de gebiedsaanvraag gaat uit van de daadwerkelijk te realiseren hectares. Dit is dus
de optelling van de (op basis van de voorintekening) in het concept beheerplan opgenomen hectares
per beheerpakket per deelnemer en zijn dus hectares die zeker zijn voor de uitvoering. Het is niet
verstandig hier meer hectares bij op te tellen waarvan de realisatie niet of nauwelijks te garanderen is.
Het collectief moet voorkomen dat door uitval van beheer zij onder het minimum komt wat vastgelegd
wordt in de beschikking en daarom zorgen dat maximum gebaseerd is op werkelijk te realiseren
hectares.
Het minimum aantal hectares
=
Het maximum aantal hectares
115
=
100% van de gebiedsaanvraag
* 100
In eerdere communicatie is sprake geweest van 100% en 85%, in plaats van de 115% en 100% die nu
gehanteerd wordt. Eerder was aangegeven dat een marge van 100% tot 115% op basis van de
Algemene Wet Bestuursrecht niet mogelijk was, achteraf bleek dat wel mogelijk te zijn.
11.
De begrote kosten worden berekend door per leefgebied het totaal benodigde budget voor
de uitvoering van het beheer op te tellen gebaseerd op:
 Het aantal hectares per beheerpakket;
 Het tarief per beheerpakket (dus incl. de transactiekosten voor het collectief);
 De gehele subsidieperiode door de jaarbegroting maal 6 te doen.
Afhankelijk van het type beheer zit er een jaarplanning in de begroting van het collectief zoals bij het
weidevogelbeheer of een meerjarenplanning zoals bij het landschapsbeheer. Voor het opbouwen van
een jaarbegroting voor het weidevogelbeheer is in de Toelichting Beheerpakketten en ‘Toelichting
werkwijze legselbeheer’ meer informatie te vinden.
Aan de hand van de rekentool en de ‘Toelichting tarieven beheerpakketten landschap ANLb2016’ kan
een begroting voor het landschapsbeheer worden opgesteld.
12.
Het gemiddelde bedrag per hectare is gebaseerd op de kostenbegroting per jaar en kan
aan de hand van de onderstaande formules worden berekend:
Voor het beheer gebaseerd op een jaarplanning:
Gemiddelde bedrag per hectare per jaar
=
Begrote kosten per jaar
Totaal aantal hectares
8
STICHTING COLLECTIEF AGRARISCH NATUURBEHEER
Voor het beheer gebaseerd op een meerjarenplanning:
Gemiddelde bedrag per hectare = Som van de begrote kosten voor jaar 1 t/m 6
6
Totaal # hectares
9
STICHTING COLLECTIEF AGRARISCH NATUURBEHEER
Download