Zelfbeschikkingsrecht Wereldleiders & het idee van zelfbeschikkingsrecht in de Eerste Wereldoorlog Door Youssou Haagsman en Judith Hof Als gevolg van de Eerste Wereldoorlog zijn de grenzen in Europa grondig gewijzigd. Vooral in Oost-Europa, waar de Oostenrijks-Hongaarse, Russische en Ottomaanse rijken instortten en een groot aantal nieuwe staten als Polen en Tsjechoslowakije ontstonden. Net zo groot zijn de veranderingen in het internationale systeem en de mores van de internationale gemeenschap. Vooral het idee van nationaal zelfbeschikkingsrecht nam tijdens de oorlog een grote vlucht. In de laatste jaren van de oorlog buitelden de leiders van de grote Europese rijken over elkaar heen om de mooiste beloftes te doen aan de volken in Oost-Europa die een eigen land wilden; met als uiteindelijk resultaat dat alle landen het zelfbeschikkingsrecht erkenden. Het moderne recht op zelfbeschikking gaat in de politieke filosofie terug tot het einde van de achttiende eeuw in het werk van Jean-Jacques Rousseau en de revoluties van die periode, vooral de Amerikaanse. In de negentiende eeuw werd het zelfbeschikkingsrecht geclaimd door vele Europese nationale bewegingen die hun eigen staat wilden, tegen het zere been van de bestaande rijken. In 1848, het jaar van de revoluties, ontstond de vraag welke naties er nu precies het recht hebben op zelfbeschikking. Zo was er het probleem dat Hongarije zich af wilde scheiden van Oostenrijk, maar binnen Hongarije de Kroaten zich weer van de Hongaren wilden afscheiden. Er ontstond het idee dat alleen de grote naties recht hadden op zelfbeschikking en dat de kleinere ‘naties’, als de Slowaken en de Kroaten, hier geen recht op hadden.1 Hier bracht de Eerste Wereldoorlog verandering in. Beide kampen hoopten door nationale bewegingen te steunen in het rijk van de tegenstander deze te kunnen verzwakken. Vooral de Polen en de Tsjechen werden beloftes gedaan en aan beide zijden van het conflict vochten Poolse troepen in hun eigen eenheden. De Entente speelde hierin de grootste rol, Frankrijk voorop. De Amerikaanse president Wilson staat bekend als de grootste voorstander van het zelfbeschikkingsrecht, maar hij deed zijn uitspraken hierover niet als eerste. De eerste die expliciet pleiten voor het zelfbeschikkingsrecht waren de bolsjewieken die in Rusland de macht hadden gegrepen. Binnen een maand na hun uitlatingen spraken ook de Britse premier 1 D. Heater, National self-determination. Woodrow Wilson and his legacy (Londen 1994) 1-7. 1 Lloyd George en Wilson zich uit voor zelfbeschikking. Lloyd George en Wilson deden dit binnen drie dagen van elkaar. De uitspraken van deze wereldleiders kunnen niet los van elkaar worden gezien, maar zijn allemaal onderdeel van een discussie die in heel de Westerse wereld speelde. De snelle verspreiding van het idee van zelfbeschikkingsrecht is hiermee duidelijk een transnationaal fenomeen. Wij zullen de vier belangrijkste regeringen in dit debat, die van de Verenigde Staten, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en revolutionair Rusland, onderzoeken hoe hun standpunten over het zelfbeschikkingsrecht tijdens de oorlog zich ontwikkelden en welke rol zij speelden in het wereldwijde debat. Uiteindelijk bleek de toepassing van het zelfbeschikkingsrecht in de praktijk vele malen lastiger dan verwacht, waardoor de vrede voor velen een teleurstelling was. Ook hier zullen wij kort aandacht aan besteden. Verenigde Staten ‘National aspirations must be respected; people may now be dominated and governed only by their own consent. ‘Self-determination’ is not a mere phrase. It is an imperative principle of action which statesmen will henceforth ignore at their peril.’ 2 – Woodrow Wilson De Amerikaanse president Woodrow Wilson is onlosmakelijk verbonden met het concept zelfbeschikkingsrecht. Van huis uit genoot Wilson een streng calvinistische opvoeding en deze is duidelijk terug te vinden in zijn latere leven en ideeën over de politiek en de wereld.3 Wilson was een groot voorstander van democratie, zelfbestuur en nationaliteit.4 In deze idealen kunnen we de eerste beginselen vinden van wat later zijn ideeën over nationaal zelfbeschikkingsrecht zouden vormen. Het betekende echter niet dat als er een wens bestond van een volk voor zelfbeschikking, dat deze dan ook direct werd verleend. Wilson was ervan overtuigd dat democratie aangeleerd kon worden. Dit was een langzaam proces dat goed begeleid moest worden; het volk diende klaargestoomd te worden om uiteindelijk ook zelfbeschikkingsrecht te kunnen krijgen.5 Hierin voorzag hij een morele rol voor de Verenigde Staten. In 1918 was hij er zelfs van overtuigd geraakt dat het de morele plicht was van de Verenigde Staten om ‘volwassen volkeren’ te bevrijden van de autocratische bewinden 2 Geciteerd uit M. Hechter en K. Opp ed., Social Norms (New York 2001) 194. Heater, National Self-Determination, 15. 4 Ibidem, 22. 5 Ibidem, 23. 3 2 die hen overheersten. Deze volkeren moesten de mogelijkheid krijgen een eigen staat met eigen regels en gewoonten te creëren.6 Het idee van zelfbeschikkingsrecht was onderwerp van veel discussie ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Naast organisaties die zich in zouden zetten voor de vrede was het ook een discussiepunt voor leiders van overheden die meevochten en voor leiders van 7 nationaliteiten die wensten onafhankelijk te zijn. Toen de oorlog in 1914 nog geen drie maanden onderweg was, waren er al gesprekken tussen de Amerikaanse ambassadeur in Londen, Walter Hines Page, en de bevelhebber van de British Expeditionary Force (BEF), John French, over zelfbeschikkingsrecht. Uit dit gesprek kwam naar voren dat elk land dat zijn eigen nationaliteit moest behouden. België diende weer Belgisch te worden, ElzasLotharingen moest bij Frankrijk blijven als de inwoners daarvan dat wensten, Polen diende opnieuw gecreëerd te worden en de Slavische Staten diende bij Rusland te worden gevoegd enzovoort.8 President Wilson was bijzonder geïnteresseerd in het rapport van Page en kon niet wachten om een rol te spelen in de vredesonderhandelingen: ‘It gives me much to think about. It would indeed be a very great privilege if I could play any part in bringing settled peace to Europe’.9 Op 27 mei 1916 kwam Wilson voor het eerst publiekelijk naar buiten met zijn ideeën over zelfbeschikkingsrecht. Op een bijeenkomst van de League to Enforce Peace zei hij het volgende: ‘First, that every people has a right to choose the sovereignty under which they shall live’.10 Verder gaf hij aan dat kleinere staten net zoveel recht hebben op respect voor hun soevereiniteit dan de grote en machtige naties in de wereld. 11 In deze speech begint hij ook te spelen met het idee van een raad waarin alle landen van de wereld zouden deelnemen, de latere Volkenbond. Het startschot van Wilsons campagne over zelfbeschikkingsrecht was 6 Ibidem, 24. Ibidem, 29. 8 Ibidem, 28. 9 Geciteerd uit Ibidem. 10 Geciteerd uit A. Heckscher ed., The politics of Woodrow Wilson. Selections from his speeches and writings (New York 1956) 260. Tevens is de speech te raadplegen op http://www.presidency.ucsb.edu/ws/?pid=65391. Geraadpleegd op 10 maart 2014. 11 Ibidem. 7 3 gegeven. In de jaren die volgden, gaf Wilson meer speeches waarin hij actief voor het concept van zelfbeschikkingsrecht pleitte. Op 22 januari 1917 sprak hij de Amerikaanse Senaat toe met zijn fameuze ‘Peace without Victory’-speech: de oorlog in Europa kon geen duidelijke overwinnaar krijgen en daardoor moesten vredesonderhandelingen worden gestart.12 In zijn toespraak voor de Senaat sprak hij over het recht om volkeren onder vreemd gezag te plaatsen en had daarover het volgende te zeggen: ‘that no right anywhere exists to hand peoples about from sovereignty to sovereignty as if they were property’.13 In april 1917 verklaarden de Verenigde Staten het Duitse keizerrijk de oorlog na het uitlekken van het zogenaamde Zimmermanntelegram. Omdat Wilson Oostenrijk-Hongarije nog te vriend probeerde te houden om zo een aparte vrede met dit land niet uit te kunnen sluiten, verklaarden de Verenigde Staten Oostenrijk-Hongarije niet de oorlog Wilson wenste de economische en politieke eenheid van het grote land te bewaren door een federale eenheidsstaat op te richten binnen de bestaande grenzen van het rijk. In december 1917 bezweek hij toch onder binnen- en buitenlandse druk en verklaarde ook dit land de oorlog. 14 Aan het eind van 1917 nam de druk bij de geallieerden om concrete oorlogsdoelen te stellen toe nadat ook de bolsjewieken dit hadden gedaan. In september 1917 was Wilson, samen met een comité, begonnen met het opstellen van Amerikaanse oorlogsdoelen. 15 Op 8 januari 1918 gaf hij zijn Fourteen Points-speech voor het Amerikaanse Congres.16 In zijn speech legde Wilson de nadruk op wereldvrede en die kon worden behaald door het volgen van het Fourteen Points -programma dat hij zorgvuldig had opgesteld. Zelfbeschikkingsrecht voor volkeren was een van de belangrijkste onderwerpen in het programma; maar liefst zeven van de veertien punten gingen in op zelfbeschikkingsrecht.17 In punt vijf ging Wilson in op het feit dat de belangen van de volkeren even zwaar mee moesten tellen als de aanspraak die bepaalde overhedenop gebieden maakten.18 Naast België en Elzas-Lotharingen ging hij achtereenvolgens van de punten negen tot en met dertien in op het zelfbeschikkingsrecht van volkeren in Italië, in Oostenrijk-Hongarije, op de Balkan, in het Ottomaanse Rijk en in Polen. 12 Heater, National self-determination, 31. Geciteerd uit Heckscher ed., The Politics, 265. Tevens is de volledige speech te raadplegen op http://www.firstworldwar.com/source/peacewithoutvictory.htm. Geraadpleegd op 10 maart 2014. 14 M. Ádám, The Versailles system and Central Europe (Hampshire 2004) 4. 15 Heater, National self-determination, 36. 16 Heckscher ed, The politics, 299. 17 Heater, National Self-Determination, 41. 18 E. D. Cronon ed., The political thought of Woodrow Wilson (Indianapolis 1965) 442. 13 4 Deze laatste leefde dat tot dan toe onder het juk van de Duitsers, Oostenrijkers en de Russen.19 Het laatste punt van Wilsons plan ging over de Volkenbond: ‘A general association of nations must be formed under specific covenants for the purpose of affording mutual guarantees of political independence and territorial integrity to great and small states alike’.20 Ondanks de vrij grote aandacht voor de verschillende onafhankelijkheidsbewegingen steunde Wilson tot mei 1918 deze bewegingen niet; alleen de Poolse beweging wist, na veel moeite, steun te vergaren bij de Amerikaanse regering. Hoewel Wilson in zijn speech van 22 januari 1917 in ging op de Poolse kwestie en pleitte voor de onafhankelijkheid van het land, meende hij er weinig van. De Poolse kwestie diende vooral als voorbeeld bij zijn verhaal over de vrije keus van naties om onder een eigen regering te leven.21 Nadat Wilson in januari 1918 zijn veertien punten de wereld in bracht, kwamen er bij de Amerikaanse regering honderden brieven binnen van onafhankelijkheidsbewegingen, maar velen kwamen niet voorbij de persoonlijke secretaris van de president.22 Wilson wilde de grote landen, waaronder Frankrijk en Groot-Brittannië, te vriend houden. Alle andere zaken, als de vorming van nieuwe landen in het oosten van Europa, konden later opgelost worden tijdens de vredesconferentie en nog later door de Volkenbond. In de veertien punten ging Wilson niet nadrukkelijk in op het zelfbeschikkingsrecht voor minderheden als de Tsjechoslowaken en de Joegoslaven. Hij sprak over een vrije manier die gezocht moest worden voor autonome ontwikkeling en niet over directe onafhankelijkheid.23 Dit was veelal om Oostenrijk-Hongarije te vriend te houden zodat er nog steeds hoop bleef om apart vrede te sluiten. Pas nadat bleek dat een apart vredesverdrag met Oostenrijk-Hongarije niet meer mogelijk was, begon Wilson de nationalistische doelen van de Tsjechoslowaken en de Joegoslaven te steunen. Waarschijnlijk hadden deze twee landen ook onafhankelijk kunnen worden zonder de Amerikaanse morele steun, maar om geen gezichtsverlies te lijden en zijn 19 Ibidem, 443-444. Geciteerd uit Cronon ed. The political thought, 444. Tevens is de verkorte speech over de veertien punten te raadplegen op http://www.firstworldwar.com/source/fourteenpoints.htm. Geraadpleegd op 10 maart 2014. 21 M.F. Boemeke en G.D. Feldman, The Treaty of Versailles: a reassessment after 75 years / ed. By (Cambridge 1998) 319. 22 E. Manela, The Wilsonian Moment. Self-determination and the international origins of anticolonial nationalism (New York 2007) 5. 23 S. J. Kerknek, ‘Woodrow Wilson and national self-determination along Italy's frontier. A study of the manipulation of principles in the pursuit of political interests’, Proceedings of the American Philosophical Society 126:4 (1982) 243-300, 246. 20 5 positie als wereldleider te verstevigen, erkende Wilson deze onafhankelijkheidsbewegingen alsnog.24 In september 1918 erkende hij de Tsjechoslowaakse nationale raad als de regering en in december 1918 het Joegoslavische comité.25 Frankrijk ‘If you are to remake the map of the world it is in the name of the peoples and on condition that you shall faithfully interpret their thoughts and respect the right of nations, small and great, to dispose of themselves…’26 – Openingswoord vredesconferentie van president Poincaré. Frankrijk was het minst overtuigd van het concept ‘zelfbeschikkingsrecht’; behalve ElzasLotharingen had Frankrijk weinig interesse in andere zaken die te maken hadden met het recht op zelfbeschikking.27 Frankrijk richtte zich met name op Rusland als belangrijke partner in de oorlog tegen Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. Toen de Russen Polen hadden verloren aan de Duitsers en Oostenrijkers begon Frankrijk bijzondere interesse te tonen voor de Poolse kwestie. In januari 1916 noemde de Franse premier Aristide Briand Polen in een adem met Servië, België en Elzas-Lotharingen als gebieden die (weer) onafhankelijk moesten zijn.28 Briand was overtuigd geraakt van het recht op zelfbeschikking en hij was dan ook de eerste Entente-leider die officieel Edvard Beneš, de leider van de Tsjechische onafhankelijkheidsbeweging, ontmoette. Al in 1916 erkende Frankrijk de Tsjechoslowaakse overheid in ballingschap. In december 1917 kwam daar een decreet bij: een autonoom Tsjechoslowaaks leger werd erkend onder Frans militair gezag. Tevens erkende Frankrijk de politieke autoriteit van de Tsjechoslowaakse Nationale Raad erkend.29 In januari 1917 overhandigde Briand de Amerikaanse ambassadeur in Parijs een brief met daarin een opsomming van de oorlogsdoelen van de Entente-machten. Hierin verwees hij naar de Slaven, Roemenen en de Tsjechoslowaken en hun recht op zelfbeschikking. 30 Toen in datzelfde jaar Georges Clemenceau premier werd, kwam hij met de opmerking dat het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten minder snel tot territoriale aanspraken zouden overgaan, omdat Duitse troepen hen niet hadden binnengevallen. Zij zouden meer voor 24 Ibidem, 247. Ádám, The Versailles system, 5. 26 Geciteerd uit Heater, National self-determination, 57. Tevens te raadplegen op http://www.firstworldwar.com/source/parispeaceconf_poincare.htm. Geraadpleegd op 10 maart 2014. 27 Heater, National self-determination, 29 en 55. 28 Boemeke, The Treaty of Versailles, 318. 29 D.S. Newhall, Clemenceau. A life at war (New York 1991) 384-385. 30 Heater, National self-determination, 29. 25 6 wereldvrede zijn en de wereld klaarstomen voor democratie, dan daadwerkelijke uitspraken over territoriale verdelingen doen.31 In eerste instantie steunde Clemenceau het veertien puntenplan van Wilson, maar na een maand begon hij toch te twijfelen over sommige punten. Zeker als het ging over de koloniale claims en het recht op zelfbeschikkingsrecht voor volkeren werd een lastig punt; ging dit namelijk ook over de koloniën die Frankrijk in zijn bezit had?32 De realiteit bleef echter dat Frankrijk de Verenigde Staten voor wapens en oorlogsfinanciering zeer hard nodig had waardoor echt tegensputteren weinig zin had.33 Het Verenigde Koninkrijk ‘I really think at first the idealistic president [Wilson] regarded himself as a missionary whose function it was to rescue the poor European heathens from their age-old worship of false and fiery gods.’ 34 – David Lloyd George Het Verenigd Koninkrijk begon de Eerste Wereldoorlog met een immens koloniale rijk en was daarom de grootste natuurlijke tegenstander van het zelfbeschikkingsrecht. Naast de vele koloniën in Afrika en Azië zonder enige vorm van zelfbestuur had het ook nog een aantal dominions, als Canada, Australië en Zuid-Afrika die volledige autonomie hadden, maar waarvan Londen het buitenlands beleid bepaalde. Binnen het Verenigd Koninkrijk zelf voelden de katholieke Ieren zich achtergesteld. Ook zij wilden een grotere mate van zelfstandigheid. Ierland had vlak voor de oorlog autonomie gekregen, maar bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog schortte oorlogsminister Kitchener deze op. De Britse premier David Lloyd George was daarentegen juist niet de grootste tegenstander van het zelfbeschikkingsrecht, maar zocht naar consensus onder de grootmachten hierover. Bij het uitbreken van de oorlog was de liberale Welshman Lloyd George nog minister van financiën, maar nadat Kitchener in 1916 onderweg naar Rusland op een mijn was gevaren, werd hij de minister van oorlog. In december van dat jaar viel de regering en wist Lloyd George premier te worden. Zelfbeschikking was geen natuurlijke zaak voor de Entente, omdat de Britten, Fransen en Russen allemaal een groot rijk hadden met veel minderheden. Zeker in het geval van de Russen was dit lastig, met een Europees rijk onder autocratisch bestuur, zou zelfbeschikking hen het hardste raken. Toch begonnen de Entente-machten ook al voor de Russische Revoluties beloftes te maken aan onderworpen volken in Oost-Europa en het Midden-Oosten. 31 Newhall, Clemenceau, 375. Ibidem, 376. 33 Ibidem, 377. 34 Geciteerd uit D. Lloyd George, Memoirs of the Peace Conference I (New Haven 1939) 141. 32 7 Met de Duitse verovering van Russisch Polen werd het makkelijker om hun beloftes over autonomie te doen beloftes die ook aan de Tsjechen werden gemaakt. Die beloften waren echter nog niet ideologisch onderbouwd men hoopte er vooral soldaten mee te trekken, die bijvoorbeeld in het Tsjechische Legioen, dat in 1917 was opgericht, konden vechten aan het oostfront. Zowel bij de Polen als de Tsjechen waren het echter vooral de Fransen die hierop aanstuurden, met hiervoor wel Britse steun. Na de Russische Revolutie in november 1917 en de verklaringen over zelfbeschikkingsrecht van de bolsjewieken veranderd dit en komt het Verenigd Koninkrijk ook met steun voor het zelfbeschikkingsrecht. Drie dagen voor de speech van Woodrow Wilson in januari 1918 waarin hij zijn veertien punten uiteenzette, hield Lloyd George de belangrijkste speech tot dan toe over de Britse oorlogsdoelen. Het belangrijkste doel van de rede was het neerzetten van de Centrale Machten als de agressoren van de oorlog en als hypocriet in hun beloftes van vrede. Zelfbeschikking speelde in deze rede van Lloyd George een grote rol en kwam veel explicieter naar voren dan bij Wilson, die het woord niet in de mond nam. Niet alleen in Europa zouden alle landen het recht moeten hebben op zelfbeschikking, ook het bestuur van de niet-Turkse delen van het Ottomaanse Rijk en de Duitse koloniën hadden recht op zeggenschap over hun bestuur. Lloyd George’s woorden zijn zorgvuldig gekozen om alle uitkomsten nog open te houden en hij pleit zeker niet voor onafhankelijkheid:35 ‘With regard to the German colonies, I have repeatedly declared that they are held at the disposal of a conference whose decision must have primary regard to the wishes and interests of the native inhabitants of such colonies. None of those territories are inhabited by Europeans. The governing consideration, therefore, in all these cases must be that the inhabitants should be placed under the control of an administration, acceptable to themselves, one of whose main purposes will be to prevent their exploitation for the benefit of European capitalists or governments.’36 Een vrije hand had de premier niet in het formuleren van het Britse buitenlands beleid, want de coalitiepartijen en de dominions hadden ook inspraak hadden in het beleid. Die dominions hadden weinig interesse in Europa, maar des te meer in de Duitse koloniën in hun 35 D. Woodward, ‘The origins and intent of David Lloyd George’s January 5 War aims speech’, The Historian 34 (1971) 22-39. 36 Geciteerd van British War Aims, http://www.gwpda.org/1918/waraims.html, geraadpleegd op 11 maart 2014. 8 omgeving, die ze met het eigen leger hadden veroverd. Zuid-Afrika had in bloedige campagnes Duits Zuidwest-Afrika en Tanganyika, het huidige Namibië en Tanzania, veroverd en Australië had, zonder zwaar te moeten vechten, de Duitse koloniën op NieuwGuinea en in de Stille Oceaan bezet. Deze gebieden wilden de dominions toevoegen aan het eigen gebied en niet opgeven. De generaal die de Duitse gebieden had veroverd en de ZuidAfrikaanse gezant in de Imperial War Council Jan Smuts was voorstander van vrede zonder zware sancties tegen Duitsland en had veel hoop in de Volkenbond. In Oost-Europa moest deze bond volgens Smuts een grote rol spelen in het begeleiden van de nieuwe staten bij het opzetten van een functionerend staatsapparaat. Buiten Europa zag Smuts dit echter heel anders en was hij geen voorstander van onafhankelijke staten, zeker niet voor de oude Duitse koloniën, maar ook niet voor bijvoorbeeld Georgië en de andere Kaukasische staten die na Russische Revolutie de onafhankelijkheid hadden uitgeroepen. Deze gebieden moesten direct worden geannexeerd, waarbij hij zelf vooral dacht aan Zuidwest-Afrika. Ook Australië en Nieuw Zeeland wilden graag hun veroverde gebieden besturen zonder inmenging van een Volkerenbond.37 Zowel in Europa als daarbuiten waren er flink wat compromissen nodig om het zelfbeschikkingsrecht toe te passen. In Europa kwam dat omdat er daar geen sprake was van duidelijke etnische grenzen, maar er toch levensvatbare staten moesten komen. In Afrika en Azië werd op het idee van zelfbeschikking flink toegegeven door de manier waarop het mandaatsysteem in elkaar werd gezet. Om aan de eisen van de Britse dominions te voldoen en toch Wilson tevreden te houden bedacht Lloyd George een systeem waarbij er verschillende soorten mandaatgebied waren. Klasse A-mandaten waren genoeg gevorderd om op korte termijn onafhankelijk te worden, terwijl er voor Klasse B-mandaten een langere termijn van westers bestuur noodzakelijk was voor de ontwikkeling van de volken hoog genoeg was voor zelfbestuur. De mandaatgebieden van de dominions, werden echter een Klasse C-mandaat. Deze gebieden zouden zo slecht ontwikkeld zijn dat er een hele lange tijd nodig was voor het bijbrengen van beschaving. In de tussentijd konden de bezetters de gebieden beschouwen als eigen grondgebied.38 Rusland It is from this division that our definition of the “right of nations to selfdetermination” must follow, a definition that is consistently democratic, 37 38 A. Lentin, General Smuts’ South Africa (Londen 2010) 51-56, 58-63. Ibidem; A. Sharp, David Lloyd George: Great Britain (Londen 2011) 143-148. 9 revolutionary, and in accord with the general task of the immediate struggle for socialism.39 – Vladimir Lenin De grenzen van Tsaristisch Rusland lagen in 1914 ver naar het westen, maar in 1917 waren de legers van Duitsland en Oostenrijk-Hongarije al diep doorgedrongen in het Russische gebied. Onder andere heel Polen lag was inmiddels in Duitse handen. Door de grote verliezen waren het Russische leger en de tsaar zwaar verzwakt, waardoor in maart 1917 een demonstratie van vrouwen over voedsel in de hoofdstad Petrograd uit de hand kon lopen. Het leger weigerde de opstand neer te slaan en de tsaar werd tot aftreden gedwongen. Hiermee begon een chaotische periode waarin een Provisionele Regering en socialistische sovjets of ‘raden’ het gezag in Rusland betwistten. De sovjet in Petrograd erkende het gezag van de regering, maar oefende enorme druk uit op alle punten waar zij het mee oneens waren, en dat waren er veel. Duitsland zag in deze chaos een kans om Rusland verder te verzwakken en vervoerde een aantal Russische bolsjewisten onder leiding van Vladimir Lenin in een gesloten trein vanuit Zwitserland, waar zij in ballingschap verbleven, naar Petrograd. Na zijn aankomst in april 1917 verkreeg Lenin aanhang met de belofte Rusland uit de oorlog te halen. Het lukte de bolsjewieken niet om hun slag te slaan uit grootschalige protesten in juli na een mislukt offensief, maar in november (oktober in de Juliaanse kalender) slaagde dit wel en kregen de bolsjewieken macht in het merendeel van Rusland.40 Lenins had zijn ideeën over nationale zelfbeschikking al eerder ontwikkeld. In artikelen uit 1915 en 1916 pleitte hij voor het recht van volkeren om hun eigen politieke lot te bepalen. In tegenstelling tot het klassieke marxisme waarin alle vormen van nationalisme worden afgedaan als een uitvinding van de bourgeoisie, vond Lenin dat nationalisme een bestaand feit was waar communisten rekening mee dienden te houden. Sterker nog, hij vond dat alle volken eerst een nationale ontwikkeling door moesten maken voordat ze rijp waren voor de revolutie. De landen in West-Europa waren dit al, maar in Oost-Europa en in de rest van de wereld moest er nog veel gebeuren. In de koloniën buiten Europa waar nog geen nationale beweging was, was het volgens Lenin soms zelf nodig voor de arbeidersklassen om samen met de lokale bourgeoisie te strijden voor hun onafhankelijkheid. Pas als landen 39 Geciteerd van The Revolutionary Proletariat and the Right of Nations to Self-Determination, https://www.marxists.org/archive/lenin/works/1915/oct/16.htm, geraadpleegd op 11 maart 2014. 40 C. Evtukov en R. Stites, A history of Russia. Peoples, legends, events, forces since 1800 (Boston 2004) 276– 290. 10 bevrijd waren van vreemde overheersing, kon het volk zich richten op de klassenstrijd en was de weg vrij voor het ware socialisme.41 Nadat de bolsjewieken in november 1917 de macht hadden gegrepen in Rusland, verklaarden ze de dag erop meteen een vrede met Duitsland te willen, zonder annexaties of schadevergoeding. Op de vredesconferentie tussen de Centralen en Rusland die in december begon in het door de Duitsers veroverde fort van Brest-Litovsk kwam zelfbeschikking centraal te staan. Rusland eiste een vrede zonder annexaties, referenda over onafhankelijkheid en een goede bescherming van minderheden. Zowel Duitsland als Oostenrijk-Hongarije was zeker niet van plan zelfbeschikking te geven aan de vele volkeren in hun rijken, maar accepteerden de Russische voorwaarden toch. Hiermee waren de westerse Entente-machten de laatste die zich officieel achter het zelfbeschikkingsrecht schaarden, dit liet echter nog geen maand op zich wachten.42 Trotski was op de vredesconferentie wel bereid te praten over zelfbeschikking voor de Baltische staten en Polen, gebieden die al grotendeels door de Duitsers waren veroverd. Trotski voerde het tempo van de onderhandelingen in een langzaam tempo op, in de ijdele hoop dat de revolutie zou uitbreken voor de vrede was getekend. De Duitsers gebruikten zelfbeschikking vooral als ideologisch middel in de oorlog, zonder dat men daadwerkelijk in het idee geloofde, maar ook voor de bolsjewieken was macht op dit punt belangrijker. Na de revolutie in 1917 hadden veel niet-Russische volken zich onafhankelijk verklaard van de tsaar, waaronder Finland, de Baltische staten, Oekraïne, Georgië en Azerbaijan. Met de onafhankelijkheid van Finland en de Baltische staten konden de Russen wel leven, maar Oekraïne en de Kaukasus moesten koste wat kost worden heroverd. Tegelijkertijd met de conferentie in Brest-Litovsk trok het bolsjewistische leger daarom Oekraïne binnen. Het recht op zelfbeschikking bleef tot de val van de Sovjet-Unie echter onderdeel van de officiële Sovjet-ideologie.43 Versailles en het falen van zelfbeschikkingsrecht ‘It is understood (…) that such territorial readjustments, if any, as may in future become necessary by reason of changes in present racial conditions and aspirations or present social and political relationships, pursuant to the principle of selfdetermination… may be effected, of agreeable to those peoples. …The Contracting 41 B. Chernev, ‘The Brest-Litovsk moment: self-determination discourse in Eastern Europe before Wilsonianism’, Diplomacy & Statecraft 22 (2011) 369–387. 42 Ibidem. 43 Y. Slezkine, ‘The USSR as a communal appartment, or how a socialist state promoted ethnic particularism’, Slavic Review 53 (1994) 414–452. 11 Powers accept without reservation the principle that the peace of the world is superior in importance to every question of political jurisdiction or boundary.‘44 – Eerste concept artikel tien over zelfbeschikkingsrecht Volkenbond. Al in 1918 wist Woodrow Wilson dat het niet mogelijk was om alle onafhankelijkheidsbewegingen die er waren zelfbeschikkingsrecht te verlenen. In het eerste concept voor de Volkenbond was het zelfbeschikkingsrecht nog opgenomen, maar in het daadwerkelijke plan was dit verdwenen. Tijdens de Vredesconferentie van Versailles kwamen al snel de problemen op tafel als het ging om territoriale verdelingen; in enkele gevallen faalde Wilson in zijn plan om minderheden niet onder vreemd gezag te plaatsen. Dit was het geval bij de enkele groepen Bulgaren in Roemenië en verschillende groepen Duitsers in Polen, België en Tsjechoslowakije. In enkele gevallen vocht Wilson een harde strijd voor zelfbeschikkingsrecht van bepaalde gebieden. Zo was er de stad Danzig, die Wilson koste wat kost uit handen probeerde te houden van de Polen. Ook de Britten zagen de problemen die het Pools maken van deze voornamelijk Duitse stad zou veroorzaken; Lloyd George omschreef het als een oostelijke Elzas-Lotharingen. Alleen de Fransen hoopten juist op een zo groot mogelijk Polen, om in de toekomst de rol te vervullen die Tsaristisch Rusland altijd had vervuld, het omringen van Duitsland aan twee fronten. Het uiteindelijke plan waarin Danzig een vrije stad werd in een Poolse corridor naar de zee was een compromis waar niemand zeg écht in kon vinden.45 Wilson en Lloyd George moesten wel vaker vechten tegen een dwarsliggende Clemenceau, die bijvoorbeeld een soort bufferzone wilde creëren tussen Frankrijk en Duitsland om problemen in de toekomst te voorkomen. Deze bufferzone zou bestaan uit de linkeroever van de rivier de Rijn en het gebied rondom de rivier de Saar. Met name het laatste gebied was rijk aan koolmijnen en kon als economische compensatie gelden voor het verlies van de Franse koolmijnen tijdens de oorlog.46 Wilson kon dit niet accepteren: ‘I told him I could not agree (…) because it would mean giving 300,000 Germans to France. I do not know whether the Peace Conference will continue. M. Clemenceau called me pro-German and abruptly left the room.’47 44 Geciteerd uit Heater, National self-determination, 212. Ibidem, 71-76; L. Oberdorfer, ‘The Danzig question in British foreign policy, 1918-1920, Diplomacy & Statecraft 15 (2004) 573-592, aldaar 574-584. 46 Heater, National self-determination, 58. 47 Geciteerd uit Ibidem, 72. 45 12 Dit zou betekenen dat een grote groep Duitse inwoners onder Frans gezag kwam te staan terwijl ze dit hoogstwaarschijnlijk niet eens wensten. Wilson kon niet om het feit heen dat in sommige gevallen zelfbeschikkingsrecht niet de beste oplossing was. In Oostenrijk was er bijvoorbeeld een roep voor een Anschluss met Duitsland. Als dit de wens was van de Oostenrijkers, dan moest de Volkenbond dit uiteindelijk accepteren. Dat strookte natuurlijk absoluut niet met het doel van de geallieerden om Duitsland militair zwak te houden, dus werd dit expliciet verboden. En er waren natuurlijk wel veel meer plaatsen waar zelfbeschikking voor de geallieerden politiek niet aanvaardbaar was, in Oost-Europa en in Azië en Afrika. Wilson weigerde dan ook om meer sympathie te tonen voor sommige delegaties die naar Parijs waren gekomen om hun plan voor zelfbeschikking te presenteren aan de president. Hij was zich wellicht erg bewust van de gevaren die het concept met zich mee zou brengen voor de wereld. Het principe van zelfbeschikkingsrecht werd immers toegepast op bepaalde gebieden waar etnische grenzen een zeldzaamheid waren.48 48 Ibidem, 72-77; Boemeke, The Treaty of Versailles, 332. 13 Literatuurlijst Ádám, M., The Versailles system and Central Europe (Hampshire 2004). Boemeke, M.F. en G.D. Feldman ed., The Treaty of Versailles: a reassessment after 75 years (Cambridge 1998). Chernev, B., ‘The Brest-Litovsk moment: self-determination discourse in Eastern Europe before Wilsonianism’, Diplomacy & Statecraft 22 (2011) 369-387. Cronon, E.D. ed., The political thought of Woodrow Wilson (Indianapolis 1965). Evtukov, C. en R. Stites, A history of Russia. Peoples, legends, events, forces since 1800 (Boston 2004). Heater, D., National self-determination. Woodrow Wilson and his legacy (Londen 1994). Hechter, M. en K. Opp ed., Social Norms (New York 2001). Heckscher, A. ed., The politics of Woodrow Wilson. Selections from his speeches and writings (New York 1956). Kerknek, S.J., ‘Woodrow Wilson and National Self-Determination along Italy's Frontier: A Study of the Manipulation of Principles in the Pursuit of Political Interests’, Proceedings of the American Philosophical Society 126:4 (1982) 243-300. Lentin, A., General Smuts' South Africa (London 2010). Lloyd George, D., Memoirs of the Peace Conference I (New Haven 1939). Manela, E., The Wilsonian Moment. Self-determination and the international origins of anticolonial nationalism (New York 2007). Newhall, D.S., Clemenceau. A life at war (New York 1991). Oberdorfer, L., ‘The Danzig question in British foreign policy, 1918-1920, Diplomacy & Statecraft 15 (2004) 573-592. Sharp, A., David Lloyd George: Great Britain (Londen 2011). 14 Slezkine, Y., ‘The USSR as a communal appartment, or how a socialist state promoted ethnic particularism’, Slavic Review 53 (1994) 414-452. Woodward, D., ‘The origins and intent of David Lloyd George’s January 5 War aims speech’, The Historian 34 (1971) 22-39. 15