Joods Familienamen

advertisement
door Marcel Apsel
Met deze en volgende artikelen zullen wij een beknopte
geven over de artikels die de classificau samenvatting
tie van Joodse familienamen behandelden volgens
specifieke parameters. Deze diverse parameters zijn
niet strikt gescheiden en het is aldus volstrekt mogelijk dat een
bepaalde Joodse familienaam in twee of meerdere classificaties
kunnen voorkomen.
De eerste parameter is de familienaam gebaseerd op patroniemen. Een patroniem is een (familie)naam afgeleid van de naam
van de vader of van een voorouder. Dit kan op verchillende
manieren voorkomen.
De eerste patroniemen vinden wij in de Pentateuch zoals Joshua
Bin Noun (Joshua, zoon van Noun), Kaleb ben Yefuneh (Kaleb,
zoon van Yefouneh). Dit zijn geen echte familienamen, maar de
‘zoon van’ is, in die tijd, een algemeen aanvaard principe om een
bepaald persoon specifieker te omschrijven.
Bij de algemene aanvaarding van familienamen op het Iberisch
schiereiland vanaf de tiende eeuw, gebruiken de Joodse gemeenschappen meestal het Arabische ‘ibn’, i.p.v. het Hebreeuwse
‘ben’, betekenend ‘zoon van’, omwille van de mogelijkheid tot
een betere sociale integratie in de Moorse sociëteit. Voorbeelden
zijn Ibn Ezra en Ibn Gabirol.
Vanaf de zeventiende eeuw begint langzamerhand het inburgeringsproces van de Aschkenazische Joodse gemeenschappen door
het informeel aannemen van familienamen; gewone Joodse voornamen zijn meestal de eerste keus zoals Meyer, Maier, Wolf(f ),
Hirsch, Levi, Simon, Abraham, Isaac, Jacob, Mendel enz.
Centrale Magazine - 16
In een iets later stadium worden suffixen gebruikt om andere patroniemen te verkrijgen zoals Abramsohn, Abramszoon,
Abramson en Abrahams; bij deze laatste patroniem wordt
enkel de ‘s’ gebruikt als vervanging of verkorting van de suffix ‘sohn’, ‘zoon’ of ‘son’. Een andere verklaring voor de ‘s’ is
afstammingomschrijving. Een andere variant voor afstamming
is de suffix ‘stam’ zoals Aronstam en Löwenstam. De Yiddische
invloed vinden wij ondermeer bij het suffix ‘er’ zoals Abrahamer en Isacer (behorende tot) (vergelijk met een Vlaamse familienaam Van Isacker). Roemeense suffixen zijn ‘scu’ en ‘vici’
zoals Abrahamescu, Abramovici, Dudescu (zoon van Dudu)
en Lupescu (zoon van Wolf ). Russische en Poolse suffixen
zijn ‘ovitch’ of ‘evitch’ zoals Mendelevitch en Mendelovitch.
Een suplementaire variant is het suffix’ ‘ko’, welke ‘kleine’ betekent. Moshko betekent kleine Moshe en Moshkovitch is dan ‘zoon
van de kleine Moshe’. De ‘ko’ betekent niet enkel en alleen maar
‘kleine’, maar heeft een meer uitgebreide familiaire betekenis;
hiermee bedoelt men dat men die bepaalde persoon tamelijk genegen is. Andere voorbeelden hiervan zijn Berkowitch, Herschkowitz en Wolkowitch. De naam Yaankel is een familiaire variant
van Yakob en Yaankelevitch is hiervan een patroniem. Andere Slavische en voornamelijk Poolse suffixen die eveneens voorkomen
zijn ‘ski’ (behorende tot) en ‘czyck’ (diminutieve betekenis) zoals
Abramski en Abramczyxk. Russische en Bulgaarse suffixen zijn
‘ov’ zoals Abramov, Isakov en Jacobov. In Wit-Rusland (Belarus)
wordt de suffix ‘kin’ gebruikt zoals Ayzikin (van Isaac), Nutkin
(van Nute/Nathan) en Zevin (van Zeev). In Russisch Buchara.
Joodse Familienamen
worden Abrahamoff, Isakoff en Jacoboff gebruikt. PerzischArmeense namen zijn dan Abrahamian, Davidan en Shmaryan.
Andere Perzische varianten zijn ‘pur’ zoals Rabbipur en ‘zadeh’
(zoon van) zoals Moshezadeh (zoon van Moshe) en Minazadeh
(zoon van Menashe). Het Georgische ‘shvili’ is bij ons
wel beter bekend zoals Michalashvili en Mosheshvili.
In Georgïë gebruiken niet-Joodse personen de suffix ‘ze’; vergelijk de familienaam van de voormalige
Russische minister van buitenlandse zaken Edvard Schevarnadze.
Als besluit van de patroniemen zullen wij nog
eenmaal sommige verschillende patroniemen van de naam Abraham weergeven.
Abraham, Abrahams, Abrahamer, Abramson,
Abramsohn, Abrahamszoon, Abramoff, Abramov,
Abrahamoff, Abramczyck, Abramavici, Abramescu,
Abramski, Brahms, Abisch, Abrams en Brams voor Aschkenazische varianten. De Sefardische patroniemen voor Abraham
zijn ondermeer Abramino, Abrametto, Abramento, Abrash,
Avrash, Abravia, Barhuma, Barhum, Barhumi, Brima, Broma,
Barami en Barhami.
Zoals in vele gemeenschappen is de Joodse gemeenschap een
patriarchale gemeenschap, waarbij families geleid worden door
een patriarch, die figuurlijk de verantwoordelijke is voor de familie, clan of stam. Maar men moet de matriarchen niet altijd verwaarlozen en onderschatten, voornamelijk als zij een sterke persoonlijkheid hebben en hun wil soms kunnen doen prevaleren
tegen de wil van de patriarch.
Zelfs vandaag gebeurt het nog steeds regelmatig dat een Joodse
echtgenote het voor het zeggen heeft als een ‘heimische Yiddische balbooste’ (een huiselijke Joodse bazin). Men moet eveneens rekening houden dat het soms de vrouw is die voor de
broodwinning zorgt en de man heel de dag bezig is met ‘lernen’
(heilige geschriften bestuderen) al dan niet in een kollel (school
voor Joods onderwijs voor volwassenen, waarbij ‘getrouwde’
leerlingen heel de dag bezig zijn met de bestudering van heilige
Joodse geschriften).
Zo gebeurt het dat Joodse matroniemen aan families worden
toebedacht in functie van vrouwen met een sterke persoonlijkheid. Shalom Aleichem schrijft ondermeer: Alter Pesin, zoon
van Pesya, Lejvi Zlatin, de man van Zlata en Chaim Chajkin, de
man van Chaya.
In de praktijk vinden wij dan namen zoals Perelman (man van
Perel), Friedman (man van Friede, Freide of Frieda), Gittelman
(man van Gittel) en Berneman (man van Breine, Breindel).
Een tweede gebruik van matroniemen is het gebruik van suffixen
zoals ‘son’ of ‘sohn’: Esterson, Gittelson en Scheinenson zijn enkele voorbeelden.
Deze soort familienamen werden in het algemeen min der gebruikt omwille van het feit dat echte patroniemen zoals ‘zoon
van’, meestal een religieuze oorsprong hebben.
Bij de Torahlezingen tijdens het gebed op zaterdag ochtend en
middag, evenals maandag en donderdag ochtend, worden religieuze volwassen mannen steeds opgeroepen als ‘ben’ (zoon
van); bvb. Jacob ben Yitschak (Jacob, zoon van Yitschak). Enkel bij smeekzegeningen voor een voorspoedig herstel van een
zieke wordt de naam van de moeder gebruikt zoals Jacob ben
Rivka (Jacob, zoon van Rivka) of Rachel bat Rivka (Rachel, dochter van Rivka); in dit laatste geval worden
meisjes eveneens vernoemd in tegenstelling met
oproepingen tijdens de voorlezingen in de Pentateuch, welk een mannelijk prerogatief is (tenminste
bij de Orthodoxe cultus). Dit leidde soms indirect tot
een bijgeloof, waarbij het gebruik van de naam van de
moeder geassocieerd werd met zieke personen en dus
niet gewenst als familienaam.
Met een ander voorbeeld nemen wij bvb. Moshe en Miriam, respectievelijk de zoon en dochter van Isaac en Rivka;
men zou dan eventueel Rivkason als matroniem kunnen gebruiken; dit zou dan wel aanvaardbaar zijn voor Moshe, maar minder voor Miriam, omdat zij een dochter van Rivka is; een aanvaardbare oplossing is een andere soort matroniem te gebruiken,
namelijk Rivkind (kind van Rivka) of de variant Rivkin. Andere
voorbeelden zijn ondermeer Gutkin en Gutkind (Gittel), Serkin
(Sara), Perkin (Perel) en Zlatkin (Zlate, Slavisch voor Golde).
Een andere suffix is ‘er’, betekenend ‘behorende tot’ zoals Gitler
(Gittel); Rosner (Rosa), Scheiner (Scheine) en Lieber (Liebe).
Diverse varianten van matroniemen worden ook gebruikt in
andere familienamen naargelang de lokale streektalen zoals in
Litouwen, Belarus en andere gebieden van het Russisch keizerrijk zoals Esterovitch, Esterov en Esterenko.
In het algemeen kunnen wij wel benadrukken dat er meestal
steeds verschillende redenen zijn geweest om matroniemen te
gebruiken in plaats van patroniemen.
Verkorte vormen van bepaalde woorden worden sinds mensenheugenis gebruikt in het algemeen taalgberuik zoals a.u.b. (als
het u believe) en m.a.w. (met andere woorden) en organisaties
zoals het JNF (Joods Nationaal Fonds). De oorsprong van andere woorden zoals WC (water closet) en tips (to insure prompt
service) zijn soms minder bekend, maar wel aanvaard in het algemeen taalgebruik.Acroniemen zijn woorden gevormd uit beginletters van woorden of namen en worden veelvuldig gebruikt in
het Jodendom. Rabbijnse geleerden gebruikten meestal acroniemen als pseudoniem of als schrijversnaam; bekende voorbeelden
zijn RaSHI (Rabbi Shlomo Itschaki – rabbijn Salomon, zoon
van Yitschak), RaMBaM (Rabbi Moshe Ben Maimon – rabbijn Moshe, zoon van Maimon – eveneens gekend onder zijn
seculiere naam Maïmonides) en RaMBaN (Rabbi Moshe Ben
Nachman – rabbijn Moshe, zoon van Nachman of ook bekend
onder zijn seculiere naam Nachmanides). Deze soort acroniemen waren in feite geen echte familienamen, maar wel specifieke
namen die bepaalde personen ten persoonlijke titel aannamen.
Centrale Magazine - 17
Joodse Familienamen
Andere acroniemen die wel als familienaam fungeren zijn KaTZ
(Kohen Tzedek – rechtvaardige priester – een naam aangenomen
door afstammelingen van bijbelse priesterfamilies) en SEGaL
(SEGan Levyah - bedienaars van tempeldiensten en een familienaam aangenomen door afstammelingen van levieten). Andere religieuze activiteiten hebben eveneens aanleiding gegeven
tot specifieke keuzes bij het aannemen van familienamen zoals SHaTZ (Shaliach TZibur – voorganger in het gebed), MoR
en MooR (Moreinu ve Rabenu – onze leraar en rabbijn), DyM
(Dayan uMelitz – rechter en verdediger), RoMM (Rosh Mesifta
– hoofd van een religieuze school) en SCHoN (Shaliach Neëman - verantwoordelijke van de Joodse gemeente). Deze laatste
soort acroniemen werden al dan niet vrijwillig gebruikt bij het
aannemen van familienamen als wettelijke verplichting.
Een specifiek aspect bij het aannemen van familienamen bij
Israëlieten is dat men zoveel mogelijk probeerde om verschillend
te zijn van hun niet Joodse omgeving. De Joodse familienaam
Katz heeft dus niets uitstaans met poezen en katten; de betekenis
van Katz werd in de vorige alinea behandeld; dito voor de familienaam Schatz wat vanuit Joods standpunt niets met schatten
gemeen heeft. De Joodse naam Baron heeft niets met de adel
uitstaans, maar is een acroniem voor Ben/Bar Aron (zoon/afstammeling van Aaron de priester). De naam Bach (beek in het
Duits) is eveneens een Joods acroniem voor Ben Chaim – zoon
van Chaim; een variant van deze laatste is Brach (Duits voor
braakland), maar als Joods acroniem meer bekend als Ben Reb
Chaim (zoon van Rabbijn Chaim).
Ons koningshuis is afkomstig van Saxen-Coburg en Gotha,
maar de Joodse familienaam Sachs betekent ‘Zera Kodesh
Stendal of Speier’ – afstammelingen/martelaren van Stendal of
Speyer, twee steden met een belangrijke Joodse populatie in de
middeleeuwen die veel te lijden hadden tijdens de kruistochten.
Behalve acroniemen bestaan er ook acrostieken. Hierbij worden
zinnen gebruikt in plaats van namen. Alle variante familienamen van Bloch, Block, Vloch, Wallag, Bollag zijn gebaseerd
op de bijbelse vers ‘Veahavta Lereacha Kamocha – gij zult uw
naaste evenveel beminnen als u zelf; de consonanten B/V-L-K/
CH zijn hiervoor de basismedeklinkers. Een andere bekende
acrostiek is de familienaam Atlas die helemaal geen uitstaans
heeft met de Griekse mythologische figuur die de aarde torst of
‘satijn’ voor de Duitstaligen, maar haar oorsprong heeft in psalm
73:1, namelijk ‘Ach Tov Leyisrael Selah’ – werkelijk, G’d is goed
voor Israël. Spijtig genoeg zijn betekenissen van diverse acroniemen en acrostieken met de tijd verloren gegaan, met als gevolg
dat sommigen geen weet meer hebben van de oorspronkelijke
Hebreeuwse betekenis van hun familienaam in het geval het een
acroniem of acrostiek is.
In het algemeen kunnen wij eveneens vermelden dat het gebruik
van acroniemen als familienamen meestal Aschkenazisch is; Sefardim hebben praktisch geen traditie om acroniemen als familienamen te gebruiken.
Centrale Magazine - 18
De Christelijke wereld kent evenmin het gebruik van acroniemen bij familienamen. Een van de redenen zou kunnen zijn dat
het Westers alfabet niet geschikt is voor het gebruik van acroniemen in tegenstelling tot het Hebreeuws alfabet, waarbij klinkers
meestal niet geschreven worden, met als gevolg dat enkel het gebruik van consonanten velerlei combinaties mogelijk maken om
woorden en namen te formuleren. Als voorbeeld nemen we het
woord evenals de familienaam SheMeSH, shemesh, betekenend
‘zon’ in het Hebreeuws; S-M-SH kan ook gelezen worden als
ShaMaSH – shamash, betekenend ‘portier, deurwachter – suppoost’ en ShiMouSH – shimoush, betekenend ‘gebruik’.
Als besluit voor de acroniemen kunnen wij schrijven dat deze in
twee groepen ingedeeld kunnen worden; enerzijds afkortingen
van schrijversnamen van specifieke rabbijnen zoals Rashi, Rambam en Ramban, waarbij de acroniem aan een bepaalde persoon
toebedeeld wordt; afstammelingen en religieuze beroepen zoals Katz, Segal, Schatz, Dym en Romm kunnen eventueel ook
als erfelijke familienaam fungeren; anderzijds kunnen acroniemen ook als, al dan niet, verplichte en/of erfelijke familienaam
fungeren, gebaseerd op een Joodse connectie die niets uitstaans
heeft met Westerse begrippen zoals Bach (beek in het Duits versus Ben Chaim – zoon van Chaïm in het Hebreeuws).
Fam. Ch. Szwajcer
Museumstraat 18, Antwerpen
Download