Endoscopiecentrum Gecombineerd onderzoek van de maag, slokdarm en twaalf­vingerige darm (gastroscopie) en de dikke darm (coloscopie) Endoscopiecentrum Inleiding U bent naar het Endoscopiecentrum verwezen voor een gastroscopie en een coloscopie. Dit onderzoek gebeurt met behulp van een endoscoop, een soepele kijkslang. Die wordt via de mond in de maag (gastroscoop) en via de anus (coloscoop) in uw darm gebracht. Op een beeldscherm bekijkt de arts de binnenkant van de slokdarm, maag en twaalfvingerige darm en de dikke darm en kan hij/zij zien of er afwijkingen zijn. In deze brochure leest u hoe u zich op de onderzoeken moet voorbereiden. Verder leest u over de gang van zaken tijdens de onderzoeken en de nazorg. Vooraf Vervoer regelen De onderzoeken gebeuren niet onder narcose. Wel krijgt u een rustgevend middel en een pijnstiller toegediend. Daardoor kunt u het beter verdragen. Dat betekent ook, dat u na de onderzoeken niet zelfstandig naar huis mag en zeker niet mag autorijden of fietsen e.d. Er moet dus iemand zijn die u ophaalt en naar huis brengt. U kunt ons ook een taxi laten bellen. De staat van uw gebit Voor de gastroscopie krijgt u een bijtring in de mond. Deze bijtring beschermt uw tanden en de scoop. Als u te hard op deze bijtring bijt, kan dat uw gebit beschadigen. Dit is mede afhankelijk van de toestand van uw gebit. Als u weet dat u een zwakke plek in uw gebit heeft, overleg dan met uw tandarts of het verstandig is deze te laten verstevigen voor het onderzoek. 1 Gecombineerd onderzoek van de maag, slokdarm en twaalfvingerige darm (gastroscopie) en de dikke darm (coloscopie) Als u denkt dat uw gebit schade kan ondervinden van het te hard bijten op de bijtring, bespreekt u dit dan voorafgaand aan het onderzoek met de arts die u voor het onderzoek heeft doorverwezen. Meenemen In het geval van het darmonderzoek kan het voorkomen dat u zich een keer moet verschonen. Wij raden u aan schoon ondergoed mee te nemen. Omdat u zich koud en rillerig kunt voelen is het handig om een paar warme sokken mee te nemen. Een lang T-shirt kan helpen u wat minder ‘bloot’ te voelen tijdens het onderzoek. Voorbereiding Het is voor de onderzoeken belangrijk dat u op tijd stopt met bepaalde medicijnen, dat uw darmen leeg zijn en dat u nuchter bent. Leest u de instructies hieronder daarom goed. Als u niet goed bent voorbereid, kunnen de onderzoeken niet doorgaan. Stoppen met bloedverdunners Als u bloedverdunners gebruikt en daarvoor onder controle staat van de trombosedienst, moet u hiermee een aantal dagen voor de onderzoeken stoppen. • Als u Sintrom of acenocoumarol gebruikt stopt u drie dagen tevoren. • Als u Marcoumar of fenprocoumon gebruikt stopt u vijf dagen tevoren. Als u nooit mag stoppen met bloedverdunners, overleg dan eerst met de arts die de bloedverdunners voorschrijft • Als u Plavix of clopidogrel gebruikt (meestal op voorschrift van een cardioloog), moet u zonder meer eerst met uw arts overleggen of u hiermee mag stoppen. 2 Endoscopiecentrum Als u na overleg met uw arts niet mag stoppen met bloed­ verdunners, geeft u dit dan alstublieft door aan de arts die u voor de onderzoeken heeft doorverwezen. Stoppen met staaltabletten Als u staal- of ijzertabletten gebruikt, moet u daar zeven dagen voor de onderzoeken mee stoppen. Deze tabletten kleuren de darminhoud zwart en kunnen daarom het onderzoek bemoeilijken. Overleg over insulinebeleid In voorbereiding op de onderzoeken mag u niet eten. Als u diabetes mellitus (suikerziekte) heeft en insuline gebruikt is het raadzaam om voor de onderzoeken met uw arts (internist of huisarts) te overleggen over het insulinebeleid (vóór de onderzoeken en zodra u weer mag eten). We raden u aan om insuline, insulinepen en de bloedsuikermeter mee te nemen naar het Endoscopiecentrum. Pacemaker of Intracardiale Defibrillator Als u een pacemaker of een intracardiale defibrillator (ICD) heeft, vertel dit dan aan de arts die u voor deze onderzoeken heeft doorverwezen. Mogelijk moet de cardioloog voorzorgs­ maatregelen nemen. Anticonceptiepil Als u een anticonceptiepil (‘de pil’) gebruikt, kunt u deze gewoon blijven gebruiken. Houdt er echter rekening mee dat u door de darmspoeling niet meer goed beschermd bent. U bent weer beschermd nadat u met de volgende strip bent begonnen. Lees de bijsluiter voor de precieze termijn. 3 Gecombineerd onderzoek van de maag, slokdarm en twaalfvingerige darm (gastroscopie) en de dikke darm (coloscopie) Darmvoorbereiding Voor het maagonderzoek (gastroscopie) moet de maag leeg zijn. Om het darmonderzoek (coloscopie) goed te kunnen uitvoeren, moet de darm helemaal schoon zijn. Daarvoor is het volgende nodig: • drie dagen voor het onderzoek: zo min mogelijk vezels en pitjes eten; • de dag voor het onderzoek: spoelvloeistof voor de darmen innemen; • niet meer eten nadat u met de darmspoeling bent begonnen. Zo min mogelijk vezels en pitjes eten Vezels en pitjes spoelen moeilijk uit de darm. Eet daarom vanaf drie dagen voor het onderzoek zo min mogelijk vezels en pitjes. Vezels zitten vooral in donker (volkoren / bruin) brood, fruit en groente. Pitjes zitten bijvoorbeeld in kiwi’s en druiven. Drink verder ten minste 1,5 tot 2 liter per dag. Spoelvloeistof voor de darmen innemen U ontvangt een recept voor Colofort, waarmee u bij de apotheek 4 zakjes poeder krijgt voor het aanmaken van een speciale spoel­ vloeistof voor de darmen. Deze vloeistof is er voor om uw darmen goed schoon te spoelen. In totaal zult u vier liter moeten drinken. Het innemen is afhankelijk van het tijdstip waarop het onderzoek plaats vindt. Bij de Colofort zit een gebruiksaanwijzing van de fabrikant. De tijden van innemen verschillen met die van ons: houdt u onze tijden aan alstublieft. Gebruik een lichte maaltijd voordat u de Colofort gaat innemen, bijvoorbeeld twee crackers of beschuitjes met suiker of jam zonder pitjes (geen vleeswaren of kaas). Hierna mag u niets meer eten. 4 Endoscopiecentrum • Onderzoek ’s morgens U drinkt de dag voor het onderzoek vier liter spoelvloeistof, tussen 13.00 en 20.00 uur. • Onderzoek ’s middags U drinkt de dag voor het onderzoek twee liter, tussen 17.00 en 19.00 uur. Op de dag van het onderzoek de resterende twee liter, tussen 7.00 en 9.00 uur. Mocht het innemen van de spoelvloeistof de dag voor het onderzoek al veel problemen geven (bijvoorbeeld braken), neem dan tijdig contact op met het Endoscopiecentrum. Het telefoonnummer vindt u achter in deze folder. U kunt rillerig en koud worden van het niet eten en het drinken van de Colofort Tips voor het gebruik van Colofort Colofort is niet lekker. U kunt proberen de smaak wat te verdoezelen: • drink de spoelvloeistof gekoeld; • drink de Colofort met een rietje, zodat de vloeistof wat verder in de mond komt; • voeg wat citroensap, aspartaam (kunstmatige zoetstof) of suikervrije limonadesiroop (zonder sorbitol) toe. Let op: u mag geen gewone suiker gebruiken! • gebruik tussendoor en tijdens het drinken kauwgum. Let op: niet doorslikken! Voor een goed resultaat kunt u het beste zo snel mogelijk de Colofort opdrinken, op de volgende manier. 5 Gecombineerd onderzoek van de maag, slokdarm en twaalfvingerige darm (gastroscopie) en de dikke darm (coloscopie) Drink elke 10 tot 15 minuten 250ml van de vloeistof. Om aan het drinken te wennen kunt u beter de eerste liter niet te snel drinken, neem er gerust 1,5 uur de tijd voor. • Vanaf het moment dat u begint met de Colofort mag u niets meer eten. • U mag nog wel drinken. Drink alleen heldere vloeistoffen (dus waar u doorheen kunt kijken zoals thee, heldere vruchtensappen, limonade of gezeefde bouillon). U mag geen suiker gebruiken, ook limonade en vruchtensap moeten suikervrij zijn. Drink kleine beetjes, zodat u geen ‘vol’ gevoel krijgt. Drink om dezelfde reden geen koolzuurhoudende dranken. Nuchter blijven Voor de onderzoeken moet u nuchter zijn. Dat wil zeggen dat u een aantal uur tevoren niet meer mag eten en drinken. Vanaf het moment dat u begint met de Colofort mag u niets meer eten. • Als de onderzoeken in de ochtend plaatsvinden, mag u vanaf 24.00 uur niets meer drinken. • Als de onderzoeken ’s middags plaatsvinden, drinkt u ’s morgens tussen 7.00 en 09.00 uur, de resterende twee liter Colofort. U mag ook nog twee kopjes thee drinken. Na 9.00 uur mag u niets meer drinken. • Als u medicijnen gebruikt, mag u deze op de dag van de onderzoeken met een klein slokje water innemen. Als u medicijnen met een groot glas water moet innemen, doe dit dan vroeg in de ochtend. Verloop van de onderzoeken Nadat u zich gemeld heeft bij de balie van het Endoscopiecentrum, kunt plaatsnemen in de wachtkamer. Omdat er verschillende onderzoeken bij ons plaatsvinden, kan het lijken, dat een ander 6 Endoscopiecentrum voorgaat. Een verpleegkundige haalt u op en brengt u naar de onderzoekskamer. De arts en/of de verpleegkundige leggen u de onderzoeken uit en beantwoorden eventuele vragen. De onderzoeken worden direct na elkaar uitgevoerd. De voorbereidingen voor beide onderzoeken gebeuren in één keer. Voor de gastroscopie krijgt u een drankje dat schuim­ vorming in de maag tegengaat. Verder wordt uw keel verdoofd. U slikt hiervoor een lepel lidocaïnegel. Als u een gebitsprothese draagt, of andere losse onderdelen, doet u deze uit. Voor de coloscopie wordt u gevraagd u van onderen uit te kleden. Hierna gaat u op uw linkerzij op de onderzoekstafel liggen. Vervolgens krijgt u een infuusnaaldje ingebracht. Daardoor wordt een rustgevend middel en pijnstilling toegediend, zodat u slaperig en ontspannen wordt. De hartslag en het zuurstofgehalte in het bloed wordt permanent gemeten met een sensor (knijpertje) op de vinger. Meestal wordt eerst de gastroscopie gedaan. U krijgt de bijtring in uw mond. De arts schuift de gastroscoop voorzichtig via de keel naar de slokdarm, maag en twaalfvingerige darm. Dit is niet pijnlijk maar wel een onprettige ervaring. In het begin krijgt u mogelijk braakneigingen, deze gaan echter snel weer over. Het is belangrijk dat u zich zo goed mogelijk ontspant. Als de slang in de maag ligt, brengt de arts via de slang lucht in de maag, zodat deze kan ontplooien. Het kan zijn dat u daardoor een vol gevoel krijgt en moet ‘boeren’. De luchtwegen blijven vrij, zodat u rustig kunt ademhalen. Aan het uiteinde van de slang zit een lampje. Hiermee bekijkt de arts de binnenkant van uw slokdarm, maag en twaalfvingerige darm inspecteren. Hij ziet dit op een beeldscherm. 7 Gecombineerd onderzoek van de maag, slokdarm en twaalfvingerige darm (gastroscopie) en de dikke darm (coloscopie) Hierna vindt de coloscopie plaats. De arts brengt de coloscoop via de anus in uw dikke darm. Dit is een wat vervelend en pijnlijk gevoel. Probeert u zich zoveel mogelijk te ontspannen. Om goed te kunnen kijken is het belangrijk dat de darm zich ontplooit. Daarom brengt de arts via de scoop wat lucht in uw darmen. Dit kan een gevoel van kramp geven. U kunt dit gevoel kwijt raken door de lucht te laten ontsnappen, anders gezegd: winden te laten. Dit is voor de medewerkers een normaal verschijnsel, u hoeft er zich niet voor te schamen. De arts kan u tijdens het onderzoek vragen van houding te veranderen. De verpleegkundige helpt u daarbij. Tijdens beide onderzoeken kan het nodig zijn een stukje weefsel (biopt) weg te nemen. Soms voelt u dit, maar het doet geen pijn. De arts kan eventuele poliepen (uit de darm) tijdens hetzelfde onderzoek verwijderen. Ook dit doet geen pijn. Biopten en poliepen worden in het laboratorium onderzocht. Duur van het onderzoek Met de voorbereidingen duurt de gastroscopie ongeveer 20 minuten en de coloscopie ongeveer 30 tot 40 minuten. Als er extra handelingen worden verricht (zoals het verwijderen van weefsel of poliepen) duurt het onderzoek langer. Na de onderzoeken blijft u een tot twee uur ter observatie in de uitslaapkamer. Uitslag De arts op het Endoscopiecentrum vertelt u direct na de onderzoeken de (voorlopige) uitslag. Als er bij u een stukje weefsel is weggenomen voor nader onderzoek in het laboratorium, dan krijgt u de uitslag daarvan van de arts die de onderzoeken heeft aangevraagd. Dit duurt ongeveer twee weken. 8 Endoscopiecentrum De arts op het Endoscopiecentrum voert enkel de onderzoeken uit. Hij of zij stuurt een verslag naar de arts die de onderzoeken heeft aangevraagd. U bespreekt vervolgens met uw huisarts of uw specialist of u (verder) behandeld moet worden, en waar een behandeling eventueel uit bestaat. Als u vragen heeft over de uitslag van de onderzoeken of over uw verdere behandeling kunt u die bespreken met de arts die de onderzoeken heeft aangevraagd. Nazorg en leefregels • • • • • • Uw keel kan na het maagonderzoek wat rauw aanvoelen. U mag dan ook niet eten of drinken totdat u weer normaal kunt slikken. Dit duurt ongeveer een uur. Op de uitslaapkamer krijgt u iets te eten en te drinken. Als u weer helder bent gaat u naar huis. Wij adviseren u om het op de dag van de onderzoeken rustig aan te doen. De medicijnen die zijn toegediend, beïnvloeden uw reactie vermogen. U kunt de rest van de dag niet autorijden, machines bedienen of belangrijke beslissingen nemen. Verder kunt u last hebben van winderigheid. Wanneer dat het geval is, kunt u proberen de lucht kwijt te raken door te ontspannen of zo nu en dan op het toilet te gaan zitten. Drink geen alcohol op de dag van het onderzoek. Bloedverdunners en insuline kunnen vaak ’s avonds weer volgens uw schema gebruikt worden. Volg daarbij de afspraken die u met uw arts heeft gemaakt. 9 Gecombineerd onderzoek van de maag, slokdarm en twaalfvingerige darm (gastroscopie) en de dikke darm (coloscopie) Wanneer bellen Als er stukjes weefsel zijn weggenomen, kan er bij de ontlasting wat bloed meekomen. Dit gaat vanzelf weer over. U hoeft zich daar niet ongerust over te maken. Als er een poliep is weggenomen, is er een klein risico op een bloeding. Soms is dan een spoedbehandeling nodig. Neem contact op met het Endoscopiecentrum: • als u moet overgeven; • als u ernstige pijn heeft; • als u zwarte ontlasting heeft; • als er aanhoudend rood bloed blijft sijpelen uit de darm. U kunt ons bellen van maandag tot vrijdag van 8.00 tot 14.00 uur op telefoonnummer (050) 361 23 66. Buiten deze tijden belt u het algemene nummer van het UMCG (050) 361 61 61 en vraagt u naar de dienstdoende arts maag-, darm- en leverziekten. 10 Endoscopiecentrum Aantekeningen 11 Gecombineerd onderzoek van de maag, slokdarm en twaalfvingerige darm (gastroscopie) en de dikke darm (coloscopie) 12 Patiënteninformatie vlk 189/1105