Uitwisseling van inlichtingen en wederzijdse bijstand INSTRUMENTEN 1. Bilaterale overeenkomsten België heeft 84 bilaterale overeenkomsten inzake belasting op inkomen en vermogen en overeenkomsten waaronder met alle lidstaten van de E.U. en akkoorden inzake successierechten met Frankrijk en Zweden. 2. Multilaterale overeenkomsten Multinationale conventie van de OESO en de Raad van Europa inzake administratieve samenwerking van 25 januari 1988, door Belgie ondertekend op 7 februari 1992 en bekrachtigd bij wet van 24 juni 2000. Verdragslanden tot nu toe: Denemarken, Finland, IJsland Nederland, Noorwegen, Polen, de Verenigde Staten en Zweden. 3. Europese richtlijnen en verordeningen – Richtlijn 77/799 EEG van 19 december 1977 betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de Lidstaten op het gebied van de directe belastingen. – Richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 betreffende de belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van een rentebelasting. – Verordening 1798/2003 van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de BTW. Bilaterale akkoorden • • • • • • • • • Bilaterale overeenkomsten tot uitwisseling van inlichtingen op basis van art. 26 OESO modelverdrag van 1963 en 1977 Toepassingsgebied ratione personae Voor overeenkomsten volgens model van 1963: Uitwisseling alleen maar over ingezetenen van de verdragssluitende landen, niet t.a.v. ingezetenen van derde landen Voor overeenkomsten volgens model van 1977 Uitwisseling ook ten aanzien van ingezetenen van derde landen, maar enkel wanneer deze personen onderworpen zijn aan belastingheffing in Belgie. Toepassingsgebied ratione materiae P.B., Ven.B, RPB, BNI, voorheffingen, opcentiemen en aanvullende gemeente- en personenbelasting. Uitwisseling mag gebruikt worden voor doelstellingen van verdrag en interne nationale belastingwetgeving voor die belastingen. Dus niet voor BTW, accijnzen of andere belastingen Bevoegde autoriteit Alleen federale administratie: ambtenaren van het hoofdbestuur der directe belastingen te Brussel Vormen van uitwisseling • Uitwisseling op verzoek – Alleen uitwisseling als erom wordt verzocht inzake een welbepaalde belastingplichtige voor een welbepaalde verrichting: geen algemene “fishing expeditions”. – Alleen wanneer ernstige vermoedens van fraude rijzen vb. winstverschuivingen door transfertprijzen. – Intern moeten alle mogelijkheden zijn uitgeput om de noodzakelijke inlichtingen te bekomen, m.a.w. men moet niet het opsporingswerk doen dat door de andere administratie moet gedaan worden. Men neemt aan dat aan die voorwaarde altijd is voldaan, en die voorwaarde wordt dus niet gecontroleerd. Wanneer de voorwaarde niet is voldaan is een aanslag gevestigd op dergelijke informatie nietig. – Deze manier van uitwisselen is niet heel efficiënt, vermits het controle achteraf is en de pakkans in feite wordt bepaald door de controle in het binnenland. • Spontane uitwisseling – Akkoorden voor spontane uitwisseling met: Frankrijk, Italie, Nederland en Oekraïne. – Discretionaire bevoegdheid om inlichtingen mee te delen aan andere staat indien “ongewone” verrichtingen aan het licht komen, die laten vermoeden dat de andere staat slachtoffer is van frauduleuze handelingen. Vb. Betalingen aan een inwoner van de andere verdragsstaat vanuit bankrekeningen van een derde land. • Automatische uitwisseling van gegevens – Administratieve regelingen voor automatische uitwisseling met: Frankrijk, Nederland en Oekraïne. Verregaande vorm van samenwerking voor uitwisseling van gegevens over bezoldigingen, erelonen, winsten en pensioenen. – Deze gegevens worden uitgewisseld, zonder dat erom wordt verzocht en zonder dat het gaat om ongewone verrichtingen die fraude kunnen laten vermoeden. Het gaat hier om administratieve regelingen die vaak niet worden gepubliceerd en dus ook niet bekend zijn. Meestal worden gegevens uitgewisseld bij vermindering van voorheffingen op interesten, royalties en dividenden en vrijstelling van belasting van grensarbeiders. Er zouden aldus regelingen bestaan met Japan en de Verenigde Staten van Amerika. – Behoorlijk bestuur eist dat dergelijke regelingen zouden worden bekendgemaakt, omdat het anders nagenoeg onmogelijk is voor de belastingplichtige na te gaan of de wettelijke voorwaarden van de uitwisseling werden gerespecteerd. • Beperkingen gegevensuitwisseling – Beperkingen inzake onderzoeksbevoegdheden – Wederzijdse eerbiediging van de onderzoeksbevoegdheden van de verdragsluitende staten. De staat die om inlichtingen verzoekt kan slechts die inlichtingen vragen die hij krachtens zijn eigen wetgeving gerechtigd is om op te vragen. De staat die inlichtingen verleent kan slechts inlichtingen geven die hij krachtens zij eigen wetgeving mag opvragen. De meest beperkende wetgeving is dus beslissend. Vb. onderzoekstermijnen, bankgeheim. – Eerbiediging van handels- en beroepsgeheimen. Vb. Zwitserland: verbod om jaarrekeningen van vennootschappen door te geven. – Eerbiediging van openbare orde: bescherming van de vitale belangen van een staat. • Beperkingen in het gebruik van de inlichtingen – Plicht tot geheimhouding: de ontvangende staat moet voor de internationale gegevens dezelfde geheimhouding toepassen als op nationaal verworven gegevens: Vb. beroepsgeheim. – Gebruik voor andere belastingen: art. 26 laat niet toe van de gegevens verworven op basis van een verdrag te beruiken voor andere belastingen dan inkomstenbelastingen of belastingen op vermogen. Dus niet voor BTW, accijnzen, registratie- en successierechten of S.Z.bijdragen. – Geen gebruik van inlichtingen voor derde landen, zelfs wanneer er een verdrag is met het derde land. Alleen uitwisseling tussen verdragsluitende staten. – Geen gebruik van inlichtingen voor strafvervolging en krachtens art. 6 EVRM ook niet voor administratieve sancties die als strafsancties worden beschouwd. Uitzondering in verdragen met Denemarken, Duitsland, Filippijnen, Griekenland, India, Italië, Korea, Malta, Marokko, Nederland, Noorwegen, Portugal, Roemenie, Slowakije, Thailand, Tsjechië, V. K., V.S.A. en Zwitserland (theoretisch!). Multilaterale conventie Partijen: • België, Denemarken, Finland, IJsland Nederland, Noorwegen, Polen, V.S.A. Toepassingsgebied ratione personae – Belastingplichtige in één van de verdragsstaten • Toepassingsgebied ratione materiae – Ruim toepassingsgebied: belastingen op inkomen, winst en vermogen, verplichte sociale bijdragen, BTW, accijnzen, registratie- en successierechten, motorrijtuigen, “alle andere belastingen”, ook regionale en lokale belastingen – Belgisch voorbehoud: sociale zekerheid, belastingen op onroerend goed, alle regionale en lokale belastingen behalve successie- en schenkingsrechten, motorrijtuigen • Bevoegde ambtenaren – Lijst van bevoegde autoriteiten, ruimer dan hoofdbestuur directe belastingen te Brussel Vormen van uitwisseling • Uitwisseling op verzoek – Verzoek voor welbepaalde personen of handelingen – Verdragsstaat is verplicht van onderzoek te doen als hij niet over gegevens beschikt • Spontane uitwisseling – Ruimere voorwaarden (art. 7 §1): abnormale vrijstelling of vermindering, belastingvermindering in de ene staat die leidt tot verhoging in andere, ketting van transacties die leidt tot een belastingbesparing, kunstmatige winstverschuivingen • Automatische uitwisseling – Automatische uitwisseling over bepaalde gevallen mits administratieve regeling tussen bevoegde autoriteiten • Gelijktijdige belastingcontroles (art.8) (Frankrijk, Italië en Oekraïne) • Belastingcontroles in het buitenland (art.9) (Frankrijk, Nederland) Beperkingen aan multilaterale conventie • Uitputting interne controlemiddelen • Weigeringsgronden dezelfde als in internationale verdragen, maar verdragsstaat mag toch bijstand verlenen en is dus niet gebonden aan weigeringsgronden. • wanneer evenwel een staat zijn controlebevoegdheden te buiten zou gaan zou de aanslag wellicht toch vernietigd worden. • Gebruik voor alle belastingen vermeld in conventie en waarvoor geen voorbehoud werd gemaakt: dus ib, BTW, accijnzen enz. • Doorgeven van informatie aan derde landen lid van conventie, mits instemming van staat die informatie gaf. • Gebruik van informatie voor strafvervolging toegestaan. Richtlijn 77/799 wederzijdse bijstand • Toepassingsgebied ratione personae • Alle personen die belastingplichtige zijn in één van de lidstaten voor een belasting waarop de richtlijn van toepassing is • Toepassingsgebied ratione materiae • Belasting op inkomen en vermogen en heffingen op verzekeringspremies (Taks op verzekeringscontracten) niet verplichte S.Z. premies • Bevoegde autoriteit • Hoofdbestuur van de FOD Financiën • • • • • • • • • • • Uitwisseling op verzoek Alleen in welbepaalde gevallen voor welbepaalde belastingplichtigen Alleen na uitputting van alle onderzoeksmogelijkheden, geen “fishing expeditions”. Spontane uitwisseling Vermoeden van abnormale vrijstelling of vermindering Vrijstelling of vermindering in één staat leidt tot belastingheffing of verhoging van heffing in de andere staat Transacties waaruit belastingbesparingen kunnen ontstaan Kunstmatige verschuiving van winsten binnen groep van ondernemingen Alle gegevens die van nut kunnen zijn voor het vaststellen van de belastingschuld in de andere staat van nut kunnen zijn. Automatische gegevensuitwisseling In de gevallen die de Lidstaten bij onderling overleg vaststellen cfr. Multinationale OESO conventie. Afspraken met Frankrijk en Nederland. • Aanwezigheid van fiscale ambtenaren bij fiscale controle in het buitenland: passieve aanwezigheid, niet zelf opsporingen of daden van onderzoek doen. • De tekst van art. 338 §2 dat de richtlijn uitvoert laat veel breder gebruik toe van de inlichtingen dan door de richtlijn werd toegestaan: actieve aanwezigheid van buitenlandse ambtenaren, gebruik voor alle belastingen. • Inhoudelijke beperkingen en aanwending van inlichtingen