www.vdvaccountants.be Wat zegt de sociale wetgeving ? In de praktijk kan een managementvennootschap op twee manieren gebruikt worden om inkomsten uit een exploitatievennootschap te verwerven. • In het eerste geval is de managementvennootschap bestuurder in een exploitatievennootschap die de vorm van een NV heeft aangenomen. Stel, een natuurlijke persoon is bestuurder in een vennootschap. Om zijn aansprakelijkheid te beperken richt hij een NV op. Die oefent het mandaat van bestuurder uit in de andere vennootschap. Het mandaat van een bestuurder kan bezoldigd zijn. Als dit mandaat wordt uitgeoefend door een natuurlijke persoon, dan vormt dit inkomen de basis voor de berekening van de zelfstandige bijdragen en zal het inkomen gevoegd worden bij de andere inkomsten van de natuurlijke persoon. Als de managementvennootschap optreedt als bestuurder, dan zal er in principe geen bijdrage verschuldigd zijn aan de zelfstandige kas. Verder zal het inkomen onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting in plaats van aan de personenbelasting. Bovendien kan het mandaat van bestuurder vergoed worden zonder BTW. • Een tweede mogelijkheid bestaat erin dat de managementvennootschap prestaties factureert aan de exploitatievennootschap. In die situatie presteert de managementvennootschap diensten. Hier wordt wel BTW in aanmerking genomen. Fiscaal moet je in die constructie veel aandacht hebben voor de economische realiteit. De exploitatievennootschap zou immers wel eens vragen kunnen krijgen omtrent de werkelijkheid van de gemaakte kosten. In de praktijk stelt men vast dat de managementvennootschap vaak wordt gebruikt om kaderledenbedienden onderdak te geven. Voor een kaderlid met een hoog inkomen is het interessanter onder de vennootschapsbelasting te ressorteren, dan als natuurlijke persoon belast te worden. Een sterke aantrekkingskracht maar ook meteen de zwakte van de managementvennootschap schuilt in het sociaal recht. • De bestuurder kan zelf zijn inkomsten bepalen en dus ook de berekeningsbasis van de socialezekerheidsbijdragen. • Daarenboven zijn de tarieven van de sociale zekerheid voor zelfstandigen voordeliger dan voor werknemers. Waar de basis voor werknemers- en werkgeversbijdragen bijna 50 procent van een onbegrensd loon bedraagt, beloopt de zelfstandige bijdrage maximaal 20 procent op een begrensde beloning. • Via de managementvennootschap bestaat de mogelijkheid de sociale bijdragen te beperken. Ook kan aanvullende pensioenopbouw verzorgd worden via een bedrijfsleiderverzekering of een groepsverzekering. Taak van manager Kaderleden kunnen via een zogenaamde managementvennootschap werken. Op de aan de managementvennootschap betaalde vergoedingen zijn bovendien geen werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid verschuldigd en de sociale bijdragen als zelfstandige zijn lager. Eén en ander valt bijgevolg vaak nadelig uit voor de Schatkist zodat zowel de RSZ als de fiscus meer en meer proberen om de constructie van de managementvennootschap aan te vallen. 44 www.vdvaccountants.be Naar de RSZ toe is het dan ook van belang om sociaalrechtelijk alle gevolgen van een managementvennootschap te aanvaarden en als een volledig zelfstandige entiteit te opereren. • Iedere verwijzing naar een ondergeschikt verband, dat kenmerkend is voor een arbeidsrelatie, moet dan ook vermeden worden. In de overeenkomst, meestal management-, advies- of consultancyovereenkomst genoemd, tussen de werkgever en de managementvennootschap mogen dus geen typische clausules van een arbeidsovereenkomst voorkomen. Identieke opzegtermijnen, arbeidstijdregelingen, vakantiedagen, terugbetaling van bepaalde kosten en dergelijke zijn uit den boze. Ook al te veel verplichtingen over de uitvoering van het werk moeten vermeden worden. • Meestal is het ook aangewezen om de managementvennootschap toe te laten haar diensten aan meerdere opdrachtgevers te verstrekken. Economische afhankelijkheid is weliswaar niet hetzelfde als een juridische afhankelijkheid, maar kan wel tegen de constructie van de managementvennootschap gebruikt worden. • De beëindiging van de arbeidsrelatie met de gewezen werkgever moet ook op een correcte manier gebeuren. Het afsluiten van geldige dadingen is daarbij een absolute voorwaarde. Zo’n dading wordt ook best op een gunstig tijdstip afgesloten. Het geval-Leekens Als de RSZ kan bewijzen dat je een 'schijnzelfstandige' bent, concreet: dat er een typische werknemer-werkgeverrelatie bestaat tussen opdrachtgever en leverancier, dan kan de werkgever/opdrachtgever verplicht worden tot de betaling van achterstallige RSZ-bijdragen. Dit was bijvoorbeeld het geval met Georges Leekens, trainer van Club Brugge, die in maart 1998 veroordeeld werd door de arbeidsrechtbank van Gent. Club Brugge had met de n.v. Sofile - waarvan Georges Leekens hoofdaandeelhouder en zaakvoerder was - een managementcontract afgesloten waarin stond dat Sofile een trainer ter beschikking van Club Brugge zou stellen in de persoon van Georges Leekens. De RSZ oordeelde echter dat dit een arbeidscontract was tussen Club Brugge en Georges Leekens zelf. Leekens werd immers verondersteld zich te gedragen zoals een 'intern' kaderlid. Gevolg: Club Brugge moest de achterstallige RSZ-bijdragen betalen op de inkomsten die Georges Leekens verkregen had via zijn managementvennootschap. Mandaat van bestuurder De bestuurder van een vennootschap is steeds een zelfstandige vermits hij geen band van ondergeschiktheid kent. Nochtans kan hij tegelijk bediende zijn, wanneer aan twee voorwaarden voldaan is: • hij moet een taak vervullen die duidelijk onderscheiden is van zijn bestuurdersambt en dat verschil moet duidelijk genoeg zijn. Dat wil zeggen: aan de ene functie moet een einde kunnen gemaakt worden, terwijl de andere kan blijven voortbestaan. • Ten tweede moet de bestuurder in de uitoefening van zijn mandaat als bestuurder zich tegenover de vennootschap in een ondergeschikt verband bevinden. De bestuurder valt in principe onder het sociaal statuut van de zelfstandigen voor de sociale zekerheidswetgeving. Zodra hij de opdracht van bestuurder uitoefent in een Belgische vennootschap, wordt hij verondersteld een zelfstandige activiteit uit te oefenen die verzekeringsplichtig is, tenzij hij kan bewijzen dat hij zijn mandaat kosteloos uitoefent. 45