* groep 7-8 Waar op de wereld ben je? Kijken naar de sterren tijdsduur lesdoelen benodigdheden 60 minuten De leerling: • 24 geodriehoeken • 24 rietjes kerndoelen • kan meeteenheden gebruiken om lengtes 1, 23, 32 en 45 en hoogtes uit te drukken • 12 rolmaten van 5 meter • kan gemeten waarden aflezen • plakband • weet wat een sextant is en kan het gebruiken • wereldbol • 24 moeren • klos touw • boek • weet wat de Poolster is eindproduct • voor iedere leerling een sextant Voorbereiding Zorg voor de activiteit Meten dat er een boek op uw bureau ligt. Meten 15 min. Ga met de leerlingen in een kring zitten. Vraag hoeveel centimeter zij denken dat het boek lang is. Hoe hoog denken ze dat de deur van de klas is? Hoe lang denken ze dat ze zelf zijn? De leerlingen schrijven hun voorspellingen bij opdracht 1 van het doeblad en gaan daarna in tweetallen meten met een rolmaat. Bespreek de antwoorden. Vertel dat er een instrument is, waarmee je de hoogte van objecten kunt meten: een sextant. Naast de hoogte van objecten kun je er ook mee bepalen op welke breedtegraad je je bevindt. Vertel dat de wereld is ingedeeld in verschillende breedtegraden. De scheepvaart gebruikte een sextant om te bepalen op welke breedtegraad het schip en andere schepen zich bevonden. Ze kunnen zich vast voorstellen dat het moeilijk is om je te oriënteren als je alleen zee om je heen hebt. Vraag of ze weten wat de Poolster is. Vertel dat de Poolster de ster is die altijd op dezelfde plaats aan de hemel te vinden is, en waar alles omheen lijkt te draaien. Door naar deze ster te kijken, weet je waar het noorden is. De schepen maakten hier met hun sextant gebruik van. De leerlingen maken een sextant om de hoogte van een object te meten. pagina 461 • Kijken naar de sterren • les 73 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen 73 Maak een sextant 20 min. Kijk samen met de leerlingen naar de sextant op het doeblad. Vertel dat de leerlingen zelf een sextant gaan maken. Bespreek aan welke eisen hun sextant moet voldoen. Kom samen tot de conclusie dat: • de sextant duidelijk de hoek moet aangeven waarin je kijkt (je hebt een geo driehoek nodig); Tip. De leerlingen kunnen de geodriehoek ook van karton namaken. Belangrijk is daarbij dat de graden worden overgenomen. • de sextant stevig moet zijn; • er gemakkelijk door de sextant heen gekeken moet kunnen worden (je hebt een rietje nodig). De tekening van de sextant op het doeblad laat zien hoe de sextant er uiteindelijk uit komt te zien. Geef de leerlingen de benodigdheden om de sextant te maken. Ze maken de sextant aan de hand van opdracht 2 van het doeblad. Het is belangrijk dat het touwtje recht naar beneden hangt en zo blijft hangen als de geodriehoek draait. ook is het belangrijk dat het touwtje aan de achterkant op het midden van het rechte stuk is vastgeplakt. Hoe hoog? 15 min. Ga met de leerlingen naar het schoolplein. Maak tweetallen. Ieder tweetal gaat de hoogte van een bepaald object meten, zoals een boom of de hoogte van het dak. De leerlingen maken opdracht 3 van het doeblad. Ze markeren de plek 10 meter vanaf het object. Help ieder groepje om de hoogte van 1 meter (omhoog) af te meten vanaf het gemarkeerde punt. Laat één leerling van het groepje in de gaten houden dat er vanaf 1 meter hoog wordt gemeten. Vanaf dat punt kijken de leerlingen met de sextant naar de bovenkant van het object. Belangrijk is dat de leerlingen onthouden hoeveel graden het touwtje op de geodriehoek aangeeft. Ga met de leerlingen naar binnen. Vertel dat ze met de hoek die ze hebben gemeten, gaan berekenen hoe hoog hun object was. Hiervoor meten ze bij opdracht 3c met hun geodriehoek vanaf de rechterkant van de horizontale lijn de hoek af die ze hebben gemeten. Deze lijn trekken ze links omhoog tot ze de verticale lijn snijden. De leerlingen meten de linker lijn op. Elke centimeter komt overeen met 1 meter. Omdat ze vanaf 1 meter hoogte hebben gemeten, komt er bij dat getal nog 1 meter bij. Zo hoog is hun object. Vraag de leerlingen welke antwoorden ze hebben gekregen. Zijn dat realistische antwoorden? Komen de antwoorden overeen met hun voorspellingen van opdracht 3b? pagina 462 • Kijken naar de sterren • les 73 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen Als er antwoorden uitkomen die niet kloppen, staan er op het doeblad punten genoemd waar dat door kan komen. Laat de leerlingen de meting eventueel opnieuw doen. De sextant en de Poolster 10 min. Pak de wereldbol erbij. Laat zien hoe de breedtegraden lopen. Alle plekken op de evenaar liggen op 0 graden. De Noordpool ligt op 90 graden noorderbreedte. Nederland ligt tussen de 51 en 53 graden noorderbreedte. Aangezien de leerlingen overdag niet naar de Poolster kunnen kijken, gaan ze doen alsof ze op de Noordpool staan. Vraag ze om hun sextant erbij te pakken. Laat ze doen alsof ze naar de Poolster recht boven zich kijken. Hoeveel graden geeft hun sextant aan? En hoeveel graden is het op de evenaar? Bij de evenaar is de Poolster ongeveer bij de horizon te vinden. Vraag de leerlingen hoe ze hun sextant moeten houden als ze in Nederland naar de Poolster kijken. Controleer of de leerlingen hun sextant zo gedraaid hebben dat het touwtje een hoek van 51, 52 of 53 graden aangeeft. De leerlingen vullen opdracht 4 van het doeblad in. pagina 463 • Kijken naar de sterren • les 73 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen pagina 464 • Kijken naar de sterren • les 73 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen * groep 7-8 73 Waar op de wereld ben je? doeblad 1 Meten Schrijf hieronder hoeveel centimeter of meter je denkt dat het object is. En hoeveel centimeter of meter je gemeten hebt. Wat denk je? Wat meet je? boek: centimeter boek: centimeter deur: centimeter deur: centimeter jijzelf: centimeter jijzelf: centimeter Je gaat zelf een sextant maken. Met een sextant kun je de hoogte van objecten meten. 2 Maak een sextant Wat heb je nodig? • geodriehoek • rietje • plakband • touw • moer pagina 465 • Kijken naar de sterren • les 73 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen schrijf HIER de getallen op Wat ga je doen? Je gaat een sextant maken. Op de tekening van de vorige bladzijde zie je waar je de verschillende materialen voor kunt gebruiken. 1 Meet een stuk touw van 25 centimeter af. 2 Draai de geodriehoek om. Plak het begin van het stuk touw precies in het midden van het langste rechte stuk. Draai de geodriehoek weer om en haal het touwtje over de geodriehoek, zodat deze voorlangs recht naar beneden valt. 3 Plak het rietje in het midden van de geodriehoek. Zorg ervoor dat aan beide kanten een even groot stuk van het rietje uitsteekt, zoals op de tekening van de vorige bladzijde. 4 Ziet je sextant er hetzelfde uit als de tekening van de vorige bladzijde? Knoop aan het uiteinde de moer vast. ja / nee 3 Hoe hoog? omcirkel het juiste antwoord Je gaat nu je sextant testen. a Van welk object wil je weten hoe hoog het is? b Hoe hoog denk je dat het is? 1 Ga 10 meter vanaf het object staan. Meet dit goed na met de rolmaat. Kijk op een hoogte van 1 meter met je sextant naar de bovenkant van het schrijf hier je antwoord op object. Je maatje kijkt hoeveel graden het touwtje op de geodriehoek aan geeft. Hij of zij houdt ook in de gaten dat je vanaf 1 meter hoogte blijft kijken. pagina 466 • Kijken naar de sterren • les 73 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen c Maak de tekening. Hoe hoog is het object? omcirkel het juiste antwoord d Check de volgende punten. • Hangt het touwtje op de sextant goed naar beneden? ja • Is het touwtje in het midden van de geodriehoek geplakt? ja • Heb je naar de bovenkant van het object gekeken? ja • Is het cijfer van je hoek kleiner dan 90 graden? ja pagina 467 • Kijken naar de sterren • les 73 / / / / nee nee nee nee • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen 2 Als je op één van de vragen ‘nee’ hebt geantwoord, maak dit dan nu beter. 4 De sextant en de Poolster a b Op hoeveel graden noorderbreedte ligt de noordpool? schrijf hier je antwoord op Op hoeveel graden ligt de evenaar? schrijf hier je antwoord op pagina 468 • Kijken naar de sterren • les 73 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen * groep 7-8 Wat is een sterrenbeeld? Kijken naar sterrenbeelden tijdsduur lesdoelen benodigdheden 70 minuten De leerling weet dat: • 84 satéprikkers • 48 kurken kerndoelen • bij een sterrenbeeld de sterren heel ver 1, 23 en 45 uit elkaar staan 40 x 20 centimeter • wat je bij een driedimen sionaal beeld ziet afhankelijk • 12 stukken karton van is van hoe je ernaar kijkt • 12 materiaalbakken • 12 stukken stevig karton 20 x 20 centimeter • lichtgevende klei eindproduct • linialen • een driedimensionaal ster- • lijm renbeeld van Orion • scharen • stanleymes • watervaste stiften Voorbereiding Schuif voor de activiteit Driedimensionale vormen alle tafels en stoelen aan de kant, zodat de leerlingen de ruimte hebben om een meetkundige vorm uit te beelden. Deze activiteit kan ook in de gymzaal of buiten op het plein worden gedaan. Maak voor de activiteit Maak een sterrenbeeld twaalf materiaalbakken klaar met daarin lichtgevende klei, karton, 7 satéprikkers, 4 kurken, een liniaal, lijm, een schaar en een watervaste stift. Driedimensionale vormen 15 min. Schuif alle tafels aan de kant. Verdeel de leerlingen in vier groepen van zes leerlingen. Verdeel de groepen over de hoeken van het lokaal. Laat de groepen een vorm uitkiezen die ze samen gaan uitbeelden. De leerlingen houden elkaars handen vast en gaan bijvoorbeeld in een driehoek, vierkant of rechthoek staan. Laat de leerlingen geen cirkel kiezen. De groepjes kiezen één van de leerlingen die de vorm coördineert. De andere vijf leerlingen maken samen de vorm. Laat de zesde leerling de vorm van verschillende kanten bekijken. Ziet het er steeds hetzelfde uit? Laat deze leerlingen de zijaanzichten op papier tekenen. Bespreek met alle groepjes wat ze hebben ontdekt. Verandert de vorm als je er vanaf een andere kant naar kijkt? Hoe kan dat? Vraag of ze denken of dit ook het geval is voor de manier waarop wij naar sterrenbeelden kijken. pagina 469 • Kijken naar sterrenbeelden • les 74 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen 74 De leerlingen onderzoeken hoe sterrenbeelden er van verschillende kanten uitzien. Maak een sterrenbeeld 45 min. Verdeel de groep in tweetallen. Ieder tweetal krijgt een materiaalbak. De leerlingen maken opdracht 1 van het doeblad. Vertel dat ze niet te hard in het karton moeten duwen als ze de lijnen trekken. Help bij stap 8 met het uitsnijden van de cirkel uit het karton. De leerlingen kijken door het kijkgaatje naar de driedimensionale Orion. Bij stap 16 van opdracht 1 van het doeblad staan tips die de leerlingen kunnen gebruiken als het sterrenbeeld nog niet goed zichtbaar is. Niet op één lijn 20 min. Bij opdracht 2 van het doeblad controleren de leerlingen het sterrenbeeld met het beeld zoals wij het ’s winters tijdens een heldere nacht kunnen zien. Zien de leerlingen Orion zoals in de tekening hieronder? Laat de leerlingen het sterrenbeeld ook van andere kanten bekijken. Vraag hoe het kan dat je het sterrenbeeld vanuit verschillende hoeken anders ziet. Leg uit dat dit komt doordat de sterren niet op één lijn staan. pagina 470 • Kijken naar sterrenbeelden • les 74 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen * groep 7-8 74 Wat is een sterrenbeeld? doeblad Je geeft antwoord op de onderzoeksvraag: Hoe ziet een sterrenbeeld er van verschillende kanten uit? 1 Maak een sterrenbeeld 1 Haal een materiaalbak bij je leerkracht. 2 Bekijk de materialen. Pak het langwerpige stuk karton. 3 Teken 2 centimeter vanaf de rand van de korte kant van het karton een lijn. Zet bij deze lijn het cijfer 1. Het karton moet vanaf deze lijn in zes gelijke delen worden verdeeld. kijk op de tekening hieronder. 4 Meet de lengte van het stuk karton vanaf lijn 1. 5 Deel dit getal door zes. Vul in: 6 Meet vanaf lijn 1 het aantal centimeter dat je bij stap 5 hebt uitgerekend. 7 Herhaal stap 6 totdat je zeven lijnen hebt getekend. De lengte van het karton is :6= centimeter. centimeter. Zet hier nog een streep. Zet bij deze streep een 2. pagina 471 • Kijken naar sterrenbeelden • les 74 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen 8 Je hebt nu het bord getekend, waar je de sterren op gaat zetten. Nu ga je het kijkvenster maken. Pak het vierkante stuk karton. Teken precies in het midden een kruis. Maak met een passer een cirkel met een straal van één centimeter. Laat je leerkracht de cirkel uit het karton snijden. 9 Lijm het kijkvenster tegen het langwerpige stuk karton op de eerste strook. 10 Je gaat nu op het karton een driedimensionaal model van het sterrenbeeld Je kunt op de tekening hieronder zien hoe je het moet doen. Orion maken. Op de tekening hieronder zie je waar op het karton de sterren komen te staan. Alle sterren hebben een letter gekregen. Sommige sterren, zoals A en C liggen precies op een lijn. De anderen liggen tussen twee lijnen in. Zet met potlood de letters A t/m G op de plaatsen waar de sterren moeten komen te staan. Kijk op de tekening hoe je dit moet doen. pagina 472 • Kijken naar sterrenbeelden • les 74 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen 11 Snijd vier kurken doormidden. Schrijf met een watervaste stift op de halve kurken de letters A t/m G. 12 Pak de zeven satéprikkers uit de box. Pak zeven halve kurken en steek in 13 Pak de lichtgevende klei en maak zeven kleine bolletjes ter grootte van een erwt. Schuif op iedere satéprikker één bolletje. Elk bolletje stelt een ster voor. 14 Zet de sterren op de juiste letters neer. Kijk op tekening hieronder hoe hoog de sterren moeten staan. Ster A zit heel hoog op de prikker. De andere ster op deze lijn (ster B) zit ook hoog. De sterren C en D zitten laag op de prikker. Bij E, F en G zit de ster ongeveer in het midden van de prikker. iedere kurk een satéprikker. 15 Kijk door het kijkgaatje van het vierkante stuk karton of de sterren goed staan. Het sterrenbeeld moet er precies zo uitzien als op de tekening. pagina 473 • Kijken naar sterrenbeelden • les 74 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen 16Staat het sterrenbeeld niet goed? Doorloop dan weer de stappen 10 tot en met 14. Andere mogelijke redenen waarom het niet goed lukt, zijn: • de bollen die de sterren voorstellen zijn te groot; • de bollen staan niet op de juiste hoogte op de stokjes; • het gaatje waar je doorheen kijkt is te klein, waardoor je niet het volledige sterrenbeeld ziet. 2 Niet op één lijn Je hebt het sterrenbeeld Orion driedimensionaal gemaakt. Kijk eens door het gaatje. Probeer hieronder te tekenen hoe je het sterrenbeeld ziet. teken HIER wat je ziet pagina 474 • Kijken naar sterrenbeelden • les 74 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen * groep 7-8 75 Maak je eigen telescoop Kijken naar het heelal tijdsduur lesdoelen benodigdheden 65 minuten De leerling: • foto telescoop (bijlage) • 24 stukken pvc buis van kerndoelen • weet dat de uitvinding van de telescoop voor bewijzen 1 en 45 heeft gezorgd dat de aarde diameter van 40 mm niet het middelpunt van het • 24 stukken pvc buis van heelal is 18 cm lang met een • weet dat je met een telescoop meer detail van een voorwerp diameter van 32 mm ziet • 24 lenzen nummer 8a • weet dat een lens meer vergroot naarmate de brand- • gaffertape puntsafstand kleiner is • liniaal 18 cm lang met een • 24 lenzen nummer 2 • dun karton • scharen eindproduct • A4-papier • een telescoop voor • zon of lamp iedere leerling • eventueel: holpijpje Voorbereiding Haal voor de activiteit De telescoop de foto van de telescoop uit de bijlage. Zorg voor de activiteit Telescoop maken voor de juiste lenzen. Deze zijn van het merk Astromedia te verkrijgen bij Ipacity. Lens nummer 2 heeft een diameter van 16,5 millimeter en een sterkte van +66,7. Lens nummer 8a heeft een diameter van 40,0 millimeter en een sterkte van +5,6. De telescoop 10 min. De leerlingen maken opdracht 1 van het doeblad. Vertel hierna dat een telescoop een instrument is, waarmee je meer detail van voorwerpen kunt zien. Laat de foto van de telescoop zien. Leg uit dat er vroeger werd gedacht dat de aarde het centrum van het heelal was. Er was een aantal geleerden dat door berekeningen tot de conclusie kwam dat dit niet het geval was. De uitvinding van de telescoop zorgde voor bewijzen dat de aarde en andere planeten om de zon draaien. De leerlingen maken een telescoop. pagina 475 • Kijken naar het heelal • les 75 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen Ter info. In les 35 maken de leerlingen ook een telescoop, maar een andere dan in deze les. Telescoop maken 30 min. Verdeel de leerlingen in tweetallen. In deze tweetallen denken ze na over de bouwtekening van hun telescoop. Waar moet de telescoop eigenlijk aan voldoen? Bespreek de eisen: • met de telescoop moet je meer detail van een voorwerp kunnen zien (hij heeft één of meerdere lenzen nodig); Tip. De leerlingen kunnen hun telescoop versieren. Ze kunnen er bijvoorbeeld een waarschuwingssticker opplakken om niet in de zon te kijken. • met de telescoop moet je scherp kunnen stellen (hij moet kunnen bewegen); • de telescoop moet stevig zijn. Uiteindelijk maakt iedere leerling een eigen telescoop. De leerlingen vullen opdracht 2 van het doeblad in. Help de leerlingen bij het maken van de bouwtekening. Vraag als alle bouwtekeningen klaar zijn of de leerlingen deze aan de klas willen laten zien. Geef hier samen met de andere leerlingen commentaar op. Kan er nog iets beter? De leerlingen die nog iets moeten verbeteren, doen dat. Houd wel in de gaten dat ze niet al hun tijd stoppen in het maken van een bouwtekening, waardoor ze geen tijd meer over hebben om de telescoop te maken. Controleer of hun bouwtekening na de verbeteringen klopt. Geef de leerlingen de materialen die ze nodig hebben. Help de leerlingen waar nodig bij het maken van de telescoop. De zwarte tape moet zo geplakt worden dat de smallere buis nog kan bewegen, maar wel ‘blijft hangen’ in de brede pvc-buis. Leg aan de leerlingen uit dat ze bij de bevestiging van de grote lens ervoor moeten zorgen dat er niet te veel tape op de lens komt. Door een holpijpje te gebruiken worden er twee exact dezelfde gaten in het karton gemaakt. Het is ook mogelijk om de gaten met een passer en een schaar te maken. Let erop dat deze gaten kleiner zijn dan de lens. Het uiteinde van de smalle pvc-buis is de kant die je tegen je oog houdt om door de telescoop te kijken. Werkt de telescoop? 10 min. De leerlingen vullen opdracht 3 in. Bespreek de antwoorden. Als de leerlingen door de telescoop kijken, zien ze meer detail van voorwerpen. Om een scherp beeld te krijgen, moeten ze de smalle buis in- of uitschuiven. Omdat er twee bolle lenzen in de telescoop zitten, zien de leerlingen het beeld omgekeerd. De leerlingen veranderen eventueel iets aan hun telescoop om deze beter te laten werken. Hoe werken lenzen? 15 min. Geef elk tweetal de twee lenzen en een vel A4-papier. De leerlingen gaan naar buiten of gebruiken een lamp om uit te zoeken hoe een lens lichtstralen breekt. Ze vullen opdracht 4 van het doeblad in. Lenzen breken lichtstralen die erop vallen. Als de stralen recht op de lens vallen, komen ze allemaal samen in een bepaald punt. Dit punt heet het brandpunt. Dit brandpunt is op papier zichtbaar te maken. Als de lichtstip op het papier fel is, valt het brandpunt van de lens samen met het papier. Als het licht vager is, is het papier te hoog of te laag. Hierdoor wordt duidelijk waarom je een telescoop in- en uit moet schuiven. pagina 476 • Kijken naar het heelal • les 75 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen * groep 7-8 Maak je eigen telescoop Je maakt een telescoop. doeblad 75 1 De telescoop Lees de tekst hieronder. Een telescoop is een instrument waarmee je meer detail van verre voorwerpen kunt zien. De naam telescoop komt uit het Grieks. Het betekent ‘ver kijker’. Een telescoop bestaat uit ten minste twee lenzen. In het jaar 1608 is de telescoop uitgevonden. Wie de telescoop als eerste uitvond, is niet bekend. Het was Zacharias Jansen of Johannes Lipperhey. Deze mannen waren Nederlanders en woonden in Middelburg. De telescoop werd gezien als hulpmiddel om tijdens de oorlog de vijand van een afstand aan te zien komen. Galileo Galilei was de eerste die de telescoop gebruikte om het heelal te bekijken. Hij ontdekte dat er kraters op de maan zijn en dat Saturnus ringen heeft. Ook ontdekte hij dat de aarde niet het middelpunt van het heelal is. a Wat kun je met een telescoop? schrijf HIER je antwoord op b Wie heeft de telescoop uitgevonden? schrijf HIER het juiste antwoord pagina 477 • Kijken naar het heelal • les 75 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen c Waarom is de telescoop zo’n belangrijke uitvinding geweest? 2 Telescoop maken Wat heb je nodig? • 2 stukken pvc-buis, 1 brede, 1 smalle • liniaal • 2 lenzen (2 en 8a) • potlood • gaffertape • schaar • dun karton • eventueel: holpijpje Wat ga je doen? 1 Maak een bouwtekening. Laat hierop zien hoe je de telescoop gaat maken. Lees van tevoren de beschrijving vanaf stap 2 op de volgende bladzijde door en kijk naar de tekeningen. Gebruik een potlood en liniaal en maak de bouwtekening. Schrijf bij de bouwtekening welke benodigdheden je hebt getekend. maak HIER je bouw- tekening pagina 478 • Kijken naar het heelal • les 75 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen 2 Pak de smalle pvc-buis. Plak tape om de buis totdat die goed past in de grotere buis. Let op: je moet de dunne buis wel heen en weer kunnen bewegen en hij moet blijven zitten als de telescoop schuin staat! Kijk goed naar de tekening hierboven. 3 Pak de grote lens. Plak deze met tape aan het uiteinde van de grote buis. Zorg dat er geen tape over het midden van de lens komt. 4 Pak het karton en de smalle pvc-buis. Zet de pvc-buis rechtop op het karton en trek met potlood de onderkant over. Doe dit twee keer. pagina 479 • Kijken naar het heelal • les 75 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen 5 Knip de twee cirkels uit. Leg de cirkels op elkaar. Sla met het holpijpje in het midden van beide cirkels een gat. Of knip twee even grote cirkels uit, zoals op de tekening onderaan de vorige bladzijde. 6 Pak nu de smalle lens. Leg deze tussen de twee cirkels karton op de plek met de gaten. Plak de kartonnen cirkels vast met plakband. De lens zit nu tussen de twee gaten in. 7 Plak het karton met de lens aan het uiteinde van de smalle pvc-buis. 8 Schuif de smalle buis in de grote buis. Zorg ervoor dat beide lenzen aan de buitenkant zitten. Je telescoop is klaar! 3 Werkt de telescoop? a Kijk met je telescoop naar een voorwerp. Zie je het voorwerp meteen scherp? ja b Kijk nogmaals naar hetzelfde voorwerp. Schuif de smalle buis van je telescoop in en uit. Zie je het voorwerp scherp? ja Probeer het net zo lang tot je het beeld scherp ziet. c Wat valt je op aan het beeld dat je ziet? d Zie je het voorwerp dichterbij of verder weg? Let op! omcirkel / nee / nee Je mag met een telescoop nooit naar de zon kijken. Zo beschadig je je ogen. pagina 480 • Kijken naar het heelal • les 75 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen het juiste antwoord omcirkel het juiste antwoord 4 Hoe werken lenzen? Je hebt net twee lenzen in je telescoop gezet. Sommige mensen hebben de hele dag lenzen voor hun ogen zitten: in hun bril of contactlenzen. Lenzen breken lichtstralen die erop vallen. Als de stralen recht op de lens vallen, komen ze allemaal samen in een bepaald punt. Dit punt heet het brandpunt. Je gaat de brandpuntsafstand van lenzen zelf bepalen. Wat heb je nodig? • 2 lenzen (2 en 8a) • A4-papier • zon of lamp Wat ga je doen? 1 Als de zon schijnt, ga je naar buiten. Schijnt de zon niet, dan kun je ook 2 Leg een stuk A4-papier op de grond onder de lens. 3 Beweeg de lens heen en weer totdat je een scherp lichtpunt op het papier het licht van een lamp gebruiken. ziet. Scherp betekent dat het licht heel fel is. De afstand tussen het papier en de lens is dan de brandpuntsafstand. 4 Doe dit voor beide lenzen. pagina 481 • Kijken naar het heelal • les 75 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen Tip. Bedenk of je beide lenzen op dezelfde hoogte hield toen het beeld scherp was. a Is de brandpuntsafstand van beide lenzen hetzelfde? ja / nee b Hoe kleiner de afstand tussen het brandpunt en de lens, hoe meer de lens vergroot. Welke lens vergroot meer? lens 2 / lens 8a pagina 482 • Kijken naar het heelal • les 75 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen omcirkel het juiste antwoord omcirkel het juiste antwoord * groep 7-8 Communicatiesatellieten Kijken naar de aarde tijdsduur lesdoelen benodigdheden 50 minuten De leerling: • 12 passers •kent manieren waarop er • 12 geodriehoeken kerndoelen met de wereld gecommuni- • A2-papier 1 en 23 ceerd kan worden •kent de functie van een communicatiesatelliet •weet waarom op bepaalde plekken op de wereld veel communicatiesatellieten zijn eindproduct • een weergave van de plaats van een aantal communicatiesatellieten rondom de aarde Voorbereiding Voor de activiteit Zie jij de satellieten? moeten de leerlingen weten wat meridianen zijn. Kopieer voor deze activiteit de cirkel van het doeblad op A2-papier en hang deze voor in de klas. Hoe communiceer jij? 10 min. Wie weet wat communicatie is? Vraag hoe de leerlingen communiceren. Bellen ze? Praten ze of chatten ze via de computer? Hoe kan het dat deze communicatievormen mogelijk zijn? Weet iemand wat een satelliet is? Vertel dat satellieten in een baan om de aarde draaien. Eén type satelliet is de communicatiesatelliet. Dit is een satelliet die ervoor zorgt dat informatie van de ene plek naar de andere wordt overgebracht. Dit geldt voor informatie van telefoon, radio, televisie en internet. Veel communicatiesatellieten draaien in een geostationaire baan om de aarde. Geostationair betekent dat de satelliet altijd op dezelfde plek ten opzichte van de aarde staat; de aarde en de satelliet draaien even snel. De leerlingen onderzoeken boven welke gebieden veel communicatiesatellieten zijn. pagina 483 • Kijken naar de aarde • Les 76 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen 76 Zie jij de satellieten? 25 min. De leerlingen maken opdracht 1 van het doeblad. Pak de satellietenlijst van het doeblad en leg deze uit. Vertel dat hierop de satellieten ingedeeld zijn per 5 graden lijn. Vertel dat ze het aantal satellieten als kruisjes naast de meridiaan in de cirkel moeten zetten. Teken samen een aantal van de satellieten in, zodat de leerlingen snappen wat de bedoeling is. Verdeel de andere meridianen van de lijst onder de tweetallen. Zorg dat elk tweetal ongeveer evenveel satellieten tekent. Als de leerlingen de satellieten op het doeblad hebben getekend, tekenen ze hierna de satellieten op de grote cirkel op het A2-papier voor in de klas. Veel, meer, meest! 15 min. Bespreek de opdrachten. Laat de grote cirkel zien. Kom samen tot de conclusie dat er heel veel communicatiesatellieten zijn. Laat de leerlingen opdracht 2 van het doeblad maken. Aan de hand van de atlas zien ze boven welke gebieden in de wereld de meeste satellieten zijn. Laat ze de landen en werelddelen benoemen. Waarom zijn er boven deze delen meer communicatiesatellieten? Dit zijn gebieden waar veel mensen wonen en waar dus veel gebruik wordt gemaakt van televisie-, telefoon- en internetverkeer. pagina 484 • Kijken naar de aarde • Les 76 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen * groep 7-8 76 Communicatiesatellieten In dit experiment geef je antwoord op de onderzoeksvraag: Boven welke gebieden zijn veel communicatiesatellieten? doeblad 1 Zie jij de satellieten? 1 Teken de satellieten die je van je leerkracht gekregen hebt met kruisjes op de cirkel bij de juiste meridiaan. 90 120 60 30 150 180 -180 0 -30 -150 -120 -60 -90 pagina 485 • Kijken naar de aarde • Les 76 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen 2 Neem dit doeblad mee naar de grote cirkel voor in de klas. 3 Teken de satellieten van dit doeblad over op de cirkel voor in de klas. a Wat valt je op aan de verspreiding van de satellieten in de cirkel op het bord? 2 Veel, meer, meest! a Zoek in de atlas op welke landen er op de meridianen van deze gebieden met veel satellieten liggen. Schrijf de landen hieronder op. b Waarom zijn er hier zoveel communicatiesatellieten nodig? pagina 486 • Kijken naar de aarde • Les 76 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen * groep 7-8 Lijst met geostationaire satellieten Meridiaan -105 Meridiaan -60 Meridiaan -10 Meridiaan 35 UHF 4 MARISAT 3 LEASAT 2 ANIK E2 UHF 6 LEASAT 3 MARISAT 1 AURORA 1 GSTAR 4 BRAZILSAT A1 COSMOS 2291 GORIZONT 26 METEOSAT 6 GORIZONT 17 RADUGA 28 EUTELSAT 1F1 Meridiaan -5 Meridiaan 40 TELECOM 2A TELECOM 2B GORIZONT 31 TURKSAT 1B Meridiaan 0 Meridiaan 45 INTELSAT 707 SKYNET 4C TVSAT 2 THOR METEOSAT 5 RADUGA 23 INTELSAT 507 Meridiaan -175 INTELSAT 513 TDRS 5 Meridiaan -100 Meridiaan -170 RADUGA 21 Meridiaan -155 INTELSAT 702 Meridiaan -150 TDRS 7 GSTAR 1 DBS 1 ASC 2 AMSC 1 DBS 3 DBS 2 ACTS FLEETSATCOM 7 GALAXY 4 Meridiaan -55 INMARSAT 2F4 Meridiaan -50 INTELSAT 706 INTELSAT 705 Meridiaan -45 TDRS 6 PANAMSAT 1 Meridiaan -40 PANAMSAT 3R TDRS 4 INTELSAT 502 Meridiaan -140 AURORA 2 Meridiaan -95 Meridiaan -35 Meridiaan -135 TELSTAR 401 GALAXY 3R ORION 1 INTELSAT 603 SKYNET 4A SATCOM C1 SATCOM C4 GOES 9 Meridiaan -90 Meridiaan -130 GALAXY 1R SATCOM C3 DSCS 3-01 GSTAR 3 BRAZILSAT A2 GALAXY 7 TELSTAR 402R Meridiaan -85 Meridiaan -125 GALAXY 5 GSTAR 2 Meridiaan -120 TELSTAR 303 SBS 5 ECHOSTAR 1 SPACENET 3R TELSTAR 302 SATCOM K1 MORELOS 2 ANIK C3 TELECOM 2C TELE X SIRIUS 1 NATO 4B EUTELSAT 2F4 Meridiaan 10 Meridiaan -30 COSMOS 2282 INTELSAT 506 HISPASAT 1B HISPASAT 1A INTELSAT 601 EUTELSAT 2F2 COSMOS 2224 RADUGA 29 RADUGA 22 ITALSAT 1 HOTBIRD 1 EUTELSAT 2F1 Meridiaan -25 Meridiaan -80 INTELSAT 605 FLEETSATCOM 8 COSMOS 2209 SATCOM K2 SBS 4 Meridiaan -20 EUTELSAT 2F3 Meridiaan 20 COMSTAR 4 ANIK C2 GOES 8 GALAXY 6 SBS 6 ASTRA 1E ASTRA 1B ASTRA 1A ASTRA 1D ASTRA 1C TELSTAR 301 EUTELSAT 1F5 MARECS A Meridiaan -70 Meridiaan -15 Meridiaan 25 ANIK C1 SBS 2 BRAZILSAT B1 SPACENET 2 TDRS 1 COSMOS 2054 UHF 3 INMARSAT 2F2 FLEETSATCOM 1 MARECS B2 COSMOS 2172 EXPRESS 1 DFS 3 EUTELSAT 1F4 GORIZONT 20 ASTRA 1F INMARSAT 3F1 Meridiaan -110 SOLIDARIDAD 2 ANIK E1 GOES 7 SOLIDARIDAD 1 Meridiaan 60 INTELSAT 510 RADUGA 26 INTELSAT 604 INTELSAT 602 Meridiaan 65 INMARSAT 2F1 INTELSAT 505 DSCS 2-15 INTELSAT 704 PANAMSAT 4 RADUGA 1-1 RADUGA 32 UHF 2 UHF 5 GALS 1 GALS 2 LEASAT 5 COSMOS 2133 INTELSAT 501 MARISAT 2 Meridiaan 75 Meridiaan -65 BRAZILSAT B2 pagina RADUGA 1-3 RADUGA 1-2 GORIZONT 27 SKYNET 4B Meridiaan 70 Meridiaan 15 INTELSAT K INTELSAT 512 NATO 3D TDF 2 TDF 1 NATO 4A INTELSAT 515 Meridiaan -75 Meridiaan -115 Meridiaan 5 Meridiaan 50 487 • Kijken naar de aarde • Les 76 COSMOS 2085 INSAT 2A ELECTRO LUCH 1 Meridiaan 30 DFS 2 ARABSAT 1C • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen bijlage Meridiaan -180 76 Meridiaan 80 Meridiaan 95 Meridiaan 115 Meridiaan 140 Meridiaan 165 THAICOM 2 THAICOM 1 COSMOS 2319 GORIZONT 24 LUCH 0 GORIZONT 19 KOREASAT 1 SPACENET 1 KOREASAT 2 OPTUS A2 Meridiaan 100 Meridiaan 120 APSTAR 1 GORIZONT 18 GMS 5 GORIZONT 30 INSAT 1D RADUGA 31 PRC 26 EKRAN 19 EKRAN 20 ASIASAT 2 GORIZONT 25 PALAPA B4 GMS 4 Meridiaan 145 Meridiaan 85 RADUGA 30 TDRS 3 Meridiaan 105 Meridiaan 90 PRC 22 GORIZONT 28 MEASAT 1 INSAT 2C INSAT 2B pagina ASIASAT 1 Meridiaan 110 PALAPA B2R YURI 3N YURI 3A YURI 3B PRC 25 PALAPA C1 PALAPA B2P PANAMSAT 2 FLEETSATCOM 4 GORIZONT 21 Meridiaan 175 Meridiaan 150 INTELSAT 701 INTELSAT 703 Merdiaan 130 RADUGA 27 JCSAT 3 GORIZONT 29 N STAR A SAKURA 3A Meridiaan 170 JCSAT 1 ETS 5 OPTUS A3 Meridiaan 180 INMARSAT 2F3 INTELSAT 511 Meridiaan 155 Meridiaan 135 GORIZONT 22 SAKURA 3B N STAR B 488 • Kijken naar de aarde • Les 76 JCSAT 2 OPTUS B3 INTELSAT 503 Meridiaan 160 SUPERBIRD A2 OPTUS B1 SUPERBIRD B1 • Bronnenboek Reis door de ruimte in 80 lessen