Werkboek Algebra (cursus voor 5u wiskunde) Hoofdstuk13: Stelsels van vergelijkingen met twee onbekenden Naam: ...................................................... - 249 - Klas: ................ Hoofdstuk 13 : Stelsels van vergelijkingen van de eerste graad met twee onbekenden. Instap (boek pag 252) Opgave: Zoek de afmetingen van alle rechthoeken met een omtrek van 36 m en waarvan de lengte gelijk is driemaal de breedte. Oplossing: Stel x : lengte van de rechthoek y : breedte van de rechthoek Dan wordt de formule van de rechthoek in functie van x en y :..................................... x y 0 .......... ............. ............. De lengte is gelijk aan driemaal de breedte : ................................................................. x y 0 .......... ............. ............. De oplossingen van de vergelijking zijn de coördinaten van de punten van een rechte. Teken deze rechten op het cartesisch assenstelsel. Hoeveel punten hebben deze twee rechten gemeen? ................................................... Zoek nu welk koppel (x,y) voldoet aan de twee voorwaarden : .................................. We zeggen dat het koppel (.............,................) een gemeenschappelijke oplossing is van de twee vergelijkingen. Werkboek Algebra (cursus voor 5u wiskunde) Hoofdstuk13: Stelsels van vergelijkingen met twee onbekenden Naam: ...................................................... Klas: ................ We zochten dus naar oplossingen van : 2 ( x + y ) = 36 ∧ x = 3 y ( ∧ : logische en) We kunnen dit ook als volgt aanduiden en we spreken van een stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden van de eerste graad: 2 ( x + y ) = 36 x = 3 y De oplossingenverzameling van zo een stelsel is de doorsnede van de oplossingenverzamelingen van elke vergelijking afzonderlijk. We hebben dit stelsel grafisch opgelost. - 250 - Werkboek Algebra (cursus voor 5u wiskunde) Hoofdstuk13: Stelsels van vergelijkingen met twee onbekenden Naam: ...................................................... Taak 1 ( zie ook opgave boek pag 254 nr 1 - a) y = 3 Los het volgende stelsel grafisch op: x − 2 y + 3 = 0 x ......... ............. y .......... ............. y=3 x ........... ............. x − 2y + 3 = 0 y Opl = ( ............, ................) .......... ............. Klas: ................ - 251 - Werkboek Algebra (cursus voor 5u wiskunde) Hoofdstuk13: Stelsels van vergelijkingen met twee onbekenden Naam: ...................................................... Taak 2 ( zie ook opgave boek pag 254 nr 1 - g) Klas: ................ 2 x − 3 y + 1 = 0 Los het volgende stelsel grafisch op: x + 2 y + 4 = 0 x ......... ............. y .......... ............. 2x − 3 y + 1 = 0 x ........... ............. x + 2y + 4 = 0 y Opl = ( ............, ................) .......... ............. - 252 - Werkboek Algebra (cursus voor 5u wiskunde) Hoofdstuk13: Stelsels van vergelijkingen met twee onbekenden Naam: ...................................................... Substitutiemethode Klas: ................ Uitgewerkt voorbeeld (oef boek pag 256) 2 x + 3 y = 6 x + 3 = 0 2 x + 3 y = 6 ⇔ x = − 3 2 ⋅ (−3) + 3 y = 6 ⇔ x = − 3 − 6 + 3 y = 6 ⇔ x = −3 3y = 6 + 6 ⇔ x = −3 12 y= ⇔ 3 x = − 3 y=4 ⇔ x = −3 Opl = { ( ........,...........) } Los op in |R y − 3 = 0 x + 2 y = 8 y = 3 ⇔ x + 2 y = 8 y = 3 ⇔ ............................................. y = 3 ⇔ ............................................. y = 3 ⇔ ............................................. Opl = { ( ........,...........) } - 253 - Werkboek Algebra (cursus voor 5u wiskunde) Hoofdstuk13: Stelsels van vergelijkingen met twee onbekenden Naam: ...................................................... 2 x − y + 4 = 0 4 x + 3 y + 1 = 0 Klas: ................ + y = .................................... ⇔ ................................................. + y = .................................... ⇔ ................................................. + y = ................................... ⇔ ................................................ + y = ................................... ⇔ ................................................ + y = ................................... ⇔ ................................................ Opl = { ( ........,...........) } 4 x − y − 8 = 0 8 x − 2 y − 4 = 0 ................................................ ⇔ ................................................. ................................................ ⇔ ................................................. ................................................ ⇔ ................................................. ................................................ ⇔ ................................................. Opl = { ................ } - 254 - Werkboek Algebra (cursus voor 5u wiskunde) Hoofdstuk13: Stelsels van vergelijkingen met twee onbekenden Naam: ...................................................... Een variant op de substitutiemethode Klas: ................ We lossen bij deze methode beide vergelijkingen op naar eenzelfde onbekende. Voorbeeld: x + 5 y = 7 x + y = 3 x = 7 − 5 y ⇔ x = 3 − y 3 − y = 7 − 5 y ⇔ x = 3 − y ................................................. ⇔ x = 3 − y ................................................. ⇔ ................................................. ................................................. ⇔ ................................................. Opl = { ( ........,...........) } x − 3 y + 2 = 0 5 y = x + 1 x = 3 y − 2 ⇔ x = 5 y − 1 ................................................. ⇔ ................................................. ................................................. ⇔ ................................................. ................................................. ⇔ ................................................. ................................................. ⇔ ................................................. Opl = { ( ........,...........) } - 255 - Werkboek Algebra (cursus voor 5u wiskunde) Hoofdstuk13: Stelsels van vergelijkingen met twee onbekenden Naam: ...................................................... Combinatiemethode: Klas: ................ x+ y =4 x + y = 4 x − y = 7 + (x − y = 7 ) 2 x + 0 y = 11 2 x = 11 ⇔ x − y = 7 x = ............... ⇔ x − y = 7 x = ............... ⇔ ............. − y = 7 x = ............... ⇔ y = .............. 16 x + 15 y = 77 17 x − 45 y = − 101 Opl = { ( ........,...........) } x3 48 x + 45 y = 231 48 x + 45 y = 231 ⇔ 17 x − 45 y = − 101 17 x − 45 y = − 101 ..................................... .............................................. ⇔ 17 x − 45 y = − 101 .............................................. ⇔ ............... − 45 y = − 101 x = ............... ⇔ y = .............. Opl = { ( ........,...........) } - 256 - Werkboek Algebra (cursus voor 5u wiskunde) Hoofdstuk13: Stelsels van vergelijkingen met twee onbekenden Naam: ...................................................... 5 7 x + 3 y = 36 3 11x − 5 y = 8 Klas: ................ ........................................................ ⇔ ........................................................ ........................................................ ⇔ ........................................................ ........................................................ ⇔ ........................................................ ........................................................ ⇔ ........................................................ ........................................................ ⇔ ........................................................ Opl = { ( ........,...........) } 4 x − 3 y + 15 = 0 2 y − x − 10 = 0 4 x − 3 y + 15 = 0 ⇔ ..................................... ........................................................ ⇔ ........................................................ ........................................................ ⇔ ........................................................ ........................................................ ⇔ ........................................................ ........................................................ ⇔ ........................................................ Opl = { ( ........,...........) } - 257 - Werkboek Algebra (cursus voor 5u wiskunde) Hoofdstuk13: Stelsels van vergelijkingen met twee onbekenden - 258 - Naam: ...................................................... Klas: ................ Een variant op de combinatiemethode: (zie boek pag 261) Voorbeeld 1 50 x + 20 y = 15 5 x − 20 y = − 4 55 x + 0 y = 11 10 x + 4 y = 3 − 5 x + 20 y = 4 5 1 −1 2 10 x + 4 y = 3 − 10 x + 40 y = 8 0 + 44 y = 11 55 x = 11 ⇔ 44 y = 11 x = ............. ⇔ y = ............ Opl = { ( ........,...........) } Voorbeeld 2 3 x + 5 y = 18 2 y − x = 16 1 3 2 5 ........................................................ ⇔ ........................................................ ........................................................ ⇔ ........................................................ ........................................................ ⇔ ........................................................ Opl = { ( ........,...........) } Werkboek Algebra (cursus voor 5u wiskunde) Hoofdstuk13: Stelsels van vergelijkingen met twee onbekenden Naam: ...................................................... Los op met de combinatiemethode: - 259 - Klas: ................ 6 x − 4 y − 5 = 0 2 y − x = 16 ........................................................ ⇔ ........................................................ ........................................................ ⇔ ........................................................ ........................................................ ⇔ ........................................................ ........................................................ ⇔ ........................................................ Opl = { ( ........,...........) } − 5 x + 7 y = 7 3 x + y = 21 ........................................................ ⇔ ........................................................ ........................................................ ⇔ ........................................................ ........................................................ ⇔ ........................................................ ........................................................ ⇔ ........................................................ Opl = { ( ........,...........) } Werkboek Algebra (cursus voor 5u wiskunde) Hoofdstuk13: Stelsels van vergelijkingen met twee onbekenden - 260 - Naam: ...................................................... Klas: ................ Vraagstukken die leiden tot een stelsel van twee vergelijkingen van de eerste graad met twee onbekenden. Voorbeeld 1: (opgave zie boek pag 263 nr. 8) Bepaal twee getallen met som 76 en verschil 38 Oplossingsmethode : Lees de opgave aandachtig en onderlijn Oplossing: Gelijkheden: het gegeven. Noteer de gelijkheden. Kies de twee onbekende en noteer dit in Keuze van de twee onbekenden de 2e kolom Onderlijn het gevraagde en stel het stelsel Opstellen stelsel op.Noteer dit stelsel in de 2e kolom. Los het stelsel op : Oplossen van het stelsel Formuleer het antwoord in de 2e kolom Antwoord: Maak de proef (controleer steeds jezelf) Proef: Werkboek Algebra (cursus voor 5u wiskunde) Hoofdstuk13: Stelsels van vergelijkingen met twee onbekenden Naam: ...................................................... Voorbeeld 2: (opgave zie boek pag 263 nr. 9) Klas: ................ Verdeel 720 eurocent in 60 geldstukken van 20 eurocent en 5 eurocent. Oplossingsmethode : Lees de opgave aandachtig en onderlijn Oplossing: Gelijkheden: het gegeven. Noteer de gelijkheden. Kies de twee onbekende en noteer dit in Keuze van de twee onbekenden de 2e kolom Onderlijn het gevraagde en stel het stelsel Opstellen stelsel op.Noteer dit stelsel in de 2e kolom. Los het stelsel op : Oplossen van het stelsel Formuleer het antwoord in de 2e kolom Antwoord: Maak de proef (controleer steeds jezelf) Proef: - 261 - Werkboek Algebra (cursus voor 5u wiskunde) Hoofdstuk13: Stelsels van vergelijkingen met twee onbekenden Naam: ...................................................... Voorbeeld 3: (opgave zie boek pag 263 nr. 10) - 262 - Klas: ................ 5 kg appels en 4 kg peren kosten samen 10,80 EUR; 4 kg appels en 5 kg peren kosten samen 10,35 EUR. Hoeveel kosten 1 kg appels en 1 kg peren? Oplossingsmethode : Lees de opgave aandachtig en onderlijn Oplossing: Gelijkheden: het gegeven. Noteer de gelijkheden. Kies de twee onbekende en noteer dit in Keuze van de twee onbekenden de 2e kolom Onderlijn het gevraagde en stel het stelsel Opstellen stelsel op.Noteer dit stelsel in de 2e kolom. Los het stelsel op : Oplossen van het stelsel Formuleer het antwoord in de 2e kolom Antwoord: Maak de proef (controleer steeds jezelf) Proef: Werkboek Algebra (cursus voor 5u wiskunde) Hoofdstuk13: Stelsels van vergelijkingen met twee onbekenden Naam: ...................................................... - 263 - Klas: ................ Opgave ( boek pag 254 nr. 1) Oplossing a. y = 3 x − 2 y + 3 = 0 ( 3, 3 ) b. 7 x + 6 y − 2 = 0 x = − 1 ( − 1 ; 1,5 ) c. x + y = 0 x − y + 4 = 0 (−2 , 2 ) d. 3 x − 4 y − 24 = 0 4 x + 5 y − 1 = 0 ( 4,− 3 ) e. 2 x − 6 y = 30 y = − 3x (1,5 ; − 4,5 ) f. 3 x − 4 y = 0 − 6 x + 8 y − 1 = 0 Geen oplossingen g. 2 x − 3 y + 1 = 0 x + 2 y + 4 = 0 ( − 2, −1 ) h. 3 x − 4 y + 6 = 0 1,5 x = 2 y − 3 Oneindig veel oplossingen i. x − 4 y + 8 = 0 3 x − y − 9 = 0 ( 4, 3 ) Opgave ( boek pag 254 nr. 2) Oplossing a. 2 x + 3 y = 6 x + 3 = 0 (− 3 , 4 ) b. y − 3 = 0 x + 2 y = 8 (2 , 3) c. 5 x − 3 y − 5 = 0 x − y + 1 = 0 ( 4, 5 ) Evaluatie Evaluatie Werkboek Algebra (cursus voor 5u wiskunde) Hoofdstuk13: Stelsels van vergelijkingen met twee onbekenden Naam: ...................................................... - 264 - Klas: ................ d. 3 x − 2,5 y = 3,3 x + 4 y = 6,9 ( 2,1 ; 1,2 ) e. 3 x − 5 y = 1 2 y − 8 = 0 (7 , 4 ) f. 4 x − 3 y + 15 = 0 − x + 2 y − 10 = 0 ( 0,5 ) g. 2 x − y + 4 = 0 4 x + 3 y + 1 = 0 (− 1,3 ; 1,4 ) h. 4 x − y − 8 = 0 8 x − 2 y − 4 = 0 Geen oplossingen. (Stelsel vgl van twee evenwijdige rechten. Opgave ( boek pag 254 nr. 3) Oplossing a. x + 5 y = 7 x + y = 3 (2 , 1 ) b. x − 3 y + 2 = 0 5 y = x + 12 ( 13 , 5 ) c. 2 x + y = − 8 5 x − 2 y − 7 = 0 ( − 1, − 6 ) d. x − 2 y = 6 0,5 x − 3 y = − 10 (19 ; 6,5 ) Opgave ( boek pag 259 nr. 4) Oplossing a. x + y = 4 x − y = 7 (5,5 ; − 1,5 ) b. 16 x + 15 y = 7 17 x − 45 y = − 101 ( 2 , 3) c. 3 x + 3,75 y = − 3,75 0,75 x + 2 y = 6,5 ( − 10 , 7 ) d. 7 x + 3 y = 6 11x − 5 y = 8 ( 3, 5 ) Evaluatie Evaluatie Werkboek Algebra (cursus voor 5u wiskunde) Hoofdstuk13: Stelsels van vergelijkingen met twee onbekenden Naam: ...................................................... - 265 - Klas: ................ e. 10 x + 7 y + 46 = 0 6 x + 5 y + 30 = 0 ( − 2,5 ; − 3 ) f. 4 x − 3 y + 15 = 0 2 y − x − 10 = 0 ( 0,5 ) g. 3 x − y + 38 = 0 8 x − 6 y + 71 = 0 ( − 4 ; 6,5 ) h. 21x + 8 y + 6 = 0 28 x − 23 y − 13 = 0 (−2 , −3) Opgave ( boek pag 261 nr. 5) Oplossing a. 10 x + 4 y = 3 − 5 x + 20 y = 4 (0,2 ; 0, 25 ) b. 3 x + 5 y = 18 2 y − x = 16 (−4 , 6) c. 6 x − 4 y − 5 = 0 − 3 x − y + 1,75 = 0 2 , − 0,25 3 d. − 5 x + 7 y = 17 3 x + y = 21 (5 , 6 ) e. 10 x + 7 y + 46 = 0 6 x + 5 y + 30 = 0 ( − 2,5 ; − 3 ) f. 3 x − 4 y + 1 = 0 4 x + 5 y − 7 = 0 23 25 , 31 31 g. 21x − 20 y = 58 28 x − 15 y = 19 (−2 , −5) h. 3 x + 4 y − 85 = 0 7 x − 6 y + 1 = 0 ( 11 , 13 ) Evaluatie Werkboek Algebra (cursus voor 5u wiskunde) Hoofdstuk13: Stelsels van vergelijkingen met twee onbekenden Naam: ...................................................... Klas: ................ Vraagstukjes die leiden tot een stelsel: boek pag 263 11. De Rijn en de Maas zijn samen 34 km x : lengte vd Maas korter dan de Dnjepr (2285 km). De y : lengte van de Rijn Theems (406 km) en de Maas zijn samen 5 km langer dan de Rijn. Hoe lang zijn de x + y = 2285 − 34 x + 406 = y + 5 Maas en de Rijn? De Maas : 925 km De Rijn : 1326 km 12. Een boekhandelaar verkocht s’morgens x : prijs vd “Stadswacht” 38 exemplaren van het weekblad “De y : prijs vd “Hoera” Stadswacht” en 20 exemplaren van het 38 x + 20 y = 77 57 x + 34 y = 121,02 tijdschrift “Hoera” en ontving daarvoor 77 EUR.’s Namiddags verkocht hij 57 exemplaren van “De Stadswacht” en 34 De Stadswacht : 1,30 EUR Hoera : 1,38 EUR exemplaren van “Hoera” en ontving daarvoor 121,02 EUR. Hoeveel kost één nummer van “De Stadswacht” en één nummer van “Hoera”? 13. Het vijfvoud van de leeftijd van Koen is x : leeftijd Koen 11 meer dan het drievoud van de leeftijd y : leeftijd Bram van Bram. Het drievoud van de leeftijd 5 x = 3 y + 11 3 x = 5 y − 19 van Koen is 19 minder dan het vijfvoud van de leeftijd van Bram. Hoe oud is ieder? Koen : 7 jaar Bram : 8 jaar - 266 - Werkboek Algebra (cursus voor 5u wiskunde) Hoofdstuk13: Stelsels van vergelijkingen met twee onbekenden Naam: ...................................................... Klas: ................ 14. Een vader was 5 jaar geleden driemaal zo x : leeftijd vader oud als zijn zoon. Over vijf jaar is hij y : leeftijd zoon tweemaal zo oud als zijn zoon. Hoe oud x − 5 = 3 ( y − 5) x + 5 = 2 ( y + 5) is elk van beiden nu? - 267 - Vader : 35 jaar Zoon : 15 jaar 15. Wim zegt tot Marc: “Vorig jaar was ik x : leeftijd Wim dubbel zo oud als jij volgend jaar zult y : leeftijd Marc zijn”. “Akkoord,” zegt Marc,”maar over x − 1 = 2 ( y + 1 ) 2 ( x − 9 ) = y + 9 9 jaar zal ik dubbel zo oud zijn als jij 9 jaar geleden was”. Hoe oud is ieder nu? Wim : 17 jaar Marc : 7 jaar Kijk ook eens op de website naar de extra oefeningen en oplossingen bij vakinfo wiskunde : http://users.pandora.be/atheneum.wispelberg/ Of vraag extra oefeningen aan je leerkracht.......... en vergeet niet dat je steeds welkom bent voor een inhaalles! Nog een goed examen toegewenst en een prettige vakantie