Kies voor Jezus als Heer - deel 2 Leer-preek bij de preek over Kol.2:6 lezen: Efez.4:1-6, 4:17-5:2 Lelystad, 4 oktober 2009 R.J.Vreugdenhil 1. Jezus is Christus èn Heer Vanmorgen lazen we Kolossenzen 2:6: Volg de weg van Christus Jezus, nu u hem als uw Heer aanvaard hebt. Ik heb in de preek 'Christus Jezus' en 'Heer' wat uit elkaar getrokken. Net als de NBV dat doet. De vorige vertaling deed dat helemaal niet. Daar staat: Nu gij Christus Jezus, de Here, aanvaard hebt, wandelt in Hem, Christus Jezus de Here. In ons taalgebruik vaak in de omgekeerde volgorde: de Here Jezus Christus. Die drie namen horen voor ons vaak zó aan elkaar, dat het één naam lijkt. En als we iets weglaten, zullen we eerder 'Christus' weglaten; wij hebben het vaak over 'de Here Jezus'. Prima. Maar pas wel op dat je dan niet iets kwijtraakt. Het is van belang dat je die aanduiding juist ook wèl uit elkaar haalt. Zoals terecht hier in de NBV. Je zou het zo kunnen vertalen: nu u Christus Jezus aanvaard hebt als Heer. Het woord Heer heeft namelijk een heel eigen betekenis náást de namen Christus Jezus. Jezus, dat is zijn eigenlijke naam. Zo werd hij genoemd als kind. Christus, dat is de titel, de functie-aanduiding die hij kreeg. Het is zijn ambt. Hij is de Christus van God, de redder, degene die het voor ons doet. De Christus die God ons gegeven heeft. Eerste vraag is dan: geloof je dat deze Jezus ook voor jou de Christus van God is. Dat is de vraag naar de verlossing: geloof je dat je door Jezus verlost en bevrijd wordt? Is hij voor jou de Christus die God je geeft? En de volgende vraag is: aanvaard je Jezus de Christus ook als jouw Heer? Dat is niet de vraag naar de verlossing, maar de vraag naar jouw gehoorzaamheid. Erken je dat hij de Heer is die het ook over jou te zeggen heeft? Het woord 'Heer' (in het Grieks: kurios) was toen een heel gewoon woord. Het betekende: meester, baas, eigenaar. Slaven zeiden het elke dag tegen hun meester. Elke morgen: Meester, wat moet er vandaag gebeuren? De kurios, de meester, had het voor het zeggen. 317567590 1 De keizer van Rome liet zichzelf ook Kurios noemen. Hij die het voor het zeggen heeft in de hele wereld. Tegenover die keizerverering was de christelijke belijdenis: Jezus is Heer. Dat is de kortste belijdenis, die je o.a. tegenkomt in 1 Kor.12:3, niemand kan ooit zeggen: ‘Jezus is de Heer, ‘behalve door toedoen van de heilige Geest. Zie je dat het belangrijk is om de eigen betekenis van dat woord 'Heer' duidelijk te hebben. Je merkt dat ook als je heel Kolossenzen doorleest. Het viel me op: het gaat vaak over Christus, of Jezus Christus, maar een paar keer wordt hij alleen aangeduid als 'de Heer'. En dat is precies in de stukken die gaan over gehoorzaamheid aan hem. Het nieuwe leven door hem. Hoofdstuk 3. En de tekst van vanmorgen (2:6) is daarin een soort scharnier (ik kom daar nog op terug): Paulus heeft het evangelie van Jezus Christus nog eens herhaald, en vermaant nu: leef nu ook voor hem, want hij is je Heer. Jezus is Heer, dat betekent: hij heeft het in mijn leven voor het zeggen. Er is dus verschil tussen dat je zegt 'Jezus is mijn Christus' en 'Jezus is mijn Heer'. En ik wil de vraag vanmiddag in ons midden leggen: zeggen wij het beide met dezelfde kracht en heeft het dezelfde werking in ons leven? Ik vraag dat hierom: in gesprekken met mensen merk je soms dat zonder enige twijfel belijden: ik geloof de vergeving van mijn zonden; als ik sterf, weet ik dat ik in de hemel mag komen. Maar als je dat doorvraagt naar concrete keuzes in hun leven, wordt het stil. Dan kan de vraag van belang zijn: je belijdt 'Jezus is mijn Christus: vergeving van zonden, eeuwig leven'; maar belijd je ook 'Jezus is mijn Heer'. Is hij het die het in jouw leven voor het zeggen heeft. Beheerst hij jouw keuzes? Een belangrijke vraag. Want als je belijdt 'Jezus is de Christus' maar tegelijk leeft vanuit 'ik ben mijn eigen heer' kun je het woord van Jezus zelf tegenover je krijgen: Niet iedereen die “Heer, Heer” tegen mij zegt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan, alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader. (Mat.7:21) Bezig zijn met het thema 'kiezen' is dus ook bezig zijn met de vraag: is Jezus Christus werkelijk de Heer van je leven? **** 2 Van evangelie naar vermaning Ik zei net al: Kolossenzen 2:6 is een soort scharnier. In het eerste stuk van de brief heeft Paulus het evangelie van Jezus Christus nog eens herhaald, verdiept. In het tweede deel gaat hij vandaaruit naar de praktijk van hun leven: wandel nu ook in de Heer, volg zijn weg, laat het doorwerken in je hele doen en laten. Maak niet alleen de keus met je hart, maar laat het doorwerken in je handen en voeten. 317567590 2 Het tweede deel van de brief staat dus vol met heel praktische aanwijzingen. We hebben er vanmorgen een stukje van gelezen. Het gaat daarna verder met uitwerkingen richting vrouwen, mannen, kinderen, slaven, meesters, houding tegenover buitenstaanders: heel het leven valt onder de Jezus als Heer en Meester. Dat is de opbouw van de brief aan de Kolossenzen. Die opbouw vind je in meer brieven van Paulus. Heel duidelijk in de brief aan de Efeziërs. Eerst een stuk evangelie, over de verkiezing, over de genade in Christus, over de eenheid van de gemeente, afgesloten met loflied aan God. En dan in hoofstuk 4: Ik, die gevangen zit omwille van de Heer, vraag u dan ook dringend de weg te gaan die past bij de roeping die u hebt ontvangen. Daar heb je datzelfde woord 'wandelen'. De weg gaan. Je bent geroepen door God - leef nu ook voor hem als je Heer. En dat is de weg van de liefde (5:2), het is de weg van de kinderen van het licht (5:8); 'Let dus goed op welke weg u bewandelt (5:15). En daarbij dan allemaal heel praktische aanwijzingen voor het leven als christen. Dezelfde opbouw: geroepen naar het evangelie van Christus - kijk eens hoe rijk je bent. En dan nu: in die rijkdom wandelen. Keuzes maken die daarbij passen. Je ziet dat ook in de brief aan de Romeinen. Romeinen 12:1, Broeders en zusters, met een beroep op Gods barmhartigheid vraag ik u om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen, want dat is de ware eredienst voor u. Een ander scharnierpunt, Galaten 5:13. Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn. Misbruik die vrijheid niet om uw eigen verlangens te bevredigen, maar dien elkaar in liefde, want de hele wet is vervuld in één uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ Wat heb je er aan om dit te weten? Het kan handig zijn als je iets zoekt: praktische vermaningen vind je meestal in het laatste stuk van de brieven van Paulus. Maar het heeft ook een inhoudelijke boodschap. Deze opbouw is er niet voor niets. Praktische keuzes kun je alleen maken vanuit het evangelie. Accepteren dat je een Heer boven je hebt, kun je alleen als je eerst gezien hebt wat hij allemaal aan je geeft. Het kan alleen als je hem hebt leren liefhebben omdat hij jou zoveel liefde geeft. Ik weet niet of het u nog opgevallen is, vanmorgen bij het lezen in Kolossenzen 3? Omdat God ú heeft uitgekozen, omdat u zijn heiligen bent en hij u liefheeft, moet u.... Jouw keuzes beginnen bij: geloven (en je er over verbazen) dat je door God gekozen bent. Anders gezegd: het tweede deel van de brieven van Paulus kan alleen echt werkelijkheid worden in je leven, als je het eerste deel in je hart draagt. 317567590 3 Dat is belangrijk als we elkaar in de gemeente aanspreken op keuzes. Als we elkaar vermanen, zoals de bijbel ons leert dat we moeten doen. Als je merkt dat iemand het moeilijk vindt om Jezus Christus echt te laten heersen over zijn keuzes, mag je daarnaar vragen. Vaak is het dan nodig om dieper door te vragen. Terug naar vóór het scharnierpunt: ken je Jezus als je Christus. Leef je van genade? Weet je wat vergeving betekent? Weet je wat zijn liefde voor jou betekent? Diepgaand vermanen doe je vanuit de eerste hoofdstukken van de brieven. Die latere hoofdstukken komen meestal daarna pas. 3 Van spiritualiteit naar daden Dit is hetzelfde als je in de psychologie leert. Daar wordt vaak het beeld gebruikt van de ijsberg. U weet, van een ijsberg zit het grootste deel onder water. Die zie je niet. Zo is het ook bij een mens. Een deel van jezelf is zichtbaar. Dat is je gedrag. De zichtbare keuzes die je maakt. Maar daar zit een heleboel onder dat niet zichtbaar is. Dat je ook van jezelf niet altijd goed doorhebt. Ik kwam in een boek over keuzes maken het volgende schema tegen: je normen, die zichtbaar in de keuzes die je maakt. Wat daaronder zit, zie je niet. Maar daar worden je keuzes wel door bepaald. normen waarden Waarom vind je iets goed, waarom doe je iets? levensvisie Dat heeft te maken met wat je belangrijk vindt: je waarden. spiritualiteit En waarom vind je juist die dingen belangrijk: dat heeft te maken met je visie op het leven. Waar haal je je levensvisie vandaan? Dan kom je bij de vraag naar het geloof in God. Even een voorbeeld. Je ziet een oude mevrouw die niet durft oversteken. Je kiest ervoor om te helpen. Dat is jouw norm: zo iemand help je. Want 'behulpzaam zijn' vind je een belangrijke waarde. Dat heeft te maken met je levensvisie: je leeft niet voor jezelf alleen. Dat leer je vanuit je spiritualiteit: God heeft mij op deze wereld gezet. Het kan ook anders. Je helpt alleen als je het zelf niet te druk hebt. Want een belangrijke waarde is: eigen belang eerst. Vanuit je levensvisie: ieder moet zichzelf helpen. Wat zit daar achter: het grootste geluk is voor de sterkste. De psychologie leert: vanuit die diepe lagen ontstaan de praktische keuzes. En hoe sterker je die diepe laag je eigen gemaakt hebt, hoe sterker je in die keus staat. 317567590 4 Dat laat dus weer zien hoe belangrijk het is om bij allerlei keuzes van je christen-zijn door te vragen naar die diepe laag. Want als het daar niet stevig vastzit, gaat het bovenaan los zitten. Als jouw keuzes alleen maar vast moeten blijven zitten door de waarde van 'zo hoort het nou eenmaal als je christen bent', dan zit het niet echt stevig. Als je niet verder zou komen dan 'mijn ouders deden het ook zo', kan er zo een moment komen dat je het aan de kant schuift en het anders gaat doen. Zoek daarom de verbinding van de keuzes naar beneden, naar je levensvisie, naar je geloof in God. Laat het daar stevig vast zitten. Vraag daar bij elkaar naar. Help elkaar daarbij. Dit is ook heel belangrijk voor de opvoeding. Wat geef je mee aan de volgende generatie? De normen? Ja, maar denk niet dat ze die zomaar overnemen. Het werkt niet om te zeggen 'zo doen wij dat, dus jij doet het ook zo'. Het is terecht dat jongeren vragen: waarom doen we dat dan? Waarom maken we die keuzes zo? Wat zit daar onder. En wat is het dan belangrijk dat je kunt laten zien wat er onder zit. Welke waarde is voor jou als opvoeder belangrijk? Vanuit welke levensvisie? En vooral: wat is diepste spirituele voedingsbodem? Het zijn gouden momenten als je in je opvoeding kunt laten zien: deze keus maak ik uiteindelijk omdat ik Jezus Christus liefheb. En laat dan ook maar duidelijk worden: op die zelfde basis kun je nog best eens verschillend verder bouwen. Zodat boven water de keuzes best verschillend kunnen zijn. Paulus geeft daar duidelijke voorbeelden van in zijn brieven. Romeinen 14, over bepaalde dingen eten en sommige feestdagen wel of niet houden. Paulus schrijft: de een kiest 'ja' en hij doet het voor de Heer. De ander kiest 'nee' en hij doet het voor de Heer. Dat mag binnen de christelijke gemeente naast elkaar staan. Vanuit deze spirituele basis. Vanuit dezelfde levensvisie. Vanuit dezelfde waarde. Toch verschillend kiezen. Dat kan in allerlei gevallen. Dat mag binnen de ene gemeente van Christus. Het gaat er niet om dat onze daden allemaal gelijk zijn. De toppen van de ijsberg mogen op allerlei punten verschillend zijn. Als daaronder maar dezelfde basis ligt. 317567590 5