Dia 1

advertisement
Welkom
Zingen: 100: 1,2,3 en 4 >
1. Juich Gode toe, bazuin en zing.
Treed nader tot gij Hem omringt,
gij aarde alom, zijn rijksdomein,
zult voor de HEER dienstvaardig zijn.
2. Roep uit met blijdschap: "God is Hij.
Hij schiep ons, Hem behoren wij,
zijn volk, de schapen die Hij hoedt
en als beminden weidt en voedt."
3 en 4 >
3. Treed statig binnen door de poort,
Hier staat zijn troon, hier woont zijn Woord.
Hef hier voor God uw lofzang aan:
Gebenedijd zijn grote naam.
4. Want God is overstelpend goed,
die ons in vrede wonen doet.
Zijn goedheid is als morgendauw:
elk nieuw geslacht ervaart zijn trouw.
Welkom en Afkondigingen >
Zingen: 968: 1,2 en 5 >
De ware kerk des Heren,
in Hem alleen gegrond,
geschapen Hem ter ere,
de bruid van Zijn verbond,
dankt aan Zijn dood het leven.
Hij is haar bruidegom.
Want God, zo staat geschreven,
zag naar zijn dienstmaagd om.
Door God bijeen vergaderd,
één volk dat Hem behoort,
als kind'ren van één Vader;
één doop, één Geest, één woord.
Zo offert allerwege
de kerk U lof en prijs.
Eén naam is aller zegen,
één brood is aller spijs.
Met God zijn wij verbonden
met Vader, Zoon en Geest,
met alwie overwonnen,
alwie zijn trouw geweest.
Bewijs ons uw genade,
dan zingen wij bevrijd
de glorie van uw daden,
in tijd en eeuwigheid.
Wetslezing uit Kolossenzen 3: 1 – 4 >
1. Als
u nu met Christus uit de dood bent
opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar
Christus zit aan de rechterhand van God. 2.
Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde
is. 3. U bent immers gestorven, en uw leven
ligt met Christus verborgen in God. 4. En
wanneer Christus, uw leven, verschijnt, zult
ook u, samen met hem, in luister verschijnen.
Zingen: 654: 1,2 en 4 >
Zing nu de Heer, stem allen in
met ons die God lof zingen,
want Hij deed ons van het begin
verrukkelijke dingen.
Hij heeft het menselijk geslacht
in 't licht geroepen en bedacht
met louter zegeningen.
Maar wij verkozen 't duister meer
dan 't licht door God geschapen
en dwaalden weg van onze Heer
als redeloze schapen.
Wij hebben dag en nacht verward,
de nacht geprezen in ons hart
en onze dag verslapen.
Maar God heeft naar ons omgezien!
Wij, in de nacht verdwaalden,
hoe zou het ons vergaan, indien
Hij ons niet achterhaalde,
indien niet in de duisternis
het licht van Jezus Christus is
gelijk de morgen straalde.
Gebed >
Kinderen gaan naar de KND >
Zingen : “Voor we Gaan” >
Lezing 1: Genesis 26: 12 ~ 25 >
12. Isaak
zaaide in dat land en hij oogstte nog
hetzelfde jaar honderdvoudig, want de HEER
zegende hem. 13. Hij werd rijker en rijker,
schatrijk werd hij: 14. hij bezat grote kudden
schapen, geiten en runderen en een groot
aantal slaven en slavinnen. De Filistijnen
werden jaloers op hem, 15. en daarom
maakten ze alle putten die de knechten van
zijn vader Abraham indertijd hadden
gegraven onbruikbaar door ze vol te gooien
met aarde.
16. Het
kwam zo ver dat Abimelech tegen
Isaak zei: 'U kunt maar beter bij ons
weggaan, u bent veel te machtig voor ons
geworden.' 17. Toen vertrok Isaak en sloeg zijn
tenten op in het dal van Gerar, en daar bleef
hij wonen. 18. De waterputten die in de tijd van
zijn vader Abraham waren gegraven en die de
Filistijnen na Abrahams dood hadden
dichtgegooid, groef Isaak weer open, en hij
gaf ze dezelfde namen als zijn vader ze had
gegeven.
19. Ook
Isaaks knechten gingen in het dal aan
het graven en zij troffen er een bron met
helder water aan. 20. Maar de herders uit
Gerar maakten ruzie met Isaaks herders. 'Dat
water is van ons, 'zeiden ze. Omdat hij
daarover onenigheid met hen had gekregen,
noemde hij die bron Esek. 21. Toen groeven ze
een andere put en ook daarover kregen ze
ruzie; hij noemde hem daarom Sitna.
22. Daarna trok hij verder, en weer groef hij
een put. Hierover ontstond geen onenigheid.
Hij noemde hem Rechobot, 'want, ‘ zei hij, 'nu
heeft de HEER ons ruimte gegeven in dit land
en kunnen wij ons uitbreiden.' 23. Van daar
trok hij naar Berseba. 24. 's Nachts verscheen
de HEER aan hem en zei: 'Ik ben de God van
je vader Abraham. Wees niet bang want ik sta
je ter zijde, en ik zal je zegenen en je veel
nakomelingen geven omwille van mijn
dienaar Abraham.'
25. Toen
bouwde hij op die plaats een altaar,
riep er de naam van de HEER aan en sloeg er
zijn tenten op; zijn knechten begonnen daar
een put te graven.
Zingen: 314: 1 en 2 >
Here Jezus, om uw woord
zijn wij hier bij een gekomen.
Laat in 't hart dat naar U hoort
uw genade binnen stromen.
Heilig ons, dat wij U geven
hart en ziel en heel ons leven.
Ons gevoel en ons verstand
zijn, o Heer, zo zonder klaarheid,
als uw Geest de nacht niet bant,
ons niet stelt in 't licht der waarheid.
't Goede denken, doen en dichten
moet Gij zelf in ons verrichten.
Lezing 2: Efeze 2: 4 ~ 10 >
4. Maar
omdat God zo barmhartig is, omdat de
liefde die hij voor ons heeft opgevat zo groot
is, 5. heeft hij ons, die dood waren door onze
zonden, samen met Christus levend gemaakt.
Ook u bent nu door zijn genade gered. 6. Hij
heeft ons samen met hem uit de dood
opgewekt en ons een plaats gegeven in de
hemelsferen, in Christus Jezus. 7. Zo zal hij,
in de eeuwen die komen, laten zien hoe
overweldigend rijk zijn genade is, hoe goed
hij voor ons is door Christus Jezus.
8. Door
zijn genade bent u nu immers gered,
dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet aan
uzelf; het is een geschenk van God 9. en geen
gevolg van uw daden, dus niemand kan zich
erop laten voorstaan. 10. Want hij heeft ons
gemaakt tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus
geschapen om de weg te gaan van de goede
daden die God mogelijk heeft gemaakt.
Zingen: 314: 3 >
O Gij glans der heerlijkheid,
licht uit licht, uit God geboren,
maak ons voor uw heil bereid,
open hart en mond en oren,
dat ons bidden en ons zingen
tot de hemel door mag dringen.
Preek >
Thema:
‘Izak, de ondernemer:
zegen, zorg en dank’
1. Gij dienaars aan de Heer gewijd,
zegen Zijn naam te allen tijd.
Gij die des daags Zijn gunst verwacht,
zegent zijn naam ook in de nacht.
2. Die in het huis des Heren zijt,
zegent Zijn naam en majesteit,
zingt tot Zijn eer met luider stem
en hef uw handen op naar Hem.
3. Uit Sion, aan den Heer gewijd,
zegene u zijn heiligheid.
Hij die hemel en aarde schiep,
Hij is 't die u bij name riep.
Dankgebed en voorbede >
Geloofsbelijdenis – gezongen >
Ik geloof in God de Vader, de Almachtige,
Schepper des hemels en der aarde.
En in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon,
onze Heere;
die ontvangen is van de Heilige Geest,
geboren uit de maagd Maria;
Die geleden heeft onder Pontius Pilatus,
is gekruisigd, gestorven en begraven,
nedergedaald ter helle; ten derde dage wederom
opgestaan van de doden;
>
opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand
Gods, des almachtigen Vaders;
vanwaar Hij komen zal om te oordelen
de levenden en de doden.
Ik geloof in de Heilige Geest.
Ik geloof éne heilige, algemene, christelijke kerk,
de gemeenschap der heiligen;
vergeving der zonden;
wederopstanding des vlezes;
en een eeuwig leven.
Amen, Amen, Amen.
Collecten >
Zingen: 136: 1,8 en 13 >
1. Looft de Heer, want Hij is goed,
trouw in alles wat Hij doet.
Want zijn goedertierenheid
zal bestaan in eeuwigheid.
8. Israël geleidde Hij
veilig door de woestenij.
Hij wijst ons het rechte spoor.
Trouw is Hij de eeuwen door.
13. Aan de God des hemels zij
eer en dank en heerschappij,
want zijn goedertierenheid
zal bestaan in eeuwigheid.
Zegen >
Download