De ziekte Mycoplasma hyopneumoniae Mycoplasma hyopneumoniae is een bacterie en is een van de belangrijkste veroorzakers van longontsteking bij het varken. De aandoening komt wereldwijd voor. Naast dit type Mycoplasma komen o.a. M. hyorhinis en M. hyosynoviae ook voor bij het varken, maar deze zijn klinisch minder van belang. Verschijnselen Het meest opvallende symptoom van een Mycoplasma infectie is hoesten. De eetlust van de varkens is vaak minder en ze kunnen ruw in het haar zitten. De groei in een toom biggen kan erg onregelmatig zijn, doordat Mycoplasma de groei van de biggen kan verminderen. De ernst van de ziekte wordt ondermeer bepaald door de eventuele aanwezigheid van andere kiemen en van omgevingsfactoren zoals het klimaat. Tussen isolaten van verschillende bedrijven kan er een verschil in kwaadaardigheid van de bacterie zitten. Besmettingsroute De kiem wordt voornamelijk verspreid via direct contact tussen varkens, zoals neuscontact. Het mengen en samenvoegen van tomen vormt dus een risico voor de verspreiding van de bacterie. De bacterie komt veel voor en kan ook een aantal kilometers via de lucht verspreid worden. Met name jonge zeugen kunnen veel kiemen uitscheiden en pasgeboren biggen kunnen vlak na de geboorte al door de zeug besmet worden. Het merendeel van de besmettingen treedt echter pas op na het spenen of bij het verplaatsen naar de vleesvarkensstal. Schade De meeste schade door Mycoplasma ontstaat door tegenvallende resultaten, zoals minder groei en een hogere voederconversie. Daarnaast kunnen de medicijnkosten aardig oplopen. Diagnose De tijd tussen de besmetting en het vormen van antistoffen in het bloed is vrij lang en dit maakt de diagnose wat moeilijker. Vaak worden er pas afweerstoffen gevonden op het eind van de mestperiode terwijl de besmetting (veel) eerder plaatsvindt. Er is echter sinds kort een PCR test beschikbaar om de bacterie zelf aan te tonen en dit maakt het mogelijk de diagnose in een eerder stadium te stellen. Deze test kan gedaan worden op longweefsel of longspoelsels. De diagnose kan ook met een vrij grote mate van zekerheid gesteld worden via sectie of aan de slachtlijn. De ziekte geeft namelijk aardig specifieke longveranderingen, de topkwabben van de longen raken ontstoken. Risicofactoren Het klimaat en de bezettingsgraad in de stal zijn mede bepalend voor de schade die ontstaat door een besmetting. Relatief veel bedrijven zijn besmet en dieren die besmet zijn, kunnen de kiem lange tijd uitscheiden. De aankoop van dieren is dus ook een groot risico. Aanpak Het is belangrijk bij Mycoplasma problemen preventieve maatregelen te nemen in plaats van alleen maar te medicineren. Managementmaatregelen zoals het beperken van overleggen van biggen tot 24 uur na de geboorte, zorgen voor een goed klimaat, voorkomen van overbezetting, strikt all-in all-out en het eventueel vaccineren van de biggen kunnen de problemen al flink beperken. De vaccinatie voorkomt niet de besmetting en uitscheiding van de bacterie, maar vermindert wel de long aantasting en verbetert de technische resultaten. Bij het vaccineren van de zeugen voorkom je niet de besmetting bij de biggen, maar de biggen krijgen dan wel meer afweerstoffen binnen via de biest. Als deze afweerstoffen gaan verdwijnen, worden de biggen weer gevoelig en moet je ze alsnog enten. Het enten van de zeugen is dus vaak niet zo zinvol. Bij een herstart of een uitbreiding van de zeugenstapel kan het wel zinvol zijn de (opfok)zeugen tijdelijk te enten.