e-coli Geboortediarree

advertisement
e-coli
Geboortediarree
E-coli is een staafvormige bacterie. Deze komt veel voor in de dikke darm en is
nodig voor het verteren van voedsel. De E-coli mag dan wel een goedaardige
bacterie genoemd worden, maar als deze bacterie op de verkeerde plaatsen in het
varken voorkomen is er wel degelijk gevaar voor ziektes. Geboorte diarree bij
biggen is zo’n ziekte.
Geboortediarree wordt veroorzaakt door bepaalde Escherichia coli-bacteriën. Ecoli bacterien komen in grote aantallen voor in mest. Biggen worde oraal besmet
vanuit de omgeving, dit begint al bij de geboorte. Bij onvoldoende reinigen en
ontsmetten tussen twee ronden kan een E-coli-infectie aanwezig blijven in de
afdelingen.
Doordat gelten nog niet genoeg afweer hebben opgebouwd tegen de bacterie,
worden minder afweerstoffen afgegeven in de biest, waardoor de bescherming
van de pasgeboren biggen van gelten minder is.
Verschijnselen
De E-coli bacteriën hechten zich aan de darmwand van de big en blijven daar
zitten. Vervolgens gaan deze bacteriën gifstoffen (toxinen) produceren, zoals het
LT-toxine. Dit toxine zet de darm aan tot vochtproductie. Hierdoor ontstaat er
een heftige waterige diarree, waardoor de dieren zeer snel uitdrogen. Ze hebben
een natte staart/achterkant, kruipen bijeen en trillen. De zieke biggen hebben
grote kans om te sterven.
Diagnose, behandeling en preventie
De diagnose wordt gesteld op grond van de verschijnselen in de stal en door
bacteriologisch onderzoek van darmmateriaal van de dode big of kweek van
mest van zieke, onbehandelde biggen. Geboortediarree is te behandelen met
antibiotica die met een pompje in de bek ingegeven worden. Altijd dient de
gehele toom te worden behandeld. Houd hierbij in de gaten dat het
geneesmiddel niet wordt uitgebraakt door de zieke biggen.
Om geboortediarree te voorkomen is, naast het verbeteren van de hygiëne,
omgevingstemperatuur en de biest- en melkopname, vaccinatie een belangrijk
instrument. De moderne vaccins tegen geboortediarree werken tegen coli-
kiemen in het algemeen en niet tegen bepaalde stammen. Het effect is in de
regel prima.
Drachtige zeugen kunnen preventief tegen E-coli gevaccineerd worden. Dat
gebeurd ongeveer 3 weken voor het werpen. Gelten hebben een hoger risico op
biggen met geboortediarree. Daarom is het raadzaam om deze 2 keer voor het
werpen te enten dus op 6 en 3 weken voor het werpen. Door de enting worden
afweerstoffen in de biest en melk verhoogd.
Verspreiding
E-coli komt op vrijwel alle varkensbedrijven voor en zit vooral in mest. Biggen
worden vaak al tijden s de geboorte besmet. Goede hygiëne draagt bij aan een
lage infectiedruk.
Speendiarree
Een andere ziekte die veroorzaakt wordt door de E-coli is oedeemziekte of
speendiarree.
Factoren die een rol spelen bij speendiarree zijn:




Het wegvallen van de melk.
Klimaat (tocht, temperatuur)
Andere infecties
Samenstelling van het voer na het spenen. Veel ruw eiwit en
weinig structuur zijn riskant.
 Wateropname na het spenen.
Oedeemziekte treed meestal rond 10 dagen na het spenen op. Typisch is het
onderhuids oedeem (vocht). Biggen slingeren en later maken ze
fietsbewegingen. Acute sterfte kan het gevolg zijn.
Preventie van oedeem




Zorg voor voldoende schoon en niet te koud water.
Zo min mogelijk stress.
Optimaal klimaat ong 30 graden in de eerste 3 dagen na het spenen
Voldoende voeropname in de eerste dagen na het spenen dmv smakelijk
speenvoer
 Hetzelfde voer voor als na het spenen verstrekken
 Aanzuren van voer of water. De PH van de maag wordt dan verlaagd
waardoor er minder bacterie groei is
 Ook is het mogelijk om de biggen te vaccineren.
Download