Klantgericht onderwijs Gisteren in NRC.next: een zesdeklasser gymnasium beseft zich dat hij bij een verloren generatie hoort. Na het doorspitten van de carrièrebijlage beseft hij, dat zijn opleiding niet bepaald aansluit bij de eisen die de markt aan hem stelt. Hij heeft nooit leren programmeren, omdat scholen ondanks geluiden uit alle hoeken van de wereld die hierom roepen, programmeren geen verplicht onderdeel van het curriculum maken. Een ander voorbeeld: de juf van de klas van mijn dochter van vier mag niet digitaal communiceren met de ouders van haar leerlingen. Zij mag wél een van de ouders vragen dat voor haar te doen. Ouders met jonge kinderen zullen met mij hebben ervaren hoe ingewikkeld het is om erachter te komen wat er zoal in de school gebeurt. Wanneer is de studiedag van de leerkrachten? Wanneer wordt mijn kind voor het eerst getest? Wat doen ze daar in dat kleine klasje en wat houdt die weektaak dan in waar ze het steeds over hebben? Is maandag nou de groene dag of toch de blauwe? Mijn dochter zegt steevast dat zij het vergeten is als ze thuiskomt na een lange dag kleuteren. En dat is haar goed recht. Ook kleuters hebben behoefte aan privacy en persoonlijke ruimte. Maar scholen zouden veel kunnen winnen door wat meer open te communiceren. Het model dat de meeste scholen nu aanhangen is het zogenaamde damage control-model: de schade beperken en al te opdringerige ouders op een afstand houden. Maar er valt veel te winnen door juist de communicatie met ouders en leerlingen open te houden. Zij zijn ten slotte de bestaansreden van onze scholen. Maar er is nog een complicerende factor. Het gebrek aan communicatie met onze klanten zorgt ervoor dat innovatie op scholen stagneert. Schoolbesturen baseren hun beleid namelijk voor een groot deel op het beeld dat ouders hebben van een ideale school. Wanneer ze dat niet zouden doen, kost hen dat namelijk leerlingen. Dat beeld is doorgaans nogal conservatief en dat is niet vreemd. De gemiddelde ouder heeft namelijk een beeld van onderwijs, dat is gebaseerd op een klaslokaal uit de twintigste eeuw en lessen gegeven door docenten die ergens in de jaren tachtig van die eeuw hun pedagogische en didactische kennis hebben opgedaan. Dat betekent dat in hun ogen een goede les bestaat uit leerlingen die netjes in rijen zitten en hun mond houden terwijl de docent de kennis oplepelt die hij in zijn/haar academische opleiding heeft opgedaan. Alles wat de docent niet weet, is geen onderdeel van de toetsstof. Maar we zijn inmiddels al een aardig eind op weg in die vermaledijde 21st century en alle scholen worstelen met het feit dat we leven in een technologiegedreven maatschappij waar onderwijs bij aan zou moeten sluiten maar het niet doet. Leerlingen zijn daarvan doordrongen, getuige het artikel in de NRC.next. Docenten beginnen ook te snappen dat er iets moet veranderen maar we moeten ouders niet vergeten in het proces. Ook zij moeten op de hoogte worden gehouden van de veranderingen die plaats (gaan) vinden. Dus laten we eens een ouderavond over onderwijsinnovatie houden. Wellicht heeft een van die ouders nog een goed idee! En laat ze vooral meekijken in het klaslokaal. Dat kan heel eenvoudig. Bij het vak nieuwe media in de onderbouw gebruiken mijn collega Gijs Palsrok en ik bijvoorbeeld Classdojo om het gedrag van onze leerlingen te kunnen beoordelen. Dat werkt heel eenvoudig. Je geeft leerlingen pluspunten voor samenwerken, doorzettingsvermogen en inventiviteit en minpunten voor pestgedrag, niet samenwerken enzovoorts, maar het mooiste van deze software is dat je ouders kunt uitnodigen mee te kijken en zo te zien wat hun kinderen doen in de les. Dat schept nog eens mogelijkheden voor het volgende oudergesprek. Ouders willen ook graag toegang tot de studieplanners van hun kinderen, zodat ze kunnen helpen bij het plannen van huiswerk. Onze electronische leeromgeving kan dat faciliteren. Dus laten we eens proberen open te communiceren over het ontwikkelingsproces waarin elke school op dit moment zit en de dilemma’s die dat met zich meebrengt. Met ouders, bedrijven en vooral de leerlingen. Als wij ze de skills meegeven die de 21e eeuw van ze vraagt, zijn zij in staat oplossingen te bedenken, dus laten we daar gebruik van maken. En…. leer iedereen programmeren! De leerling uit het krantenartikel wilde er zijn uren Latijn wel aan opofferen en als we de vraag eerlijk stellen aan onze leerlingen, zullen ze met meer onderdelen komen die ze zouden willen inruilen voor een wat actuelere opleiding die wel aansluit bij hun behoeftes. Om deze woorden kracht bij te zetten, hebben mijn collega Elke van Putten en ik besloten om een educafé te organiseren, waarbij docenten, leerlingen en enkele experts met elkaar in gesprek gaan over de toekomst van onderwijs en leerling- en ouderparticipatie. Verwacht dus binnenkort een uitnodiging om mee te doen aan deze middag en schroom vooral niet om erbij te zijn. IK beloof alvast dat onze leerlingen met uidagende ideeën zullen komen. Tot dan! Jan Gijselhart @jangijselhart