42 school was niks voor vincent merckx (belgië, 1980). “voor mij begon de dag pas ’s middags om 4 uur, als ik vrij was.” hij zette zich dan ook met de nodige twijfels aan een biologiestudie in Leuven. maar dat bleek leuk en het ging steeds beter. hij specialiseerde zich in planten, die hem al van jongs af aan boeiden. na een promotie in Leuven kwam hij in 2011 naar Leiden om met een veni-beurs verder te werken aan een stel oneerlijke soorten. Vincent Merckx Nationaal Herbarium Nederland Laag bij de grond De meeste soorten planten onderhouden een goede relatie met bodemschimmels. De schimmels voorzien de planten van water en voedingsstoffen en krijgen daar suikers voor terug. Maar zo’n relatie is kwetsbaar voor misbruik. Zo zijn er planten die de schim­mels beroven van suikers. Vincent Merckx wil hier alles over weten. Hij ging bijvoorbeeld na welke schimmels zich zo laten bedriegen. Had u ooit gedacht dat er schurken zouden zijn in het plantenrijk? Die zijn er wel degelijk, en Vincent Merckx heeft een zwak voor ze. De schurken ogen onschuldig: ze zijn piepklein en zeer onopvallend; sommige soorten dragen een beeldschoon bloemetje, zoals het rode elfenlampionnetje uit Australië (Thismia rodwayi), dat zo groot is als een vingernagel. Maar ondergronds misbruiken ze schimmels. De schimmels die hun slachtoffer zijn hebben normaal gesproken juist een goede relatie met planten, een relatie waar beide partners van profiteren. De schimmels groeien op plantenwortels en helpen de planten om water en voedingsstoffen uit de bodem op te nemen. In ruil daarvoor krijgen ze suikers terug. Planten maken suikers uit koolstofdioxide, dat ze met behulp van energie uit zonlicht vastleggen. Dat gebeurt in het bladgroen. Dieren en schimmels kunnen dat niet. Het merendeel van alle landplanten heeft zulke nuttige schimmelpartners, waaronder alle soorten die van economisch belang zijn. De meeste schimmels die in zo’n win-winsituatie, oftewel mycorrhiza, leven, hebben draden die tot in de plantenwortels groeien, zodat de goederen makkelijk uitgewisseld kunnen worden. Die intieme relatie tussen plant en schimmel vereist natuurlijk wederzijds ‘vertrouwen’ en ‘goed gedrag’. Maar de plantjes waarin Merckx geïnteresseerd is bedonderen de boel. Ze gaan een relatie aan met mycorrhiza schimmels, maar in plaats van dat ze suikers leveren, halen ze die juist weg. De schimmels hadden het geroofde materiaal ontleend aan een eerlijke plantenpartner. De valsspelers parasiteren dus indirect, via de schimmel, op andere planten. Zo hoeven ze zelf geen suikers te maken; ze hebben dan ook geen bladgroen en zijn bruinig van kleur. Biologen noemen deze levenswijze mycoheterotrofie (schimmelconsumptie). De belangstelling van Merckx voor deze plantjes komt niet helemaal uit de lucht vallen. Hij had altijd al iets met planten met een ongewone levenswijze. Vroeger waren dat vleesetende planten die insecten vangen in speciale bekers. Hij vertelt: “Die kweekte ik thuis, en als tiener sliep ik letterlijk tussen de bekerplanten.” Toen hij voor zijn promotieonderzoek in Leuven kennismaakte met de mycoheterotrofe planten, bleken die minstens zo bij­ zonder. Hij raakte hij er voorgoed aan verslingerd. Hij ging als postdoc eerst naar Californië om verder aan deze plantjes te werken. Dat was een buitenkansje, want hij heeft ook een passie voor surfen, en dan is Californië the place to be. Vervolgens kon hij voor een aantal jaar weer in Leuven terecht. Toen zijn promotor, Erik Smets, directeur werd van het Nationaal Her­barium Nederland, kwam Merckx hem achterna; hij kon hier een langduriger aanstelling krijgen dan hij in Leuven had. Aan de mycoheterotrofe planten, waarover Merckx net een boek geschreven heeft, is nog genoeg te doen. Er zijn nu zo’n vijfhonderd van die soorten bekend; de meeste behoren tot de 43 Vincent Merckx bloemplanten, maar er zijn ook een paar mossen en varenachtigen bij. Ze leven in tropische regenwouden, tot vreugde van Merckx die naar Frans en Brits Guyana, Kameroen, Madagaskar, Borneo en Australië mocht om ze te zoeken. Dat is nog niet zo makkelijk, want ze zijn obscuur, leven verborgen en zijn vaak moeilijk te herkennen. Merckx: “Sommige zien er meer uit als schimmels dan als planten.” 44 Hoe de plantjes de schimmels weten te bedotten, is nog niet tot in detail bekend. “We weten dat de schimmeldraden ook bij deze planten de wortels in groeien”, zegt Merckx. “Maar op een gegeven moment worden ze daar afgebroken en dan kan de plant de vrijkomende suikers opnemen.” Het is nog niet uitgezocht hoe schadelijk het bedrog is voor de schimmel, of voor de eerlijke planten die de gestolen suikers leveren. En er zijn nog meer raadsels. Merckx heeft zich de laatste tijd bezig gehouden met de vraag hoeveel mycorrhiza schimmels vatbaar zijn voor het bedrog. Mycoheterotrofe plantjes zijn nogal kieskeurig. Bij gewone mycorrhiza relaties kunnen zowel planten als schimmels zaken doen met een groot aantal partners. Maar een mycoheterotrofe plant besteelt slechts een klein aantal schimmeltypen. Het voor de hand liggende idee was dan ook dat er slechts een paar mycorrhiza schimmels zijn die zich laten misbruiken. Om te kijken of dat klopt analyseerde Merckx het erfelijk materiaal van de schimmels die met de wortels van mycoheterotrofe planten verbonden waren en keek tot welke typen die schimmels behoorden. Hij had gegevens van 33 mycoheterotrofe plantensoorten, sommige zelf verzameld, andere uit bestaande collecties. Hij analyseerde ook materiaal van mycorrhiza schim­mels die verbonden waren met eerlijke planten. Hij maakte een evolutionaire stamboom van al die mycorrhiza schimmels en gaf aan op welke takken slachtoffers zaten van mycoheterotrofe planten. Het resultaat was anders dan verwacht. De slachtoffers waren verspreid over de hele schimmelstamboom. En het was niet slechts een handjevol: maar liefst 20 procent van de mycorrhiza schimmels bleek kwetsbaar voor oplichterij. Wat wel klopte met de verwachting was dat één mycoheterotrofe plantensoort maar een klein aantal schimmeltypen besteelt die bovendien nauw aan elkaar verwant zijn. De bedriegers zijn dus behoorlijk kieskeurig; sommige hebben zelfs maar één slachtoffer. Kennelijk vereist de diefstal toch een mate van specialiteit. Merckx vermoedt dat er tussen een mycoheterotrofe plant en zijn slachtoffers een wapenwedloop aan de gang is waarin de schimmel zich tracht te verweren tegen misbruik, terwijl de plant zich erop toelegt dat verzet te breken. De mycoheterotrofe planten zijn erg zeldzaam; van sommige is slechts een handvol vindplaatsen bekend. Zou dat samen kunnen hangen met hun vergaande specialiteit? Zijn de schimmeltypen die zo’n plantje kan bestelen wellicht zo dun gezaaid dat er voor de plant maar weinig geschikte groeiplaatsen zijn? Het elfenlampionnetje uit Australië is zeer kieskeurig; hij heeft maar één schimmelpartner. Merckx is naar Australië afgereisd om de verspreiding van dit plantje en zijn slachtoffer in kaart te brengen om te zien of het voorkomen van de schimmel inderdaad de mogelijkheden voor het plantje beperkt. Dat zou dan de prijs zijn die mycoheterotrofe planten betalen voor hun oneerlijke gedrag. Willy van Strien Mycoheterotrofe planten stelen suikers van bodemschimmels. Ze zijn nogal kieskeurig wat die schimmels betreft, liet Merckx zien, en dat verklaart misschien waarom ze zeldzaam zijn. Ze zijn klein en onopvallend, maar sommige hebben een prachtig bloemetje. engLish summarY Most plant species form symbioses with soil fungi: mycorrhiza. The mycorrhizal fungi help the plants to take up water and nutrients; in exchange, they receive sugars from the plants. Some plant species, however, are cheaters that steal sugars from their fungal partners. This way of life is called mycoheterotrophy. Vincent Merckx addresses some of the many questions that exist about these plants. He discovered that as many as 20 percent of mycorrhizal fungi types are susceptible to their cheating. He also showed that each mycoheterotrophic plant cheats only a small number of fungal types. So, the plants are highly specific, and Merckx now tries to fi nd out whether this specificity accounts for their rarity. 45