Ontwikkelingsproblemen: als de ontwikkeling van een kind

advertisement
ALS (OP)GROEIEN ANDERS
GAAT:
ONTWIKKELINGSSTOORNISSEN BIJ
KINDEREN
Oostende, 19 maart
Katleen Ballon
[email protected]
Eye opener
Vraag 1

Wat zijn : BSID-II-NL, RAKIT, SON-R, WPPSI
 Logopedische
testen
 Intelligentietesten
 Moldavische gerechten
 Motorische testen

Antwoord :
Vraag 2

Hoe heet aangepaste begeleiding van
kinderen met bijzondere noden in het gewone
onderwijs ?
 GON
 GAK
 GOS
 BON

Antwoord :
G.On. = geïntegreerd onderwijs
Vraag 3
Hoeveel types Buitengewoon Onderwijs zijn er ?
Bonus voor wie ze allemaal correct kan opnoemen
Antwoord :











Type 1 : zwakbegaafd/licht mentale handicap
Type 2 : matig tot ernstige mentale handicap
Type 3 : gedrags en/of emotionele stoornissen (normaal IQ)
Type 4 : fysieke problematiek
Type 5 : ziekenhuisschool/preventorium
Type 6 : blind/slechtziend
Type 7 : gehoor-of spraakgestoord/ASS
Type 8 : leerstoornissen
Vraag 4
•Leafspring
•Communicatieboek
•K-walker
•Sta-apparaat
Vraag 5

Hoeveel kinderen werden in 2010 op het COS
Leuven gezien voor een
ontwikkelingsonderzoek ?
 500-800
 800-1100
 1100-1500

Antwoord : 2419 onderzoeksmomenten
1471 multidisciplinaire onderzoeken
waarvan 240 follow-up prematuren
Vraag 6
•Wat is de prevalentie van
ontwikkelingsstoornissen ?
•Antwoord :
•Dundee-studie:
per 1000 kinderen op voorschoolse leeftijd (4 ½-5 ½ jaar)
Globale ontwikkelingsachterstand
Motorisch probleem
Cerebral Palsy
Taal/spraakproblemen
Gedragsproblemen
16
14
4
48
24
Totaal:
106
Vraag 7

Wat is het eerste aanvullende onderzoek bij
 Centraal
 MR
motorische stoornis
hersenen
 Verstandelijke
beperking
 Karyotypering-FMR
 ADHD
 Geen
Kind met ontwikkelingsproblematiek wordt
beschreven aan hand van afwijkend gedrag.
De vraag is dan :
wat is normaal ?
Voor eenieder die beroepshalve te maken
heeft met kinderen :
Basiskennis van normale
ontwikkeling en variaties is
noodzakelijk !
Wat is normaal ?

kwantitatief criterium:
wat? – leeftijdsspreiding
norm: -/+ 2 SD – pc 3/97

kwalitatief criterium:
hoe? - variatie
maatstaf = toekomst
Groei vs Ontwikkeling

Groei : kwantitatief
vermeerdering van cellen
lichaamsafmetingen

Ontwikkeling :
kwalitatief
rijping en differentiatie organen
waarneembaar gedrag
Ontwikkeling van individu
=
complexe samenwerking
rijpend neuromusculair
apparaat
x
snel toenemende
vaardigheden van
zintuigstelsel
Lichamelijke ontwikkeling

Kwantitatief : afwijkend groeipatroon
 lengte
 gewicht
 Hoofdomtrek

Kwalitatief : morfologie
Ontwikkelingsstoornissen
Continuum
licht
Curabel
1e
Zwangerschaps
week
ernstig
Therapiegevoelig
Onbehandelbaar/
Letaal
Latere leeftijd
NORMALE ONTWIKKELING :
DEELASPECTEN
ontwikkelingsveld
Kenmerken van mens-zijn
Grove motoriek
Vermogen tot willekeurig
voortbewegen dmv rechtop
lopen
Fijne motoriek
Kijken
grijpen
manipuleren
Willekeurig gebruik handen
Spraak en taalontwikkeling
Vermogen tot communiceren
door taal/communicatieve
vaardigheden
Cognitie
Toepassing motoriek in leven
en spel
Probleemoplossend
vermogen
Sociale ontwikkeling-Gedrag
Zelfstandigheid
Motorisch
grove/fijne
Taal
Communicatie
Gedrag
Cognitie
Sociaal
Motorische ontwikkeling

Grove motoriek
 ruglig
 buiklig
tot kruipen
 zitten
 staan
en stappen
motorische
vaardigheden
naar Touwen, 1984
Motorische ontwikkeling

Fijne motoriek: reiken en grijpen
 handjes naar het midden, vinden elkaar
 toevallig raken
 verkennen (handen, mond)
 daadwerkelijk grijpen 4-5 maanden
 gedifferentieerd gebruik vingertjes 6-8
maanden
 pincetgreep 9 –15 maanden
Motorische ontwikkeling

Mondmotoriek: drinken en eten
 zuigen
 zuigreflex
 zuigen, slikken en ademen samen
 reflexmatig reageren neemt af (>6m)
 tandenpoetsen
 vast voedsel
 brokjes
 bekertje
MOTORISCHE ONTWIKKELING:
te onthouden

Cephalocaudale + proximodistale ontwikkeling

Tijdig bereiken motorische mijlpalen sluit meestal
globale ontwikkelingsproblematiek uit

Poepschuiven vertraagt eerste stappen

Benigne hyperlaxe kinderen stappen later

! Check CK’s bij alle jongens die niet wandelen op 18
maanden
MOTORISCHE ONTWIKKELING:
te onthouden

Cephalocaudale + proximodistale ontwikkeling

Tijdig bereiken motorische mijlpalen sluit meestal
globale ontwikkelingsproblematiek uit

Poepschuiven vertraagt eerste stappen

Benigne hyperlaxe kinderen stappen later

! Check CK’s bij alle jongens die niet wandelen op 18
maanden
Motorische
ontwikkelingsproblemen

Cerebral palsy

Neuromusculaire problematiek

Vertraagde motorische ontwikkeling

Motorische ontwikkelingsdyspraxie
 Neuromusculaire
problematiek :
 Myopathie : proximale zwakte
CK’s
 Neuropathie : distale zwakte
EMG

DCD : Developmental Coordination
Disorder
 Kinderen
met onhandige, houterige motoriek
 Coordinatie
bewegingen én aanleren activiteiten
 Opbouw, uitvoering, afwerking motorisch taakje
 5-10 % kinderen op basisschool
 3-7 keer vaker bij jongens
 1987
: internationale term DCD
 Tevoren
 Etiologie
 Uiting
: MBD, clumsy child, DAMP
?
van niet optimaal ontwikkeld zenuwstelsel
 DSM-IV
 Activiteiten
die coordinatie vereisen slechter dan
leeftijdsgenoten
 Gevolgen wat betreft schoolse/dagelijkse activiteiten
 Niet toe te schrijven aan gekende aandoening
 Niet te verklaren vanuit lagere intelligentie
 Vaak samen met andere ontwikkelingsproblemen vb.
ASS
 Comorbiditeit
 Werkhouding,
aandacht, sociale integragtie
 Behandeling
 Ontwikkelingsstimulerende
kinesitherapie,
psychomotoriek

F-pathologie
 Aanpassingen
thuis / op school (GON type 4)
Motorisch
grove/fijne
Taal
Communicatie
Gedrag
Cognitie
Sociaal
Spraak-en
taalontwikkelingsstoornissen

Spraak
Fysisch proces
 Respiratie, fonatie,
articulatie en
resonantie
 Coordinatie CZS


Taal
Code
 Uitwisseling ideeën en
gedachten
 Afgesproken systeem
van willekeurige
tekens
 Ten behoeve van
communicatie

Spraaktaalontwikkeling

REGEL VAN VIER :

1j:



2j:



2-woordcombinaties
verstaanbaar voor 50%
3j:



enkelvoudige woorden
verstaanbaar voor 25 %
3-woordzinnen
verstaanbaar voor 75%
4j:


4-woordzinnen
verstaanbaar voor iedereen
SPRAAKTAALONTWIKKELING:
te onthouden
 12
m : niet brabbelen, wijzen, gebaren
 16
m : geen woordontwikkeling
 24
m : geen non-echolalische 2-woordzinnen
 24
m : woordenschat kleiner dan 50 woorden
 Elke
leeftijd : verlies van talige mogelijkheden
SPRAAKTAALONTWIKKELING:
te onthouden
•Cave discrepantie Taalbegrip vs
Taalproduktie

Spraakstoornissen
 Dysfonie
: stemvorming vb. stembandknobbeltjes
 Dysritmie
: probleem coordinatie AH en
spraakvorming vb. stotteren
 Fysiologische
dysritmie : 2.5-4 jaar
 Bij 1 % blijft dit bestaan (4 graden)
 Stottertherapie bij




Excessief herhalen van eerste lettergreep
Tremor mond-en kaakspieren
Toename toonhoogte en geluidsterkte
Angstige of depressieve reacties

Dysartrie




Verworven spraakstoornis tgv hersenletsel
Vaak combinatie speekselverlies of dysfagie
Duidelijk spreken gaat minder snel, kost veel inspanning
Developmental Verbal Dyspraxia (DVD)








Problemen met programmeren, afstemmen en controleren van
bewegingen
Klanken soms onherkenbaar of in woord op verkeerde plaats
Heel wisselend
Ook mogelijk problemen met eten, drinken, blazen en zuigen
Taalbegrip vaak normaal
Weinig consistente uitspraakfouten
Op commando spreken is moeilijker
Aangepast dyspraxieprogramma !

Taalontwikkelingsstoornissen
 Taalbegrip-taalproductie
 Dysfasie
: SLI
 Kind
begrijpt meer dan zelf kan zeggen
 7.6% bij 5 jarigen
 Geen gehoorsverlies, verstandelijke handicap, ASS
 Gebruikt opvallend veel non-verbale communicatie
 Woordvindingsproblemen
 Moeite voorzetsels, vervangt binnen semantische
categorie
Cave gehoor
!!!!
TAALBEGRIP
Doofheid
Mentale
retardatie
Autisme
Electief
mutisme
Innerlijke taal
+
beperkt
-
+
Aandacht
gezichten
+
+
-
+
Begrip
gesproken taal
Afhankelijk
ernst
Afhankelijk
ernst
Weinig-slecht/
letterlijk
+
Begrip gebaren
+
+/-
+/-
+
COMMUNICAT.
VAARDIGHED
EN
Doofheid
Mentale
retardatie
Autisme
Electief
mutisme
Gebruik
gebaren
+++
+
-
-
Sociale
conversatie
++
+
-
Afhankelijk van
situatie
Echolalie
-
++
+++
-
Kwaliteit
articulatie
gebrekkig
Matig-slecht
variabel
normaal

Invloed spraaktaalontwikkelingsstoornis op
ontwikkeling
 Sociale
ontwikkeling
 Ouder-kind relatie : hechting
 Gedrag : zoeken andere uitingsvormen
 Intellectuele ontwikkeling : taal is drager van
ontwikkeling van het denken…
SPRAAKTAALONTWIKKELING:
te onthouden

Cave gehoor !!!

Dove babies


frazelen ook
vroegtalige ontwikkeling lijkt OK

Altijd gehooronderzoek als taalontwikkeling trager

Spraaktaalontwikkeling : indicator voor MR

Vaak gekoppeld aan ASS
Motorisch
grove/fijne
Taal
Communicatie
Gedrag
Cognitie
Sociaal
SOCIALE EN PERSOONLIJKE
VAARDIGHEDEN/GEDRAG
 belangrijke
invloed van omgeving
 fundament: eerste drie levensjaren
 primair
 belang
beleven van gevoelens
van gehecht zijn
 veilig
 Onveilig
 beïnvloedende
factoren
 erfelijkheid
 biologisch
 omgeving
onderlinge wisselwerking
Vb. Geluk :
50 % genetisch
40 % aan te leren
10 % omgevingsfactoren
ADHD
 Hechtingsstoornissen
 ODD : oppositioneel-opstandige

gedragsstoornis

Autisme-autismespectrumstoornissen
Cave reactief :
vb. kindermishandeling
Autismespectrumstoornissen

DSM-IV
 Problemen
met wederkerige sociale
interactie
 Problemen met wederkerige taal en
communicatie
 Repetitief, stereotiep gedrag, minder
flexibel kunnen denken





Anamnese vanaf babyleeftijd !
1/150 personen, 3-4 jongens/1 meisje
Genetische factor !
Stijging ?
Spectrum : Asperger, Autisme, Active but Odd
Without Asperger where would we be ?
Motorisch
grove/fijne
Taal
Communicatie
Gedrag
Cognitie
Sociaal
Verstandelijke beperking

De American Association of Mental
Retardation definieert het begrip verstandelijke
beperking als: 'significante beperkingen zowel
in het intellectuele functioneren als in het
adaptieve gedrag met betrekking tot
conceptuele, sociale en praktische
vaardigheden. Deze beperkingen zijn ontstaan
vóór de leeftijd van 18 jaar.’ Schalock et al.
2010
INTELLIGENTIE
 geen
echte conclusieve definitie van intelligentie,
 uit meer dan 70 definities volgende abstractie :
 A property
that an individual agent has as it interacts
with its environment or environments.
 Is related to the agent's ability to succeed or profit with
respect to some goal or objective.
 Depends on how able to agent is to adapt to different
objectives and environments
Zwakbegaafdheid (IQ 70-85)
Milde verstandelijke beperking (IQ 50-70)
Tragere mijlpalen
Later ontwikkelingsniveau van 7-12 jarig kind
Matige verstandelijke beperking (IQ 35-49)
Vooral spraak valt op
Training zelfredzaamheid
Ernstige verstandelijke beperking (IQ 20-34)
Nauwelijks of geen communicatieve vaardigheden
Meestal zelf eten
Diepe verstandelijke beperking(IQ<20)
Voortdurend verzorging
Ontwikkelingsniveau 0-3 jaar
CATEGORIE
IQ
hoogintelligent
>130
normale spreiding
85-115
zwakbegaafd
70-85
lichte mentale beperking
55-70
matige mentale beperking
40-55
ernstige mentale beperking
20-40
diepe mentale beperking
<20

Ontwikkelingsmijlpalen
 9-10
maanden : objectpermanentie
 18
maanden : joint attention
 18
maanden : symbolisch spel

Ontwikkelingsmijlpalen

2j :
benoemt zz met eigen naam
 toren bouwen met 7 blokjes


3j:
tekent persoon als hoofd
 begint eenvoudig te categoriseren


4j:
tekent eenvoudig huis
 eenvoudige tijdsbegippen als gisteren


5j:
getalbegrip
 gedetailleerde persoon
 zelfstandig aankleden

Developmental Age
Normal
Illness/Trauma
Intellectual Disability
Neurodegenerative
Chronological Age
Waarom vroegtijdig opsporen ?






Interventie en verbetering van bedreigde
functies waardoor pathologische patronen
kunnen voorkomen/beperken
Acceptatie van handicap bij het kind
Adequate begeleiding
Kinderwens !
Genetic counselling naar siblings
Cave : kan nooit leiden tot
Behandeling/genezing van alle kinderen
 Nauwkeurige voorspelling toekomstige mogelijkheden

Diagnose
ontwikkelingsproblematiek

Multidisciplinair onderzoek
Anamnese
 Cognitieve ontwikkeling
 Motorische ontwikkeling
 Spraaktaalontwikkeling

 Klinisch
kwalitatief en kwantitatief
kwalitatief en kwantitatief
kwalitatief en kwantitatief
onderzoek
 Biometrie
 Dysmorfe
kenmerken
 Neurocutane kenmerken
 Organomegalie ?
 Neurologisch onderzoek: tonus, reflexen,
bewegingen
 Oudergesprek
Investigaties bij globale
ontwikkelingsvertraging
 Als diagnose niet duidelijk is na anamnese en klinisch
onderzoek
Chromosomen
Fragiele X
CK’s
Schildklier
BB, nier, leverfunctie
Biotinidse
Ferritine
Metabole OZ
Familiale VG
Consanguinitei
t
Regressie
Organomegali
e
Bloed
Lactaat
Aminozuren
Ammoniak
VLKV
Carnitine
Homocysteine
Disialotransferrines
Centrale
beeldvoming
Macro/micranie
Epilepsie
Focale
neurologische
symptomen
Urine
Organische
zuren
EEG
Regressie
Spraak
Convulsies
Neurodegene
-ratieve
stoornis
Evtl 24 u
EEG
Genetica

Chromosoomafwijkingen





vb. Klinefelter
vb. Turner (45
Genmutaties




Geslachtschromosomale afwijkingen : 1/400 mannen,
(47 XXY) 1/2000
Geslachtschromosomale afwijkingen : 1/700 vrouwen,
XO) 1/16000
Autosomale trisomieën 1/700
MOLECULAIRE KARYOTYPERING
X-gebonden : 0.3 tot 0.7 /1000 levendgeborenen
 Duchenne 1/7000
 FMR (> 2000 in Nederland)
Autosomale dominante afwijkingen
 Neurofibromatose 1/3000
Autosomaal recessieve afwijkingen
 Fenylketonurie 1/12000
Multifactorieel

Meest voorkomend : combinatie exogeen-erfelijke aanleg
EPIGENETICA
 klompvoet 1-6/1000
•Moleculaire Karyotypering (cnv)
•Normale variaties ?
•Totale genoomanalyse (referentiegenoom 3 miljard
baseparen)
•Mgl volledige DNA sequentie bepalen
•Enorme impact op wetenschappelijk en genetische diagnose
•CAVE maatschappelijke impact vb. verzekering
•CAVE ethische gevolgen
niet naamloos - over diagnose
Gek hoe belangrijk het is dat je een naam hebt
voor de afwijking van je kind ...
Net alsof de benoemende waarde van zo’n naam
een ordenende kracht heeft, alsof die naam in
die verwarrende chaos van gevoelens en
ervaringen het begin van een fundering is
waarop je verder kunt bouwen ...
Johan (vader van Floor)
Verwerkingsproces: met vallen en
opstaan….


Verlies van dromen en trauma: desorganisatie
van gevoelens en gedachten
Reorganisatieproces, verschillende
strategieën




Gevoelsgericht, denkgericht, actiegericht
Omgaan met pijnlijke, verwarrende
gedachten en gevoelens
Denken: werkelijke
mogelijkheden><beperkingen
Voelen: plaats geven, TERUG PLEZIER
BELEVEN
Ondersteunen van ouders

Respect en warmte tav het kind

Belang van ondersteunende relaties

Welke hulpverlening wordt als helpend ervaren?

Hulpvraag ? Probleembesef ?

Affect en stressregulatie ondersteunen:


Ademruimte en zelfzorg (rustig gesprek…)
Empathie en vertrouwen

Klankbord voor de EIGEN-WIJSHEID van ouders
De dokter van Jantje
De dokter ziet hoe de moeder haar
zakdoekje in haar handen knelt.Hij kijkt
naar haar handen, naar het schort waar
de mantel openvalt, dan weg naar
briefopener, papieren. Ze zegt: ik heb
liever dat u het vertelt.
Rutger Kopland
Download