Zwangerschap en diabetes mellitus

advertisement
Zwangerschap en diabetes mellitus
Een zwangerschapswens
Vroeger was het een groot risico om als vrouw met diabetes
mellitus zwanger te worden. Zelden werden uit deze zwangerschappen gezonde kinderen geboren.
Met de tegenwoordige kennis over het begeleiden van een
zwangere vrouw met diabetes mellitus en met de kwaliteit van
behandeling, is de kans op problemen tijdens de zwangerschap
een stuk kleiner geworden.
Bij een goede lichamelijke conditie van de moeder en een
goede regulatie van de diabetes mellitus voor en tijdens de
zwangerschap, zijn de risico’s voor de baby nauwelijks groter
dan bij een vrouw zonder diabetes mellitus.
Een goede diabetesregulatie vergt echter wel heel wat inspanning van u!
Deze brochure is ontwikkeld om u vóór de gewenste zwangerschap al op de hoogte te kunnen brengen van wat er van u
wordt verwacht en welke controles en consulten u kunt verwachten en waarom.
Het is belangrijk om vooral ook van uw zwangerschap te genieten en er zoveel mogelijk de tijd voor te nemen, samen met
uw partner/gezin.
Bespreek uw zwangerschapswens vroegtijdig
Het is belangrijk dat u uw zwangerschapwens vroegtijdig bespreekt met uw behandelaar, te weten
1. de huisarts
Naar aanleiding van dit gesprek zal uw huisarts u verwijzen
naar de internist en de diabetesverpleegkundige(n) in het ziekenhuis.
Het is ook mogelijk om via de huisarts eerst een informatief gesprek aan te vragen bij zowel de internist, de diabetesverpleegkundige(n) als de gynaecoloog.
2. de internist en de diabetesverpleegkundige(n)
Zij staan samen met u stil bij de volgende punten/vragen:
2
▪ uw vragen ten aanzien van de gewenste zwangerschap;
▪ is het HbA1c lager dan 7% (53 mmol/mol) en is er een goede bloedglucoseregulatie. Zo nodig vindt er een aanpassing/wijziging plaats in therapie (zie volgende paragraaf bij
dagcurves en HbA1c);
▪ moet aanvullend bloed-/urineonderzoek op het laboratorium
worden uitgevoerd in verband met bijvoorbeeld de nierfunctie of schildklierfunctie;
▪ heeft u een door TNO goedgekeurde bloedglucosemeter en
of voert u de metingen (zelfcontrole) correct uit;
▪ moet de aanvraag/machtiging voor het testmateriaal uitgebreid worden in verband met een frequente zelfcontrole;
▪ moet de medicatie, die u gebruikt voor uw diabetes mellitus,
worden aangepast of gewijzigd (zie paragraaf Medicatie);
▪ gebruikt u anticonceptiemiddelen, totdat de internist het
verantwoord vindt om zwanger te worden en dus ‘groen
licht’ geeft;
▪ zijn er complicaties van de diabetes mellitus opgetreden
zoals een te hoge bloeddruk of problemen van de ogen en/of
de nieren. Deze complicaties kunnen tijdens de zwangerschap verergeren of problemen veroorzaken voor u en de
baby. In sommige gevallen kan de internist een negatief
advies geven om zwanger te worden in verband met
ernstige complicaties naast uw diabetes mellitus;
▪ zijn er verwijzingen geregeld naar de andere behandelaars,
zoals
-
gynaecoloog en verpleegkundig specialist Gynaecologie
Zij zorgen voor prenatale diagnostiek, een regelmatige
controle en de begeleiding tijdens de zwangerschap;
oogarts
Door een plotseling verbeterde glucoseregulatie voor en
tijdens de zwangerschap en door het persen tijdens de
bevalling kunnen kleine bloedingen in de ogen ontstaan.
De oogarts zal daarom de conditie van de bloedvaatjes
in het netvlies controleren. Dit onderzoek kan mogelijk
herhaald worden halverwege en na de zwangerschap;
- diëtist
Van de diëtist krijgt u zowel voor, tijdens als na de
zwangerschap voedingsadviezen.
-
3
Adviezen ten aanzien van de gewenste zwangerschap
- HbA1c en dagcurves
Voor en tijdens de zwangerschap wordt er gestreefd naar een
optimale bloedglucoseregulatie. Het streven is dat - het HbA1c
reeds voor de zwangerschap onder 7% (53 mmol/mol) is, -de
bloedglucosewaarden nuchter <5.3 mmol/l. en - de bloedglucosewaarden 1 uur na de maaltijd <7.8 mmol/l. is.
Wanneer de bloedglucosewaarden vóór de zwangerschap niet
stabiel zijn, dan zal dit tijdens de zwangerschap ook moeilijk
haalbaar zijn. Sterk wisselende bloedglucosewaarden kunnen
nadelig zijn voor het ongeboren kind. Daarnaast kan een slechte bloedglucoseregulatie vóór de zwangerschap het risico op
aangeboren afwijkingen vergroten.
De glucose in uw bloed komt via de placenta ook in het lichaam
van de baby terecht. Bij te hoge bloedglucosewaarden gaat de
baby extra insuline aanmaken. Hierdoor kan de glucose worden
omgezet in vetweefsel en kunnen ongeboren baby’s van moeders met diabetes mellitus zwaarder en groter worden dan
normaal. Te grote kinderen kunnen de bevalling bemoeilijken.
Daarom is het is belangrijk om de bloedglucosewaarde dagelijks 4 tot 7 keer te meten. Concrete afspraken hierover kunt u
maken met de diabetesverpleegkundige(n).
Wij adviseren om minimaal 2 keer per week ook ’s nachts een
meting te doen om uit te sluiten of vast te stellen dat u in de
nacht een te hoge of juist te lage bloedglucosewaarde heeft
zonder dat u dit merkt.
Naar aanleiding van de metingen zal de insuline zo nodig aangepast worden.
De diabetesverpleegkundige(n) geeft u ook adviezen ten aanzien van ontregelingen en zelfregulatie (meer, minder of extra
spuiten van ultrakortwerkende insuline).
- voeding voor en tijdens de zwangerschap
Een gezond voedingspatroon is heel belangrijk. Om dit te bereiken kunt u in het voorbereidingstraject al een bezoek brengen
aan de diëtist.
4
Het voedingspatroon is van invloed op uw bloedglucosewaarden
en samen met de diëtist kunt u een plan opstellen om uw voedingspatroon te optimaliseren. Zo kijkt de diëtist of u voldoende koolhydraten inneemt en of u gezonde voedingsstoffen binnenkrijgt om de groei van de ongeboren baby te kunnen waarborgen.
In het algemeen wordt aangeraden om tijdens de zwangerschap naast de drie hoofdmaaltijden ook kleine tussenmaaltijden te nemen (tussendoortjes) en nog iets aan koolhydraten te
eten voor het slapengaan. Zeker in het begin van de zwangerschap hebben sommige vrouwen last van misselijkheid en/of
braken. Het is goed om in dat geval samen met de diëtist een
plan te maken over welke voedingsmiddelen u wel verdraagt,
zodat u toch voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt.
De zwangerschap is geen geschikt moment om te vermageren,
omdat de afvalstoffen van de verbrande vetcellen schadelijk
kunnen zijn voor de baby. Het is normaal om tijdens de zwangerschap 12 à 13 kg in gewicht aan te komen.
De volgende adviezen zijn belangrijk:
- vochtinname: minimaal 1,5 liter per dag
- alcoholgebruik: dit is verboden tijdens de zwangerschap
(schadelijk voor de baby)
- roken wordt altijd, en zeker tijdens de zwangerschap,
ontraden (schadelijk voor de baby). Door de nicotine
trekken de bloedvaten samen en het transport van
zuurstof naar de baby wordt zo belemmerd.
- medicatie
Uw behandelaar zal u een recept voor Foliumzuur geven. Het
is belangrijk dat zodra u gaat probeert zwanger te worden u
begint foliumzuur te slikken en daarmee doorgaat t/m de 10e
week van de zwangerschap.
Uit onderzoek is gebleken dat de kans op bepaalde aangeboren
afwijkingen bij de baby kleiner wordt bij het gebruik van
foliumzuur.
Het is van groot belang om ruim voor de gewenste zwangerschap kritisch naar uw medicijngebruik te laten kijken, om5
dat u misschien medicatie gebruikt die schadelijk kan zijn voor
uw baby. Het advies is om hiervoor een actuele medicijnkaart
mee te nemen.
Tabletten die de bloedglucosewaarde verlagen worden in
principe niet gebruikt tijdens de zwangerschap. Daarom moet
ruim voor de zwangerschap worden overgeschakeld naar het
injecteren van insuline. Na dit omschakelen kan het enige tijd
duren voordat de streefwaarden zijn bereikt.(zie ook pagina 4)
Bijna alle insulinesoorten zijn toegestaan voor gebruik tijdens
de zwangerschap. Soms is het nodig om voor de zwangerschap
de insulinesoort/frequentie te wijzigen. Eventueel kan een insulinepomp geadviseerd worden. Dit kunt u met de diabetesverpleegkundige bespreken.
Indien u medicatie gebruikt tegen hoge bloeddruk en cholesterol, moet u overleggen met de internist. Deze arts gaat na of
deze medicatie eventueel gewijzigd kan of moet worden.
- psychosociale omstandigheden
Er wordt bij (een wens voor) een zwangerschap veel van u
verwacht. U krijgt tijdens de zwangerschap, maar ook al in de
periode daarvoor, veel adviezen, uitleg en voorlichting over een
zwangerschap in relatie tot diabetes mellitus. Het is belangrijk
dat u hierin een actieve rol speelt, maar ook dat u zelf aangeeft
wat haalbaar is voor u.
Gedurende het gehele traject vinden er regelmatig tot zeer
regelmatig consulten plaats.
Dit betekent voor u frequente ziekenhuis- en/of polikliniekbezoeken. Wij raden u aan om uw partner mee te nemen naar
deze bezoeken voor zover dat mogelijk is. Daarnaast kan een
“vragenschriftje” handig zijn. Dit verkleint de kans op het
vergeten van vragen aan de desbetreffende behandelaar.
De diabetesverpleegkundigen proberen de consulten bij verschillende behandelaars zoveel mogelijk op elkaar aan te laten
sluiten. Vraagt u zelf ook gerust hiernaar.
6
Een zwangerschap kan als het gaat om uw werk veel improvisatie en energie vragen. Daarom adviseren wij om uw werkgever vroegtijdig in kennis te stellen van de zwangerschap.
Tijdens de zwangerschap kunt u mogelijk het advies krijgen om
minder te werken en/of eerder te stoppen met werken. Dit advies zal vooral volgen wanneer u merkt en/of aangeeft dat de
belasting te groot wordt. Bespreekt u dit met uw behandelaar/
diabetesverpleegkundige(n).
Het is belangrijk om oververmoeidheid en stress te voorkomen.
Belangrijk is ook om te zorgen voor ontspanning en regelmaat.
Dit zal uw bloedglucosewaarden positief beïnvloeden. Zo nodig
kunt u extra hulp vragen voor huishoudelijke werkzaamheden.
In de periodes tussen de consulten in het ziekenhuis kunt u uw
bloedglucosewaarden (dagcurves) zowel telefonisch als via
e-mail doorgeven aan de diabetesverpleegkundige(n).
Het e-mailadres is voor
- locatie Delfzicht: [email protected]
- locatie Lucas:
[email protected].
Zo nodig wordt er tussendoor contact met u opgenomen.
Heeft u vragen of is er iets niet duidelijk, dan kunt u op werkdagen altijd contact opnemen met de diabetesverpleegkundige(n).
Probeert u om ondanks de diabetes te genieten van uw zwangerschap. Daarbij kunt u bijvoorbeeld denken aan het volgen
van zwangerschapsgymnastiek , het inrichten van de babykamer en samen met uw partner de tijd te nemen voor uw (toekomstige) gezin.
U kunt in deze periode alvast nadenken over de keuze van
borst- of flesvoeding. Informatie hierover kunt u verkrijgen bij
La Lèche League, Borstvoeding Natuurlijk of een lactatiekundige. Door de lactatiekundige van de OZG, worden ook voorlichtingsavonden gehouden over borstvoeding.
7
De zwangerschap
- 1e trimester van de zwangerschap
Tijdens het 1e trimester (= week 1 tot 18) van de zwangerschap kunnen vaker te lage bloedglucosewaarden (= hypo’s)
voorkomen, ook in de nacht. Dit betekent, dat u extra alert
moet zijn op een te lage bloedglucose.
Hypo’s worden soms minder of anders gevoeld dan vóór de
zwangerschap. Mocht u een hypo niet goed voelen aankomen,
dan kan het goed zijn om Glucagen® in huis te hebben. Uw
partner en andere mensen in uw directe omgeving dienen op de
hoogte zijn van de grotere kans op een hypo, zodat hierop tijdig gereageerd kan worden.
Tijdens dit eerste trimester heeft u over het algemeen iets minder insuline nodig dan voor de zwangerschap.
- 2e trimester van de zwangerschap
Na ongeveer 18 weken neemt de insulinebehoefte toe door de
werking van bepaalde zwangerschapshormonen. Dit merkt u
door het stijgen van de bloedglucosewaarden. In het verdere
verloop van de zwangerschap zult u steeds meer insuline nodig
hebben. Het kan zijn dat de hoeveelheid insuline die u nodig
heeft tegen het einde van de zwangerschap wel twee of drie
keer meer is dan voor de zwangerschap!
Als u ongeveer 20 weken zwanger bent, zal de gynaecoloog een
echo maken om te zien hoe het met de groei en conditie van de
baby is.
U heeft in dit trimester ook nog een afspraak met de oogarts.
Dit is meestal ook rond de 20e week. Deze kijkt hoe het met de
conditie van de bloedvaatjes in uw ogen is. Tijdens de bevalling
komt er extra druk op de ogen, dus de conditie van uw ogen
moet goed zijn.
- 3e (laatste) trimester van de zwangerschap
In de 25e week gaat u het laatste trimester van de zwangerschap in. Zoals beschreven zal de insulinebehoefte blijven toenemen. Alleen de laatste weken van de zwangerschap kan het
zijn dat u iets minder insuline nodig heeft.
8
In de laatste weken van de zwangerschap zal de conditie van u
en uw baby (twee)wekelijks worden gecontroleerd.
Wanneer de baby sterk groeit en de placenta (moederkoek) onvoldoende meegroeit, kan het zijn dat de baby niet genoeg
voeding krijgt vanuit de placenta. Uw baby zal dan extra in de
gaten gehouden worden door middel van een echo.
De bevalling en ziekenhuisopname
De bevalling zal altijd plaatsvinden in het ziekenhuis op de afdeling Obstetrie/ gynaecologie (locatie Lucas), onder begeleiding van de gynaecoloog.
Bij zwangere vrouwen met diabetes mellitus kan de gynaecoloog besluiten om rond 38 weken de bevalling in te leiden.
Tijdens de bevalling worden uw bloedglucosewaarden regelmatig gecontroleerd en ook de conditie van de baby wordt goed in
de gaten gehouden. Tijdens de bevalling is het mogelijk dat u
glucose en/of insuline toegediend krijgt via een infuus. De internist en de gynaecoloog bekijken dit ter plekke en per situatie.
U kunt de afdelingsverpleegkundige vragen om zowel de internist, als de diabetesverpleegkundige(n) te informeren van uw
opname.
- voorbereiding thuis
Het kan erg handig zijn om thuis alvast een tas klaar te zetten
met dingen die u wilt meenemen naar het ziekenhuis Denk
hierbij aan:
• OZG patiëntenpas;
• Insulinepennen, naalden, eventueel insulineampullen en
insulinepomp toebehoren;
• Bloedglucosemeter en zelfcontrolemateriaal;
• Diabetesdagboekje.
Er zijn regelmatig voorlichtingsavonden over bevallen in de
OZG.
Indien u behoefte heeft aan meer informatie, kunt u contact
opnemen met afdeling Kraam/Gynaecologie op locatie Lucas,
telefoonnummer 088 – 066 1000.
9
Daar kunt u (indien mogelijk) een rondleiding krijgen op de
verloskamers en de kinderafdeling.
Als het voor de bevalling al bekend is dat uw kindje opgenomen
wordt op de kinderafdeling, kan er een gesprek gepland worden
met de kinderarts.
Na de bevalling
U zult direct na de bevalling merken dat uw insulinebehoefte
sterk verminderd is. In het algemeen zult u ongeveer evenveel
insuline nodig hebben als voor de zwangerschap.
Om een hypo te voorkomen moet u wel regelmatig de bloedglucosewaarden controleren om op tijd de hoeveelheid insuline
te kunnen verminderen of bijstellen met een bloedglucosewaarde tussen 4 - 10 mmol/l als normaalwaarde.
Als controle wordt ook bij uw baby regelmatig de bloedglucosewaarde geprikt.
De normaalwaarden zijn bij uw baby iets anders dan bij u.
Mocht de baby een bloedglucosewaarde lager dan 2,6 mmol/l
hebben, dan krijgt het extra voeding of tijdelijk een infuusje
met glucose. Het kan dan zijn dat uw baby tijdelijk naar de kinderafdeling gaat voor extra controles. Als de bloedglucosewaarden normaal zijn en blijven, mag uw baby weer bij u op de kamer.
- borstvoeding
Ook aan moeders met diabetes mellitus wordt geadviseerd om
borstvoeding te geven. Dit kunt u rustig doen met insulinegebruik. Wel raden wij af om tabletten te gebruiken om de
bloedglucosewaarde te verlagen zolang u borstvoeding
geeft.
Het geven van borstvoeding heeft zeker voordelen in vergelijking met flesvoeding. Het voeden van de baby kost echter wel
veel energie en brandstof! Houdt u er dus rekening mee dat u
tijdens of na het voeden meer risico heeft op een hypo. Om dit
te voorkomen adviseren wij u om extra koolhydraten te nemen
voordat u uw baby aanlegt.
Daarnaast is het belangrijk altijd voor en na de borstvoeding
uw bloedglucosewaarde te controleren.
10
- nacontrole
Na de bevalling bezoekt u voor controle:
-
de gynaecoloog: volgens afspraak;
de internist en de diabetesverpleegkundige(n): volgens afspraak in het algemeen zes weken na de bevalling maar
zo nodig eerder. De dagcurves kunnen altijd doorgebeld of
gemaild worden.
Contact met de diabetesverpleegkundige(n)
Indien u een afspraak wilt maken met de diabetesverpleegkundige(n), bepaalde zaken wilt bespreken en/of bloedglucosewaarden wilt doorgeven, dan kan dit op werkdagen:
- locatie Lucas, Winschoten
Tijden:
tussen 08.30 - 09.30 uur
E-mail: [email protected]
- locatie Delfzicht, Delfzijl
Tijden: tussen 08.30 - 09.00 uur en tussen 13.00 - 13.30
uur. Buiten deze tijden kan de secretaresse u van
maandag t/m/ woensdag en vrijdag te woord staan
tussen 09.00 - 12.00 uur
E-mail: [email protected]
Voor beide locaties is het telefoonnummer 088 – 066 1000.
11
Ommelander Ziekenhuis Groep
locatie Delfzicht
Jachtlaan 50, Delfzijl
Postbus 30.000
9930 RA Delfzijl
locatie Lucas
Gassingel 18, Winschoten
Postbus 30.000
9670 RA Winschoten
Telefoon 088 – 066 1000
E-mail: [email protected]
Web: www.ozg.nl
OZG (02-14) DIA 100
12
Download