Nieuwe ontwikkelingen rond glucose meten: meten blijft weten

advertisement
Nieuwe ontwikkelingen rond glucose meten:
meten blijft weten
Koen van Beers, arts-onderzoeker
Caroline Lubach, verpleegkundig consulent diabetes
Inhoud
1. Meten: waarom?
2. Historisch perspectief
3. Je eigen koolhydraatratio
4. Slimme glucosemeters
5. Insulinepompen met bolusadviezen
6. Continue Glucose Monitoring
7. Flash Glucose Monitoring
8. De weg naar de kunstmatige alvleesklier
METEN: WAAROM?
Meten: waarom?
Glucose verandert de hele dag  inzicht verkrijgen
Meten: waarom?
Dosering bepalen: “Hoeveel insuline is er nodig?”
– afhankelijk van hoeveel koolhydraten u gaat eten
– nuchter, voor lunch en avondeten
– voor slapen gaan
Dosering evalueren: “Was de dosis juist?”
– nuchter (controle langwerkende insuline)
– 1 ½ tot 2 uur na het spuiten (controle kortwerkende insuline)
Meten: waarom extra?
•
•
•
•
•
•
•
•
Twijfels over te laag of te hoog zitten
Klopt de aanpassing van hoeveelheid insuline
Voor of na inspanning/sport
Ander behandelschema
Voor het autorijden
Bij ziekte
Bij (onverwachte) stress
…..
Meten: waarom?
Diabetesbehandeling =
zelfmanagement
Diabetes is de enige doe-het-zelf ziekte, 24/7!
Het draait daarbij om zelfzorggedrag
Het gereedschap:
–
–
–
–
–
koolhydraten tellen
bloedglucose meten
eenheden insuline bepalen
medicatie innemen
en ook: afspraken maken met zorgverleners
voetencontrole, oogcontrole, etc.
HISTORISCH PERSPECTIEF
Historisch perspectief
Historisch perspectief
1945: Glucose meten in urine
Historisch perspectief
Insuline ~ 1960
toediening
1978
slimme
pomp
Gesloten
systeem
1980
Glucose
monitoring 1960
JE EIGEN KOOLHYDRAATRATIO
Je eigen koolhydraatratio
Koolhydraten tellen
Kost vooral in het begin veel tijd en energie
Het gereedschap: koolhydraten tellen
wegen
etiketten lezen
Veel fouten bij schatten koolhydraten
Je eigen koolhydraatratio
Koolhydraten tellen
Kost vooral in het begin veel tijd en energie
Het gereedschap: koolhydraten tellen
wegen
etiketten lezen
Veel fouten bij schatten koolhydraten
Het berekenen kan lastig zijn
Je eigen koolhydraatratio
Hulpmiddelen bij het tellen van
koolhydraten
• Voedingscentrum.nl
• Koolhydratentabel.nl
• Apps
Je eigen koolhydraatratio
Wat is een koolhydraatratio?
Hoeveel gram koolhydraten worden er verwerkt door 1 eenheid
insuline?
Voorbeeld:
Koolhydraatratio is 1 eenheid insuline op 10 gram koolhydraten.
Maaltijd bevat 65 gram koolhydraten:
65 : 10 = 6,5 eenheid insuline nodig
Verschillend per maaltijd en/of tussendoortje
Gereedschap: een nauwkeurig bijgehouden dagboek !
Je eigen koolhydraatratio
Correctie factor
Gebruiken bij corrigeren hoge bloedsuikers
Aantal punten glucosedaling door 1 eenheid insuline
Je eigen koolhydraatratio
Koolhydraatratio
en
Correctiefactor
SLIMME GLUCOSEMETERS
Slimme glucosemeters
Slimme meters geven "bolus” advies
• Insulinx meter
• Expert meter met BolusCal cursus
INSULINEPOMPEN MET BOLUSADVIES
Insulinepompen met bolusadvies
Insulinepompen met bolusadvies
pomp en meter geïntegreerd
Animas
Medtronic
Roche
Insulinepompen met bolusadvies
Insulinepomp met bolusadvies zonder “slang”
PDM
Insulinepompen met bolusadvies
Meer nadruk op:
•
•
•
•
Motivatie
Ziekte-inzicht en mate van zelfmanagement
Voeding
Praktische vaardigheden
• Welk doel wilt u bereiken?
• En bereikt u dat?
28
Insulinepompen met bolusadvies
Gereedschap bij een pomp
• Koolhydraten tellen/ koolhydraatratio
• Correctie factor
• Eetdagboek
CONTINUE GLUCOSE MONITORING
Continue Glucose Monitoring
Onderdelen:
sensor (meetstripje)
zender
ontvanger
Continue Glucose Monitoring
Hoe werkt het?
sensor
haar
door glucose teweeggebracht stroompje
vetcellen
opperhuid
lederhuid
zweetklier
+ 2 mm
bloedvaatje
weefselvocht
onderhuids
bindweefsel
= glucose
vetweefsel en
bloedvaatjes
detail: vetweefsel en bloedvaatjes
Continue Glucose Monitoring
Hoe werkt het?
De sensor meet een elektrisch stroompje
sensor
door glucose teweeggebracht stroompje
Het stroompje moet eerst “vertaald”
worden: kalibraties
vetcellen
Kalibreren: vingerprikken
bloedvaatje
weefselvocht
= glucose
detail: vetweefsel en bloedvaatjes
Continue Glucose Monitoring
Hoe werkt het?
Y
sensor
door glucose teweeggebracht stroompje
X
Continue Glucose Monitoring
De sensor meet niet in een bloedvat
Glucosegehalte in het weefselvocht is niet dezelfde als die in het bloed
Vertalen van stroompje naar een
begrijpelijke waarde kost tijd
In totaal loopt de waarde
die u ziet ca. 15-30 min. “achter”
Vingerprikken zijn het meest
betrouwbaar
vetcellen
sensor
bloedvaatje
weefselvocht
= glucose
detail: vetweefsel en bloedvaatjes
Continue Glucose Monitoring
Sensor:
•Meet glucose in het vet
•Stuurt waardes direct naar monitor
•+/- 6 dagen
•Kalibraties noodzakelijk
•Accuraatheid: afwijking met vingerprik gemiddeld 10-15%
Continue Glucose Monitoring
Monitor:
•Continue weergave:
– ‘Actuele’ glucose
– Trendpijl
– Waardes van afgelopen 3, 6, 12 of 24 uur
•Alarmen:
– Lage en hoge drempels
– Voorspellend alarm
– Snelle daling / stijging
Continue Glucose Monitoring
Monitor:
Onderdeel pomp
Losse monitor
App
Continue Glucose Monitoring
Continue Glucose Monitoring
Voordelen:
Continue weergave glucosewaarde
Alarmen
Hulpmiddel voor zelfzorg
Continue Glucose Monitoring
Nadelen:
–
–
–
–
Alarmen
Accuraatheid
Technische problemen
Vingerprikken nog steeds nodig
41% stopt binnen 1 jaar
Continue Glucose Monitoring
Waarom vingerprikken nog steeds nodig?
Accuraatheid niet goed genoeg
Systemen niet goedgekeurd als ‘stand-alone device’
Geen beslissingen op glucosewaarden gemeten met sensor
Altijd controleren met vingerprik!
Continue Glucose Monitoring
Wat laat onderzoek zien?
Continue Glucose Monitoring
HbA1c ↓
Hypo =
J Diabetes Sci Technol. 2013 Mar 1;7(2):500-19
Continue Glucose Monitoring
Voorkomt Continue Glucose Monitoring ernstige hypo’s?
Hypo’s die u zelf niet meer kunt behandelen
Geen effect op ernstige hypo’s (niet aangetoond)
Waarom?
Technische problemen
Sensor niet continu gedragen
Denkvermogen verminderd door hypo
Alarmen uit
Cochrane Database Syst Rev. 2012 Jan 18;1
Continue Glucose Monitoring
Effect op kwaliteit van leven?
Mogelijk minder angst voor hypo’s
Verder geen overtuigend effect
Verminderd het de last van het hebben van diabetes?
J Diabetes Sci Technol. 2013 Mar 1;7(2):500-19
Continue Glucose Monitoring
Voorspellers van succes:
Continu van gebruik van de sensor
Begrip van de basis van insulinetherapie
Weinig angst voor nieuwe technologie
Begrijpen dat de trend van glucosestijging en daling belangrijker
is dan het glucosegetal op de ontvanger
Bereidheid zelfzorggedrag aan te passen
CONTINUE GLUCOSE MONITORING
MET ‘LAAG-GLUCOSE STOP’
Continue Glucose Monitoring
Nieuwe generatie: laag glucose stop
Continue Glucose Monitoring ingebouwd in pomp
Stopt insuline afgifte als sensor een (dreigende) hypo meet
Continue Glucose Monitoring
Laag glucose stop
 Mogelijk WEL minder ernstige hypo’s
N Engl J Med. 2013 Jul 18;369(3):224-32
Continue Glucose Monitoring
• Continue Glucose Monitoring is een interessant hulpmiddel
• Op dit moment zeker geen ‘hebbeding’ voor iedereen
– Type 1 diabetes, kinderen en volwassenen onder strikte
voorwaarden
– Zwangeren
• Toekomst: Combineren continue glucose monitoring en pomp
Kunstmatige
alvleesklier
FLASH GLUCOSE MONITORING
Flash Glucose Monitoring
Nieuwe manier van glucose meten
Onderdelen:
Sensor
Reader
Applicator
Flash Glucose Monitoring
Sensor:
•Meet glucose in het vet
•Slaat 8 uur glucosewaardes op
•2 weken
Flash Glucose Monitoring
Reader:
•Scant de sensor:
1. ‘Actuele’ glucosewaarde
2. Waardes van afgelopen 8 uur
3. Trendpijl
•Bloedglucosemeter
– Glucosestrip
– Ketonenstrip
•Dagboek
•Boluscalculator (alleen na gebruik glucosestrip)
Flash Glucose Monitoring
Reader:
Geen vingerprik nodig, tenzij:
1. uw bloedglucose snel veranderd
2. u een (dreigende) hypo heeft
3. de sensorwaarde niet klopt met uw gevoel
4. de boluscalculator gebruikt wordt
Accuraatheid: afwijking met vingerprik gemiddeld +/- 10%
Flash Glucose Monitoring
Flash Glucose Monitoring
Voordelen:
– Minder vingerprikken nodig
– Vaak glucose meten
– Meer gegevens beschikbaar (voor zelfmanagement):
– Glucosewaarde
– Trendpijl
– Grafiek laatste 8 uur
Nadelen
– Geen waarschuwingen / alarmen (bijvoorbeeld in nacht)
– Effectiviteit niet aangetoond (onderzoek volgt)
DE WEG NAAR DE KUNSTMATIGE
ALVLEESKLIER
Kunstmatige alvleesklier
Insuline ~ 1960
toediening
1978
slimme
pomp
Gesloten
systeem
1980
Glucose
monitoring 1960
Kunstmatige alvleesklier
Kunstmatige alvleesklier:
– Insulinepomp
– Glucose sensor
– Controle algoritme
Kunstmatige alvleesklier
Kunstmatige alvleesklier met 2 hormonen:
Kunstmatige alvleesklier
Huidige problemen:
1. Accuraatheid / vertraging sensoren
2. Trage werking van huidige insuline
3. Controle algoritme (rekenmodel)
Met name moeite met snelle veranderingen:
– Eten
– Sporten
Kunstmatige alvleesklier
Eerste praktische toepassingen:
• In avond en nacht
• Zelf koolhydraten en sporten aangeven
Zelfmanagement blijft zeer belangrijk!!
Kunstmatige alvleesklier
Waar staan we nu?
1. Onderzoek in het ziekenhuis  veiligheid
2. Onderzoek buiten het ziekenhuis  veiligheid
3. Onderzoek buiten het ziekenhuis  effectiviteit
Wat moet er nog gebeuren?
1. Verbetering alle onderdelen kunstmatige alvleesklier
2. Uitbreiden onderzoek buiten het ziekenhuis
Afsluiting
Veel ontwikkelingen rond glucose meten
Hulpmiddelen die assisteren bij zelfmanagement
Zelfmanagement is en blijft zeer belangrijk en een voorwaarde
voor succes
Ontwikkeling kunstmatige alvleesklier in volle gang, maar
vooralsnog ongeschikt voor de praktijk
Download