VERSIE LERAARSKAMER

advertisement
4e leerjaar
focusthema 3
1
Werkkatern 3 Niet alle natuur leeft
Les 1 Proeven van proefjes
Naam: Klas:
Experiment 1
Dit doen we samen.
Wat hebben we nodig? een lege fles met een niet al te brede hals, een ballon, een elastiekje,
een kom half gevuld met warm water of een plaatsje in de felle zon achter glas
Wat gaan we doen?
Trek de tuit van de ballon over de hals van de fles.
Sluit de verbinding goed af met het elastiekje.
Plaats nu de fles
• ofwel in de kom met warm water;
• ofwel in warm plekje in de volle zon achter glas.
blauw = voor, groen = tijdens, rood = na
Titel van het experiment:
Wat denk je dat er zal gebeuren? Maak een voorspelling (of een hypothese).
Kun je ook vertellen waarom je denkt dat dat zal gebeuren?
Schrijf of teken wat je ziet / ruikt / voelt / hoort / proeft / ontdekt …
Na een tijdje komt er lucht in de ballon en zet die uit.
Was je voorspelling juist? ❏ ja ❏ neen. Wat kun je daardoor besluiten?
De warmte van de zonnestralen verwarmt de lucht in de fles.
Warme lucht zet uit en stijgt.
De warme lucht komt in de ballon terecht.
De ballon zet uit.
Kun je nog voorbeelden geven van situaties waarin hetzelfde gebeurt als in de proef?
bij een luchtballon of zeppelin
focusthema 3 | Niet alle natuur leeft
4e leerjaar
focusthema 3
Werkkatern 3 Niet alle natuur leeft
Experiment 2
Titel van het experiment:
Wat denk je dat er zal gebeuren? Maak een voorspelling (of een hypothese).
Kun je ook vertellen waarom je denkt dat dat zal gebeuren?
Schrijf of teken wat je ziet / ruikt / voelt / hoort / proeft / ontdekt …
Was je voorspelling juist? ❏ ja ❏ neen. Wat kun je daardoor besluiten?
Kun je nog voorbeelden geven van situaties waarin hetzelfde gebeurt als in de proef?
focusthema 3 | Niet alle natuur leeft
2
4e leerjaar
focusthema 3
Werkkatern 3 Niet alle natuur leeft
Experiment 3
Titel van het experiment:
Wat denk je dat er zal gebeuren? Maak een voorspelling (of een hypothese).
Kun je ook vertellen waarom je denkt dat dat zal gebeuren?
Schrijf of teken wat je ziet / ruikt / voelt / hoort / proeft / ontdekt …
Was je voorspelling juist? ❏ ja ❏ neen. Wat kun je daardoor besluiten?
Kun je nog voorbeelden geven van situaties waarin hetzelfde gebeurt als in de proef?
focusthema 3 | Niet alle natuur leeft
3
4e leerjaar
focusthema 3
4
Werkkatern 3 Niet alle natuur leeft
Les 2 Dank je wel, zon en aarde!
1
De ruimte in
Vul aan.
20e
Pas in het begin van de ______________________
eeuw lukt het de mens om de lucht in te vliegen.
50
Ruim ______________________
jaar later gaat de mens ook op verkenning in de ruimte.
halve
Nog een ______________________
eeuw later zweven duizenden satellieten boven ons hoofd.
Wat denk je: ging dat nu vlug of niet? Leg uit.
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
2
Onder en boven
Rangschik in de juiste kolom. Je hoeft enkel de nummers te noteren.
1 hoe dieper, hoe heter 2 hoe hoger, hoe kouder 3 hete brij 4 vulkaanuitbarsting
5 wolken met regenwater 6 zuurstof om te ademen 7 aardkorst waarop wij wonen
8 bescherming tegen schadelijke stralen
onder onze voeten in de aarde
1
3
3
4
boven ons hoofd in de dampkring
7
2
5
6
8
Dag en nacht
Oorzaak en gevolg. Zet de nummers op de juiste plaats. Kijk naar de foto’s.
1
2
Na de dag wordt het nacht, na
de nacht wordt het terug dag.
3
De aarde draait rond.
3
+
2
oorzaken
focusthema 3 | Niet alle natuur leeft
➔
1
gevolg
De zon schijnt op de aarde.
4e leerjaar
focusthema 3
5
Werkkatern 3 Niet alle natuur leeft
4
Zon en aarde leveren energie
Vul het schema aan.
niet-hernieuwbare
________________________________________
5
zon en aarde
energie
hernieuwbare
________________________________________
energie
zonlicht
aardolie
-
_________________________________________________
aardgas
-
_________________________________________________
steenkool
-
_________________________________________________
hout
-
_________________________________________________
-
_________________________________________________
-
_________________________________________________
-
_________________________________________________
-
_________________________________________________
-
_________________________________________________
wind
waterkracht
warmte uit de grond
uranium
Voordeel (+) en nadeel (-)
Vul aan.
Kernenergie
+Het is goedkope energie.
Het afval is gevaarlijk.
- _________________________________________________________________________________________________
Zonne-energie+ De zon is gratis.
Het is niet constant zonnig.
- _________________________________________________________________________________________________
De wind waait gratis.
Windenergie + _________________________________________________________________________________________________
6
- De wind waait niet altijd.
Welke energie gebruik je?
Vraag het eens aan je leraar / je ouders. Vul aan.
energiegebruik
energiebron
verwarming op school
koken thuis
verwarming thuis
Waar zie je een voorbeeld van hernieuwbare energie in de buurt?
_________________________________________________________________________________________________________________________
_________________________________________________________________________________________________________________________
focusthema 3 | Niet alle natuur leeft
4e leerjaar
focusthema 3
6
Werkkatern 3 Niet alle natuur leeft
Les 3 We meten het weer
Volg het weer
- temperatuur in graden Celsius met de thermometer
- bewolking
- windrichting met de windroos
- windsterkte
- neerslaghoeveelheid in mm meten met een fles
- neerslagsoort
geen wolken
regen
hagel
enkele wolken
hevige regen
mist
veel wolken
sneeuw
onweer
enkel wolken
windstil of zwakke wind
matige wind
krachtige wind
stormachtig
Weerwaarnemingen van ___________________________________________ tot ___________________________________________________
ma
. / .
di
. / .
wo
. / .
do
. / .
vr
temperatuur °C
bewolking
windrichting
windsterkte
neerslag
hoeveelheid mm
neerslag soort
tabel temperatuur
tabel neerslag
mm
°C
30
20
10
0
-10
ma
di
wo
do
vr
focusthema 3 | Niet alle natuur leeft
0
ma
di
wo
do
vr
. / .
4e leerjaar
focusthema 3
7
Werkkatern 3 Niet alle natuur leeft
Volg het weer
- temperatuur in graden Celsius met de thermometer
- bewolking
- windrichting met de windroos
- windsterkte
- neerslaghoeveelheid in mm meten met een fles
- neerslagsoort
geen wolken
regen
hagel
enkele wolken
hevige regen
mist
veel wolken
sneeuw
onweer
enkel wolken
windstil of zwakke wind
matige wind
krachtige wind
stormachtig
Weerwaarnemingen van ___________________________________________ tot ___________________________________________________
ma
. / .
di
. / .
wo
. / .
do
. / .
vr
temperatuur °C
bewolking
windrichting
windsterkte
neerslag
hoeveelheid mm
neerslag soort
tabel temperatuur tabel neerslag
mm
°C
30
20
10
0
-10
ma
di
wo
do
vr
focusthema 3 | Niet alle natuur leeft
0
ma
di
wo
do
vr
. / .
4e leerjaar
focusthema 3
8
Werkkatern 3 Niet alle natuur leeft
Volg het weer
- temperatuur in graden Celsius met de thermometer
- bewolking
- windrichting met de windroos
- windsterkte
- neerslaghoeveelheid in mm meten met een fles
- neerslagsoort
geen wolken
regen
hagel
enkele wolken
hevige regen
mist
veel wolken
sneeuw
onweer
enkel wolken
windstil of zwakke wind
matige wind
krachtige wind
stormachtig
Weerwaarnemingen van ___________________________________________ tot ___________________________________________________
ma
. / .
di
. / .
wo
. / .
do
. / .
vr
temperatuur °C
bewolking
windrichting
windsterkte
neerslag
hoeveelheid mm
neerslag soort
tabel temperatuur tabel neerslag
mm
°C
30
20
10
0
-10
ma
di
wo
do
vr
focusthema 3 | Niet alle natuur leeft
0
ma
di
wo
do
vr
. / .
4e leerjaar
focusthema 3
9
Werkkatern 3 Niet alle natuur leeft
Volg het weer
- temperatuur in graden Celsius met de thermometer
- bewolking
- windrichting met de windroos
- windsterkte
- neerslaghoeveelheid in mm meten met een fles
- neerslagsoort
geen wolken
regen
hagel
enkele wolken
hevige regen
mist
veel wolken
sneeuw
onweer
enkel wolken
windstil of zwakke wind
matige wind
krachtige wind
stormachtig
Weerwaarnemingen van ___________________________________________ tot ___________________________________________________
ma
. / .
di
. / .
wo
. / .
do
. / .
vr
temperatuur °C
bewolking
windrichting
windsterkte
neerslag
hoeveelheid mm
neerslag soort
tabel temperatuur tabel neerslag
mm
°C
30
20
10
0
-10
ma
di
wo
do
vr
focusthema 3 | Niet alle natuur leeft
0
ma
di
wo
do
vr
. / .
4e leerjaar
focusthema 3
Werkkatern 3 Niet alle natuur leeft
10
Les 4 De kringloop van het water
1
De kringloop
Vul aan met woorden of een tekening.
De regen valt uit de
wolken
_____________________
.
Het water verdampt boven
zee, meren en rivieren.
2
De regen valt op de grond.
Een deel dringt in de
grond en een deel loopt
naar beken en rivieren.
De damp stijgt op in de
lucht
___________________
en
wolken
.
vormt _ _______________
Het verhaal van zure regen
Zet de nummers van de tekening bij de juiste zin.
3 De vervuilde druppels vallen als zure regen naar beneden.
4 Zure regen is niet goed voor plant en dier.
1 Rook en uitlaatgassen stijgen op.
2 De vuile lucht komt in de druppels van een wolk.
focusthema 3 | Niet alle natuur leeft
Het water loopt terug naar
zee
de ___________________
.
De wind waait de wolken
richting land.
4e leerjaar
focusthema 3
Werkkatern 3 Niet alle natuur leeft
11
Les 5 en 6 De levende natuur en de niet-levende natuur …
een perfect koppel
1
Dieren, planten en mensen passen zich aan de
leefomgeving aan
Hoe doen ze dat? Kun jij een voorbeeld geven?
aanpassing aan
bv.
de koude
Dieren in koude streken hebben een extra dikke vacht.
______________________________________________________________________________________________________
_____________________________________________________________________________________________________________________
de droogte
Planten op warme en droge plekken hebben weinig water nodig of ze
______________________________________________________________________________________________________
hebben extra lange wortels om water uit de grond te halen.
_____________________________________________________________________________________________________________________
vijanden
Een kameleon kan van kleur veranderen. Als hij tussen de bladeren
_ _____________________________________________________________________________________________________
zit, is hij groen; als hij op de grond zit, is hij bruin.
_____________________________________________________________________________________________________________________
voeding
Mensen eten producten die uit hun eigen omgeving afkomstig zijn.
_ _____________________________________________________________________________________________________
_____________________________________________________________________________________________________________________
2
Dieren passen zich aan hun leefomgeving aan
Denk eens na wat er zou moeten veranderen voor deze dieren om te overleven in hun nieuwe
woonst. Gekke ideeën zijn hier erg welkom. Noteer enkele sleutelwoorden.
•Stel dat een pinguïn moet overleven in de woestijn …
Wat zou hij dan moeten eten? Hoe zou hij zich
kunnen beschermen tegen vijanden? Hoe zou hij zich
kunnen beschermen tegen de warmte? Zijn er nog
zaken die best veranderen?
____________________________________________________________________
____________________________________________________________________
____________________________________________________________________
•Stel een eekhoorn moet leven in een donkere grot
diep onder de grond …
Wat zou hij dan moeten eten? Hoe zou hij zich
kunnen beschermen tegen vijanden? Hoe zou hij zich
kunnen aanpassen aan de duisternis? Zijn er nog
dingen die maar beter veranderen?
____________________________________________________________________
____________________________________________________________________
____________________________________________________________________
focusthema 3 | Niet alle natuur leeft
4e leerjaar
focusthema 3
12
Werkkatern 3 Niet alle natuur leeft
3
Planten, dieren en mensen planten zich voort
Markeer het correcte antwoord.
4
Net als bij andere zoogdieren drinkt een pasgeboren baby
moedermelk.
klopt
klopt niet
Alle dieren groeien eerst een tijd in de buik van de moeder.
klopt
klopt niet
Planten groeien uit een zaadje.
klopt
klopt niet
Iedere mens heeft een natuurlijke vader en moeder.
klopt
klopt niet
Kuikens worden geboren uit de hen.
klopt
klopt niet
Opgepast!
In de collage zie je enkele gevaren die je gezondheid kunnen bedreigen. Wat vind je voor jezelf
belangrijk? Noteer drie bedreigingen.
5
1
_____________________________________________________________________________________________________________________
2
_____________________________________________________________________________________________________________________
3
_____________________________________________________________________________________________________________________
Picto’s die je helpen of waarschuwen
Schrijf kort de betekenis van deze picto’s.
nooduitgang
EHBO-post
_ _______________________________________ _________________________________________
_ _______________________________________ _________________________________________
elektrische spanning
brandblusser
_ _______________________________________ _________________________________________
_ _______________________________________ _________________________________________
schadelijke stoffen
licht ontvlambaar
_ _______________________________________ _________________________________________
_ _______________________________________ _________________________________________
giftige stoffen
verzamelpunt
_ _______________________________________ _________________________________________
_ _______________________________________ _________________________________________
focusthema 3 | Niet alle natuur leeft
4e leerjaar
focusthema 3
13
Werkkatern 3 Niet alle natuur leeft
6
Wat ik eet en drink
Noteer wat je eet, drinkt en doet van sport.
. / . / .
morgen
voormiddag
sport?
middag
namiddag
sport?
avond
sport?
focusthema 3 | Niet alle natuur leeft
. / . / .
4e leerjaar
focusthema 3
Werkkatern 3 Niet alle natuur leeft
Breng wat je eet in de voedingdriehoek.
focusthema 3 | Niet alle natuur leeft
14
4e leerjaar
focusthema 3
15
Werkkatern 3 Niet alle natuur leeft
Herhaling
1
Klopt het of klopt het niet? Zoek het op en kruis aan.
klopt
De aarde draait rond haar as in een dag of 24 uur.
2
klopt niet
✗
Als het nacht is, schijnt de zon op ons deel van de aarde.
✗
Binnenin de aarde is het bitter koud.
✗
In de dampkring zit de zuurstof die we ademen.
✗
Rond de aarde zweven duizenden satellieten door het heelal.
✗
Vul het kruiswoordraadsel aan.
10
1In onze streken waait de wind het meest 1 z u i d w e s t e n
uit het …
2 u r a n i u m
2 grondstof, gebruikt in kerncentrales
3 s t e e n k o o l
3 brandstof, lijkt op zwarte steen
4 Als een … te zwaar wordt, valt hij
4 w a t e r d r u p p e l
uit de lucht als regen.
5 w a t e r d a m p
5 Water stijgt de lucht in als …
6 k r i n g l o o p
6 Als iets terug aankomt waar
het begon, noemen we dat een …
7 n e e r s l a g
7 Water dat in een of andere vorm
8 z o n n e p a n e e l
uit de lucht valt is …
9 k e r n e n e r g i
8 Een … zet het licht van de zon
om in elektriciteit.
9 de meest gebruikte vorm van energie in ons land
windmolen
hernieuwbare
is een vorm van _________________________________________
energie.
10 De _________________________________________
3 Waar heeft het mee te maken? Zet er een nummer naast.
1 planten, dieren en mensen passen zich aan
2 planten, dieren en mensen zorgen voor hun voortbestaan
3 klein wordt groot
Net als bij andere zoogdieren, groeit de mens eerst een tijd in de buik van de
2 en 3 moeder.
3
De tanden die je hebt als kind worden allemaal vervangen.
1
De dikke pels van de ijsbeer komt hem goed uit!
3
Mijn oudere broer kan plots zo boos zijn. Mama begrijpt hem dan niet meer.
2
Vogels broeden hun eieren enkele weken uit op het nest.
focusthema 3 | Niet alle natuur leeft
e
4e leerjaar
focusthema 3
16
Werkkatern 3 Niet alle natuur leeft
Studiewijzer
www.educatief.diekeure.be/mundoleerling
Lees, markeer en kruis aan.
OK
Dit ken ik.
Dit begrijp ik.
1Ik ken deze woorden. Ik weet wat ze betekenen of kan een voorbeeld geven.
natuurkundig verschijnsel, experiment, wetenschap, wetenschapper, satelliet, vulkaan, atmosfeer,
dampkring, zuurstof, heelal, planeet, hernieuwbare en niet-hernieuwbare energie, kringloop,
damp, zoet en zout water, camouflage, zaad, voortplanting, moedermelk, zogen, zoogdier, puberteit
Tip: Zoek waar die woorden staan in je bronnenboek. Begrijp je ze? Leg ze uit aan je ma, pa …
❏
2Ik ken de volgorde van de vier stappen in een natuurkundig experiment:
1 ik zie, hoor, voel, ruik, proef … iets;
2 ik denk na: zou het kunnen dat … ?;
3 ik doe een proefje;
4 ik denk opnieuw na.
Tip: Bekijk en lees nog eens aandachtig les 1 waarin we proefjes hebben gedaan.
Dat gebeurt telkens op dezelfde manier. Zorg dat je die volgorde kent.
❏
3 Ik weet en begrijp van onze planeet
- dat er duizenden satellieten rond zweven;
- dat de aarde heel lang geleden zeer heet was maar nu is afgekoeld;
- dat er een dampkring of atmosfeer is met zuurstof, water en warmte;
- dat de dampkring ons beschermt tegen schadelijke stralen.
Tip: Lees en bekijk alles opnieuw in het bronnenboek pagina 27 en 28 en warkkatern pagina 4.
Laat je ma, pa, broer, zus … er vragen over stellen.
❏
4 Ik ken voorbeelden van hernieuwbare en niet-hernieuwbare energie.
Tip: Zoek dat op in je bronnenboek pagina 30 en 31. Gebruik het schema in het werkkatern pagina 5.
❏
5 Ik ken en begrijp de kringloop van het water.
Bekijk pagina 35 in het bronnenboek en pagina 20 in het werkkatern.
Tip: Zorg dat je die kunt uitleggen met een tekening aan je ma, pa, broer, zus …
❏
6 Ik kan uitspraken over energie beoordelen als juist of fout.
Tip: Daarvoor mag je straks je bronnenboek en werkkatern gebruiken.
Zorg dat je goed begrijpt wat erover staat in het bronnenboek pagina 29, 30 en 7 en het werkkatern pagina 5.
❏
7 Ik kan uitspraken over de weerselementen temperatuur, neerslag, bewolking en wind correct beoordelen.
Tip: Daarvoor mag je straks je bronnenboek en werkkatern gebruiken.
Zorg dat je goed begrijpt wat erover staat in het bronnenboek pagina 32, 33 en 34 en het
werkkatern pagina 6, 7, 8 en 9.
❏
8 Ik begrijp en kan voorbeelden geven van
- hoe planten, dieren en mensen zich aanpassen;
- hoe planten, dieren en mensen zich voortplanten;
- hoe planten, dieren en mensen klein zijn en opgroeien;
- gevaren die me kunnen bedreigen als ik opgroei.
Tip: Daarvoor mag je straks je bronnenboek en werkkatern gebruiken.
Zorg dat je goed begrijpt wat erover staat in het bronnenboek pagina 38, 39, 40, 41en 42 en het
werkkatern pagina 11 en 12.
❏
9 Ik begrijp de actieve voedingsdriehoek.
Tip: Daarvoor mag je straks je bronnenboek en werkkatern gebruiken.
Zorg dat je goed begrijpt wat erover staat in het bronnenboek pagine 43 en het werkkatern pagina 13 en 14.
❏
Wat ik moet kennen, moet ik eerst begrijpen en dan enkele keren opzeggen, opschrijven, tekenen … tot ik het uit mijn
hoofd ken. Dat wil zeggen: ik kan het opschrijven of zeggen zonder hulp. Dat is zo voor 1 t.e.m. 5.
Wat ik moet kunnen, moet ik vooral begrijpen. Dat wil zeggen: stel dat juf of meester iets vraagt dat daarop lijkt, dan kan
ik dat oplossen. Dat is zo voor 6 t.e.m. 9.
Ik noteer wat ik nog niet begrijp en vraag het straks in de klas.
Herdruk 2012/289
ISBN 978 90 4861 132 4 - KB D/2011/0147/304 - Bestelnummer 60 1010 353 - NUR 193
Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge - H.R. Brugge 12.225
© Copyright die Keure, Brugge
9 789048 611324
Download