28_Voorbereiding-focusthema-3-correctiesleutel (1)

advertisement
Voorbereiding focusthema 3
1. Ik ken deze begrippen en ik kan ze verklaren.
Woord
Betekenis/verklaring
Luchtdruk
De luchtdruk wordt gemeten met een barometer. Bij een hoge
luchtdruk wordt het mooi weer. Bij een lage luchtdruk wordt het
slechter weer.
Neerslag
Er zijn verschillende vormen van neerslag: mist, hagel, sneeuw, regen.
Bewolking
Water verdampt. Waterdamp vormen wolken en worden
meegevoerd door de wind.
Windsterkte
Wordt uitgedrukt in de schaal van Beaufort. Het bepaalt hoe krachtig,
hoe sterk de wind is.
Windrichting
Wind waait uit verschillende richtingen. Een westenwind komt van
over zee en brengt vaak neerslag mee. Een oostenwind komt van over
land en is droog.
Temperatuur
Temperatuur meten we met een thermometer.
Beaufort
Dit is een schaal die de windsterkte uitdrukt.
Klimaat
Klimaat geeft een beeld van de temperatuur, wind en neerslag.
Klimatogram
Op een klimatogram lees je weergegevens van een plaats af: de
gemiddelde temperatuur en gemiddelde neerslag per jaar.
Melkwegstelstel
Een grote groep van miljarden sterren.
Zonnestelsel
Het zonnestelsel bestaat uit de zon en alles wat er in de ruimte rond
die ster draait: de aarde, de maan, de planeten en hun manen.
As van de aarde
Die denkbeeldige as door de aarde draait van west naar oost.
noordelijk/zuidelijk
De evenaar deelt de aarde op in deze twee delen.
halfrond
Tijdgordel of tijdzone Van west naar oost tel je uren bij. Van oost naar west mag je uren
aftrekken. Als het bij ons dag is, dan is het aan de andere kant van de
wereld nacht.
Aardkorst
Vast gesteente, niet erg dikke laag
Aardmantel
Een laag gesmolten gesteente.
Aardkern
Een hele hete kern van gesmolten metalen.
2. Ik begrijp de rubrieken van het weerbericht. Ik weet welke info ik kan krijgen.
(BB:p.23-24)
Probeer nog eens een weerkaartje af te lezen. Zeg iets over de temperatuur, de bewolking,
de neerslag, de windrichting en de windsterkte.
Bekijk of beluister de komende week het weerbericht.
3. Ik ken de kringloop van het water en kan die in mijn eigen woorden omschrijven.
Probeer de kringloop te omschrijven in 4 stappen.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Water verdampt door de warmte van de zon.
De waterdamp stijgt op en komt samen. Er ontstaan wolken.
Wolken koelen af. Er valt neerslag uit de lucht.
Een deel van het water sijpelt in de grond.
Een ander deel verdampt of komt weer in de zee terecht.
4. Ik kan zeggen welk weertoestel wat meet. Je hoeft de naam van de toestellen niet te kennen,
maar wel weten wat ze doen.
BB: p. 24 en WBp.4
Dit toestel
meet ….
Thermometer
de temperatuur, de warmte en de koude. (graden Celcius)
Windsnelheidsmeter
de windsnelheid, hoe hard de wind waait.
Windwijzer
de windrichting: vertelt uit welke richting de wind komt.
Regenmeter
de neerslag
Barometer
de luchtdruk (hoog of laag)
5. Ik kan enkele voordelen en kenmerken geven van ons gematigd klimaat.
BBp.25-26
Ons gematigd klimaat
Een kenmerk
Zomers zijn fris (koel) en vochtig en winters zijn zacht en regenachtig .
Een voordeel
Gemakkelijk om aan landbouw te doen. We hebben minder te kampen met
grote natuurrampen.
6. Ik ken de plaats van de aarde, de zon en de maan in het heelal en weet hoe ze zich tegenover
elkaar bewegen:
- De maan draait rond de aarde in 28 dagen.
- De aarde draait om zichzelf in 24 uur, dit bepaalt dag en nacht
- De aarde draait om de zon in 365 (en 6 uur) dagen, dit bepaalt de seizoenen
Weet dat de aarde en 7 andere planeten om de zon draaien.
Download