Klimaatverandering, voedselproductie en landgebruik Zoals reeds gezegd is meer dan 65 % van de uitstoot aan broeikasgassen afkomstig van de verbranding van fossiele energie. Hierin zit bijna 15 % van transport van voeding en/of grondstoffen voor de landbouw of voor verwerking tot voeding. De rest van de uitstoot is verbonden met het verdwijnen van het tropisch bos (bijna 20 %).15 % is het gevolg van de productie van voeding. Hierin zijn begrepen het gebruik van fossiele energie voor het maken van kunstmest en sproeistoffen, het verwarmen van serres voor de productie van tomaten,komkommers, paprika’s en sla, aardbeien, bloemen,potplanten enz…..,de brandstof voor landbouwmachines, de verwarming van stallen voor kippen en varkens,……. Daarnaast is er ook de methaanproductie afkomstig van de mestproductie en -opslag van kippen, varkens en herkauwers, waarbij deze laatste groep voor het meeste methaan zorgt. Land Use en Land Use Change Is de term die het IPCC gebruikt om aan te geven dat landgebruik en de wijziging van het landgebruik een aanzienlijke bijdrage levert aan de groeiende uitstoot. Alle groeiende gewassen nemen CO2 uit de lucht om er in combinatie met water koolstofketens van te maken.Groeiende bomen, groeiend gras, groeiende akkerbouw- en tuinbouwgewassen: ze capteren allemaal koolstof.De bomen zetten dit om in bovengrondse stammen, takken en bladeren . Grasland fixeert vooral ondergronds in de humuslaag. Akkerbouw-en tuinbouwgewassen slaan elk jaar opnieuw koolstof op , maat elk jaar opnieuw wordt hier geoogst en de grond bewerkt waarbij koolstof wordt onttrokken Naast de oceanen, waar de koolstof wordt opgeslagen in het plankton en de algengroei, is de aarde met zijn gewassen één groot koolstofreservoir. Afhankelijk van de begroeiing is er meer of minder koolstof boven of in de bodem opgeslagen. Een overzicht vind je in de tabel hieronder Koolstofreservoirs OPPERVLAKTE (miljoen ha) BIOOM CO2 RESERVOIRS Gemiddeld (tCO2/ha) vegetatie bodem Globaal (Gt CO2) totaal vegetatie bodem totaal Tropische bossen 1.760 442 450 892 777 792 1.569 Gematigde bossen 1.040 208 353 561 216 367 583 Boreale bossen 1.370 236 1.261 1.496 323 1.727 2.050 Tropische savannes 2.250 108 430 538 242 968 1.210 Gematigde graslanden 1.250 26 865 892 33 1.082 1.115 Woestijnen en halfwoestijnen 4.550 6 154 160 29 700 730 Toendra 950 23 467 490 22 444 466 Watergebieden (wetlands) 350 157 2.357 2.514 55 825 880 Gewasgronden (croplands) 1.600 7 293 300 11 469 480 1.709 7.374 9.082 TOTAAL 15.120 (naar Bolin and Sukumar, 2000) Het is niet omdat boreale bossen, tropische savannes en woestijnen en halfwoestijnen en vooral de wetlands belangrijke reservoirs zijn , dat ze ook veel koolstof fixeren.Deze reservoirs groeien traag en nemen dus weinig CO2 op uit de atmosfeer He is wel zo dat wanneer koolstofreservoirs worden vernietigd er heel wat CO2 of andere broeikasgassen in de atmosfeer vrijkomen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer Indonesische wetlands worden gebruikt voor palmolieproductie: de methaan opgeslagen in de veengronden gaat de lucht in. Tropische bossen en gematigde graslanden-waar bij voldoende water en voldoende hoge temperatuur de groei wordt bevorderd – anderzijds halen veel koolstof uit de lucht. Bij een veebezetting van een kleine 2 grootvee-eenheden per ha grasland neutraliseert de koolstofopslag in de grashumuslaag de uitstoot van CO2 en methaan afkomstig van de veeteelt Wanneer een tropisch bos wordt gekapt om er soja op te telen of om runderen op te laten grazen dan daalt de koolstof die opgeslagen wordt per ha en daalt ook de kapaciteit om koolstof te fixeren. De koolstofreservoirs die het meest onder druk staan zijn de tropische bossen in Zuid-Amerika, Centraal Afrika en Zuid-oost azie. In dit laatste gebied zijn de bossen meestal gesitueerd in de veengebieden (wetlands) Dit heeft als gevolg dat het kappen van het regenwoud voor de productie van voedsel en biobrandstoffen een nadelige invloed heeft op de opwarming van de aarde. De import van miljoenen ha sojaschroot voor de intensieve veeteelt en de import van palm- en sojaolie voor de productie van biobrandstof zorgt naast het kappen van bos voor de bouw, de meubelindustrie en de lokale productie van houtskool voor een daling van de kapaciteit om koolstof op te slaan. Onze voedingsgewoontes en onze landbouw- en energiepolitiek hebben invloed op het wijzigend landgebruik Als we in maart asperges uit Peru eten, aangevuld met een lap varkensvlees geproceerd met soja afkomstig van land waar vroeger een tropisch bos was dan heeft dat weel degelijk invloed op de vraag naar soja en dus van het verdwijnen van tropisch Amazonebos Als we met onze diesel- of benzine-auto naar het restaurant rijden waar ons dit menu wordt geserveerd en er zit van overheidswege verplicht 10 % biobrandstof in de brandstof van onze wagen? Dan werd de biodiesel mogelijks afkomstig van palmolie geproduceerd in Indonesië op de vroeger bosrijke wetlands De uitstoot van primaire voedingsproducten 1 in kg CO2 per kg product De Nationale Vereniging van Hoeveproducenten maakte in opdracht van het Brussels Gewest een studie over de uitstoot van voedselproducten. In deze studie werd geen rekening gehouden met het feit of de in de veevoeding gebruikte soja afkomstigt was van grond waar vroeger tropisch bos aanwezig was. In een studie voor de provincie Vlaams –Brabant werden de cijfers terzake aangepast.Hieronder volgt de tabel met uitbreiding naar de afkomst van soja , het besluit en een samenvattende tabel van de meeste primaire voedingsproducten CO2-uitstoot dierlijke producten in kg CO2/kg product product melk kaas yoghurt rundsvlees varkensvlees kippevlees eieren 1 grasgebonden2 Nietgrasgebonden3 0.21 2.1 0.63 7.87 0.6 6 1.8 14.17 Zonder soja 2.93 Met soja niet afkomstig van tropisch bosoppervlakte 0.21-0.60 2.1-6 0.63-1.8 7.87-14.17 3.20-3.40 1.07 0.52 Met soja afkomstig van tropisch bosoppervlakte4 0.22-2.57 3.20-22 0.66-7.70 34.19-40.49 15.20-19.40 9.87 5.09 bron NVHP september 2009 Voor melkvee 1.8 GVE/ha grasland, voor vleesvee 2.1 GVE/ha grasland 3 Bezetting van 4 GVE/ha grasland 4 Bij boskap tropisch bos wordt zowel bovengrondse biomassa als ondergondse biomassa vrijgegeven over 20 jaar: 892 ton CO2 in totaal.Dit betekent 16 kg CO2/kg verse stof soja of 18.8 kg CO2/kg droge stof soja 2 Besluit: 1.Groenten , fruit, aardappelen, graan en andere primaire producten uit de landbouw hebben een belasting van minder dan 1 kg CO2 / kg product als ze niet geproduceerd zijn in serres verwarmd met fossiele energie ( 1 tot 5) en als ze niet per vliegtuig zijn aangevoerd(meer dan 10)de asperges uit peru halen bijna 20 2.Melk en eieren doen het relatief beter dan vleesproducten. Kip en varkensvlees zonder tropische bosgrond soja zijn vergelijkbaar met groenten en fruit uit serres met fossiele energie verwarming 3.Zuivelproducten, die grasgebonden zijn geproduceerd, en vleesproducten van herkauwers ,die grasgebonden zijn geproduceerd ,scoren beter dan varkens- en kippevlees geproduceerd op basis van de import van soja, geteeld op tropisch bosgrond. 4.Intensieve productie van rundsvlees op basis van tropisch bosgrond soja zorgt voor de grootste uitstoot Overzichtstabel (kg CO2-equivalenten uitstoot/kg product) 0 tot 0.25 0.25 tot 0.5 0.5 tot 1 1 tot 2 2 tot 3 3 tot 4 4 tot 5 5 tot 6 6 tot 8 9 tot 10 15 tot 20 20 tot 25 34 tot 40 Graan en aardappelen/Groenten en fruit uit België koude teelt Graan/Groenten en fruit uit Europa koude teelt - melk grasgebonden productie Graan /Groenten en fruit per boot- yoghurt grasgebonden-eieren zonder tropisch bos-soja Verwarmde serre (foss energie)groenten en fruit-kippevlees zonder tropisch bos soja Verwarmde serre (foss energie)groenten en fruit- kaas grasgebonden-melk soja tropisch bosvarkensvlees zonder soja Verwarmde serre (foss energie)groenten en fruit-varkensvlees zonder tropisch bos soja Verwarmde serre (foss energie)groenten en fruitBoter grasgebonden-kaas zonder tropisch bos-soja-eieren met tropisch bos soja Rundsvlees grasgebonden- yoghurt met tropisch bos-soja Kippevlees met tropisch bos soja Varkensvlees met tropisch bos soja Kaas met tropisch bos soja Rundsvlees met tropisch bos soja Landgrabbing Door de opwarming van de aarde zijn steeds minder gronden beschikbaar voor de productie van voedsel voor de groeiende wereldbevolking en voor de productie van biobrandstoffen. Bedrijven en landen leasen hele oppervlaktes in landen waar het telen nog wel kan. Dit gebeurt in Oekraïne en vele Afrikaanse landen waar honderduizenden tot miljoenen ha worden geleasd. China heeft in Congo 1 miljoen ha en in Maleisië telkens 1 miljoen ha voor de productie van biobrandstoffen. Zuid-Afrika least in Cong 800.000 ha voor voedselproductie. Voedsel en energie zal schaarser worden in de toekomst: kapitaalkrachtige bedrijven en vooruitziende regeringen bereiden zich voor ten koste van de lokale voedselproducent Een mooie illustratie hiervan is het rapport van Friends of the Earth 5 Ir. Jean-Pierre de Leener 0476 98 42 25 5 Friends of the Earth Europe (2010, August). ‘Africa: Up For Grabs’