Protocol 2a Bodemvochtgehalte en

advertisement
Protocol 2a Bodemvochtgehalte en bodemorganische
stof (Basis)
Deze bepalingen zijn gecombineerd omdat ze aan dezelfde monsters gedaan
kunnen worden. Voor de organische stofbepaling moet het monster gedroogd
worden. Met iets meer werk bepalen we het vochtgehalte. De bepalingen gaan in
twee stappen. Eerst bepalen we de hoeveelheid bodemvocht door het water te
verdampen. In de tweede stap bepalen we het organische stofgehalte door de
organische stof te verbranden.
Werkwijze
Dit protocol bestaat uit drie delen, die je in de onderstaande volgorde moet
uitvoeren:
-
veldgids “bodemvochtmonsters verzamelen in een profiel”
-
labgids “bodemvochtgehalte bepalen”
-
labgids “bodemorganisch stof bepalen”
Benodigde voorkennis
- Het protocol van bodemprofiel beschrijving.
- Grond bestaat uit drie fasen:
-
vaste delen
-
water
-
lucht
Tussen de vaste delen (zandkorrels, klei, organische stof) komen ruimtes voor (poriën)
die gevuld zijn met lucht en/of water. De hoeveelheid water kan bepaald worden door
het water te verdampen. De hoeveelheid organische stof kan bepaald worden door deze
uit het monster te verbranden.
115 • GLOBE Bodem ~ Protocollen en werkbladen
Veldgids “bodemvochtmonsters verzamelen”
Voordat je het bodemvochtgehalte en de bodemorganische stof kan bepalen,
moet je eerst monsters verzamelen op verschillende dieptes. Hieronder staat
uitgelegd hoe je dat doet.
Doel
Het verzamelen van bodemmonsters van een diepte van 0-5 cm, 10 cm, 30 cm,
60 cm en 90 cm. Hieruit wordt het
bodemvochtgehalte bepaald.
Na het drogen worden deze monsters ook
gebruikt voor de bepaling van het organische
stof.
Benodigde materialen
• Werkblad ‘bodemvochtmonsters verzamelen
(diepteprofiel)
• Schepje
• Grondboor
• 5 bakjes met deksel (jampotjes o.i.d.)
• Weegschaal/balans
• Pen en/of potlood
Werkwijze
Voorbereiding in de klas
stap 1.
Verzamel vijf bakjes met een goed afsluitende deksel. Nummer de
bakjes en noteer de nummers op het werkblad “bodemvochtmonsters
verzamelen”.
stap 2.
Weeg alle bakjes zonder deksel. Noteer het gewicht van elk bakje op
het werkblad “bodemvochtmonsters verzamelen”.
In het veld
Stap 1.
Gebruik het werkblad ‘Bodemvochtmonsters verzamelen
(diepteprofiel)’. Bepaal je monsterpunt bij de plaats van de
profielbeschrijving (binnen 1 à 2 meter hier vandaan) en verwijder gras
en ander organisch materiaal rondom dit punt.
Stap 2.
Graaf met het schepje een gat met een diameter van 10-15 cm en een
diepte van 5 cm. Laat de grond los in het gat liggen.
Stap 3.
Verwijder uit deze losse grond steentjes die groter zijn dan 5 mm in
doorsnede, grote takjes, wormen en dergelijke.
116 • GLOBE Bodem ~ Protocollen en werkbladen
Stap 4.
Vul met het schepje het monsterbakje met tenminste 100 gram losse
grond. Sluit het bakje onmiddellijk af zodat het vochtgehalte niet
verandert.
Stap 5.
Noteer op je werkblad het nummer, het meetpunt en de diepte
waarop het bodemmonster is genomen.
Stap 6.
Gebruik het schepje om de grond tot een diepte van 8 cm te
verwijderen.
Stap 7.
Vul een nieuw monsterbakje met grond uit de laag 8-12 cm diep met
tenminste 100 gram losse grond. Verwijder uit de losse grond steentjes
die groter zijn dan 5 mm in doorsnede, grote takjes, wormen en
dergelijke. Sluit het bakje onmiddellijk af zodat het vochtgehalte niet
verandert.
Stap 8.
Noteer op je werkblad het nummer, het meetpunt en de diepte waar
het bodemmonster is genomen.
Stap 9.
Voer deze procedure met behulp van de grondboor ook uit voor de
dieptes 30, 60 en 90 cm.
Stap 10. Uiteindelijk heb je nu vijf monsterbakje uit het gat. Maak het gat dicht
met de overgebleven grond.
117 • GLOBE Bodem ~ Protocollen en werkbladen
Labgids “bodemvochtgehalte bepalen”
Doel
Het meten van het vochtgehalte op verschillende dieptes in een bodemprofiel.
Benodigde materialen
• Droogstoof of heteluchtoven
• Thermometer (tot 110° C)
• Verzamelde bodemmonsters in bakjes geschikt voor de droogstoof
• Weegschaal / balans (nauwkeurig op 0,01 gram capaciteit van min. 400 gr)
• Ovenwanten
• Ingevuld werkblad ‘Bodemvochtgehalte’
• Pen en/of potlood
Werkwijze
In het lab
Stap 1.
Kalibreer de weegschaal. Noteer op het werkblad de standaard massa
die je gebruikt bij het kalibreren.
Stap 2.
Verwijder de deksels van alle bodemmonsters die je in het veld hebt
verzameld.
Stap 3.
Weeg het bodemmonster zonder de deksel. Noteer de gegevens
(nummer monster + massa nat gewicht) op het werkblad “bodemvocht
gehalte”.
Stap 4.
Doe dit voor alle bodemmonsters.
Stap 5.
Droog de monsters in de droogstoof.
Stap 6.
Noteer de droogtijd en droogmethode op je werkblad.
Stap 7.
Haal de monsters voorzichtig uit de droogstoof. Gebruik de ovenwanten
hierbij.
Stap 8.
Weeg het bodemmonster. Noteer de gegevens (nummer monster +
massa droog gewicht) op het werkblad “bodemvocht gehalte”.
Stap 9.
Doe dit voor alle bodemmonsters.
Stap 10. Gebruik de gedroogde bodemmonsters voor de bodemorganische stof
bepalen, zie de beschrijving hierna.
Stap 11. Maak alle monsterbakjes schoon en droog deze af.
118 • GLOBE Bodem ~ Protocollen en werkbladen
Werkblad “bodemvochtmonsters verzamelen”
Nummer monster
Massa bakje, zonder
diepte
het meetpunt
deksel
1
2
3
4
5
werkblad “bodemvocht gehalte”
standaard massa
(voor kalibratie)
Nummer
massa nat gewicht
monster
(zonder deksel)
droogtijd
droog
massa droog
methode
gewicht (zonder
deksel)
1
2
3
4
5
119 • GLOBE Bodem ~ Protocollen en werkbladen
Labgids “bodemorganische stof bepalen”
Dit protocol bestaat uit twee varianten: een voor scholen die een gloeioven tot
hun beschikking hebben en een voor scholen zonder oven.
Doel
Het meten van de hoeveelheid organische stof in de bodem.
Werkwijze
Voer de organische stofbepaling uit voor alle monsters waarvan je het
vochtgehalte hebt bepaald. Neem per monster drie submonsters waarvan je het
organische stofgehalte bepaalt en bereken daarvan het gemiddelde.
Methode met gloeioven
Benodigde materialen:
• Oven
• Droge grondmonsters (overgebleven na bodemvochtgehalte bepaling)
• Balans (nauwkeurig op 0,01 gram)
• Genummerde smeltkroesjes (klein rond porseleinen bakje)
• Veiligheidsbril
• Knijper (kroezentang)
• Pen en papier
• Werkblad “bodemorganische stof bepalen”
Werkwijze
stap 1. Zeef per monster de gedroogde grond met een zeef van 2mm.
stap 2. Pak met een kroezentang een leeg genummerd porseleinen kroesje en
weeg dit op de balans. Noteer op het werkblad het gewicht in 2 decimalen
(mk= massa kroesje).
stap 3. Weeg van het monster ongeveer 10 gram af met een nauwkeurigheid van
2 decimalen. Zorg ervoor dat je 1 cm van de bovenrand van het kroesje vrij
laat om het kroesje met een tang te kunnen oppakken zonder het gedroogde
monster aan te raken. Noteer op het werkblad het gewicht van het kroesje
met gedroogde grond in 2 decimalen (mk + d).
stap 4. Plaats het kroesje met gedroogde grond in de gloeioven. Doe dit voor alle
monsters waaraan de organische stof moet worden bepaald. Tijdsduur
anderhalf uur bij 800 ºC.
stap 5. Haal de kroesjes met gegloeide grond uit de oven en laat ze 10 minuten
afkoelen. Weeg de kroesjes nogmaals op de balans. Noteer op het werkblad
de gevonden waarden in 2 decimalen (mk + g = massa kroesje + gegloeide
grond).
stap 6. Bereken met de tabellen op het werkblad het organisch stof gehalte.
120 • GLOBE Bodem ~ Protocollen en werkbladen
Methode door ver-assing
Benodigde materialen
• Droge grondmonsters (overgebleven van bodemvochtgehalte bepaling)
• Balans (nauwkeurig op 0,01 gram)
• Brander
• Smeltkroes (klein, rond porseleinen bakje)
• Stukje ijzerdraad
• Veiligheidsbril
• Driepoot
• Gaas
• Knijper (kroezentang)
• Pen en papier
• Werkblad “bodemorganisch stof bepalen”
Werkwijze
Stap 1.
Zeef per monster de gedroogde grond met een zeef van 2mm.
Stap 2.
Pak met een kroezentang een leeg genummerd porseleinen kroesje en
weeg dit op de analytische balans. Noteer op het werkblad het gewicht
in 2 decimalen (mk= massa kroesje).
Stap 3.
Weeg van het monster ongeveer 10 gram af met een nauwkeurigheid
van 2 decimalen. Zorg ervoor dat je 1 cm van de bovenrand van het
kroesje vrij laat om het kroesje met een tang te kunnen oppakken
zonder het gedroogde monster aan te raken. Noteer het gewicht van
het kroesje met gedroogde grond in 4 decimalen (mk + d).
Stap 4.
Gloei de grond uit door de smeltkroes boven een brander te verhitten.
Zet de smeltkroes daartoe op het gaas dat op de driepoot ligt.
Stap 5.
Roer af en toe met een stukje ijzerdraad in het monster. Houd bij het
gloeien de smeltkroes met een knijper vast en zet een veiligheidsbril
op. Door het roeren versnel je de uitgloeiing. Het monster is
uitgegloeid als er geen zwarte of opgloeiende deeltjes meer aanwezig
zijn. Tijdsduur ongeveer 20 minuten.
Stap 6.
Laat de smeltkroes en de inhoud ongeveer 10 minuten afkoelen.
Stap 7.
Weeg de kroesjes andermaal op de balans. Noteer de gevonden waarde
in 2 decimalen (mk + g = massa kroesje plus gegloeide grond).
Stap 8.
Bereken met de tabellen op het werkblad het organische stofgehalte.
121 • GLOBE Bodem ~ Protocollen en werkbladen
Werkblad “bodemorganische stof bepalen”
Vul de onderstaande tabel voor elk monster in:
Diepte en
Kolom a.
Kolom b.
Kolom c.
Kolom d.
Kolom e.
nummer
massa
massa
massa
massa
%
monster
kroesje
kroesje +
kroesje +
gloeiverlies
organische
(mk)
gedroogde
gegloeide
(= kolom b
stof (=
grond
grond
– kolom c)
kolom d/
(= mk+d)
(= mk+g)
(kolom b kolom a) x
100%)
0-
nr. 1
gram
gram
gram
gram
%
5
nr. 2
gram
gram
gram
gram
%
cm
nr. 3
gram
gram
gram
gram
%
nr. 1
gram
gram
gram
gram
%
10
nr. 2
gram
gram
gram
gram
%
cm
nr. 3
gram
gram
gram
gram
%
nr. 1
gram
gram
gram
gram
%
30
nr. 2
gram
gram
gram
gram
%
cm
nr. 3
gram
gram
gram
gram
%
nr. 1
gram
gram
gram
gram
%
60
nr. 2
gram
gram
gram
gram
%
cm
nr. 3
gram
gram
gram
gram
%
nr. 1
gram
gram
gram
gram
%
90
nr. 2
gram
gram
gram
gram
%
cm
nr. 3
gram
gram
gram
gram
%
Bepaal met onderstaand schema het gemiddelde organische stof gehalte van elke
laag. Neem hiervoor per diepte de drie getallen uit kolom e van de tabel
hierboven over en bereken voor elke diepte het gemiddelde van de drie
bepalingen.
Horizont
Organische
Organische
Organische
Gemiddelde
nr.
stof nr. 1
stof nr. 2
stof nr. 3
organische stof
1 (0-5 cm)
2 (10 cm)
3 (30 cm)
4 (60 cm)
5 (90 cm)
122 • GLOBE Bodem ~ Protocollen en werkbladen
Download
Study collections