De aarzelende Bruid

advertisement
De Bruid die terugdeinst in angst.
Hgl.2:15-17 Wil jij de vossen voor ons vangen, de kleine vossen die de wijngaarden
verwoesten, juist nu onze wijngaarden in bloei staan. Mijn geliefde is van mij en ik ben
van hem, die tussen de lelies weidt. Keer je om, mijn geliefde, totdat de dag aanbreekt
en de schaduw verdwijnt, en doe als de gazelle of als het jong van een hert op de
doormidden gespleten bergen.
A: Het gebed van de Bruid om bevrijding uit haar angsten.
Hgl.2:15 Wil jij de vossen voor ons vangen, de kleine vossen die de wijngaarden verwoesten,
juist nu onze wijngaarden in bloei staan.
A1: Haar intense roep om bevrijding.
Hgl.2:15a Wil jij de vossen voor ons vangen, de kleine vossen die de wijngaarden
verwoesten……
De vos was in Palestina tamelijk algemeen; hij had zijn hol vaak in verlaten ruïnes. De vos is
een treffend beeld van de valse profeten vanwege zijn sluwheid, roofzucht en voorzichtigheid
waarmee hij voor eigen veiligheid zorgt (Ezech.13:4-5). In de Bijbel wordt ook de jakhals als
een soort vos beschouwd; ook de jakhals lust graag druiven, maar de vos is de eigenlijke
verwoester van de wijngaarden door de loopgraven die hij maakt. Het Hebreeuwse woord
voor vos is ‘shuwal’ wat afgeleid is van het woord ‘shoal’ wat de betekenis heeft van ‘een holle
hand’; beide woorden zijn afgeleid van een werkwoord dat de betekenis heeft van ‘uithollen’.
En dat is nu precies wat de kleine vossen in de wijngaarden doen: zij graven gangen naar de
wortels van de wijnstokken om er aan te kunnen knagen, en zo verwoesten zij van onderaf de
wijnstokken in de wijngaarden. Vossen zijn kleine sluwe dieren, die het liefst in de nacht de
wijngaarden in Israël vernielen; het zijn geen grote sterke leeuwen, die ook overdag mensen
overvallen. Vossen zijn snelle, subtiele en slimme dieren die moeilijk te vangen zijn, want zij
leven niet zoals de jakhalzen in grotere groepen maar als paar met zijn tweeën.
De Bruid bidt om bevrijding, nadat Jezus haar gevraagd heeft om haar gezicht aan Hem te
laten zien en haar stem te laten horen. Zij is niet ongehoorzaam en ze gaat in op Zijn verzoek,
maar tegelijkertijd bidt zij om bevrijding van allerlei zaken die hun opbloeiende relatie dreigen
te vernielen. Het gaat daarbij om kleine gebieden van angst en compromis in haar leven; ze is
overtuigd van haar vele tekortkomingen.
Ps.25:17 Mijn hart is vol van angst, bevrijd mij uit mijn benauwenis.
De Bruid vecht hier niet tegen de grote zonden in haar leven, maar tegen de kleine subtiele
zaken van angst en compromis. Zij beseft dat ze dit niet alleen kan doen; ze heeft de hulp van
haar Bruidegom nodig om hun gezamenlijke wijngaard te beschermen. Ze wil afrekenen met
de talloze kleine compromissen, die voortkomen uit de verborgen angsten in de schuilhoeken
van haar hart. Maar ze voelt zichzelf te zwak en machteloos om dit alleen te doen. Ze neemt
Zijn oproep uit Hgl.2:10+13 om op te staan bijzonder serieus, maar ze heeft de emotionele
kracht nog niet gevonden om te gehoorzamen; deze kleine vossen bederven op dit moment
nog de wijngaard van intimiteit.
Ps.25:22 God, verlos Israël, verlos het van al zijn angsten.
A2: Ze wil in een diepere relatie met Jezus komen.
Hgl.2:15 …… juist nu onze wijngaarden in bloei staan.
Deze gebieden van vele kleine compromissen houden ons weg van de diepste ervaringen
met de intense liefde van God. Zij ziet nu deze kleine zaken als belangrijk, want ze werken
verwoestend in het leven van diepere intimiteit. Op dit moment is zij in tegenstelling tot Hgl.1:6
wél bezig om haar wijngaard te bewaken, maar de kleine vossen saboteren de groei van de
vrucht. Zij erkent dat de aanwezigheid van angst en onzekerheid een dieper leven met God
verhindert. Nu moet zij leren om God te vinden temidden van deze subtiele zonden, die haar
intimiteit met Jezus tegenhouden of in ieder geval afremmen. De wijngaard is vol bloeiende
ranken, maar de bloesem is nog niet uitgegroeid tot een volle vrucht; dit symboliseert haar
1
geestelijke onvolwassenheid. Zij heeft echter wel geloof en visie voor een diepere relatie met
Jezus; zij wil zich met Zijn hulp overgeven aan de diepere dingen van God.
B: De geest van angst overwinnen door intimiteit.
Hgl.2:15a Wil jij de vossen voor ons vangen……
B1: Bevestiging van onze identiteit.
Nadat Jezus door Johannes de Doper in het water van de rivier de Jordaan gedoopt was,
gingen de hemelen open, de Heilige Geest daalde op Jezus neer in de vorm van een duif en
de stem van de Vader klonk luid over de menigte: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik
vreugde (Matt.3:17). Met deze donderende verklaring bereidde de Vader het hart van Zijn
Zoon voor op één van Zijn grootste beproevingen, namelijk de verzoeking door satan in de
woestijn (Matt.4:1-11). De Vader liet Zijn stem slechts bij drie verschillende gelegenheden
hardop horen, waaronder deze keer bij de doop van Jezus. Hoewel Jezus de Zoon van God
was, was het óók voor Hem als mens nodig dat de Vader Zijn geestelijke verbinding en Zijn
intimiteit met Jezus vernieuwde en bevestigde, voordat er een grote beproeving kwam. Dat is
ook het Goddelijke patroon voor ons.
Voordat Jezus de zware beproeving in de woestijn moest ondergaan, verzekerde de Vader
Hem nog eens van één van de grootste privileges die een mens op de aarde kan ervaren,
namelijk intimiteit met God. Deze intimiteit gaf Jezus de kracht om de verzoekingen van de
vijand te doorstaan, en deze zelfde intimiteit geeft ook ons de kracht om in de beproevingen
van het leven te volharden. In feite is de intieme tegenwoordigheid van God het enige echte
wapen dat ons emotionele hart kan toerusten en voorbereiden op momenten van crisis.
B2: Bevrijd worden van angst.
Ps.27:1a De Heer is mijn licht, mijn behoud, wie zou ik vrezen?
De problemen die wij in het leven onder ogen krijgen kunnen allerlei oorzaken hebben, maar
angst wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de invloed van andere mensen in ons leven; angst
voor mensen is één van de grootste valkuilen waarin ons hart gevangen kan raken.
Spr.29:25 Angst voor mensen is een valstrik; wie op de Heer vertrouwt, wordt beschermd.
Psalm 27 is een Bijbelgedeelte dat ons kan helpen een weg te bewandelen waarin wij angst
voor mensen en angst voor omstandigheden van ons kunnen afschudden. De psalm begint
met de verklaring dat de Heer ons licht is, m.a.w. wij ontvangen hulp van de Heer door de
Geest van openbaring; een van de privileges die de Heer aan Zijn gemeente gegeven heeft is
toegang tot Goddelijke informatie. Wij ontvangen deze informatie hoofdzakelijk door Zijn
woord dat ons hart sterk maakt in de situaties waarin wij verkeren; het woord van God is een
van de grootste en belangrijkste bronnen waaruit wij toerusting ontvangen voor het verwerken
van problemen en spanningen.
Maar God geeft ons ook Goddelijke informatie op een meer persoonlijke en specifieke manier
door profetische zalving, door dromen en visioenen, door ontmoeting met engelen of zelfs
door Zijn hoorbare stem of Zijn zichtbare verschijning. Op deze manier geeft God ons intieme
en specifieke informatie over de dingen die zullen gebeuren. Paulus ging in Hand.18:1 naar
de stad Korinte toe met een hart vol angst (1Kor.2:3), omdat hij erg onzeker was over wat
hem te wachten stond; maar in Hand.18:9 verscheen de Heer aan hem in een visioen en de
Heer zei: Wees niet bang, maar blijf spreken en zwijg niet. Ik sta je bij en niemand zal een
vinger naar je uitsteken om je kwaad te doen, want veel mensen in deze stad behoren Mij toe.
Deze bovennatuurlijke bemoediging nam de angst uit het hart van Paulus weg.
B3: Onze persoonlijke geschiedenis met God.
Ps.27:1b-3 Bij de Heer is mijn leven veilig, voor wie zou ik bang zijn?Kwaadwilligen kwamen
op mij af om mij levend te verslinden, mijn vijanden belaagden mij, maar zij struikelden, zij
vielen. Al trok een leger tegen mij op, mijn hart zou onbevreesd zijn, al woedde er een oorlog
tegen mij, nog zou ik mij veilig weten.
De Heer geeft ons niet alleen het licht van openbaring maar ook ervaringen van veilig gevoel;
deze ervaringen ontvangen wij alleen door allerlei gebeurtenissen heen waarin wij zien hoe
2
God ons bevrijd heeft. De bovennatuurlijke tussenkomst van God in allerlei problematische
situaties sterkt ons hart met een besef van veiligheid waardoor wij in de toekomst met groter
vertrouwen andere moeilijkheden onder ogen zien. Iedere gelovige heeft een persoonlijk
verhaal met God dat ontwikkeld is in de loop der jaren; het kan lang of kort zijn maar de Heer
wil ieder van ons een eigen solide persoonlijke geschiedenis met Hem geven, zodat wij ons
eigen geloofsboek kunnen schrijven.
De doorbraken van God in ons leven komen zo nu en dan tot ons op verschillende plaatsen,
maar door de tijd heen nemen ze toe en bouwen wij een belangrijke persoonlijke ervaring op
in het kennen van Gods bevrijding voor ons. Iedere keer wanneer wij uit een aanwezige angst
stappen in de kracht en vrijmoedigheid van God, wordt een nieuwe bladzijde toegevoegd aan
ons eigen geloofsboek. We zullen dit boek echter alleen kunnen schrijven als wij bereid zijn
onze comfortabele veiligheidszone in vele gebieden van ons leven achter ons te laten en uit te
stappen in nieuwe uitdagingen.
B4: Onze geheime leerschool.
Ps.27:4-6 Ik vraag aan de Heer één ding, het enige wat ik verlang: wonen in het huis van de
Heer alle dagen van mijn leven, om de liefde van de Heer te aanschouwen, Hem te
ontmoeten in Zijn tempel. Hij laat mij schuilen onder Zijn dak op de dag van het kwaad, Hij
verbergt mij veilig in Zijn tent, Hij tilt mij hoog op een rots. Daarom heft zich mijn hoofd fier
boven de vijanden rondom mij, ik wil offers brengen in Zijn tent, Hem juichend offers brengen,
ik wil zingen en spelen voor de Heer.
In dit gedeelte vinden wij de sleutel tot het overwinnen van angst. Wanneer wij dagelijks ons
persoonlijke huis van de Heer binnengaan, zullen wij de liefde van de Heer aanschouwen en
Hem ontmoeten in Zijn tegenwoordigheid die bij ons is. Wanneer wij leren om studenten te
worden van de emoties van God, die wij door Zijn woord op Zijn aangezicht ontdekken, zal
ons hart een gevoel van veiligheid ontwikkelen waardoor wij hoog opgetild worden.
We redeneren de moeilijke omstandigheden niet weg, ze verdwijnen niet als bij toverslag,
integendeel ze blijven zichtbaar in ons leven aanwezig, maar een bovennatuurlijke kracht in
ons hart plaatst ons op een positie boven de vijand, waardoor wij in staat zijn om de glorie van
de Heer te blijven zien. Hier is sprake van een bovennatuurlijke genade en een zalving van
onze innerlijke mens die ons in staat stelt door te gaan wanneer wij alle reden hebben om op
te geven. Het leren kennen van de glorie van de emoties van God bekrachtigt ons hart
zodanig, dat wij in staat zijn om juichend offers van dank aan God te brengen.
B5: Smeekbede als voorbereiding op intimiteit.
Ps.27:7-9 Hoor mij, Heer , als ik tot U roep, wees genadig en antwoord mij. Mijn hart zegt U
na: ‘Zoek Mijn nabijheid!’ Uw nabijheid, Heer, wil ik zoeken, verberg Uw gelaat niet voor mij,
wijs Uw dienaar niet af in Uw toorn. U bent mij altijd tot hulp geweest, verstoot mij niet, verlaat
mij niet, God, mijn behoud. Al verlaten mij vader en moeder, de Heer neemt mij liefdevol aan.
Wijs mij Uw weg, Heer, leid mij op een effen pad, bescherm mij tegen mijn vijanden, lever mij
niet uit aan mijn belagers. Valse getuigen staan tegen mij op en dreigen met geweld.
Wij confronteren angst wanneer wij onszelf toewijden aan intimiteit met God; wanneer wij
bidden om uitredding, ontvangen wij niet altijd direct Zijn antwoord maar wel een sterke
aansporing van de Heer om Zijn aangezicht te zoeken. Wanneer wij investeren in onze
aanwezigheid voor het aangezicht van God zal Hij in het proces van smeekbede en intimiteit
ons antwoord geven met een plotselinge doorbraak. Onze veiligheid ligt in een leven met een
gefascineerd hart dat onze innerlijke mens verandert. Angst kan ons hart niet domineren
wanneer ons hart gefascineerd is door bovennatuurlijke vreugde; een levensstijl van kostbare
ontmoeting en intimiteit met de schoonheid van God bevrijdt ons van angst.
1 Joh.4:18-19 De liefde laat geen ruimte voor angst; volmaakte liefde sluit angst uit …… Wij
hebben lief omdat God ons het eerst heeft liefgehad.
Het gaat daarbij niet primair om de gebedsverhoring op zichzelf maar om al biddend aanwezig
te zijn in de tegenwoordigheid van God. Het wachten op de Heer is een doel op zichzelf en zal
door de tijd heen meer tot stand brengen dan waarom wij gebeden hebben.
3
Ps.27:13-14 Mag ik niet verwachten de goedheid van de Heer te zien in het land van de
levenden? Wacht op de Heer, wees dapper en vastberaden, ja, wacht op de Heer.
En wanneer wij het aandurven om belangrijke tijd te investeren in het wachten voor het
aangezicht van God, zal er een dag komen waarop wij de waarheid van de volgende tekst
zullen ervaren.
Ef.3:20-21 Aan Hem die door de kracht die in ons werkt bij machte is oneindig veel meer te
doen dan wij vragen of denken, aan Hem komt de eer toe……
C: Zij geeft expressie aan haar oprechte liefde.
Hgl.2:16 Mijn geliefde is van mij en ik ben van hem, die tussen de lelies weidt.
Zij geeft uitdrukking aan haar oprechte liefde voor Jezus, de Koning-Bruidegom, temidden van
haar struikelen. Zij zegt: Ik hou van U en ik weet dat U van mij houdt. Ze roept het uit dat zij
alleen tot Jezus behoort (ik ben van Hem) en ze heeft nog steeds vertrouwen dat zij haar
plaats in Zijn hart ook niet is kwijtgeraakt. Ze weet dat Jezus nog steeds háár Bruidegom is
(mijn geliefde is van mij). Zij is niet opstandig, ze is geen hopeloze huichelaar; de waarheid is
dat zij Jezus liefheeft en dat Jezus haar liefheeft. Ze is toegewijd en oprecht, maar nog niet
volwassen en overwinnend. Toch ziet ze Hem nog steeds als degene die graag tussen de
lelies verblijft, en ze gelooft nog steeds dat zij in Zijn ogen die speciale lelie uit Hgl.2:1-2 is. Zo
kon Petrus, nadat hij de Heer drie keer verloochend had, toch in de oprechtheid van zijn
onzekere hart tegen Jezus zeggen, dat hij van de Heer hield.
Joh.21:17b Heer, U weet alles, U weet toch dat ik van U houd.
D: Vier sleutelverzen in het groeiproces
Het boek Hooglied beschrijft het persoonlijke groeiproces van de Bruid van zelfgerichtheid
naar Godgerichtheid in vier belangrijke verklaringen. Op vier momenten verandert de Bruid in
een belangrijke mate en definieert zij haar ervaring opnieuw. Ze begint haar reis op een
moment dat ze helemaal op zichzelf gericht is, maar ze eindigt haar reis met een volwassen
gerichtheid op God. We kunnen haar groei naar volwassenheid door het boek volgen aan de
hand van deze vier verklaringen, die op strategische plaatsen staan. Het zijn verklaringen
over de voortgang en groei naar volwassenheid.
D1: Haar eerste belijdenis.
Hgl.1:14 Mijn geliefde is voor mij als een tros hennabloemen uit de wijngaarden van Engedi.
Haar eerste onvolwassen visie is alleen maar gericht op haar eigen vreugde. Op dit vroege
moment in haar leven is dat volledig aanvaardbaar voor Jezus als een startpunt in de genade
van God. Ze spreekt alleen maar over wat Hij voor haar betekent; haar enige visie is dat zij
verliefd is en een erfenis heeft in Hem. Op dit moment heeft zij nog geen enkel besef van Zijn
erfenis in haar.
D2: Haar tweede belijdenis.
Hgl.2:16 Mijn geliefde is van mij, en ik ben van Hem.
Op dit moment staan nog steeds de zegeningen van de Bruidegom in haar leven centraal,
maar ze begint langzaam maar zeker te beseffen dat zij ook iets voor Hem betekent; er wordt
een nieuwe dimensie toegevoegd aan haar relatie met Jezus. Zijn liefde voor haar staat nog
steeds centraal, maar ze ziet ook de noodzaak in om Hem lief te hebben, want ook Hij heeft
een erfenis in haar zoals zij een erfenis heeft in Hem. Op dit moment is het belang van Jezus
echter nog ondergeschikt aan haar eigen belang.
D3: Haar derde belijdenis.
Hgl.6:3 Ik ben van mijn geliefde en mijn geliefde is van mij.
Na een diepgaand groeiproces gebruikt zij hier dezelfde woorden als in Hgl.2:16, maar ze
keert de volgorde om. Ze is een bepaald stadium van verbazing voorbij; ze had het niet voor
mogelijk gehouden dat Hij zo naar háár kon verlangen. Nu heeft zij meer aandacht voor wat
zij voor Jezus betekent dan voor haar eigen belang in Hem. Ze beseft nu veel meer dat zij
Hem toebehoort, ook al blijft ze overtuigd dat Hij haar toebehoort. Maar Zijn belang staat nu
4
op de voorgrond; haar eigen belang is wel belangrijk, maar komt op de tweede plaats.
D4: Haar vierde belijdenis.
Hgl.7:11 Ik ben van mijn geliefde en in vurig verlangen strekt hij zich naar mij uit.
In deze laatste fase van haar geestelijke groei naar volwassenheid is zij alleen nog maar
gericht op Zijn belang; alleen Zijn verlangen telt voor haar. Het feit dat Hij naar háár verlangt
maakt, dat zij alleen nog maar 100% van Hem wil zijn; zij wil dat Hij haar volledig in bezit kan
nemen. Ze heeft alleen nog maar aandacht voor wat Hij wil; ze is volledig gefascineerd
geraakt door Zijn schoonheid en het besef dat Hij zulke diepe verlangens heeft, ja ook zulke
diepe verlangens naar háár.
2 Kor.5:14-15 Wat ons drijft is de liefde van Christus, omdat we ervan overtuigd zijn dat
één Mens voor alle mensen is gestorven, waardoor alle mensen zijn gestorven, en dat Hij
voor allen is gestorven opdat de levenden niet langer voor zichzelf zouden leven, maar
voor Hem die voor de levenden is gestorven en is opgewekt.
Rom.14:7-9 Niemand van ons leeft voor zichzelf, en niemand van ons sterft voor zichzelf.
Zolang wij leven, leven we voor de Heer; en wanneer wij sterven, sterven we voor de Heer.
Dus of we nu leven of sterven, we zijn altijd van de Heer. Want Christus is gestorven en weer
tot leven gekomen om te heersen over de doden en de levenden.
D5: De vrucht van Zijn liefde.
De eerste negen hoofdstukken van het boek Spreuken gaan over de Persoon die Wijsheid
genoemd wordt; deze persoon is Jezus Christus de Zoon van God, die al vóór de eeuwigheid
de lieveling van Zijn Vader was. Zij vinden wederzijdse vreugde in elkaar (Spr.8:30).
Kol.2:2b-3 Gods mysterie is Christus, in wie alle schatten van wijsheid en kennis verborgen
liggen.
Het boek Spreuken eindigt met een lofrede op het bruidsperspectief, want Spr.31 onthult in
profetische taal het grote geheim van de Bruid van Christus; zij is de volgroeide vrucht van de
investering van Zijn wijsheid in de mensen in wie Hij zoveel vreugde vindt (Spr.8:31). Door dit
boek heen ontvouwt zich het geheim van de Bruid van Christus, de vrouw van het Lam
(Openb.21:9b).
Spr.5:18-19 Moge je bron gezegend zijn, moge de geliefde van je jeugd je vreugde geven. Ze
is zo lieflijk als een hinde, bekoorlijk als een ree. Ze laat je altijd van haar borsten drinken, je
kunt eindeloos verzinken in haar liefde.
Spr.11:16 Een vrouw verwerft haar eer door haar bevalligheid, een man zijn rijkdom door zijn
kracht.
Spr.12:4a Een sterke vrouw is een krans voor haar man.
Spr.14:1 Vrouwe Wijsheid bouwt haar huis……
Spr.18:22 Wie een vrouw gevonden heeft, heeft iets goeds gevonden, hij ontvangt de gunst
van de Heer.
Spr.19:14b …… een vrouw met inzicht krijg je van de Heer.
Deze teksten spreken profetische taal over het geschenk dat de Vader aan Zijn Zoon Jezus
heeft gegeven, maar het eindresultaat van het boek Spreuken vormt de grote climax. Want in
Spr.5:18-19 is er sprake van de lieflijkheid van de Bruid, Spr.18:22+19:14 noemen haar een
geschenk van God. In Spr.11:16 wordt ze mooi genoemd, in Spr.12:4 wordt ze krachtig
genoemd en in Spr.14:1+19:14b wordt ze wijs genoemd, maar in Spr.31 is zij de optelsom
van al deze kwaliteiten, want daar is zij uitgegroeid tot volledig partnerschap. Haar waarde
wordt nu bepaald door het geluk en voorspoed die haar Man ondervindt door haar toedoen;
Hij steekt Zijn waardering dan ook niet onder stoelen of banken.
Spr.31:10-12a Een sterke vrouw, wie zal haar vinden? Zij is meer waard dan edelstenen.
Haar man vertrouwt op haar en zal daar rijkelijk bij winnen. Ze brengt hem voorspoed……
Spr.31:23 Haar man geniet bekendheid in de stad, hij vergadert met de oudsten in de poort.
Spr.31:28-29 …… haar man bejubelt haar: Er zijn veel sterke vrouwen, maar jij overtreft ze
allemaal.
Hier zien wij via het boek Spreuken hoe deze vier belijdenissen van de Bruid in het boek
Hooglied haar maken tot een volwassen partner van de hemelse Bruidegom.
5
E: Gevoed worden in heiligheid.
Hgl.2:16 Mijn geliefde…… die tussen de lelies weidt.
De lelie is een bloem die symbolisch spreekt van zuivere, witte onschuld; we vinden deze
bloem ook in Hgl.2:1-2, 4:5, 5:13, 6:2-3, 7:3.
Matt.6:28-29 En wat maken jullie je zorgen over kleding? Kijk eens naar de lelies, kijk hoe ze
groeien in het veld. Ze werken niet en weven niet. Ik zeg jullie: zelfs Salomo ging in al zijn
luister niet gekleed als een van hen.
De Bruid zag zichzelf als de lelie van zuiverheid in Gods ogen (Hgl.2:1). Eerder had zij Jezus
al gevraagd, waar Hij Zijn kudde liet weiden (Hgl.1:7). En Hij gaf haar op dat moment drie
antwoorden, maar hier in Hgl.2:16 ontdekt zij een vierde antwoord. Hij weidt ook tussen de
lelies; daar tussen de lelies wil Hij haar voeden als zij op zoek is naar de diepe zuiverheid van
liefde en gehoorzaamheid.
In Hgl.2:1 spreekt zij over de lelie in het enkelvoud, want op dat moment ontdekte zij haar
persoonlijke identiteit in de Heer. Maar hier in Hgl.2:16 spreekt zij over lelies in het meervoud;
dit spreekt van het collectieve volk van God buiten de muren van isolatie; deze lelies zijn ook
op zoek naar een leven van buitengewone liefde voor Jezus. Zij weet nu dat Hij haar wil
voeden in de gemeenschap van gelovigen die hartstochtelijk naar Jezus verlangen; ook zij
zijn zuiver als witte lelies. Ef.3:14-19 spreekt zowel over onze persoonlijke identiteit in de
liefde van Christus alswel over onze collectieve kennis van Zijn liefde.
Ef.3:16-19 Moge de Vader vanuit Zijn rijke luister uw innerlijke wezen kracht en sterkte
schenken door Zijn Geest, zodat door uw geloof Christus kan gaan wonen in uw hart, en u
geworteld en gegrondvest blijft in de liefde. Dan zult u samen met alle heiligen de lengte en
de breedte, de hoogte en de diepte kunnen begrijpen, ja de liefde van Christus kennen
Zij weet op dit moment dat God haar wil voeden met de volheid van Jezus temidden van
andere gelovigen die ook intens naar Hem op zoek zijn; zij zal deze volheid niet in haar eentje
ontvangen. Ze erkent dat andere gelovigen op deze reis van essentieel belang zijn, en haar
verdere reis zal een groei in intimiteit met Jezus brengen maar ook een groei in relatie met
andere gelovigen. Ook dit is een vervulling van het eerste en tweede gebod uit Matt.22:37-40.
F: Haar pijnlijke compromis.
Hgl.2:17 Keer je om, mijn geliefde, totdat de dag aanbreekt en de schaduw verdwijnt, en doe
als de gazelle of als het jong van een hert op de doormidden gespleten bergen.
F1: Haar weigering.
Hgl.2:17 Keer je om, mijn geliefde……
Zij kan Jezus niet gehoorzamen vanwege de angst in haar hart, die het gevolg is van haar
geestelijke onvolwassenheid maar niét van rebellie. Ze zegt tegen Hem dat Hij Zich om moet
keren om alleen naar de bergen te gaan. Hij keert Zich inderdaad om en laat haar voor een
periode alleen, maar onmiddellijk is Zijn afwezigheid pijnlijk merkbaar. In Hgl.3:1 zoekt zij
Hem, maar kan ze Hem niet vinden; dit is een pijnlijke ervaring voor haar in haar liefde voor
Hem. De Heer respecteert haar beslissing om zich terug te trekken, want onze relatie met
Jezus is gebaseerd op vrijwillige liefde. Omdat haar relatie met de Heer nog gebaseerd is op
haar eigen voordeel en niet op partnerschap met Hem is zij nog niet klaar om met Hem de
wereld in te gaan.
In Luc.9:57-62 werd Jezus geconfronteerd met drie mensen die Hem wilden volgen, maar de
consequenties nog niet konden dragen; Jezus forceerde hen niet en liet hen naar huis gaan.
Hetzelfde gold voor een rijke jongeman in Luc.18:18-23 die wel de voorgeschreven regels van
de wet van Mozes wilde volgen, maar de prijs niet kon betalen om Jezus te volgen. Maar de
apostelen van Jezus gaven echter duidelijk blijk van hun oprechte hartsmotieven zoals Petrus
zo goed onder woorden bracht.
Joh.6:68-69 Naar wie zouden we moeten gaan, Heer? U spreekt woorden die eeuwig leven
geven en wij geloven en weten dat U de Heilige van God bent.
Zolang wij een alternatief hebben voor het volgen van Jezus of angst koesteren in ons hart,
zal Jezus in Zijn volle liefde en wijsheid ons confronteren met de consequenties, wanneer wij
6
overwegen Hem te volgen. Dat is niet omdat Hij ons haat maar juist omdat Hij ons liefheeft.
Jezus houdt deze pijnlijke consequenties voor aan geestelijk onvolwassen mensen, zodat zij
niet voor verrassingen komen te staan wanneer zij geconfronteerd worden met de gevolgen
van hun keus om Jezus te volgen.
Luc.14:26-27+33 Wie Mij volgt, maar niet breekt met zijn vader en moeder en vrouw en
kinderen en broers en zusters, ja zelfs met zijn eigen leven, kan niet Mijn leerling zijn. Wie niet
zijn kruis draagt en Mij op Mijn weg volgt, kan niet Mijn leerling zijn …… Zo geldt ook voor
jullie: wie geen afstand doet van al zijn bezittingen, kan Mijn leerling niet zijn.
Dit is geen onderwijs voor volwassen christenen die volgroeid zijn in liefde en passie voor
Jezus, want zij kennen de consequenties maar weten ook dat intimiteit met Jezus een véél
grotere rijkdom is dan alle schatten van deze wereld. Dit onderwijs is bedoeld voor hen die
aan het begin van de weg staan en nog gericht zijn op het eigen voordeel. De Bruid komt in
deze crisis terecht omdat zij nog geen volle aandacht heeft voor de hartsverlangens van
Jezus, maar de naderende crisis zal haar het noodzakelijke onderwijs geven.
F2: Zij zoekt overwinning in de duistere plaatsen van haar hart.
Hgl.2:17 …… totdat de dag aanbreekt en de schaduw verdwijnt ……
Er is duisternis totdat de dag aanbreekt en er opnieuw licht is, want dat is de tijd waarin het
volle licht van de volwassenheid doorbreekt; dan zijn de grijze gebieden eindelijk verdwenen.
Zij zegt nu dat zij de hulp van Jezus nodig heeft om deze gebieden in haar hart te overwinnen.
Ze kan nog niet naar de bergen gaan, voordat het volle licht van de dag doorbreekt en de
schaduwen, de grijze gebieden, verdwenen zijn. Ze erkent dat deze donkere gebieden van
ongeloof, angst en zelfgerichtheid (de kleine vossen) nog in haar hart aanwezig zijn.
Ef.5:13-17 Maar alles wat door het licht ontmaskerd wordt, wordt openbaar, en alles wat
openbaar wordt, is zelf licht. Daarom staat er: Ontwaak uit uw slaap, sta op uit de dood, en
Christus zal over u stralen. Let dus goed op welke weg u bewandelt.
Joh.3:21 Wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in
alles wat hij doet.
Letterlijk zegt het Hebreeuws in Hgl.2:17 dat de dag begint te blazen en de donkere schaduw
wegvlucht; dit is ook een verwijzing naar de tweede komst van Jezus. In feite heeft de Bruid
op dit moment weinig vertrouwen dat zij haar hart op orde zal krijgen voordat Jezus weer
terugkomt. Maar Jezus gaat in Zijn grote liefde een moeilijke maar fantastische weg met haar,
want als deze twee crisis voorbij is, is haar hart bevrijd van vele angsten en is zij bereid om
Jezus te volgen op Zijn weg in de wereld.
Hgl.4:6 Totdat de dag aanbreekt en de schaduw verdwijnt, zal ik naar de mirreberg gaan, naar
de wierookheuvel.
F3: Jezus gaat verder zonder haar.
Hgl.2:17 Doe als de gazelle of als het jong van een hert op de doormidden gespleten bergen.
Zij weet dat Jezus verder moet gaan om het werk van de Vader te doen, want het is Zijn
voedsel om de wil te doen van de Vader en Zijn werk te voltooien (Joh.4:34). Jezus is naar de
aarde gezonden om over bergen en heuvels te gaan; Hij kan Zijn eigen persoonlijkheid niet
veranderen en Hij kan ook niet de opdracht van de Vader negeren. Jezus blijft in deze bergen
tot aan het einde van het boek Hooglied.
Hgl.8:14 Kom vlug, mijn geliefde, en doe als een gazelle of als het jong van een hert op de
bergen vol balsemkruid.
In Hgl.2:17 is sprake van doormidden gespleten bergen; hier wordt het Hebreeuwse woord
‘bether’ gebruikt wat afgeleid is van het werkwoord ‘bathar’ wat ‘in tweeën delen’ betekent
(Gen.15:10). Dit is een aanduiding van de onvermijdelijke scheiding tussen Bruidegom en
Bruid; het zijn de bergen van scheiding. Hij laat haar alleen totdat zij op zal staan om Hem
te volgen (Hgl.3:2). Tot aan dat moment blijft zij Hem haar geliefde noemen; haar compromis
vermindert niet haar liefde voor Jezus, ook al is deze liefde nog onvolwassen, want Hij is en
blijft haar geliefde! Het zal echter nog enige tijd duren voordat zij David de volgende woorden
kan naspreken met de volle overtuiging van haar hele hart.
Ps.18:33-35 De God die mij met kracht omgordt, leidt mij op een volmaakte weg; Hij geeft mij
7
voeten snel als hinden, doet mij op toppen van bergen staan, oefent mijn handen voor de
strijd, mijn armen spannen de bronzen boog.
F4: Een belangrijke openbaring.
De grote winst van deze ervaring is dat de Bruid inzicht krijgt in het feit dat zij niet per definitie
altijd op dezelfde plaats is als de Heer; tot nu toe kon zij Zijn aanwezigheid alleen maar
ervaren binnen de muren van haar eigen gevoelens. Voor haar was dat de enige en dus de
beste plek om van de Heer te genieten, dus was haar verblijf in het wijnhuis om die reden het
hoogtepunt van haar leven. Ze heeft tot nu toe nog niet de onschatbare ervaring van Zijn
alomtegenwoordigheid gekend; ze is zich bewust dat Hij haar uitnodigt om mee te gaan maar
ze beseft nog niet hoe erg het is om van Hem gescheiden te zijn. Zolang zij ernaar blijft
verlangen om Zijn aanwezigheid te mogen ervaren binnen haar omstandigheden, zal ze juist
steeds meer het risico lopen de tastbare gevoelens van Zijn geestelijke aanwezigheid te
verliezen.
Matt.16:24-25 Wie achter Mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich
nemen en Mij volgen. Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn
leven verliest omwille van Mij, zal het behouden.
Wanneer wij Jezus niet volgen en met Hem meegaan in Zijn omstandigheden, kunnen wij Zijn
aanwezigheid ook niet in onze emoties ervaren. Velen die ooit een heerlijke ervaring van Zijn
tegenwoordigheid hebben gekend, ontdekken later dat zij die unieke ervaring onmogelijk
kunnen herhalen zonder dat zij weten waarom. Maar wanneer wij door nalatigheid ingaan
tegen het hoogste doel van de Heer, kunnen onze verlangens naar emotionele ervaring
onmogelijk bevredigd worden. Zonder een nieuwe ontmoeting met Jezus en zonder nieuwe
genade van Hem te ontvangen, verliezen wij wat wij eens in bezit hebben gehad. Maar onze
Heer weet precies wat Hij in die situatie van ons leven moet doen.
Amos 8:11-13 Weet dat de dagen komen, spreekt God de HEER, dat Ik het land zal laten
hongeren. Het zal geen honger zijn naar brood of dorst naar water, maar honger naar de
woorden van de Heer. Het volk zal zwerven van de ene zee naar de andere, en dwalen van
het noorden naar het oosten om de woorden van de HEER te zoeken, maar ze zullen die niet
vinden. Sterke jonge vrouwen en mannen zullen op die dag van dorst bezwijken.
V.v.d.B. 
8
Download