AMBITIEDOCUMENT BUURTONTWIKKELING MARIABERG december 2012 AMBITIEDOCUMENT BUURTONTWIKKELING MARIABERG december 2012 Inhoud 1. Inleiding 1.1 – Aanleiding en voorgeschiedenis 1.2 – Gemeentelijke kaders 1.3 – Leeswijzer 2. Hoe staat Mariaberg er voor? 2.1 – Algemeen 2.2 – Zwakke punten / bedreigingen 2.3 – Sterke punten / kansen 2.4 – Onderzoek Sociaal Veilige Stedenbouw 2.5 – Mariaberg in cijfers 3. Doelen van de vernieuwing 3.1 – Uitgangspunten 3.2 – Doelen 3.3 – Streefbeelden 4. Sociale en economische versterking 4.1 – Inleiding 4.2 – Veiligheid 4.3 – Werk en werkgelegenheid 4.4 – Jeugd, onderwijs en opvoedingsondersteuning 4.5 – Integratie en participatie 4.6 – Lichamelijke en geestelijke gezondheid 5. Ruimtelijke verandering 5.1 – Inleiding 5.2 – Doelen van de ruimtelijke verandering 5.3 – Plankaart 5.4 – Verbindingen: de Blauwe Loper 5.5 – Verbetering in de woningvoorraad 5.6 – Groen en openbare ruimte 5.7 – Voorzieningen 6. Fasering 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding en voorgeschiedenis In dit Ambitiedocument staat welke ambities de gemeente Maastricht, de woningcorporaties en de provincie Limburg hebben om de buurt Mariaberg in de komende tien jaar te verbeteren. Door een breed scala van met elkaar samenhangende maatregelen op sociaal en ruimtelijk gebied moet Mariaberg meer één geheel worden, waarbij de drie delen Blauwdorp, Proosdijveld en Trichterveld beter met elkaar verbonden zijn. Het streven is om door de verbinding, ingrepen in de woningvoorraad en de beoogde sociale en economische versterking van Mariaberg een buurt te maken waarin mensen veel kansen hebben en met plezier wonen, werken en recreëren. Een volksbuurt waarop de bewoners nog steeds trots zijn, met veel vrijwilligers en een breed scala aan activiteiten waaraan veel mensen uit de buurt en de omgeving meedoen. Aan het Ambitiedocument gaat een lange voorgeschiedenis vooraf. Al in 2000 maakten de gemeente Maastricht en de corporaties Servatius, Woonpunt en Maasvallei de afspraak om in het kader van het toenmalige Grote Stedenbeleid Mariaberg aan te pakken. Ten gevolge van de economische crisis heeft dit proces vertraging opgelopen. Wel werden in deze jaren visies opgesteld op sociaal en ruimtelijk gebied. De gemeente en de corporaties stelden in 2009 verder eenmalig een bedrag beschikbaar van een miljoen euro voor de sociale aanpak in Mariaberg. De sociale versterking van de buurt kon daarmee, vooruitlopend op dit Ambitiedocument, al worden gestart. Verder startte woningcorporatie Maasvallei al met de vernieuwing van Trichterveld en de herontwikkeling van de voormalige meubelfabriek van Artifort. Woonpunt begon met de planvorming voor de aanpak van het complex ‘Biedermeier’. Intussen heeft ook de provincie Limburg zich als volwaardig partner aangesloten bij de aanpak van Mariaberg, voor zowel het sociale als fysieke deel. Dit Ambitiedocument is opgesteld en wordt uitgevoerd in nauwe samenspraak met de bewoners en instellingen in Mariaberg. Doel is hun ervaring en deskundigheid te combineren met de deskundigheid van de organisaties. Het plan heeft een looptijd van tien jaar, maar wordt elke twee jaar aangepast aan de actuele omstandigheden en waar nodig bijgesteld naar aanleiding van de voortgang en resultaten van de genomen maatregelen. 1.2 – Gemeentelijke kaders Mariaberg is geen eiland zonder relatie met de omgeving. Het Ambitiedocument staat daarom niet op zichzelf. Het past in de kaders van en levert een bijdrage aan het realiseren van het beleid op lange termijn van de gemeente Maastricht. Hierbij is met name de Stadsvisie 2030 van belang, en de uitwerking daarvan in de Structuurvisie Maastricht 2030, de Woonagenda, de Sociale Visie, de Economische Visie en de nieuwe programmatische wijkaanpak. Een aantal van deze documenten wordt hieronder toegelicht. Over de nieuwe wijkaanpak staat meer te lezen in par. 3.1. De Sociale en de Economische Visie worden momenteel opgesteld en zijn dus nog niet gereed. De belangrijkste bouwstenen van de Sociale Visie, een uitwerking en concretisering naar de toekomst van de Wmo-nota ‘Meer voor elkaar’, zijn terug te vinden in par. 4.1. Stadsvisie 2030 ‘Maastricht Mosaïek’. De Stadsvisie, vastgesteld in 2005 en geactualiseerd in 2008, bevat de koers in het gemeentelijk beleid tot 2030. Maastricht profileert zich de komende jaren als cultuurstad, internationale kennisstad en sterke woonstad. Als de stad hieraan invulling kan geven, leidt dat tot investeringen in de economie, de immigratie van kenniswerkers en het vasthouden van kansrijke inwoners die Maastricht bij het vorderen van hun carrière nu nog te vaak verlaten. Nu de economische bedrijvigheid zich steeds meer ontwikkelt op plekken waar mensen graag willen wonen, is het zaak dat Maastricht aantrekkelijker wordt voor de brede middenklasse. Dat kan onder meer door op woongebied de mogelijkheden te scheppen die er nu nog te weinig zijn: betaalbare (koop)woningen voor jonge stellen, eengezinswoningen met tuin, vrije bouwkavels en seniorenwoningen in de eigen wijk. Sociale stijging en eigen kracht van burgers zijn essentieel om de ambities van Maastricht te kunnen waarmaken. De huidige inwoners van de stad moeten zich kunnen ontwikkelen, qua opleiding, werk en woonsituatie. Door op al deze terreinen carrière te maken en te ‘stijgen’, kan een grotere groep toetreden tot de gewenste stedelijke middenklasse. In de stedelijke vernieuwing wordt daarom niet alleen ingezet op verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, maar vooral ook van de sociale kwaliteit. Met sociale maatregelen worden de ontwikkelmogelijkheden van bewoners gestimuleerd. De focus in de stedelijke vernieuwing verschuift daardoor van sec fysieke ingrepen naar een samenhangende aanpak om de stijgingsaspiraties van bewoners te faciliteren en de belemmeringen daarvoor weg te nemen. Uitgangspunt is dat de burgers een grote mate van eigen verantwoordelijkheid nemen en dragen (burgerregie). Dat draagt bij aan hun zelfontplooiing en vergroot hun maatschappelijke zekerheid. In deze visie is de gemeentelijke overheid niet meer de grote ‘maker’ van het samenleven in de buurten. De rol is bescheidener en realistischer: de gemeente faciliteert, regisseert waar nodig, neemt belemmeringen weg en ondersteunt de burgers die het echt niet op eigen houtje kunnen. Structuurvisie Maastricht 2030 ‘Ruimte voor ontmoeting’. De Structuurvisie schetst de contouren van de stads- en ruimtelijke ontwikkeling van Maastricht in de periode tot 2030. Het accent verschuift van grootschalige gebiedsontwikkeling naar geleidelijke en zorgvuldige transformatie van bestaand stedelijk gebied. Herbestemming, flexibiliteit en tijdelijk gebruik spelen daarin een belangrijke rol. Doel is de stedelijke structuur zodanig vorm te geven dat deze de mogelijkheid biedt aan bewoners en investeerders om initiatieven te ontplooien en zo de stad tot bloei te brengen. Het dagelijks leven van de inwoners en hun leefpatronen en behoeften komen daarom in de stadsontwikkeling centraal te staan. Gestreefd wordt ook naar versterking van het landschap, door dit meer de stad in te trekken en in de bestaande bebouwing groene lobben te creëren. Verder moet het bestaand stedelijk gebied worden getransformeerd tot een robuust netwerk van maatschappelijke voorzieningen en aantrekkelijke ontmoetingsplekken en openbare ruimten. Dit vraagt onder meer om investeringen in fijnmazige oost-westverbindingen en clustering van voorzieningen om de kwaliteit te verhogen zonder dat de bereikbaarheid in gevaar komt. Deze hoofdlijnen bepalen mede de ruimtelijke strategie voor Mariaberg. In het ruimtelijk streefbeeld voor 2030 maken de woonbuurten direct buiten de singels meer dan nu onderdeel uit van het centraal stedelijk gebied. In dat gebied komt meer ruimte voor fietsers en voetgangers. De hoofdstructuur met ‘verkeerslichtvrije’ doorgaande routes wordt daartoe uitgebreid met onder meer de ‘Blauwe Loper’, die de hele buurt Mariaberg verbindt met de binnenstad. De Blauwe Loper dient tevens als katalysator van de vernieuwing van delen van de woningvoorraad en de voorzieningen in Blauwdorp en de rest van Mariaberg. Bij de vernieuwing van de woningvoorraad ligt de nadruk in stedelijke herstructureringsgebieden (zoals de subbuurt Blauwdorp in Mariaberg) op stadswoningen, met name grondgebonden in de betaalbare koop. Doelgroep zijn gezinnen met een sterke stedelijke oriëntatie, kenniswerkers, expats en leden van de creatieve klasse. In buurten met weinig tuinen en openbaar groen (zoals Blauwdorp) worden groene plekken toegevoegd. Dit verbetert het woon- en vestigingsklimaat en draagt bij aan het realiseren van een duurzame en klimaatbestendige stad. In de groenstedelijke woonmilieus (zoals de subbuurten Proosdijveld en Trichterveld in Mariaberg) is het dominante woonproduct bij eventuele transformaties de eengezinswoning met tuin. Doelgroep zijn gezinnen met een stedelijke oriëntatie en potentiële vertrekkers met een middeninkomen. Daarnaast is er behoefte aan woningen geschikt voor ouderen. In de parochiewijken (zoals Proosdijveld) staat verder het behoud van de waardevolle stedenbouwkundige structuur centraal. Woonagenda ‘Stedelijk wonen met een menselijke maat’. In september 2012 heeft de gemeenteraad de Lokale woonagenda Maastricht ‘Stedelijk wonen met een menselijke maat’ vastgesteld. De woonagenda is een verdere uitwerking van de Structuurvisie en schetst de kaders waarbinnen de gemeente, marktpartijen en particuliere eigenaren inhoud geven aan het woonbeleid in Maastricht. Hierin worden dezelfde doelen nagestreefd als voorheen: beschikbaarheid, kwaliteit en betaalbaarheid. Als antwoord op de veranderingen in de woningmarkt en samenleving zijn er wel nieuwe accenten. Deze geven tevens invulling aan de gewenste transformatie van de stadsontwikkeling, zoals die onder meer wordt beproefd in het Maastricht-lab. Belangrijke nieuwe elementen in het woonbeleid zijn onder meer de grotere aandacht voor de huisvesting van mensen met middeninkomens en de doelgroep 55+, het geven van meer ruimte aan particulier initiatief en vraaggericht bouwen en het bevorderen van woonlastenbeperkende maatregelen in de woningvoorraad voor de primaire doelgroep. Inhoudelijk bevestigt de woonagenda de koers die voor Mariaberg werd gekozen in de Structuurvisie. De herstructurering van de buurt blijft van groot belang, als bijdrage aan de gewenste woningdifferentiatie in Maastricht. De beperktere financiële mogelijkheden vragen wel om nieuwe en realistische afspraken over het ‘hoe’ en ‘wanneer’ van de ingrepen. Dit is deels al gebeurd in de herijking herstructurering in Maastricht. Het resultaat daarvan voor Mariaberg is verwerkt in dit Ambitiedocument. De gemeente zal de komende jaren in het algemeen een sterkere regierol voeren op woongebied, in lijn met de nieuwe regelgeving op rijksniveau. Dit krijgt vorm in de jaarlijkse prestatieafspraken met de corporaties over onder meer de verkoop van huurwoningen, huisvesting van specifieke doelgroepen, woonlasten en renovatie. 1.3 – Leeswijzer Dit Ambitiedocument heeft de volgende opbouw. Hoofdstuk 2 behandelt de sterke en zwakke punten van het huidige Mariaberg. Op welke gebieden kan deze buurt worden veranderd of verbeterd? Ook komen de kansen en bedreigingen aan bod. Welke mogelijkheden zijn er voor de vernieuwing en waar liggen de risico’s? In hoofdstuk 3 komen de doelen van de buurtontwikkeling aan de orde. Wat willen we in de komende tien jaar precies bereiken? Hoofdstuk 4 gaat in op de sociale en economische versterking. Welke maatregelen staan er op de rol op het gebied van: - veiligheid; - werk en werkgelegenheid; - jeugd, onderwijs en opvoedingsondersteuning; - integratie en participatie; - lichamelijke en geestelijke gezondheid. Hoofdstuk 5 schetst de ruimtelijke verandering van Mariaberg. Door welke ingrepen en investeringen wordt Mariaberg een levendige en samenhangende buurt aan de rand van het Maastrichtse stadscentrum? Hoofdstuk 6 behandelt de fasering. Hoe bewaken en evalueren we de voortgang van de voorgenomen projecten en maatregelen in de buurtvernieuwing? 2. HOE STAAT MARIABERG ER VOOR? 2.1 – Algemeen De buurt Mariaberg staat er volgens de meest recente buurtpeiling in Maastricht niet zo goed voor, al was de situatie volgens de bewoners wel fors verbeterd ten opzichte van de eerdere peiling. Tot voor kort stelde de gemeente elke twee jaar (in de toekomst om de vier jaar) voor de 36 Maastrichtse buurten een buurtprofiel op. Daarin wordt aan de hand van zo’n dertig criteria (kenmerken van de bevolking, wonen en woonomgeving, voorzieningen, veiligheid, sociale gezicht, verantwoordelijkheid en vertrouwen, geluidsoverlast) bekeken hoe een buurt scoort ten opzichte van het Maastrichtse gemiddelde. Hier rolt een rangorde van buurten uit, op basis waarvan de gemeente conclusies trekt over de mate waarin ze in haar beleid prioriteiten moet stellen. In de laatste peiling van 2010 eindigde Mariaberg op plaats 29 in de rangorde van de 36 Maastrichtse buurten. De buurt scoort op een aantal criteria lager dan het Maastrichtse gemiddelde. Dat komt onder meer door de samenstelling van de bevolking en de ervaren onveiligheid. Ook zijn veel bewoners pessimistisch over de toekomst. Bijna de helft van hen verwacht dat Mariaberg er op achteruit zal gaan. Positief is dat Mariaberg in de peiling van 2010 aanzienlijk beter scoort dan in die van 2008. De afwijking van de gemiddelde totaalscore van heel Maastricht daalde met ruim twee punten van – 6,88 naar – 4,66. Daarmee is Mariaberg op één na de buurt die zich ten opzichte van de peiling in 2008 het sterkst verbeterde in Maastricht. In de rangorde van buurten steeg de buurt dan ook van plaats 33 in 2008 naar plaats 29 in 2010. Verantwoordelijk voor deze stijging zijn met name de criteria die iets zeggen over het sociale gezicht van Mariaberg, zoals het rapportcijfer dat bewoners geven over de sfeer in de buurt. Dit steeg van 6,2 naar 6,5. Hoe kunnen de verschillende resultaten worden verklaard? Wat is er aan de hand in Mariaberg? Hoe staat de buurt er nu voor? En wat zijn de grootste kansen om een blijvende verbetering tot stand te brengen? In dit hoofdstuk een korte analyse van de uitgangssituatie van Mariaberg. 2.2 – Zwakke punten / bedreigingen Eenzijdige samenstelling woningvoorraad en bevolking. De drie subbuurten van Mariaberg hebben van oudsher een eenzijdig samengestelde woningvoorraad. Het aandeel sociale huurwoningen bedraagt zo’n 75% in Blauwdorp en ruim 90% in Proosdijveld en Trichterveld. Door de reeds ingezette vernieuwing van Trichterveld is het aandeel sociale huur daar overigens nu al aan het dalen. Als gevolg van de eenzijdige woningvoorraad is ook de bevolkingssamenstelling in Mariaberg betrekkelijk eenzijdig. Er is een oververtegenwoordiging van mensen die in de samenleving minder kansen hebben. Zo had in 2010 bijna een op de vijf leden van de beroepsbevolking in Mariaberg geen werk. Daarmee behoort Mariaberg tot de vijf Maastrichtse buurten met de hoogste werkloosheid. Daarnaast is het aandeel mensen met een lage opleiding en een laag inkomen aanzienlijk hoger dan het Maastrichtse gemiddelde. Voor meer veelzijdigheid in de bevolkingssamenstelling kan worden ingezet op meer woningdifferentiatie. Gedateerde woningvoorraad. Behalve dat de woningvoorraad eenzijdig is samengesteld, is deze gedeeltelijk ook verouderd. Veel woningen voldoen niet meer aan de huidige kwaliteitseisen. Zonder een gerichte aanpak zal het moeilijk zijn nieuwe doelgroepen te interesseren om in Mariaberg te gaan wonen. Gebrek aan (stedenbouwkundige) samenhang. De drie subbuurten hebben elk een eigen stedenbouwkundige opzet en daarmee identiteit. Blauwdorp is gebouwd aan het begin van de twintigste eeuw. Het is een dichtbebouwde volksbuurt met weinig groen, nauwe straten en een betrekkelijk gesloten karakter. Trichterveld stamt uit 1947 en is een groen tuindorp met kleine karakteristieke witte huizen, oorspronkelijk gebouwd als nood- en proefwoningen. Proosdijveld is enkele jaren jonger en gebouwd volgens de principes van de parochiewijk. De stedenbouwkundige verschillen tussen de drie subbuurten uiten zich in een onevenwichtige verdeling over Mariaberg van groen en openbare ruimten, en daarnaast in botsende verkavelingsrichtingen. In Blauwdorp is deze oost-west, ten zuidwesten van de denkbeeldige lijn Resedastraat-Ringovenweg wordt de richting noord-zuid. Verder heeft Blauwdorp in de stedenbouwkundige opzet een historisch gegroeide weeffout. Zowel de Willem Vliegenstraat als de Gerard van Wermweg loopt ten westen van de Proosdijweg niet door. Het gebiedje tussen de Proosdijweg en Pastoor Wijnenweg werkt daardoor als barrière in de oost-westverbinding in de buurt. De twee weeffouten als gevolg van de stedenbouwkundige verschillen en de barrière in Blauwdorp zorgen er samen voor dat de hele buurt Mariaberg voor met name het langzame verkeer niet goed is verbonden met de Maastrichtse binnenstad. De drukke Ruttensingel werkt hierbij als extra barrière. Geen duidelijk hart. Mede door het gebrek aan stedenbouwkundige samenhang heeft Mariaberg geen duidelijk centrum. Het feitelijke buurtcentrum aan de Anjelierenstraat ligt voor de bewoners van Blauwdorp aan de overzijde van de Ruttensingel, en daarmee gevoelsmatig te ver weg. De andere voorzieningen zijn verspreid over de buurt. In Blauwdorp liggen enkele kleinere winkels en cafés, Proosdijveld herbergt naast het buurthuis ook de scholen, Fatimakerk en nu nog de Muziekgieterij. Trichterveld heeft geen voorzieningen, maar ligt redelijk dicht bij de winkels in Belfort. Het ontbreken van een duidelijk centrum met de daarbij behorende voorzieningen is in zoverre geen bezwaar dat er voldoende voorzieningen zijn direct buiten Mariaberg, zoals het winkelcentrum Brusselse Poort en de vele voorzieningen in de binnenstad. Nadeel is wel dat er hierdoor geen duidelijke ontmoetingsplekken zijn in de buurt zelf. Opeenstapeling van buurtproblemen. Vooral in Blauwdorp is er sprake van een opeenstapeling van buurtproblemen, zoals parkeerdruk, verkeersonveiligheid, vervuiling van de openbare ruimte, geluidsoverlast, criminaliteit en drugsgerelateerde problemen. Dit is ook het deel van Mariaberg met veel gebreken in de stedenbouwkundige opzet en woningvoorraad, zoals het tekort aan groen en de concentratie van (te) kleine woningen. Zonder ingrijpen loopt met name Blauwdorp het gevaar in een neerwaartse spiraal te raken. 2.3 – Sterke punten / kansen Rijke historie. Mariaberg kent een rijke historie. Blauwdorp is de eerste arbeidersbuurt van Maastricht die werd gebouwd na invoering van de Woningwet in 1901. Ondanks renovaties in de jaren zeventig en tachtig is het authentieke karakter behouden gebleven. Proosdijveld stamt uit de wederopbouwperiode na de Tweede Wereldoorlog. Hier zijn de stedenbouwkundige principes toegepast van de parochiewijk, een concept dat nergens anders in Nederland zo consequent is uitgevoerd als in Maastricht. Trichterveld is een tuindorp dat nog steeds zeer geliefd is bij de bewoners. Verder loopt onder Blauwdorp een ondergrondse route, onderdeel van het gangenstelsel van de Maastrichtse vestingwerken. Onder het Goeman Borgesiusplantsoen ligt een schuilmuseum, gewijd aan het schuilen van 15.000 mensen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Goede ligging ten opzichte van binnenstad, voorzieningen én landschap. Mariaberg ligt dicht tegen het stadscentrum aan. Het centrum is, zeker vanuit Blauwdorp, lopend te bereiken. Voor mensen die sterk georiënteerd zijn op het binnenstedelijke aanbod aan voorzieningen is Mariaberg daarmee in potentie een goede woonplek. Tegelijkertijd brengt de ligging niet alleen lusten, maar ook lasten met zich mee. Er kan in de buurt parkeeroverlast ontstaan van dagjesmensen die de stad bezoeken. Ook kunnen door de buurt trekkende jongeren op weg naar en van de binnenstad voor geluidsoverlast zorgen. Wat betreft studentenoverlast hebben buurtbewoners, Teikyo en gemeente hier overigens afspraken over gemaakt. Voor 2013 worden ook nog andere maatregelen voorzien om deze overlast te beperken. Mariaberg ligt ook gunstig in de hoofdgroenstructuur van Maastricht. Het Waldeckpark, het Jekerdal en de Hoge Fronten zijn te voet te bereiken. De buurt ligt verder dicht bij tal van grotere voorzieningen, zoals culturele instellingen en vestigingen van de universiteit. Cultuur is wellicht een kansrijk thema voor de stedelijke herontwikkeling. Voldoende dragers van een nieuwe (culturele) identiteit. In Mariaberg en de directe omgeving liggen diverse monumentale gebouwen, waarvan enkele wachten op een nieuwe bestemming. Woningcorporatie Maasvallei heeft de voormalige meubelfabriek Artifort verbouwd tot 68 huurappartementen onder de naam ‘De Blauwe Veste’. Collega-corporatie Servatius knapt aan het Koningin Emmaplein de St. Lambertuskerk op; er is nog geen nieuwe functie. De radiostudio’s van de voormalige omroep ROZ zijn in gebruik als popcentrum De Muziekgieterij, maar komen volgens plan weer vrij. Verder wachten ook de oude kweekschool aan de Tongerseweg en de voormalige sigarenfabriek van de gebroeders Philips (‘het Carré’) op een eventuele nieuwe functie. Het Bonnefantencollege verhuist mogelijk naar een nieuwe locatie. In totaal liggen er vijf rijksmonumenten in en om Mariaberg: de lager- en ijskelders van de voormalige brouwerij De Zwarte Ruiter (c.q. meubelfabriek Artifort) aan de Sint Annalaan, de carréboerderij aan de Tongerseweg, het voormalige schoolgebouw en nu wooncomplex aan de Volksbondweg, een complex van negen middenstandswoningen aan het Volksplein en het eindstation van de voormalige tramlijn aan het Minister Goeman Borgesiusplantsoen. Flexibiliteit en absorberend vermogen. De buurt Mariaberg heeft een goede sociale basis. Bewoners zijn in staat positief te reageren op ontwikkelingen in en rond de buurt, ook als deze als minder gunstig worden ervaren. Mariaberg heeft dus een groot absorberend vermogen. Nieuwkomers worden hier betrekkelijk snel geaccepteerd. De buurt heeft ook een grote groep vrijwilligers, die actief zijn in zowel buurtgebonden vrijwilligerswerk als in stedelijke projecten. Mensen zijn bereid de handen uit de mouwen te steken om de huidige situatie te verbeteren. Er is daarvoor voldoende flexibiliteit en kracht in de buurt. Al gestarte sociale versterking. De gemeente Maastricht en de corporaties zijn al in 2009 gestart met de sociale versterking in Mariaberg. Daarvoor is een miljoen euro uitgetrokken boven de reguliere gemeentelijke inzet. Er zijn inmiddels al de nodige resultaten geboekt. Dit komt verder aan de orde in hoofdstuk 4. 2.4 - Onderzoek Sociaal Veilige Stedenbouw Voor Mariaberg is een onderzoek uitgevoerd naar Sociaal Veilige Stedenbouw (‘Sociaal Veilige Stedenbouw, de ruimtelijke potenties van de Maastrichtse wijken Mariaberg en Pottenberg’, oktober 2012). Het onderzoek is uitgevoerd door een samenwerkingsverband van drie onderzoeksbureaus (op het gebied van respectievelijk stedenbouwkundig ontwerp, ruimtelijk onderzoek en criminaliteitsbestrijding) waarbij onderzocht is welke invloed de ruimtelijke opzet van de wijk heeft op ongewenst en crimineel gedrag. En gekeken is naar “ontmoeting” in de wijk en de Blauwe Loper. Uit dit onderzoek blijkt wederom dat Mariaberg een echt hart mist. De maatschappelijke en commerciële voorzieningen liggen uit elkaar. De verbinding van deze voorzieningen kan zorgen voor verhoging van het aantal ontmoetingen in de wijk. Andere conclusies en aanbevelingen: de zichtbaarheid en veiligheid in Mariaberg kunnen worden vergroot door ook bij herstructurering rekening te houden met het voorkomen van blinde plinten en dichte bouwblokken; de Blauwe Loper geeft door de verbinding met het centrum een overlap van vitaliteit op stadsschaal en lokaal niveau. Een positief gevolg is dat er meer en interessante plekken komen voor ontmoeting in de buurt, met name rond de Ruttensingel; de Blauwe Loper draagt positief bij aan de veiligheid in de buurt. Er komen meer ontmoetingen op plekken die nu onveilig zijn. Daardoor neemt het natuurlijk toezicht toe; de gebruikswaarde van het groen in de buurt kan worden verhoogd door er voorzieningen aan te koppelen. Bijvoorbeeld: laat de Blauwe Loper langs de kerk door het groen lopen en plaats hieraan gekoppeld meteen bankjes langs de rand in het groen. Zo ontstaan plekken om te kijken, elkaar te ontmoeten en zich veilig te voelen. 2.5 - Mariaberg in cijfers Aantal inwoners op 31-12-2009 Percentage 65-plussers in de bevolking Percentage allochtonen in de bevolking uit de ‘B-landen’ * Percentage werkloze werkzoekenden in beroepsbevolking Percentage mensen met laag inkomen Percentage mensen met hoger inkomen Percentage mensen met lage opleiding Percentage mensen met hogere opleiding Gemiddeld rapportcijfer woning Gemiddeld rapportcijfer woonomgeving Gemiddeld rapportcijfer onderhoud openbare ruimte Percentage bewoners met verhuiswens (binnen twee jaar) Gemiddeld rapportcijfer voorzieningen Percentage bewoners dat zich onveilig voelt Gemiddeld rapportcijfer verkeersveiligheid Gemiddeld rapportcijfer veiligheid algemeen Score sociale samenhang Percentage mensen met voldoende contacten in de buurt Percentage bewoners dat actief is voor de leefbaarheid Percentage bewoners dat denkt dat de buurt vooruit gaat Percentage bewoners dat denkt dat de buurt achteruit gaat Score geluidsoverlast in de buurt Afwijking totaalscore t.o.v. gemiddelde heel Maastricht Maastricht Mariaberg 118.523 18 8 10 25 21 29 43 7,7 7,2 5,8 8 6,6 37 6,2 6,3 6,1 74 19 17 28 3,6 4.495 16 12 18 37 10 40 35 7,2 6,5 5,5 15 6,6 42 5,9 6,2 5,6 79 16 16 45 4,6 - 4,66 * De B-landen zijn de landen die potentieel doelgroep zijn van achterstandsbeleid bron: Buurtprofielen Maastricht 2010 3. DOELEN VAN DE VERNIEUWING 3.1 – Uitgangspunten De wijkaanpak in Maastricht en elders in Nederland heeft de afgelopen jaren ervaringen opgeleverd die aanleiding geven tot een andere koers. Bijna overal werden de beste resultaten bereikt waar bewoners het heft meer in eigen handen namen en professionals hun werk deden in de buurt. In het jargon spreken we van ‘eigen kracht en verantwoordelijkheid’ bij de burgers en van ‘georganiseerde nabijheid’ bij de professionals. Professionals en instanties moeten zich bescheidener opstellen en zich tegelijkertijd nadrukkelijker aan een buurt verbinden. Dat moet vorm krijgen door de inzet van generalistische praktijkwerkers met een groot mandaat in de eigen organisatie. Zij benaderen buurtbewoners niet langer als cliënten die een ‘behandeling’ nodig hebben, maar als mensen die eigen krachten en talenten hebben en beschikken over sociale netwerken. Het aanboren en faciliteren van deze hulpbronnen van de mensen zelf is vruchtbaarder dan het bedenken van interventies door professionals. Zo ontstaan kleinschalige en effectieve organisatievormen met een andere verhouding tussen burgers en professionals. Jos van der Lans en Maurice Cramers noemen dit in een essay in het tijdschrift Bestuurskunde (2012-1) de ‘kraamkamers van een nieuwe verzorgingsstaat’. Een verzorgingsstaat die minder op bureaucratische systemen en meer op mogelijkheden van burgers is afgestemd, en die daardoor ook nog eens goedkoper en efficiënter kan werken. Deze nieuwe zienswijze heeft grote gevolgen voor de manier van werken in de wereld van zorg en welzijn. In de toekomst zal er meer sprake zijn van coproductie tussen gemeente, instellingen en burgers c.q. vrijwilligers en mantelzorgers. De gemeente gaat niet langer ‘zorgen voor’ maar ‘zorgen dat’. In plaats van te sturen op inhoud en individueel niveau, stuurt ze meer op het niveau van processen. Die processen leiden tot de ontwikkeling van zelfstandige en zelfsturende buurten, waarin burgers zelf actief zijn en zelf vorm geven aan de activiteiten in hun buurt die de leefbaarheid en sociale samenhang bevorderen. De nieuwe zienswijze komt ook terug in de wijkaanpak in Maastricht. Ook daarin is sprake van meer zeggenschap en eigen verantwoordelijkheid voor burgers, meer mandaat voor praktijkwerkers, meer ruimte voor variatie en meer coproductie tussen alle betrokken partijen. Wat blijft, is het denken in een samenhangend geheel van sociale, economische en fysieke maatregelen voor de middellange termijn, dat oplossingen biedt voor de opgaven van de buurt én van de stad. De wijkaanpak wordt de komende jaren in opdracht van de directie verder ontwikkeld tot een programmatische aanpak, ook gericht op een groter gebied in Maastricht West. Dit bestaat uit de buurten met een eigen buurtontwikkelingsplan of ambitiedocument (Malberg, Caberg, Malpertuis, Mariaberg, Pottenberg), aangevuld met Oud-Caberg, Hazendans, Daalhof, Belfort en Brusselsepoort. De grotere reikwijdte maakt een effectievere en meer samenhangende aanpak mogelijk op sociaal, economisch, ruimtelijk en veiligheidsgebied. 3.2 – Doelen Hoofddoel van de vernieuwing in Mariaberg is het tot stand brengen van een vitale en aantrekkelijke woonbuurt. Dit is van groot belang voor Maastricht Woonstad en ondersteunt Maastricht Kennisstad en Maastricht Cultuurstad. Om het hoofddoel te bereiken, heeft het Ambitiedocument drie afgeleide doelen. 1. Vergroting van de vitaliteit van Mariaberg door bewoners structureel meer invloed te geven op wat er in hun buurt gebeurt, hen meer aan te spreken op hun eigen verantwoordelijkheid voor de leefomgeving en de vorming te stimuleren van netwerken waarin burgers elkaar kunnen ondersteunen. Zo komt een sociale versterking tot stand die meer aansluit op de eigen kracht van de burger als individu en buurtbewoner en die bij de zittende bewoners van Mariaberg sociale stijging teweeg brengt. Hiervoor wordt aan burgers die dat nodig hebben maatwerk aangeboden. 2. Vermindering van de uitstroom van gezinnen met middeninkomens die Mariaberg en Maastricht verlaten, door de aantrekkelijkheid van de buurt (door vernieuwingen op sociaal, economisch en fysiek gebied) en de woonmilieus daarin voor deze doelgroep te vergroten. 3. Vergroting van de instroom van kenniswerkers en mensen uit de creatieve klasse die zich in Mariaberg en Maastricht (willen) vestigen, door de aantrekkelijkheid van de buurt (door vernieuwingen op sociaal, economisch en fysiek gebied) en de woonmilieus daarin voor deze doelgroepen te vergroten. 3.3 – Streefbeelden De doelen zijn verder uitgewerkt in streefbeelden voor het jaar 2022. Deze bepalen de koers die gemeente, corporaties en buurtplatform de komende tien jaar op de verschillende gebieden gaan volgen. Veiligheid. Mariaberg is een buurt waar mensen zich vertrouwd, vrij en verbonden voelen. Het aantal mensen dat zich onveilig voelt, is afgenomen. Tegelijkertijd is de objectieve veiligheid minimaal even groot als nu. Werken en werkgelegenheid. Mariaberg is een actieve buurt waar arbeidsparticipatie en inkomenscarrières belangrijk worden gevonden. Er is bedrijvigheid doordat mensen wonen en kleinschalige eigen bedrijven in de buurt kunnen combineren. Jeugdigen vinden in de buurt voldoende rolmodellen om hun arbeidsperspectief te kunnen vinden en nastreven. Jeugd, onderwijs en opvoedingsondersteuning. De buurt Mariaberg is een stimulerende, inspirerende en educatieve omgeving voor kinderen en ouders/opvoeders, met goede voorzieningen. Ouders en kinderen krijgen opvoedingsondersteuning indien noodzakelijk en/of gewenst. Nagenoeg alle niet- leerplichtige jeugdigen hebben een startkwalificatie, een betaalde baan of worden hiernaartoe begeleid. Integratie en participatie. Mariaberg is een buurt waar mensen zich thuis voelen, waar sprake is van levendigheid, diversiteit in bevolkingssamenstelling en een prettig woonklimaat. Bewoners van Mariaberg ervaren de buurt als een prettige leefgemeenschap waar zij graag wonen. Zij zijn betrokken bij hun buurt en de buurt biedt voldoende mogelijkheden om er ook bij veranderende wooneisen te kunnen blijven wonen. Lichamelijke en geestelijke gezondheid. De bewoners van Mariaberg voelen zich lichamelijk en geestelijk gezond. Ze nemen zo veel mogelijk verantwoordelijkheid voor hun eigen gezondheid. De hulpverlening is toegankelijk en laagdrempelig. Een groot deel van de bewoners sport en beweegt actief en de lucht- en geluidskwaliteit is aanzienlijk verbeterd. Wonen. Mariaberg is door kleine chirurgische ingrepen in de woningvoorraad een aantrekkelijke buurt geworden voor kenniswerkers en young urban creatives. Zij vinden hier een goed(koop) woonmilieu voor starters. Ook is er aandacht voor levensloopbestendige woningen. De drie subbuurten Blauwdorp, Proosdijveld en Trichterveld zijn door een nieuwe doorgaande route voor fietsers en voetgangers, de ‘Blauwe Loper’, beter verbonden met elkaar en de binnenstad. De eerste vijf streefbeelden worden uitgewerkt in hoofdstuk 4, het laatste over Wonen in hoofdstuk 5. 4. SOCIALE EN ECONOMISCHE VERSTERKING 4.1 – Inleiding Leidende principes De sociale en economische versterking van Mariaberg is gebaseerd op een aantal leidende principes, die in het voorafgaande al voor een deel aan de orde zijn gekomen. Meer eigen verantwoordelijkheid voor burgers, die worden gestimuleerd in de eerste plaats hun eigen kracht en talenten aan te spreken. Een mens kan zelf beslissen of en in welke mate hij deze vermogens wil benutten of ongebruikt laten. Hij of zij voert de regie over het eigen leven. Maar samen met haar professionele partners wil de gemeente bevorderen dat burgers hun mogelijkheden daadwerkelijk aanboren en inzetten voor zichzelf en de directe omgeving. De eigen verantwoordelijkheid beperkt zich immers niet tot het eigen leven, maar heeft ook betrekking op de leefomgeving en het samen leven met de andere buurtbewoners. Burgers die (een deel van) de relevante ontplooiings- en ontwikkelmogelijkheden (tijdelijk) ontberen, krijgen adequate ondersteuning. Sociale stijging als model waarmee burgers via kleine stappen groeien naar meer zelfontplooiing en meer participatie in de samenleving. Het accent in de sociale aanpak komt steeds meer te liggen op het tegemoetkomen aan de stijgingsaspiraties van bewoners en het wegnemen van belemmeringen waardoor mensen opnieuw in hun eigen kracht kunnen komen en daar ook uiting aan kunnen geven. Daartoe wordt in de buurtontwikkeling nadrukkelijk zo veel mogelijk aansluiting gezocht bij wat de bewoners zelf als ambitie hebben. De uitgangspunten in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), waarin Maastricht heeft gekozen voor de vier principes van ‘De Kanteling’: o van afhankelijkheid naar eigen kracht; o van overheidsbemoeienis naar eigen verantwoordelijkheid en zorg voor elkaar (actief burgerschap); o samenwerking tussen formele en informele netwerken (onderling en met elkaar); o van individueel naar collectief en algemeen. Deze vier leidende principes zijn met elkaar verbonden, bevorderen de participatie en hebben een preventieve werking om de uitval van mensen te voorkomen. De burger krijgt een meer leidende rol bij het formuleren van zijn ondersteuningsvraag, maar ook bij de oplossing van zijn problemen. Uitgangspunt daarbij is dat de vraag naar ondersteuning zo veel mogelijk wordt opgevangen met algemene en collectieve voorzieningen, en pas in tweede instantie met specifieke op het individu gerichte (en duurdere) oplossingen. Planning en prioriteiten De sociale en economische versterking van Mariaberg is al in 2009 gestart, vooruitlopend op dit Ambitiedocument. Aan de basis lag een uitgebreide sociale analyse van de buurt. De sociale en economische versterking is daarna uitgewerkt in zes streefbeelden, die samen zorgen voor de integrale en continue aanpak die Mariaberg sterker moet maken (zie par. 3.3). Binnen deze zes kan een top-drie worden onderscheiden die extra aandacht krijgt: veiligheid, werk en werkgelegenheid en jeugd, onderwijs en opvoedingsondersteuning. Vanwege de ‘vroege’ start bestaat de beschrijving van de verschillende onderdelen van de sociale en economische versterking uit een combinatie van reeds uitgevoerde maatregelen, lopende acties en geplande activiteiten. Deels komen ze voort uit de reguliere inzet van de gemeente, deels zijn ze gefinancierd uit de extra investering van 1 miljoen euro voor de sociale aanpak van Mariaberg. De ‘voorsprong’ van de sociale aanpak heeft er nu al toe geleid dat de sociale samenhang in de buurt is versterkt en dat er al een aantal activiteiten heeft plaatsgevonden die mensen meer met elkaar in contact hebben gebracht. Daardoor is ook de kennis van de buurt en de in de buurt aanwezige professionals vergroot. De effecten van wijzigingen van het rijksbeleid en eventuele bezuinigingen die hieruit voortkomen zijn nog niet bekend en kunnen dus leiden tot bijstelling van het ambitieniveau op een manier die nu nog niet bekend is. 4.2 – Veiligheid Inleiding De buurt Mariaberg kent problemen op het gebied van veiligheid. Volgens de buurtpeiling 2010 zien de buurtbewoners veiligheid en met name drugsoverlast als een van de grootste knelpunten in Mariaberg. Relatief voelen zich in de buurt meer mensen wel eens onveilig dan elders in Maastricht (42% versus gemiddeld 37%). Een grote veiligheid en een veilig gevoel op straat en in huis dragen bij aan de verdere bloei van Mariaberg. Een veilige buurt nodigt inwoners uit om in hun eigen omgeving naar buiten te gaan, deel te nemen aan activiteiten in de buurt, buren te bezoeken of een blokje om te wandelen. Een positief gevolg hiervan kan zijn dat mensen meer contacten opbouwen, samen dingen gaan doen en zich verantwoordelijk voelen voor (de veiligheid in) hun buurt. Dit draagt tevens bij aan het voorkomen van isolement en gevoelens van eenzaamheid bij buurtbewoners, waardoor zij zich veiliger en prettiger zullen voelen. Een veilige wijk stimuleert daarnaast ook het ‘zaken doen’ voor de ondernemers, wat bevorderlijk is voor zowel de levendigheid als de werkgelegenheid in de wijk. Op het gebied van de veiligheid valt in Mariaberg nog veel te verbeteren. De verschillende (sociale) veiligheidsproblemen (individueel en collectief) hangen met elkaar samen en beïnvloeden elkaar. Om problemen op straat en in huis goed te kunnen oplossen, willen wij een aanpak die niet vrijblijvend is, zo concreet mogelijk en direct gericht op het wegnemen van het probleem. Preventie waar mogelijk en drang en dwang in combinatie met zorg waar nodig. Hiervoor is een verdere samenwerking nodig tussen organisaties, professionals, buurtbewoners, ondernemers en vrijwilligers. Doelstellingen Volgens het streefbeeld (zie par. 3.3) is Mariaberg in 2022 een buurt waar mensen zich vertrouwd, vrij en verbonden voelen. Om dit te bereiken, streven we de volgende doelstellingen na: de kans om slachtoffer te worden van een misdrijf in Mariaberg is in 2022 gelijk gebleven of verlaagd. Deze kans bedroeg in 2011 in heel Maastricht 12,9% en in Mariaberg 11%. De ambitie om beide percentages minimaal te handhaven dan wel te verlagen; de (ervaren) overlast door overlastgevende (jeugd)groepen is gereduceerd. Bij de aanpak van jeugdgroepen streven we naar een ombuiging van de categorie ‘hinderlijk en overlastgevend’ (2008) naar ‘minder hinderlijk’ in 2015 en ‘aanvaardbaar’ in 2022; het percentage bewoners dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt is in 2022, conform de doelstelling op stedelijk niveau, 20% lager dan in 2010 (van 42% in 2010 naar 22% in 2022); buurtbewoners hebben contacten met elkaar waardoor er een positieve sociale samenhang bestaat. De score op sociale samenhang in Mariaberg is in de Buurtpeiling nu gelijk aan het stedelijk gemiddelde. Ondanks de fysieke ingrepen is dit ook zo in 2022; bewoners zijn in 2022 weerbaarder en zelfredzamer. Ze hebben ook meer vertrouwen in de lokale overheid. Acties Hoe willen we deze doelstellingen waarmaken? Een overzicht van de belangrijkste maatregelen, met eerst de zaken die al in gang zijn gezet. Buurtbemiddeling. Kleine ergernissen over bijvoorbeeld (geluids)overlast van (hang)jongeren kunnen soms uitgroeien tot ruzies. Buurtbewoners kunnen, als ze er onderling niet uitkomen, een gratis beroep doen op buurtbemiddelaars. Dit zijn vrijwilligers uit Mariaberg die hiervoor speciaal zijn opgeleid. De buurtbemiddelaars, zowel jeugdbemiddelaars als volwassenen, zoeken samen met de betrokkenen naar een oplossing. Op deze manier wordt voorkomen dat zaken uit de hand lopen en leiden tot gevoelens van onveiligheid. Nadat de buurtbemiddeling jarenlang is gecoördineerd vanuit Trajekt, werken we nu aan een model waarin de vrijwilligers geheel zelfstandig opereren. Mentoren op straat. Mentoren op straat zijn speciaal opgeleide vrijwilligers uit Mariaberg die wekelijks contact hebben met de jeugd in de buurt. Zij weten wat er speelt op straat en wat jongeren bezighoudt. Daarnaast hebben ze ook contact met oudere buurtbewoners, waardoor ze een goed oog hebben wanneer gedrag van jongeren overlast veroorzaakt voor anderen. Bij klachten kunnen ze daardoor bemiddelen tussen jong en oud. Dit vermindert de gevoelens van onveiligheid die bij met name oudere buurtbewoners leven. Mentoren kunnen daarnaast initiatieven nemen om ervoor te zorgen dat buurtbewoners elkaar beter leren kennen. Dit is een reguliere werkmethodiek die wordt toegepast door de werkers in de buurt. Aanpak jeugdoverlast. Naast de bovengenoemde bemiddelaars en mentoren op straat zijn nog meer middelen ingezet om de jeugdoverlast in Mariaberg terug te dringen: een project alcoholbestrijding voor jongeren (zie ook par. 4.6), het opstellen van gedragsregels van de jeugd op basisschool Emile Wesly en de aanpak van toekomstige overlastgevers met de inzet van tieners uit de tienerraad. Verder heeft ook het inmiddels afgeronde project JOIN (Jong en Oud Interactief) tot positieve resultaten geleid. JOIN was erop gericht dat jongeren en ouderen elkaar beter leren kennen, zodat ze wederzijds meer begrip en respect ontwikkelen. De activiteiten die binnen het project zijn ontwikkeld (zoals een buurttheatervoorstelling, discoavond en tafelvoetbaltoernooi) worden, voor zover bewoners dat willen en zich er ook voor willen inzetten, voortgezet. Door onder meer JOIN is er voor jeugdigen nu meer te doen in de buurt. Dat wil niet zeggen dat er geen hinderlijke of overlastgevende jeugdgroepen meer zullen zijn of ontstaan. De jeugdgroepen die er zijn, worden gevolgd en in beeld gebracht. Ernstige overlastproblemen worden opgepakt door het Jeugdinterventieteam en het Veiligheidshuis. Meer sociale samenhang. In Mariaberg zijn tal van projecten en activiteiten gestart die de sociale samenhang stimuleren. Dit gebeurt vanuit de visie dat door het versterken van de sociale samenhang de leefbaarheid in de buurt wordt bevorderd, inclusief de gevoelens van (sociale) veiligheid. Men kent elkaar en voelt zich thuis en veilig in de eigen omgeving. Voorbeelden zijn JOIN, Veur Elkaar, de Buurtbrök, Welkom in de Wijk, Kunst in de Wijk, Kunstexpress en Kookpit. Meer informatie hierover vindt u bij de beschrijving van andere streefbeelden. In de komende jaren worden de inspanningen om de veiligheid in Mariaberg te verbeteren gecontinueerd en uitgebreid. Een prominente plaats daarin krijgt het nieuw op te richten Veilige Buurten Team. Een overzicht: Veilige Buurten Team. In Maastricht zijn inmiddels drie Veilige Buurten Teams Actief (Limmel/Nazareth, Wittevrouwenveld, Wyckerpoort). In een Veilige Buurten Team werken de politie (de wijkagent), het opbouwwerk, de afdeling Toezicht en Handhaving van de gemeente, medewerkers van de woningcorporaties en buurtbewoners samen aan de veiligheid en leefbaarheid in de buurt. De burgers bepalen de agenda van de teams. Zij geven dus de knelpunten aan die in de buurt als eerste moeten worden aangepakt. De professionals gaan hiermee vervolgens samen met de buurtbewoners aan de slag. De Veilige Buurten Teams zijn een middel om de ervaren kloof tussen de leefwereld van burgers en systeemwereld van professionals te verkleinen. De aanpak geeft inhoud aan de nagestreefde ‘georganiseerde nabijheid’ van professionals. De teams zijn nadrukkelijk geen middel om zware veiligheidsproblemen aan te pakken. Ze zijn vooral gericht op het bevorderen van de leefbaarheid in een buurt en signaleren van onveilige situaties. Omdat leefbaarheid bijdraagt aan het voorkomen van subjectieve gevoelens van onveiligheid, hebben de Veilige Buurten Teams dus ook een preventieve werking. De ervaringen met de drie bestaande Veilige Buurten Teams zijn positief. Buurtbewoners weten de leden van de teams steeds beter te vinden en voorzien hen van gedetailleerdere informatie. Bewoners lijken ook meer oog te krijgen voor de problemen op wijkniveau. De gevoelens van onveiligheid in de buurten zijn beperkt afgenomen. Kanttekening hierbij is wel dat de leefbaarheid in de drie betrokken buurten in Noordoost al enige tijd onder druk staat door de omvangrijke werkzaamheden rond de A2. Tot slot zijn de buurtbewoners die bekend zijn met de Veilige Buurten Teams positiever gaan denken over de aanpak van de gemeente en andere instanties dan de bewoners die de teams niet kennen. Al met al lijken de drie Veilige Buurten Teams in Maastricht Noordoost een positief effect te hebben op de ervaren leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Voor de gemeente is dit aanleiding om de teams ook elders in de stad in te voeren, om te beginnen in Mariaberg. Aanpak (notoire) overlast. Veelplegers en daders van huiselijk geweld zijn doelgroepen van het Veiligheidshuis. Ernstige situaties van overlast, maar ook van bijvoorbeeld vervuiling, kunnen, ook in Mariaberg, via het Wijkoverleg worden aangemeld bij het Veiligheidshuis. Daarnaast kan ook het Flexteam worden ingezet bij de aanpak van ernstige overlast. Aanpak drugsoverlast. De aanpak van drugsoverlast vraagt om een blijvende inzet van de politie, de gemeente, het Openbaar Ministerie en andere partners zoals het Veiligheidshuis. De inspanningen komen samen in het project Frontière. Belangrijk onderdeel is het Drugsmeldpunt, waar burgers zeven dagen per week, 24 uur per dag klachten over drugsoverlast kunnen melden. De gemeente maakt verder actief gebruik van de ‘Wet Damocles’, die het mogelijk maakt drugspanden te sluiten. In de komende jaren bekijken we welke andere mogelijkheden er zijn om in Mariaberg de gelegenheid tot het veroorzaken van drugsoverlast te verkleinen. Daarbij gaat het niet alleen om de handel in drugs, maar ook om verkeersoverlast en rivaliteit tussen drugsrunners. Naast de aanpak vanuit criminaliteitsbestrijding zal er ook extra aandacht worden gegeven aan de mogelijkheden om drugsgerelateerde overlast terug te dringen. Dit gebeurt onder andere door het bieden van informatie over de consequenties van de handel in, en het gebruik van, drugs voor omgeving en gezin, gezondheid en het opgroeien van kinderen. Ook de verdere versterking van de sociale samenhang van de buurt kan bijdragen aan het terugdringen van drugsoverlast, omdat burgers wellicht eerder bereid zijn meldingen te doen. Verkeersonveiligheid Ruttensingel. In de komende periode wordt onderzocht hoe de (ervaren) verkeersonveiligheid op de Ruttensingel verder kan worden verminderd. Eventuele maatregelen worden gecombineerd met de aanleg van de Blauwe Loper, de doorgaande fiets- en voetgangersroute die heel Mariaberg vanuit Trichterveld rechtstreeks moet verbinden met de binnenstad (zie ook par. 5.4). In afwachting van meer structurele ingrepen is er al een aanpassing rond de oversteekplaats bij de winkelstrip gerealiseerd. 4.3 – Werk en werkgelegenheid Inleiding Mariaberg kent een hoge werkloosheid en veel mensen verblijven langdurig in een uitkeringssituatie. Dat willen we de komende jaren veranderen. Werk is immers de ultieme vorm van participatie. Mensen die werken, hebben doorgaans meer sociale contacten, minder problemen en een hoger inkomen. Ze leiden in het algemeen een gezonder en actiever leven en geven het goede voorbeeld aan kinderen en (werkloze) buurtbewoners. Daarnaast draagt werken bij aan de (buurt)economie en de individuele zelfredzaamheid en eigen kracht van mensen. Een wijk waar veel mensen werken, is een gezonde wijk met een hoge mate van leefbaarheid. Het grootste deel van de mensen komt via stages, (on)betaalde banen of ondernemerschap op eigen kracht vooruit op de arbeidsmarkt. Wij willen dit extra stimuleren en versnellen, enerzijds via het bevorderen van werkgelegenheid, anderzijds door het in en met de buurt klaarstomen van mensen voor de arbeidsmarkt. Servicepunt Werk en Bemiddeling De aanpak van enerzijds werkloosheid en anderzijds inburgering vraagt om een nietvrijblijvende individuele benadering van de betrokkene in relatie tot diens omgeving. Met de Servicepunten Werk en Bemiddeling in Noordwest zijn daar goede ervaringen mee opgedaan. In Mariaberg is gedurende drie ochtenden in de week een eigen Servicepunt Werk en Bemiddeling gevestigd in het buurtcentrum. Het Servicepunt Werk en Bemiddeling richt zich ook op de bestrijding van jeugdwerkloosheid, de activering van werkzoekende alleenstaande vrouwen en het begeleiden van werkzoekenden zonder uitkering. Daarbij hebben uitval en nazorg de aandacht. Aanvullend op de individuele begeleiding wordt advies gegeven over de verschillende (inkomensafhankelijke) regelingen. De combinatie van diensten (individuele werkbegeleiding, inburgering en financieel maatwerk) geeft de meeste kans op de stap naar werk of participatie en voorkomt terugval in de oude situatie (met de daarmee gepaard gaande ‘armoedeval’). De grote bezuinigingen bij sociale zaken en re-integratie, leiden er toe dat de huidige mogelijkheden voor een gebiedsgerichte aanpak de komende periode worden onderzocht. Jongeren aan het werk Veel jongeren in Mariaberg zijn op het gebied van opleiding, motivatie, zelfstandigheid en leervermogen kwetsbaar. Ter versterking van de overgang van school naar werk bestaat er een grote behoefte aan specifieke programma’s die maatwerk leveren gericht op arbeidsmarktkwalificatie. Hier is een belangrijke rol weggelegd voor de onderwijsinstellingen in samenwerking met het (verenigd) bedrijfsleven, maatschappelijke partners en de gemeente. Het is belangrijk om stageplekken en banenperspectieven zichtbaar te maken en (ook) te ontwikkelen in de eigen buurt. Een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt is hier onontbeerlijk en vergt een samenhangende inzet op de streefbeelden ‘Jeugd, onderwijs en opvoedingsondersteuning’, ‘Werk en werkgelegenheid’ en, waar de afstand tot de arbeidsmarkt nog enorm groot is, ‘Integratie en participatie’. Het behouden en versterken van zichtbare bedrijvigheid en dus werkgelegenheid in de wijk heeft grote voordelen. Het biedt de gelegenheid om op jonge leeftijd met werk in aanraking te komen (goed voorbeeld doet goed volgen). Bovendien versterken zichtbare kleinschalige bedrijven de levendigheid en vitaliteit van de wijk. Zelfstandig ondernemerschap schept kansen voor de arbeidsmarkt, ook voor mensen zonder diploma. Om deze redenen willen wij bedrijvigheid in de wijk behouden en versterken. Zzp’ers (Zelfstandigen zonder personeel) krijgen daarbij speciale aandacht. Doelstellingen De ambitie in Mariaberg is enerzijds om het aantal (langdurig) werklozen en inactieven in de buurt te verminderen met behulp van begeleiding en financiële advisering, en anderzijds om het zittend ondernemerschap te behouden en uit te breiden en meer ruimte te creëren voor (beginnend) ondernemerschap. Werk, participatie en een reële inkomensstijging gelden daarbij als wenkend perspectief. Deze ambities worden vertaald in drie concrete doelstellingen. Het percentage niet-werkende werkzoekenden is in 2022 gedaald tot op het gemiddelde van de referentiewijken. Met de referentiewijken worden vergelijkbare woonwijken bedoeld. Het percentage mensen dat vrijwilligerswerk verricht, blijft minimaal op het gemiddelde van de referentiewijken. Momenteel ligt het percentage vrijwilligers in Mariaberg boven dit gemiddelde. Het valt te verwachten dat het percentage zal dalen als gevolg van de sociale onrust bij de herstructurering. De inzet is er op gericht deze daling te beperken. Verhogen van de deelname van jongeren aan maatschappelijke stages. In 2022 beoordelen jongeren de kennismaking met vrijwilligerswerk als positief (voldoende tot goed). Acties Welke zaken zijn de laatste jaren al in gang gezet? Jongeren@Work. Jongeren tussen de 16 en 23 jaar zonder havo-,vwo- of mbo2-diploma en zonder werk worden in Maastricht via een persoonsgerichte aanpak teruggeleid naar onderwijs of toegeleid naar werk. De gemeente coördineert daartoe een multidisciplinaire netwerkorganisatie “Expertteam J@W” en participeert actief in het onderwijsinitiatief “Leren naar vermogen” waarin VMBO/Praktijkonderwijs, VSO en ROC samenwerken om kwetsbare jongeren aan de onderkant van de arbeidsmarkt toe te leiden naar werk. Social Return. Social return wil zeggen dat opdrachtnemers van gemeentelijke aanbestedingen verplicht minimaal 5% van de aanneemsom inzetten voor arbeidsplaatsen en/of leerwerkbanen voor mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt. De methodiek heeft in de afgelopen jaren diverse mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt met succes een brug naar werk geboden. De gemeente Maastricht zet dit instrument dan ook in bij activiteiten in het kader van buurtontwikkeling. Project werkgelegenheid alleenstaande ouders. In 2010 en 2011 is in Mariaberg een project uitgevoerd om alleenstaande ouders (vaders en moeders) toe te leiden naar werk. Het project bestond onder meer uit kortdurende trainingen en aanvullende opleidingen, waarbij alle mogelijke belemmeringen voor werk, samen met de betrokkenen werden aangepakt. Het project wordt binnen de reguliere mogelijkheden van sociale zaken voortgezet. Buurtservice. In de Buurtbrök aan de Proosdijweg (zie par. 4.5) is tevens het project Buurtservice ondergebracht. Vrijwilligers voeren laagdrempelige kleine klussen in de buurt uit zonder betaling. Als tegenprestatie wordt eveneens een vrijwillige inzet gevraagd (voor wat hoort wat). In de komende jaren wordt de Buurtservice sterker verbonden met andere vrijwillige initiatieven gericht op dienstenuitruil, zoals Veur Elkaar (zie par. 4.5), en worden de activiteiten uitgebreid. Tevens zal nadrukkelijk worden geïnvesteerd in de doorstroom van mensen die via de Buurtservice als vrijwilliger werkervaring hebben opgedaan dan wel voldoende zijn geactiveerd om opnieuw de stap naar (vrijwilligers-)werk te maken. Zzp’ers In de komende jaren willen we de mogelijkheden in Mariaberg voor Zzp’ers (zelfstandigen zonder personeel) bevorderen. Het gaat hier om een gevarieerde en kansrijke groep die onder andere actief is in de dienstverlening. Zelfstandige ondernemers zijn voor elke stad van belang. Ze vormen een potentiële groeimarkt en leveren voor de stad onder meer een hoge mate van levendigheid, vitaliteit en dienstverlening op. De ‘éénpitters’ werken vaak, weinig zichtbaar, vanuit huis. Ze maken in Nederland een steeds groter deel uit van de werkende bevolking (de ‘Entrepreneurial Economy’). Ook in Maastricht zijn ze belangrijk. Onze stad heeft na Amsterdam procentueel gezien het grootste aandeel zzp’ers (13%), waarvan een groot deel gevestigd is in Mariaberg. Een ontwikkeling die mede is ontstaan door nieuwe trends (van industrie naar diensten en van grote bedrijven naar kleinere), maar ook door de economische crises en demografische transitie. Maastricht heeft de ambitie om het zelfstandig ondernemerschap te stimuleren en de ontmoeting tussen ondernemers in het nieuwe werken te faciliteren (denk aan ‘seats2meet’ en draadloos internet). Omdat Maastricht (net als Amsterdam) voorop loopt met de ‘Entrepreneurial Economy’, moeten we ons economisch beleid hieraan aanpassen. We zijn daarom op zoek naar een aanpak die past bij wat zzp’ers nodig hebben en hopen dat andere steden hier van kunnen leren. Centraal staat de vraag waar de ‘nieuwe’ bedrijven behoefte aan hebben om te kunnen groeien en sterker te worden. Uit onderzoeken komt naar voren dat het met elkaar in contact komen en opzetten van een netwerk in de directe omgeving een belangrijke behoefte is van zzp’ers. Men zoekt naar ontmoetingsplekken om opdrachten te kunnen verwerven, gezamenlijk opdrachten te kunnen vervullen, kennis uit te wisselen en te ontvangen. Ook kan hier worden gedacht aan het meer zichtbaar maken van de aan huis gevestigde zzp’er. Hoe dit concreet kan worden ingevuld, willen we gaan uitzoeken met de zzp’ers zelf. Hun behoeften staan centraal. De gemeente gaat daarom een tender uitschrijven speciaal voor zzp’ers in Maastricht Noordwest. De opdracht is om in een combinatie van minimaal twee zzp’ers uit Maastricht Noordwest een businesscase te maken waarin op circa vijf A4-tjes een plan wordt uitgewerkt dat leidt tot meer verbinding tussen de zzp’ers in Noordwest. Het beste idee kan dan mogelijk, uiteraard onder enige (financiële) voorwaarden, worden uitgevoerd. 4.4 – Jeugd, onderwijs en opvoedingsondersteuning Doelstellingen Het Ambitiedocument is gericht op alle kinderen en jongeren in Mariaberg tussen 0 en 23 jaar, alsmede hun ouders c.q. opvoeders. Vanaf 2009 is, vooruitlopend hierop, ingezet op het vergroten van de betrokkenheid van jeugdigen bij de school, het terugdringen van het schoolverzuim en, in algemene zin, het vergroten van de participatiemogelijkheden voor kinderen en jongeren. Hiervoor zijn de volgende doelstellingen geformuleerd: in 2015 maakt 90% van alle peuters in Mariaberg gebruik van een voorschoolse voorziening. Dit niveau van deelname blijft daarna behouden; in 2013 is het schoolverzuim met 50% afgenomen ten opzichte van 2009; in 2013 is het aantal vroegtijdige schoolverlaters in het middelbaar (beroeps)onderwijs in het hele stadsdeel Noordwest 50% lager dan in 2007; het verbeteren van de startpositie van jeugdigen in het leven en op de arbeidsmarkt door het verminderen van meervoudige (opvoedings)problemen in gezinnen met kinderen; het bevorderen van creatieve competenties en de cultuurparticipatie van jongeren; het bevorderen van de competenties van jeugdigen in algemene zin zodat zij zich positief kunnen ontwikkelen in de maatschappij; het vergroten van de kansen op de arbeidsmarkt van jongeren tot 27 jaar door een baan of leerwerkplek. Alle jongeren tussen 18 en 27 jaar zonder baan nemen daartoe deel aan een reïntegratietraject. Acties Wat is er tot dusver al gedaan in Mariaberg? Deelname peuterspeelzalen. In Mariaberg is door middel van een gerichte actie contact gezocht met alle ouders en opvoeders om de deelname van peuters aan de peuterspeelzaal te stimuleren. Het vanaf vroege leeftijd participeren in onderwijs heeft een positieve invloed op de ontwikkeling van het kind. Vanwege de ontmoetingsfunctie van het onderwijs heeft het daarnaast een positieve invloed op de participatie van ouders in de buurt. De actie heeft resultaat opgeleverd. Sindsdien is de deelname van peuters in Mariaberg aan de peuterspeelzalen toegenomen, tot momenteel boven 90%. Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). In juni 2009 hebben de betrokken partners het plan van aanpak CJG Maastricht vastgesteld. Dit plan is onder gemeentelijke regie verder uitgewerkt en heeft geleid tot een netwerkorganisatie CJG en een fysiek CJG in het stadsdeel Noordwest. Het CJG is sinds 2012 gevestigd in Centre Manjefiek Malberg. Het is voor Mariaberg een belangrijke plek waar ouders en opvoeders terecht kunnen met vragen over het opvoeden en opgroeien van kinderen. Na de komst van het CJG ervaart 70% van de ouders en jeugdigen een vermindering van de problematiek na ondersteuning van de CJG-adviseur. Coördinator dagarrangementen. In de stadsdelen Noordoost en Noordwest in Maastricht was tot augustus 2012 een coördinator dagarrangementen actief. Deze ontwikkelde, samen met de gemeentelijke combifunctionarissen Cultuur en Sport een gecombineerd aanbod van opvang na schoolse activiteiten en vrijetijdsbesteding, waarmee kinderen kennis kunnen maken met sport, cultuur, techniek en participatie in de buurt. De combi’s onderhouden contacten met de scholen, Stichting Trajekt, Kumulus en het CNME (Centrum voor Natuur- en Milieueducatie). Momenteel wordt er een Businesscase voor een stedelijk coördinatiepunt naschoolse activiteiten uitgewerkt door kinderopvangorganisatie MIK , heeft er uitbreiding van combifunctionarissen plaatsgevonden en vervult Trajekt aanvullende activiteiten. Kunstexpress. In het KunstExpress Maatjesproject gaan kinderen tussen 9 en 13 jaar met talent op het gebied van muziek, beeldende kunst, dans of toneel aan de slag met een volwassen ‘maatje’, een student aan een creatieve opleiding met ervaring. Het project is gestart in september 2010 en loopt drie jaar. Elk jaar worden ruim twintig kinderen begeleid en ondersteund in hun creatieve vorming. Het project vindt plaats op de Emile Weslyschool en in de Muziekgieterij. De bedoeling is de methodiek na afloop van het project in 2013 op te nemen in de reguliere activiteiten rondom jeugdigen. Terugdringen schoolverzuim. Tussen juli 2009 en juli 2011 is op de basisschool Emile Wesly een tweejarig project uitgevoerd om het schoolverzuim onder de leerlingen terug te dringen. Op basis van de resultaten tot en met 2012 kan worden geconcludeerd dat de doelstelling (in 2013 50% minder schoolverzuim dan in 2008) wordt gehaald. Het project bestond onder meer uit beloningen voor de groepen, waarvan in een maand tijd de meeste kinderen op tijd naar school kwamen. Preventie middelengebruik onder jeugdigen. Welzijnsinstelling Stichting Trajekt en Mondriaan verslavingspreventie hebben tussen 2009 en 2011 het project Proosd uitgevoerd. Doel was jongeren bewust te maken van de risico’s van het gebruik van alcohol. Met foto’s, posters en tal van activiteiten zijn jongeren gewezen op de noodzaak van verantwoord middelengebruik. In de komende tien jaar blijft de inzet op jeugd één van de drie belangrijke pijlers voor de sociale aanpak in Mariaberg. Daarbij dient de reguliere inzet van het welzijnswerk (via het kinder-, tiener- en jongerenwerk) sterker te worden verbonden met de impulsinzet vanuit dit Ambitiedocument. De focus zal verschuiven naar (het stimuleren van) de eigen kracht van jeugdigen, meer zelfstandigheid in het ontwikkelen en uitvoeren van activiteiten en het betrekken van de buurt en haar bewoners daarbij. In het project JOIN (zie par. 4.2) zijn in dit verband de afgelopen jaren goede resultaten behaald waarop kan worden voortgeborduurd. Er wordt hierbij onder andere gedacht aan een pilot Allemaal Opvoeders (gericht op de versterking van de informele sociale steun rond gezinnen) en aan de inzet van de Opvoedmethodiek Triple P (Positief Pedagogisch Programma, gericht op het versterken van competent ouderschap en het voorkomen van emotionele gedragsproblemen bij kinderen). 4.5 – Integratie en participatie Inleiding De bewoners zijn het sociaal kapitaal van Mariaberg. Hiervan wordt nog onvoldoende gebruik gemaakt. Mensen leven nog te vaak langs elkaar heen en steunen meer dan nodig is op professionals en de overheid. Ook de sociale netwerken van de verschillende bevolkingsgroepen (autochtonen, allochtonen, studenten, jeugd, ouderen, etc.) lopen nog te vaak langs elkaar heen en zijn nog te weinig met elkaar verbonden. Wij willen de sociale netwerken stimuleren, versterken en beter op elkaar laten aansluiten en actief burgerschap stimuleren. Dit betekent versterking van de gemeenschapszin door (het organiseren van) samenwerkingsactiviteiten: op straat, op de vereniging, op het internet, op het werk en in het buurtcentrum. De vrijwilligers zijn het cement om de participatie in Mariaberg te vergroten. Centraal staan het (verder) ontwikkelen van de eigen kracht van individu, groep en buurt, meer mogelijkheden om mee te doen en meer ruimte voor eigen initiatief. Dit vraagt om een daadwerkelijke invloed van de buurt op beleidsbeslissingen en de daaruit voortvloeiende projecten, dus om een andere manier van werken van professionals. Het accent verschuift van directe ondersteuning aan hulpbehoevende burgers naar het vergroten van zelfredzaamheid, zelforganisatie en buurtvermogen. Hier ligt dé uitdaging voor de bewoners, verenigingen en professionele partners. De eventuele invoering van de Wet Werken naar Vermogen en de Wet Tegenprestatie betekent op dit gebied eveneens een kans: mensen met een uitkering kunnen een tegenprestatie leveren door het doen van vrijwilligerswerk voor de buurt en/of gemeenschap. Doelstellingen Om de integratie en participatie in Mariaberg te vergroten, hebben we op dit gebied de volgende doelstellingen geformuleerd: het bevorderen van de maatschappelijke participatie in Mariaberg: het aantal personen dat actief is ter verbetering van de buurt wordt gelijk aan het gemiddelde van de overige sociale woonwijken (referentiewijken) en stijgt daarmee van 16% naar 19%; in 2020 geven de bewoners van Mariaberg een rapportcijfer voor de voorzieningen in de buurt dat minimaal gelijk is aan het gemiddelde van de referentiewijken (6,1); het vergroten van het aantal personen dat actief is in cultuuractiviteiten in de buurt en het bevorderen van de cultuurparticipatie in Mariaberg; de mate waarin bewoners aangeven voldoende contacten te hebben in de buurt blijft minimaal gelijk aan die van de referentiewijken. De score ligt nu boven die in de referentiewijken, maar de verwachting is dat deze door de fysieke ingrepen zal dalen; het versterken van de eigen kracht van bewoners en bewonersgroepen. Acties Hoe willen we deze doelstellingen bereiken? Een overzicht van de belangrijkste maatregelen, met eerst de zaken die al in gang zijn gezet. Buurtbrök. Aan de Proosdijweg in Mariaberg is de Buurtbrök gevestigd. Een laagdrempelige voorziening waar buurtbewoners elkaar kunnen ontmoeten en terecht kunnen voor koffie en/of vlaai, het lezen van de krant of een tijdschrift, computeren of internetten, spelletjes of andere gezamenlijke activiteiten zoals cursussen. Daarbij staat de behoefte en de vraag van de gebruikers/vrijwilligers centraal. Het uiteindelijke doel van de Buurtbrök voor de daarin participerende vrijwilligers is sociale stijging, met als einddoel werk (regulier vrijwilligerswerk, gesubsidieerde arbeid of reguliere arbeid) De Buurtbrök wordt gedraaid door vrijwilligers uit de buurt. De coördinatie is in handen van Trajekt. Wijkservicepunt Mariaberg. In het Buurtcentrum in Mariaberg is drie ochtenden in de week het Wijkservicepunt (WSP) geopend. Bewoners kunnen hier terecht voor informatie, advies en ondersteuning op alle leefgebieden en het gebied van regelgeving en voorzieningen. Ze krijgen deskundige informatie of worden naar de juiste plek doorverwezen. Vanuit het WSP worden burgers ook actief benaderd om te participeren in diverse activiteiten, waarbij er veel ruimte is voor eigen inbreng van bewoners en groepen. Ook is er ruimte voor professionals en vrijwilligers om activiteiten op elkaar af te stemmen en elkaar te ontmoeten. Het Wijkservicepunt Mariaberg wordt gedragen door de belangrijkste partners in het stadsdeel Noordwest en werkt volgens een eenduidig dienstverleningsconcept. Voormalige Michaelschool. De speelplaats van de voormalige Michaelschool is samen met de jongeren in Mariaberg opnieuw ingericht als speel- en ontmoetingsplek. In het gebouw hebben nieuwe gebruikers onderdak gevonden: de Harmonie Kunst door Oefening, SCM Boxing, een afdeling van de Don Boscoschool, Trajekt en Stichting Historische Reeks. Versterken bewonersinitiatieven. De buurtplatforms, verenigingen en Stichting Trajekt hebben in Mariaberg uiteenlopende samenwerkingsactiviteiten georganiseerd voor iedereen in de buurt, om daarmee de sociale samenhang te vergroten. Voorbeelden zijn Veur Elkaar (bewoners helpen elkaar via onder meer een huiskamerproject, een website en een vrijwillige hulpdienst), Welkom in de Wijk, Kunst in de Wijk (onder meer de vijftig vogelhuisjes) en het sociaal restaurant de kookPIT in de Archipelstraat (waar buurtbewoners op vaste tijden, enkele dagen in de week, tegen een lage vergoeding een maaltijd gebruiken, die wordt geserveerd door medebuurtbewoners). De positie van de buurtplatforms als representatieve partners is versterkt door hen een eigen buurtbudget te geven. Vergroten jongerenparticipatie. De participatie van de kinderen en jongeren in de buurt is versterkt door onder andere initiatieven als JOIN (zie par. 4.2) en de Kunstexpress (zie par. 4.4). In de komende jaren worden de inspanningen om de integratie en participatie in Mariaberg te vergroten verder doorgezet. Dat gebeurt op verschillende manieren. Herijking inzet welzijnswerk. Met ingang van 2015 dient de inzet van het welzijnswerk in de praktijk te zijn herijkt op basis van het gemeentelijk Wmo-beleid en de maatschappelijke ontwikkelingen. De focus gaat verschuiven naar ontplooiing, eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid, zelforganisatie en empowerment van burgers, verenigingsleven en buurten. De versnippering van het welzijnswerk wordt verminderd en de vraag en behoefte van burgers en de buurt is leidend. Activiteitenprogramma jongeren. Aan Trajekt wordt de opdracht gegeven om samen met de jongeren en buurtbewoners de behoefte van de jongeren in beeld te brengen en op basis daarvan samen een voorziening c.q. activiteitenprogramma (voor jongeren tot 12 jaar en vanaf 12 jaar) te ontwikkelen. De opzet is dat de jongeren en buurtbewoners deze voorziening c.q. dit activiteitenprogramma samen zelf kunnen (blijven) verzorgen. Doorontwikkeling Wijkservicepunt. De komende jaren gaan we het WSP Mariaberg verder doorontwikkelen. Daarbij zetten we in op een inhoudelijk integraal totaalconcept, samen met de Buurtbrök, het Servicepunt Werk en Bemiddeling, het welzijnswerk van Trajekt, de inloopfunctie van de gemeenschapsaccommodaties en overige publiekspunten (‘loketten’). Bekeken wordt welke eisen dit concept stelt aan de accommodatie. Dit laatste wordt meegenomen in de operationele visie maatschappelijke voorzieningen voor Mariaberg. 4.6 – Lichamelijke en geestelijke gezondheid Inleiding Binnen de visie op Geestelijk Gezond Maastricht is een goede gezondheid een balans van lichamelijk en psychisch welbevinden en het vermogen c.q. de mogelijkheid om actief sociaal te participeren in een sociaal veilige omgeving van sociale relaties en sociale verbanden. Gezondheid heeft dus meerdere aspecten en wordt ook mede beïnvloed door de activiteiten en maatregelen in het kader van de andere thema’s in de sociale en economische versterking van Mariaberg. Enkelvoudige interventies hebben daarom doorgaans niet of onvoldoende effect. Een meervoudige, gecoördineerde aanpak vanuit verschillende leefgebieden is effectiever. In 2011 hebben de gemeenten in Zuid-Limburg de gezamenlijke ‘Regionale nota gezondheidsbeleid Zuid-Limburg 2012-2015’ vastgesteld. Hierin zijn de maatregelen opgenomen op de gebieden waarvoor gemeenten en de rijksoverheid volgens de ‘Wet publieke gezondheid’ verantwoordelijk zijn. Het gaat om acht taakvelden: 1. infectieziektebestrijding; 2. jeugdgezondheidszorg; 3. medische milieukunde; 4. technische hygiënezorg; 5. psychosociale hulp bij ongevallen en rampen; 6. epidemiologie; 7. gezondheidsbevordering; 8. ouderengezondheidszorg. Doelstellingen Op het gebied van de geestelijke en lichamelijke gezondheid zijn voor Mariaberg de volgende doelstellingen geformuleerd: het voorkomen en verminderen van drugs- en overtollig alcoholgebruik; het percentage van jongeren met (ernstig) overgewicht is teruggebracht; het percentage jeugdigen dat onveilig vrijt, is in 2015 gedaald naar 10%; het percentage ouderen dat onvoldoende beweegt, is teruggebracht; alle bestaande en nieuwe multiprobleem-huishoudens worden begeleid met behulp van de PersoonsGerichte Aanpak. Acties Wat hebben we tot nu toe gedaan? PersoonsGerichte aanpak (PGA). Een belangrijk kader en hulpmiddel voor de bouwsteen Lichamelijke en geestelijke gezondheid is de in 2007 in Maastricht gestarte PersoonsGerichte Aanpak (PGA). Deze aanpak krijgt vorm in drie ketens: het Veiligheidshuis, de Casusaanpak Multiproblematiek en het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Professionals in deze ketens werken per stadsdeel en stedelijk met elkaar samen om multiproblematiek bij huishoudens gezamenlijk, effectief en integraal aan te pakken. We moeten dan denken aan zaken als criminaliteit, huiselijk geweld, woonoverlast, werkloosheid, gezondheidsklachten, gezinsproblemen en ontsporende jongeren. Project preventie middelengebruik jongeren. Welzijnsinstelling Stichting Trajekt en Mondriaan verslavingspreventie hebben tussen 2009 en 2011 het project Proosd uitgevoerd. Doel was jongeren bewust te maken van de risico’s van het gebruik van alcohol. Met foto’s, posters en tal van activiteiten zijn jongeren gewezen op de noodzaak van verantwoord middelengebruik (zie ook par. 4.4). Diverse bewegingsprojecten. Om bij te dragen aan het terugdringen van diabetes, overgewicht en depressie hebben diverse initiatiefnemers (GGD Zuid-Limburg, Trajekt, Bureau Sport, GroenekruisDomicura) bewegingsprojecten opgezet. Voorbeeld is het project Meer Bewegen voor Ouderen. Project (G)oud. Het project (G)oud is gericht op het vroegtijdig signaleren van lichamelijke en geestelijke gezondheidsproblemen bij 75-plussers. Onder regie van de huisarts krijgen kwetsbare ouderen een speciaal op hen toegesneden aanbod van zorg en welzijn, bedoeld om hun zelfredzaamheid te vergroten. Zichtbare Schakel. Doel van het project Zichtbare Schakel is om in buurten met veel kwetsbare bewoners extra wijkverpleegkundigen in te zetten. Als schakel tussen de diverse instellingen kunnen zij de samenhang in de zorg verbeteren. Tevens kunnen zij problemen bij buurtbewoners vroegtijdig signaleren, zodat een (verdere) verslechtering van de gezondheid kan worden voorkomen. Combifunctionaris. De gemeentelijke combifunctionaris ondersteunt bij de ontwikkeling van sport- en bewegingsactiviteiten voor en na schooltijd. De ontwikkeling van competenties en het stimuleren van ontmoetingen krijgen daarbij speciale aandacht. In de komende jaren staan de volgende zaken op het programma. Integrale aanpak jeugd(gezondheids)zorg. Om de samenhang in de jeugd(gezondheids)zorg te bevorderen, willen we komen tot een programmatisch aanbod van producten en diensten voor de jeugdgezondheidszorg (0 tot 19 jaar), de prenatale zorg, de dienstverlening van Buro Jeugdzorg en de opvoedingsondersteuning van stichting Trajekt. Dit alles gebeurt binnen de netwerkorganisatie van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Het aanbod strekt zich ook uit tot activiteiten om overgewicht en onveilig vrijen bij jongeren terug te dringen. Public Mental Health. Public Mental Health staat voor een benadering die is gericht op het bewust maken van burgers over hun gezondheid en de belangrijke rol die men daar zelf in speelt. De komende jaren worden panels georganiseerd, waarin burgers zelf aan de slag gaan met het analyseren van mogelijke gezondheidsproblemen en het bedenken van oplossingen daarvoor. Zo wordt er samen met burgers (individueel en collectief) gewerkt aan een ‘gezonde buurt’. Meer samenhang in de bewegingsactiviteiten in het kader van tegengaan van overgewicht. (voornamelijk bij jongeren) Om de slagkracht en effectiviteit te verbeteren, zetten we de komende jaren in op het programmatisch verbinden van de diverse bewegingsactiviteiten en leefstijlinterventies. In het stadsdeel Noordwest willen we in 2013 en 2014 komen tot een zogenaamde JOGGaanpak. Dit behelst een integrale aanpak om overgewicht bij jongeren terug te dringen. Hierbij gaat het om het verbinden van preventieactiviteiten op het gebied van voedingsgewoonten en bewegingsactiviteiten, waarbij vele partijen worden aangesproken en verbonden: kinderen, ouders, school, verenigingen en ondernemingen in de buurt. Een gecoördineerde aanpak van interventies door GGD, GKD, Combifunctionarissen, Gezonde School-projecten, Active Living en CJG. Fit4All. In 2013 start de soap-serie Fit4All op TVMaastricht, met daaraan gekoppeld een internetsite en verdiepende forumdisscussies. Deze crossmediaproductie heeft tot doel om de burgers bewust te maken van (geestelijke) gezondheidsheidsaspecten van allerlei aard, eigen kracht van burgers aan te boren en zonodig de drempel naar professionele hulpverlening te verlagen. In de prioritaire wijken in Noordwest worden de effecten van deze serie onderzocht door de Universiteit Maastricht. 5. RUIMTELIJKE VERANDERING 5.1 - Inleiding Zoals al gemeld in hoofdstuk 2 kent Mariaberg in ruimtelijk opzicht een aantal sterke en zwakke punten. De ruimtelijke Structuurvisie uit 2010 zet de knelpunten op een rijtje: er is een groot verschil in woningdichtheden van west (Trichterveld met 19 woningen per hectare) naar Oost (Blauwdorp met 66 woningen/hectare). Met name de dichtheid in Blauwdorp is zeer hoog te noemen, zonder dat er sprake is van hoogbouw; het bovengenoemde verschil uit zich onder meer in de hoeveelheid groen in de openbare ruimte en in de (aanwezigheid van) particuliere voortuinen. Trichterveld heeft een zeer groen karakter terwijl Blauwdorp juist een zeer stenige uitstraling heeft; in Blauwdorp is er vrijwel geen openbaar groen en zijn er te weinig speelplekken; de drie deelbuurten hebben elk hun eigen identiteit: Trichterveld is een tuindorp, Proosdijveld een parochiewijk en Blauwdorp een volksbuurt. Met de identiteit hangen typische kenmerken en (te handhaven) kwaliteiten samen. Door het ontbreken van fysieke samenhang in de structuur is er echter geen sprake van één samenhangende buurt; de Ruttensingel verstoort het woonmilieu in de aanpalende woningen en drukt op de woon- en leefkwaliteit; er is sprake van een te eenzijdig woningaanbod en te eenzijdige bevolkingssamenstelling; de voorzieningen liggen willekeurig door de buurt verspreid; Mariaberg heeft geen echt ‘hart’ of centrum. Tegenover de knelpunten staan de kansen. Mariaberg is een buurt met een rijke ontstaansgeschiedenis en een groot aantal cultuurhistorisch belangrijke gebouwen. Onder de oostzijde van Blauwdorp ligt een deel van de vestingwerken van Maastricht. Blauwdorp is een van de vroegste stedenbouwkundige ontwikkelingen buiten het oude stadscentrum, en de eerste buurt die in Maastricht is gebouwd onder de Woningwet van 1901. Het ontwerp is van Willem Jean Brender à Brandis, toenmalig stadsbouwmeester in Maastricht. Blauwdorp is gebouwd voor arbeiders en moest dienen als tegenhanger van het voor de notabelen gebouwde Villapark. Brender à Brandis integreerde in zijn stedenbouwkundig plan zoveel mogelijk de bestaande wegen, zoals de Proosdijweg en de Brouwersweg. Deze historische wegen kennen een ietwat grillig verloop, wat nu nog is te herkennen aan vooral de Proosdijweg. Blauwdorp kent, aansluitend op de opzet van de binnenstad, een concentrische opbouw. Na de Tweede Wereldoorlog tekende stadsarchitect Dingemans tussen 1947 en 1954 voor de verdere uitbreiding van Mariaberg (Proosdijveld en Trichterveld). Dingemans ging niet uit van een concentrische maar van een radiale structuur. Er is in Mariaberg daardoor sprake van twee bouwperiodes van verschillende signatuur, duidelijk zichtbaar door de toepassing van twee haaks op elkaar staande verkavelingsrichtingen. Behalve een rijke ontstaansgeschiedenis en de aanwezigheid van een aantal cultuurhistorisch belangrijk gebouwen heeft Mariaberg ook een zeer aantrekkelijke ligging nabij het centrum, groen en uitvalswegen. Het is een overgangsgebied tussen het stadscentrum en de naoorlogse woonwijken. In potentie maakt dit alles de buurt aantrekkelijk voor mensen die prijs stellen op de nabijheid van de binnenstad en een met historie overladen woonomgeving. 5.2 - Doelen van de ruimtelijke verandering De ruimtelijke verandering van Mariaberg moet bijdragen aan het ontstaan van een vitale en aantrekkelijke woonbuurt die een grote samenhang vertoont en woonmilieus biedt aan de zittende bevolking, maar ook aan gezinnen met middeninkomens, kenniswerkers en mensen uit de creatieve klasse (zie ook paragraaf 3.2). Dit Ambitiedocument gaat niet uit van forse ingrepen in de bestaande ruimtelijke structuur van Mariaberg. De voor de structuur van de buurt belangrijkste interventie is het creëren van de Blauwe Loper, een doorgaande verbinding voor fietsers en voetgangers met de binnenstad. Hiervoor zal het nodig zijn in Blauwdorp een beperkt aantal woningen te slopen. De vooralsnog grootste geplande ingreep in de woningvoorraad is het ‘plan Biedermeier’. Woonpunt wil, gefaseerd en verspreid over ruim tien jaar, 103 sociale huurwoningen slopen en vervangen door circa 80 grondgebonden woningen. Op lange termijn wordt onderzocht hoe om te gaan met de drie portieketageflats aan het Fatimaplein. Het ‘plan Biedermeier’ dateert al van vóór de opstelling van dit Ambitiedocument. Hetzelfde geldt voor de vernieuwing van Trichterveld, die nog steeds gaande is, en de herontwikkeling van het Artifort-gebouw. Dit Ambitiedocument bevat daarom geen nieuwe grote ruimtelijke ingrepen. De aanpak van Servatius van de woningen in Blauwdorp is nog onderwerp van studie (zie par. 5.5). De corporatie geeft prioriteit aan renovatie in combinatie met verdunning en vergroening. Daarmee voldoet dit document aan het uitgangspunt dat de huidige wijkaanpak meer dan voorheen zal bestaan uit kleinschalige, chirurgische ingrepen in de ruimtelijke structuur. Ingrepen die nieuwe initiatieven, waarvoor burgers en ondernemers zelf verantwoordelijk zijn, niet langer sturen maar faciliteren. Dit geldt ook voor de twee (potentiële) ontwikkellocaties in de buurt: het terrein van de Muziekgieterij (B. op de plankaart in par. 5.3) en de voormalige St. Michaelschool (I. op de plankaart in par. 5.3). Voor het terrein van de Muziekgieterij is er een overeenkomst met ontwikkelaar Romaes om te komen tot mogelijke nieuwbouw van een zorghotel. Voor de locatie van de voormalige St. Michaelschool zijn nu geen concrete plannen. In de volgende paragrafen worden de voorgestelde fysieke maatregelen voor Mariaberg nader toegelicht. Ze zijn tevens terug te vinden in de twee plankaarten, die hierna worden weergegeven (voor de fase tot 2018 en de fase na 2018). In de beschrijving van de maatregelen wordt steeds verwezen naar de aanduiding in de plankaart. 5.3 – Plankaart 5.4 – Verbindingen: de Blauwe Loper De Blauwe Loper (G. en H. op de plankaart) zien we als drager van de ruimtelijke verandering van Mariaberg. Hij kan de verschillende delen van de buurt op een logische manier met elkaar verbinden én met de binnenstad. De Blauwe Loper volgt voor een groot deel de bestaande route die in Trichterveld begint in de Madoerastraat en dan richting binnenstad overgaat in achtereenvolgens het Fatimaplein, de Gentiaanstraat, de Asterstraat en de Willem Vliegenstraat. Op deze route is er momenteel één barrière, namelijk tussen de Ruttensingel en de Proosdijweg. Fietsers moeten hier nu omrijden via de Meester Ulrichweg of Gildenweg. Het streven is om in de toekomst een doorgaande verbinding te maken voor fietsers en voetgangers, door verwerving en sloop van een aantal panden aan de Proosdijweg en Pastoor Wijnenweg. In de minimale variant gaat het dan om negen panden, waarvan het grootste deel corporatiebezit is. Om de kans op verbinding naar de binnenstad te borgen, is het nodig om bij toekomstige ontwikkelingen rond deze locatie voorwaardenscheppend te handelen en in ieder geval geen nieuwe belemmeringen te creëren. Dit geldt met name voor het bezit van Servatius. De Blauwe Loper is meer dan ‘alleen maar’ een fiets- en voetgangersroute. De nieuwe verbindingsweg kan de gezamenlijkheid in de buurt bevorderen, als een soort ader die het bloed door heel Mariaberg laat stromen. De Blauwe Loper kan daardoor als drager of trekker fungeren van nieuwe ontwikkelingen, zoals de vestiging van kleine ondernemers (zzp’ers en anderen), een verbinding van de verschillende voorzieningen in de buurt (met meer kans op spontane ontmoeting en wisselwerking) en de versterking van het woonmilieu door de verbetering van de verbinding met de binnenstad. Op sociaal gebied kan de nieuwe verbinding ook bijdragen aan het vergroten van de veiligheid, meer kansen voor de jeugd, nieuwe netwerken voor bewoners en een versterking van het buurtgevoel. Allemaal zaken die de buurt aantrekkelijker en vitaler maken en een positief effect kunnen hebben op de waarde van het vastgoed. Om de aantrekkelijkheid van de Blauwe Loper als doorgaande fiets- en looproute naar de stad te vergroten, wordt bekeken of in de Ruttensingel een ‘knik’ kan worden gemaakt, zodat een snelle doorstroming voor de fietsers en voetgangers is gewaarborgd. Hierdoor zou ook de door veel omwonenden ervaren verkeersonveiligheid in de Ruttensingel kunnen worden verminderd. De uitwerking en haalbaarheid van de Blauwe Loper zal in fases vorm krijgen. Met name de plannen van Servatius voor Blauwdorp (deze worden verwacht voorjaar 2013) zijn van belang voor de mogelijke stappen en snelheid om toe te werken naar de gewenste verbinding. Voor de financiële haalbaarheid wordt mede gekeken naar een lastenverdeling die rekening houdt met het totaal van ontwikkelingen en investeringen van partijen in de wijk. Zoals hierna aangegeven is Maasvallei actief aan de slag met de vernieuwing van Trichterveld. Deze corporatie heeft ook de Blauwe Veste reeds opgeleverd. Woonpunt bereidt de aanpak voor van het plan Biedermeier in Proosdijveld. Uit de plannen van Servatius zal voorjaar 2013 blijken welke invulling en bijdrage zij mogelijk levert in Blauwdorp. Tot slot speelt de provincie als partner een belangrijke rol. 5.5 – Verbetering woningvoorraad Op dit moment is 83% van de woningen in Mariaberg in het bezit van woningcorporaties. De sociale huurwoningen zijn in eigendom van de drie Maastrichtse corporaties: Maasvallei heeft haar bezit vooral in Trichterveld, Woonpunt in Proosdijveld en Servatius in Blauwdorp. Belangrijkste euvel van de woningvoorraad in Mariaberg is de eenzijdige samenstelling, qua eigendomscategorie (Mariaberg, met name Blauwdorp, heeft maar weinig eigen woningen) en qua woningtype. Er is ook in Mariaberg behoefte aan grondgebonden woningen met tuin voor gezinnen en appartementen voor koopkrachtige senioren. Ook is er maatwerk nodig voor mensen met creatieve beroepen, werk aan huis. Daarnaast zien we in de ontwikkeling van eigen kracht en verantwoordelijkheid dat bewoners steeds langer in hun woning blijven wonen. Daardoor is het op peil houden en zelfs opplussen van de bestaande woningvoorraad een belangrijk aandachtspunt. Om in Mariaberg de gewenste nieuwe en aantrekkelijke woonmilieus te creëren, is in de woningvoorraad een aantal ingrepen uitgevoerd, in uitvoering of gepland. Hierna volgt een overzicht met de projecten per deelbuurt. Trichterveld In juli 2010 is Maasvallei in Trichterveld (A. op de plankaart) gestart met de bouw van 206 nieuwe huur- en koopwoningen ter vervanging van de oorspronkelijke 213 noodwoningen. Aanvankelijk werden de woningen vervangen per blok van twee, steeds bij het vrijkomen als gevolg van natuurlijk verloop. In de loop van het project is het tempo verhoogd, waarbij geprobeerd is de vervanging te laten plaatsvinden in grotere bouwfases van tien tot vijftien woningen. In de praktijk bleek dit steeds lastiger, vooral vanwege de bijhorende noodzakelijke investering. De nieuwbouwwoningen zijn groter dan de oude en voldoen aan de technische en energetische eisen van deze tijd. Uiteraard zijn de plannen volledig afgestemd op het behouden van de identiteit en beeldkwaliteit van het tuindorp. Tijdens de voortgang van het project is gebleken dat de huidige aanpak te veel tijd en financieel risico met zich mee brengt. Maasvallei en de gemeente hebben in onderling overleg bekeken hoe dit kan worden verbeterd. Dit heeft geleid tot een ietwat aangepast ontwerp van de woningen, waarbij het nieuwe woningtype blijft voldoen aan de uitgangspunten met betrekking tot de gewenste woningdifferentiatie en het behoud van de identiteit en beeldkwaliteit. Het aangepaste woningtype past goed bij de reeds gebouwde nieuwbouwwoningen. Deze aanpassing betekent voor Maasvallei een minder risicovolle investering en de mogelijkheid tot realisatie per bouwblok. Hierdoor kan Maasvallei nu garant staan voor een afronding van het plan. De stapsgewijze vernieuwing van Trichterveld neemt naar verwachting nog de hele planperiode van dit Ambitiedocument in beslag. Proosdijveld Biedermeier (E. op de plankaart) Het complex Biedermeier bestaat uit 103 eengezinswoningen aan de Anjelieren-, Orchideeën-, Seringen-, Gentiaan-, Andoorn-, Marjolijn- en Anemonenstraat en de Florasingel. Vanwege de slechte kwaliteit wil eigenaar Woonpunt de woningen slopen en vervangen door 80 nieuwe grondgebonden woningen. De planvorming heeft plaatsgevonden in nauw overleg met de bewoners. Er is sprake van twee fasen, elk goed voor ongeveer de helft van de sloop- en bouwopgave. De eerste fase bestaat uit de sloop van 46 woningen aan de achterzijde van het buurtcentrum in Mariaberg en de nieuwbouw van 11 patiowoningen, 20 huureengezinswoningen, 10 koopeengezinswoningen en 60 parkeerplaatsen. De doelgroep 55+ krijgt speciale aandacht via de bouw van patiowoningen. Bij de nieuwbouw wordt de bestaande Orchideeënstraat verlegd zodat een doorlopende groenstructuur ontstaat van de Begoniastraat via de te verplaatsen Orchideeënstraat naar de Ringovenweg en het Sint Theresiaplein. Volgens plan start de sloop van de eerste fase in 2013. De tweede fase betreft de sloop/nieuwbouw van de complexen langs de Anemonenstraat. Het vrijmaken van de woningen start volgens de huidige planning in 2018. De nieuwbouw begint niet eerder dan in 2020; in 2024 zouden de laatste woningen worden opgeleverd. Ook dit plan gaat uit van bebouwing rond een nieuw groen plein. Fatimaplein (D. op de plankaart) Met de uitvoering van de tweede fase van het ‘plan Biedermeier’ komen de drie appartementenblokken aan de zuidzijde van het Fatimaplein (huisnummers 60 t/m 99) geïsoleerd te liggen en gaat de cultuurhistorische context verloren. Er zal op dat moment worden bezien hoe om te gaan met deze appartementen. Als wordt gekozen voor vervangende nieuwbouw, dient deze minimaal drie bouwlagen hoog te zijn om de ruimte rond de Fatimakerk op een heldere manier te blijven omkaderen en definiëren. Er is daarbij extra aandacht nodig voor de hoekoplossingen, die zouden moeten aansluiten op de kopgevels in de aangrenzende straten. Locatie Muziekgieterij De huidige locatie van de Muziekgieterij (voormalig ROZ-gebouw aan de Bankastraat in Proosdijveld) komt volgens planning vrij, gezien de verhuizing van de Muziekgieterij. Al eerder is een overeenkomst met ontwikkelaar Romaes BV gesloten om op betreffende locatie op termijn te komen tot nieuwbouw van een zorghotel. Gezien het vertrek van de Muziekgieterij, wordt nu overleg gevoerd met Romaes BV om te komen tot uitwerking van het initiatief. Blauwdorp Renovatie en sloop Servatius werkt aan plannen voor haar bezit in Blauwdorp. De besluitvorming hierover vindt naar verwachting in het voorjaar van 2013 plaats. Servatius geeft hoge prioriteit aan kwaliteitsborging van haar woningvoorraad. De corporatie zal bij de planning en uitvoering van haar mogelijke werkzaamheden in Blauwdorp rekening houden met de voorwaarden voor de uitwerking en vormgeving van de Blauwe Loper. Bij eventuele sloop- of renovatieplannen worden ook de mogelijkheden van vergroening en verdunning meegenomen. Recent gerealiseerd: De Blauwe Veste (F. op de plankaart) Het gebouw De Blauwe Veste aan de rand van Blauwdorp, tussen de Brouwersweg, de rotonde van Sint Annadal en de Sint Annalaan, stamt uit de 18e eeuw, uit de begintijd van de Industriële Revolutie in Maastricht. Het werd gebouwd voor de voormalige bierbrouwerij ‘De zwarte Ruiter’. Later was het in gebruik als fabriek met toonzalen van de bekende meubelfabrikant Artifort. De kelders van het gebouw hebben inmiddels de status van rijksmonument gekregen. Romaes Ontwikkeling b.v. ontwikkelde een plan voor het gebouw dat door woningcorporatie Maasvallei is uitgevoerd. In februari 2010 startte de bouw van 68 huurappartementen in de sociale en vrije sector, qua grootte variërend van 68 tot 180 m². In de markante gewelfkelders realiseerde Maasvallei 2300 m² aan bedrijfsruimte. Er zijn verder 150 boven- en ondergrondse parkeerplaatsen gemaakt. Het hele plan is in april 2012 opgeleverd en geeft met de bijzondere uitstraling en nieuwe functies een impuls aan de buurt Mariaberg. 5.6 – Groen en openbare ruimte In Mariaberg is de verhouding tussen bebouwing en groen of openbare ruimte zeer gevarieerd. Trichterveld heeft relatief veel groen en wordt omringd door pleinen. In Proosdijveld is dat iets minder het geval, maar er zijn kleinere groenzones tussen de woningen. In Blauwdorp is het groen vrijwel afwezig. Er zijn ook nauwelijks openbare ruimten, met alleen aan de randen grote verkeerspleinen en het Volksplein. Er is wel een verbinding naar het Stadspark, maar niet zo direct dat het voor de hand ligt om deze groene ruimte te benutten. Bij de ruimtelijke verandering van Mariaberg zal dan ook worden geprobeerd om, binnen de misschien beperkte mogelijkheden die er zijn, meer evenwicht te creëren tussen bebouwing, groen en openbare ruimten. Het groene karakter van Trichterveld blijft bij de transformatie van deze deelbuurt behouden. In Proosdijveld zorgt het ‘plan Biedermeier’ voor twee nieuwe groene ruimtes en een doorlopende groenstructuur van de Begoniastraat via de verplaatste Orchideeënstraat naar de Ringovenweg. In Blauwdorp is vergroening door de dichte bebouwing nu het moeilijkst tot stand te brengen. Er bestaan hiervoor momenteel geen concrete plannen. Wel bestudeert Servatius de mogelijkheid om op langere termijn een aantal woningen te slopen en te vervangen door nieuwe groene ruimtes (zie ook de vorige paragraaf). Grote ingrepen in de bestaande infrastructuur staan in Mariaberg niet op het programma, met uitzondering van de Blauwe Loper en daarmee samenhangende mogelijke aanpassing van de Ruttensingel en de verlegging van de Orchideeënstraat. 5.7 - Voorzieningen Mariaberg heeft een aantal voorzieningen voor de buurtbewoners: het Buurtcentrum Mariaberg (met daarin ook de peuterspeelzaal ‘Kinskörref’), de Don Boscoschool (met aan de achterzijde de harmonie Kunst door Oefening, SCM-Boxing, Stichting Historische Reeks en Trajekt), KookPIT en de Buurtbrök (in Blauwdorp). In de directe omgeving van Mariaberg liggen de Emile Wesly basisschool, de Lambertuskerk, het Carré-gebouw (met daarin het winkelcentrum en Backstage), de Theresiaschool (met ateliers), de Theresiakerk, het Bonnefanten College (havo/vwo) en het OrthoPedagogisch Didactisch Centrum (de verwachting is dat beiden op termijn verhuizen naar de Eenhoornsingel), diverse winkels en horecagelegenheden langs de Ruttensingel in Blauwdorp en diverse winkels aan het Volksplein. Er zijn hiermee genoeg voorzieningen in Mariaberg. Probleem is wel dat ze (te) verspreid liggen, waardoor er in de buurt geen sprake is van een duidelijk ‘hart’ waar buurtbewoners elkaar kunnen ontmoeten. Mogelijk kan de komst van de Blauwe Loper zorgen voor verbinding tussen de verschillende soorten voorzieningen. De nooit afgebouwde Fatimakerk in Proosdijveld is het meest beeldbepalende gebouw in het centrum van Mariaberg (C. op de plankaart). De kerk, eigendom van het bisdom, wordt niet meer gebruikt voor kerkdiensten. Er wordt gezocht naar een nieuwe bestemming voor het pand. 6. FASERING De uitvoering van dit strategisch Ambitiedocument gebeurt op twee niveaus. De voortschrijdende uitvoeringsprogramma’s in het kader van de Wijkenaanpak 4.0 zijn het tactische niveau. Het eerstvolgende uitvoeringsprogramma beslaat de periode 2013-2015. Dit uitvoeringsprogramma omvat zowel de sociale, economische als ook de ruimtelijke projecten die de komende drie jaar in het kader van de Wijkenaanpak onder andere in Mariaberg worden uitgevoerd. Vooral op sociaal gebied zijn projecten vaak een aanvulling en maatwerk naast de reguliere inzet die in de buurt of stads(deel)breed wordt geleverd. In Mariaberg is er op sociaal gebied al eerder een start gemaakt, wat nu al positieve effecten oplevert. Om koers te houden en de aangeduide doelen te bereiken is naast reguliere inzet ook aanvullend maatwerk nodig. Hierbij is de input van bewoners en partners in het veld essentieel. Fysieke ontwikkelingen krijgen vorm in diverse projecten, waarbij dit ambitiedocument en de verfijning hiervan als kader dient. In Mariaberg betekent dit vooral het voortzetten en invulling geven aan de nu bekende projecten in Trichterveld en Proosdijveld. En natuurlijk heeft Blauwdorp aandacht, waarbij ook Servatius nog haar keuzes maakt of en hoe hier invulling aan te geven. De resultaten van de projecten en de geleverde prestaties op het operationele niveau worden na drie jaar geëvalueerd. Op basis daarvan bepalen de betrokken partijen vervolgens gezamenlijk de prioriteiten (inhoudelijk en financieel) voor de volgende periode van twee of drie jaar. Dit krijgt dan zijn beslag in een nieuw uitvoeringsprogramma Wijkaanpak. Als onderdeel van de evaluatie wordt gebruik gemaakt van de resultaten van de buurtmonitor 2014. Aangezien deze monitor inzicht geeft in de maatschappelijke effecten, hebben we dan een beeld in hoeverre het realiseren van de doelen van dit Ambitiedocument Mariaberg op koers ligt. De buurtmonitor geeft nu vooral ‘relatieve’ informatie (scores en afwijkingen ten opzichte van het stedelijk gemiddelde). Het is wenselijk om een absolute grens in te voeren, boven welke de verbetering van Mariaberg en andere aandachtswijken als ‘voldoende’ kan worden gekwalificeerd. Deze absolute grens willen wij met ingang van 2014 aan de buurtmonitor toevoegen.