PERSBERICHT Naar aanleiding van de begrotingscontrole van de

advertisement
PERSBERICHT
Naar aanleiding van de begrotingscontrole
van de federale regering,
College van de hoven en rechtbanken
17 februari 2015
Ondanks de bestaande schulden van het verleden en het feit dat 2015 een sleuteljaar is voor de
rechterlijke organisatie om meer eigen beheersautonomie op te nemen, evolueert het budget van
Justitie van 2 miljard euro in 2014 naar 1,6 miljard in 2015. Om de afgesproken bezuinigingen te
realiseren heeft de regering alvast beslist om geen enkele vacante betrekking meer te publiceren in
afwachting van de huidige budgettaire controle. Dit betekent dat niemand die vertrekt wordt
vervangen. Voor steeds meer rechtscolleges is de toestand ondertussen onhoudbaar geworden.
Verschillende rechtscolleges kampen reeds met een invulling tot onder 80% van het wettelijk kader.
Daarbovenop heeft Justitie momenteel 101 miljoen euro aan achterstallige facturen. De erbarmelijke
financiële toestand hypothekeert ook de uitzonderlijke investeringen die nodig zijn voor de
informatisering en voor de uitvoering van een masterplan gerechtsgebouwen, inclusief een
structureel veiligheidsbeleid van de gerechtsgebouwen.
Het College is niet tegen het principe eigen beheersautonomie op te nemen, maar benadrukt dat
het overnemen van deze verantwoordelijkheden niet kan zonder extra financiële middelen, meer
beslissingsbevoegdheid, meer capaciteit én meer tijd en nuance in de besparingsvoorstellen.
Personeel is het hoogste goed in een dienstenorganisatie als Justitie. Het College van de hoven en
de rechtbanken wenst dat het wettelijke kader van magistraten en gerechtspersoneel voor 100%
wordt opgevuld. Het afsluiten van beheersovereenkomsten vanaf 1 januari 2017 is alleszins
onrealistisch. Het College is wel bereid in partnerschap met de uitvoerende en wetgevende macht
eerst de problematische budgettaire situatie van Justitie aan te pakken. Het College heeft in die zin
reeds een 10-tal pagina’s aan voorstellen voor slimme besparingen en moderne procesvoering aan
de minister van Justitie overgemaakt. De hoofdassen van deze voorstellen gaan over:
 Wijzigingen van werkprocessen;
 Informatisering;
 Betere voorbereiding van nieuwe wetgeving via een ‘wetseffectenrapport’;
 Goed gebouwenbeheer;
 Het verminderen van de input;
 Oog voor de inkomstenzijde: Justitie genereert heel wat inkomsten voor de schatkist, waarom
kan geen deel daarvan terugvloeien naar de werking van de rechterlijke macht?
Persbericht
17 februari 2015
1/6
College van de hoven en rechtbanken
1. ONDERWERP
Onze hoven en rechtbanken moeten het met STEEDS MINDER MIDDELEN stellen om STEEDS MEER
TAKEN EN OPDRACHTEN te vervullen.
Bijgevolg willen we een oproep lanceren aan de regering zodat zij rekening houdt met deze situatie
bij de begrotingscontrole van februari – maart en de middelen herziet die zij aan Justitie heeft
toegekend.
2. ONZE TAKEN EN OPDRACHTEN NA DE HERVORMING
Jaar
Tot 2014
Vanaf 2015
Opdrachten
Rechtsprekende taken
Rechtsprekende taken + autonoom beheer
‘Van nature’ en historisch gezien bestaat de ‘core business’ van de hoven en rechtbanken erin
conflicten op te lossen over familiale aangelegenheden, burgerlijke, sociale en handelszaken, en
verkeersconflicten. Die ‘core business’ omvat ook de strafzaken in de correctionele rechtbank en in
het Hof van Assisen.
De kaders en middelen werden steeds op basis van die louter ‘rechtsprekende’ taken vastgelegd.
Sinds 1 april 2014 en als gevolg van de wet van 18 februari 2014 werd ook het beheer van de gehele
gerechtelijke organisatie aan de hoven en rechtbanken ‘toevertrouwd’.
Er werden nieuwe structuren ingevoerd:
 Het College van de hoven en rechtbanken (naast het College van het Openbaar Ministerie);
 Een steundienst met als opdracht de beslissingen van het College uit te voeren en de
directiecomités te ondersteunen;
 De directiecomités in de 49 gerechtelijke entiteiten die door de wet van 1 december 2013
werden ‘opgericht’.
In principe verzet de magistratuur zich niet tegen het feit zelf voor haar beheer in te staan. Dat
neemt niet weg dat die nieuwe opdracht slechts realiseerbaar is als:
 In de rechtscolleges het wettelijk kader voor 100% ingevuld wordt om hun rechtsprekende taken
te kunnen uitvoeren;
 Ze over de nodige personele middelen kan beschikken: vervanging van gedetacheerde leden van
het College in hun rechtscollege;
 Er voldoende budget vrij is voor een voldoende performante steundienst;
 Er functioneringsregels zijn voor de beslissingsorganen (bijvoorbeeld het gemeenschappelijk
beheerscomité) zodat de rechterlijke macht niet steeds in de minderheid is, zoals nu het geval is;
 Er een toereikende overgangsperiode komt om de hervorming in te voeren. Het is niet realistisch
om tegen 1 januari 2017 een eerste beheersovereenkomst te sluiten.
Persbericht
17 februari 2015
2/6
College van de hoven en rechtbanken
3. ONZE BEPERKTE MIDDELEN: DE CIJFERS
Van 2 miljard euro naar 1.6 miljard euro, en de bestaande schulden nog te betalen.
Budget van:
Personeel: - 12%,
Werkingskosten: -28%,
Investeringen: - 33%.
3.1.
Besparingen op personeel
Het regeerakkoord van 9 oktober 2014 voorziet in de periode 2015-2019 een besparing van 12% op
personeel, 28% op werkingskosten en 33% op investeringen. Het grootste accent van de besparingen
komt te liggen in het eerste jaar, 2015, met respectievelijk een besparing van 4% op personeel, 20%
op werkingskosten en 22% op investeringen. De geplande lineaire bezuinigingen op de hoven en
rechtbanken dreigen een gerechtelijk infarct te veroorzaken. Een minimaal aanvaardbare goede
werking van de hoven en rechtbanken die de rechterlijke macht of de derde pijler van de rechtsstaat
uitmaken is in gevaar. De wetgevende en uitvoerende macht laten begaan.
Daarbij mag niet uit het oog verloren worden dat er binnen de rechterlijke orde in 2013 en de
voorgaande jaren ook al flink bespaard werd op personeelskosten. Waar het kader van magistraten
van de zetel volgens de terzake geldende wettelijke bepalingen 1716 magistraten telt, bedroeg het
aantal magistraten eind 2013 nog slechts 1627, hetzij een daling met meer dan 5%. Het totale
wettelijke personeelskader van het griffiepersoneel bedraagt 4629 VTE. Tijdens vorige
regeerperiodes werd dit aantal uitgebreid tot 4836 VTE om het hoofd te bieden aan bijkomende
werklast. Per 31 december 2013 waren er slechts 4482,97 VTE, hetzij een tekort van meer dan 7%.
Volgens de beslissing van de Ministerraad van 15 oktober 2014 blijft het bovendien niet bij een
eenmalige bezuiniging van 4% in 2015, maar zal er bijkomend nog eens 2% moeten worden
bespaard, elk van de jaren 2016 – 2019.
3.2.
Besparingen op werkingskosten en gerechtskosten
Het personeelstekort is uiteraard een gevolg van een tekort aan budget, maar dit blijkt ook uit
andere budgetposten.
De budgetten, die in het verleden werden toegekend voor de werkingskosten en de gerechtskosten,
waren op geen enkel ogenblik toereikend om de werkelijke uitgaven te dekken. In totaal heeft
Justitie momenteel zo een 101 miljoen euro aan achterstallige facturen. Dit wil zeggen facturen van
2014 die naar het budget van 2015 worden doorgeschoven. 48 miljoen of afgerond 50% van het
bedrag aan achterstallige facturen hebben betrekking op de rechterlijke organisatie.
36 miljoen daarvan zijn gerechtskosten. In 2014 zijn er voor plusminus 100 miljoen aan achterstallige
facturen vereffend. Voor 2015 worden ministens evenveel kosten verwacht. Het budget oor 2015 is
echter 72 miljoen (door besparing met 20%) en de nu al ingebrachte facturen van 2014 die nog
wachten op betaling op het voorziene budget van 2015 bedragen al plusminus 36 miljoen euro. Dit
betekent grosso modo dat in 2015 (72-36=36/100) 40% van het budget 2015 overblijft voor de te
verwachten facturen inzake gerechtskosten.
De werkingskosten gaan van afgerond 60 miljoen euro in 2014 (door besparing met 20%) naar 48
miljoen euro in 2015 en het tekort van openstaande facturen van 2014 bedraagt eind januari nog 12
miljoen euro, die voornamelijk postkosten zijn. Voor 2015 worden ministens evenveel kosten
verwacht dan in 2014. Dit betekent grosso modo dat in 2015 60% (48-12=36/60) van het budget
overblijft voor de te verwachten facturen inzake werkingskosten.
Persbericht
17 februari 2015
3/6
College van de hoven en rechtbanken
3.3.
Investeringen
De erbarmelijke financiële toestand hypothekeert ook de uitzonderlijke investeringen die nodig zijn
voor de informatisering en voor de uitvoering van een masterplan gerechtsgebouwen, inclusief een
structureel veiligheidsbeleid van de gerechtsgebouwen. Deze investeringen zijn nochtans
onontbeerlijk om een basiswerking te kunnen garanderen en om de hervorming van Justitie te
kunnen uitvoeren.
4. ONZE CONCRETE VOORBEELDEN VAN OP HET TERREIN
Om de afgesproken bezuinigingen te realiseren heeft de regering alvast beslist om geen enkele
vacante betrekking meer te publiceren in afwachting van de huidige budgettaire controle. Dit
betekent dat niemand die vertrekt wordt vervangen. Aangezien de besparingen lineair zijn, moet
men maar de pech hebben dat er toevallig in een gerechtelijke entiteit een vacature openstaat of
iemand op pensioen gaat.
Als de besparing van 4% in 2015 wordt aangehouden, zal volgens de minister slechts één op zes
magistraten kunnen vervangen worden en zal er geen personeelslid kunnen vervangen worden, er
zouden zelfs verplichte afvloeiingen moeten gebeuren. Voor steeds meer rechtscolleges is de
toestand ondertussen onhoudbaar geworden.
Uit een bevraging van de minister van Justitie deze maand bij de hoven en rechtbanken blijkt
bijvoorbeeld:
 In de Rechtbank eerste aanleg Oost-Vlaanderen is er voor 2015 een magistratenkorps van 78%
van het wettelijk kader en de besparing moet nog beginnen;
 De Nederlandstalige rechtbank van koophandel van Brussel heeft voor 2015 een
magistratenkorps van 65% van het wettelijk kader en de besparing moet nog beginnen;
 In het arbeidshof Luik is er een magistratenkorps van 70% van het wettelijk kader voor 2015 en
de komende 4 jaar wordt verwacht dat daarvan 30% van de magistraten op pensioen gaat;
 Per vredegerecht zetelt er bij definitie één magistraat. Gaat men louter op basis van het toeval
dat er in één of andere locatie een vrederechter op pensioen gaat het principe van de ‘justice de
proximité’ verlaten?
 …
5. ONZE VOORSTELLEN
Om tegemoet te komen aan bovenstaande problematische situatie dringt het College van de hoven
en rechtbanken aan op extra financiële middelen voor Justitie, meer beslissingsbevoegdheid en
capaciteit voor het College en meer tijd en nuance in de besparingsvoorstellen.
Het College van de hoven en de rechtbanken wenst dat het wettelijke kader van magistraten en
gerechtspersoneel voor 100% wordt ingevuld. Doordat het zwaartepunt van de lineaire besparingen
in 2015 ligt, zijn de gevolgen op korte termijn dramatisch. Als de uitvoerende macht anders beslist
dan 100% invulling van het kader, is een degelijke basiswerking van de rechterlijke macht in gevaar.
Het College wijst op de risico’s:
 De realisatie van de geplande lineaire besparingen op personeel tijdens de jaren 2015-2019
tonen aan dat de gemiddelde doorlooptijd zal toenemen tot een aanzienlijke verlenging van de
Persbericht
17 februari 2015
4/6
College van de hoven en rechtbanken

afhandelingstijden met plusminus 6 maanden. Dit staat in schril contrast met de aankondigingen
van de minister dat hij de gerechtelijke achterstand wil wegwerken door de duur van een proces,
van inleiding tot eerste uitspraak, te beperken tot maximaal één jaar.
Als er wordt afgeweken van de invulling van de kaders, en daarbij geen rekening wordt gehouden
met de wetgeving van 2014 dat de personeelskaders worden besproken na een evaluatie van de
werklastmeting eind 2015, gaat het College er van uit dat de schaarse middelen op basis van
objectieve criteria worden toegekend. Minimum verwacht het College transparantie over de
prioriteiten die de minister stelt in de verdeling van schaarse personeelsmiddelen. De bezoeken
van de minister aan de ressorten om in het kader van de besparingen vast te stellen waar de
grootste noden zijn en daaraan voorrang te geven bij vacant verklaringen zijn daarbij vooralsnog
geen geruststelling.
1)
Het College van de hoven en rechtbanken wenst geen failliet departement Justitie over te
nemen. Justitie is niet klaar voor eerste beheersovereenkomsten vanaf januari 2017. Er is
onvoldoende professioneel administratief personeel aanwezig bij de FOD Justitie, het College of de
hoven en rechtbanken. De basisvoorwaarden en tools om te komen tot beheersovereenkomsten zijn
niet aanwezig. Het voorbeeld aanhalen dat niemand binnen Justitie weet hoeveel effectief personeel
er in de hoven en rechtbanken is, illustreert deze stelling. Op voorwaarde dat de impact en de
beslissingsbevoegdheid van het College evenredig is met zijn wettelijke bevoegdheden, wenst het
College in partnerschap met de minister van Justitie, de FOD Justitie en het Openbaar Ministerie,
de problematische budgettaire situatie van Justitie eerst aan te pakken vooraleer zaken
overgenomen worden door de rechterlijke macht. Het College van de hoven en rechtbanken heeft
daartoe reeds een ‘kerntakendebat’ aangeboden. Ook heeft het College in die zin reeds een 10-tal
pagina’s aan voorstellen voor slimme besparingen en moderne procesvoering aan de minister van
Justitie overgemaakt. Enkele voorbeelden van deze slimme besparingen:
 In België worden er per jaar ongeveer 100 assisenzaken behandeld waarvoor een 15-tal VTE
magistraten nodig zijn. Als diezelfde 15 VTE magistraten in dezelfde periode vonnissen/arresten
zouden schrijven, zouden ze ongeveer 1500 dossiers kunnen afhandelen. Of anders, een
assisenzaak neemt een volle week (40u) pleittijd in beslag terwijl dit dossier volgens de reguliere
correctionele procedure gemiddeld 1,5 uur tijd in beslag neemt. De magistratuur pleit voor een
afschaffing van assisenzaken;
 De 12 miljoen aan achterstallige facturen aan post-kosten kunnen verminderd worden door
voorstellen als bv. de nodeloze gerechtsbrieven en aangetekende zendingen af te bouwen;
 …
2)
Informatisering
Het College heeft reeds in 2012 in overleg met de verschillende partners van Justitie strategische ICTkrachtlijnen vastgelegd om te komen tot een “rechtbank van de toekomst” met bijvoorbeeld egriffies en elektronische rechtsplegingsdossiers. De hoven en rechtbanken krijgen echter
onvoldoende middelen om de strategische krachtlijnen uit te voeren. Deze investeringen zullen zich
op relatief korte termijn terugverdienen. In 2015 wordt het beschikbare budget nog kleiner, door een
lineaire besparing van 20%. Deze budgettaire beslissingen stroken niet met de boodschap dat de
informatisering van Justitie een prioriteit is.
3)
Er is een reductie mogelijk van de meer dan 300 lokale gerechtelijke entiteiten/sites naar
maximum een 200-tal goed uitgeruste gerechtsgebouwen. De Regie der Gebouwen heeft hier een
kans om de vlucht vooruit te nemen. Dergelijke investeringen zou ook de papieren versie van de
wettelijke hervorming van het gerechtelijk landschap van 2014 werkelijk concreet maken.
Persbericht
17 februari 2015
5/6
College van de hoven en rechtbanken
4)
Bijzondere aandacht wenst het College als vertegenwoordiger van de rechtsprekende
macht voor meer kwaliteit van de wetgeving. Het parlementair Comité, dat sinds 2007 belast is om
de federale wetgeving te evalueren en de kwaliteit ervan te verbeteren, lijkt als formule niet te
werken. Daarenboven komt dat men naast herstellen ook moet voorkomen. Men stelt vast dat er
heel wat wetgevende initiatieven gelanceerd worden, zonder de impact en de haalbaarheid
(financieel, tijd, en met de beschikbare middelen naar personeel en infrastructuur) ervan in te
schatten. Het College stelt voor dat de wetgever elke nieuwe wet onderwerpt aan een
“wetgevingseffectenrapport”. Er moet komaf gemaakt worden met permanente reparatiewetten om
de gaten te dichten. Illustratief kan verwezen worden naar wetgevingen inzake de hervorming van
het gerechtelijk landschap, de familierechtbank, de tuchtrechtbanken, de splitsing van BHV, de wet
‘natuurlijke rechter’ die de instroom bij de rechtbanken van koophandel met meer dan 50% doet
stijgen, ... .
5)
Naast de slimme besparingen in de procesvoering en informatisering wenst het College
trouwens ook te benadrukken dat de wetgever zou kunnen werken aan de inputzijde, bijvoorbeeld:

Verwerpen/aanvaarden van nalatenschappen, homologatie van echtscheiding in onderlinge
toestemming, … zouden via de notaris, maar zonder tussenkomst van de rechtbank kunnen;

Thans worden zittingen van vele vredegerechten wekelijks overbelast met reeksen
invorderingen van geldschulden (energiefacturen, telefonie, internet, ziekenhuizen,
parkeerretributies, enz.) waarvan het overgrote merendeel bij verstek wordt behandeld. Het
voorstel is deze verstekvonnissen te vervangen door een eenzijdige betalingsbevelprocedure.
Eenzelfde ingreep en voordeel is er voor verstekvonnissen RSZ;

Aangifte van schuldvordering bij faillissement zou niet bij de rechtbanken van koophandel
kunnen gebeuren, maar rechtstreeks bij de curator;

Het lijkt logisch dat de organisatie van de verkiezingen niet langer door de voorzitter en de
vrederechter georganiseerd wordt maar door het departement van Binnenlandse Zaken en/of
de lokale besturen (provincies en gemeenten);

….
6)
Niet enkel besparingen op Justitie moeten bespreekbaar worden gemaakt, ook dient er oog
te zijn voor de inkomstenzijde. Justitie genereert heel wat inkomsten voor de schatkist, waarom kan
geen deel daarvan terugvloeien naar de werking van de rechterlijke macht? Bijvoorbeeld:

Gelden voor verbeurdverklaringen door COIV kunnen (tijdelijk) gebruikt worden om het beheer
van de overtuigingsstukken of de betaling van gerechtskosten op punt te krijgen;

Gelden van boetes invorderen naar analogie met het huidige verkeersboetefonds;

De Ministerraad heeft deze maand de rolrechten hervormd. Deze modernisering van de
griffierechten brengt alleszins 20 miljoen extra recurrent op voor de Schatkist, maar waarom kan
hiervan niets naar de goede werking van die griffies terugvloeien;

Als 50% van deze besparingen op het inkrimpen van aantal gerechtsgebouwen zou terugvloeien
naar Justitie, zou al veel mogelijk zijn. Deze inkomsten zouden geherinvesteerd kunnen worden
in bijvoorbeeld de aanwerving van administratief personeel of in maatregelen ter bevordering
van de veiligheid van de gerechtsgebouwen. Er is naar aanleiding van recente terreurdreiging
eens te meer gebleken dat België ten opzichte van zijn buurlanden de uitzondering is waar
gerechtsgebouwen geen permanente toegangsbewaking hebben.
Persbericht
17 februari 2015
6/6
Download