Geens gaat trager besparen dan de rest De Standaard 12/12/2014 (Marjan Justaert) Als de opgelegde lineaire besparingen doorgevoerd worden, kan Justitie onmogelijk functioneren wegens te weinig personeel. Minister Koen Geens (CD&V) wil het apparaat overeind houden via een kunstgreep: hij gaat eerst minder, en vervolgens meer besparen dan zijn collega’s. Alle overheidsdiensten moeten besparen op personeel: 4 procent in 2015, telkens 2 procent in de drie jaren nadien. Voor Justitie is dat een ramp. Het zou betekenen dat er van de 119 magistraten die volgend jaar vervangen moeten worden, slechts 21 betaald kunnen worden. Voor de 124 griffiers en 138 cipiers die vervangen moeten worden, is er 0 euro. Meer nog: het budget volstaat zelfs niet om alle overblijvende leden van het gerechts- en gevangenispersoneel te betalen. Tel daarbij het gegeven dat slechts 15 procent van alle medewerkers van Justitie op contractuele basis aan de slag is – de rest is statutair – en het zal niet verbazen dat de besparing simpelweg onmogelijk wordt genoemd door alle actoren. ‘Justitie is een logge tanker, die de soepelheid ontbeert om zo’n schok te doorstaan’, luidt het. Ook de minister beseft dat en heeft daarom een plan uitgedokterd om zonder extra geld – want dat ís er niet – zijn departement door de besparingen te loodsen. In plaats van onmiddellijk 4 en vervolgens telkens 2 procent te besparen, wil hij de regering voorstellen om voor Justitie een uitzondering te maken en een ander ritme goed te keuren. In 2015 bijvoorbeeld 1 of 2 procent, en de daaropvolgende jaren stelselmatig meer. 1, 2, 3 en tot slot 4 procent bijvoorbeeld. Of 2-2-3-3. Bedoeling is dat de totale besparing op vier jaar tijd dezelfde blijft, maar draaglijker. In 2017 en 2018 zou Justitie volgens Geens wel een forse besparing aankunnen, want dat moeten zijn financiële reorganisatie én inhoudelijke hervorming voor kwaliteits- en efficiëntiewinst hebben gezorgd. ‘Als we volgend jaar een kleinere inspanning doen dan voorzien, weegt dat natuurlijk op de federale begroting. Daarom wil ik een beroep doen op de interdepartementale provisie (een buffer die jaarlijks wordt vastgelegd voor onverwachte uitgaven, red.), waarin tientallen miljoenen voorzien zijn voor personeelskredieten.’ Geens heeft nog geen akkoord van zijn collega’s in de federale regering op zak, maar voelt veel begrip voor de specificiteit en rigiditeit van zijn departement. Eind januari presenteert hij zijn gedetailleerde plan. MINISTER GEENS WIL EIND JANUARI BLAUWDRUK VAN HISTORISCHE FINANCIËLE REORGANISATIE Alleen ingenieus plan kan failliet Justitie afwenden Nu Justitie niet meer ontsnapt aan de besparingsdans, bereikt de dramatische financiële toestand een dieptepunt. Minister Geens erkent het naderend onheil. Hij kán niet anders dan de augiasstal uitmesten, want er valt nergens een loterij-jackpot te winnen. 1 De cijfers liegen niet. Terwijl de kosten jaar na jaar toenemen, slinkt het budget. En geen klein beetje: voor het eerst in jaren is Justitie verplicht om zich – net als alle andere departementen – te houden aan de lineaire besparingen. Voor 2015 betekent dat 20 procent op de werkingskosten, 20 procent op de investeringen en 4 procent op personeel. Toveren kan niemand. Er moet dus een andere oplossing gezocht worden, aldus minister Koen Geens (CD&V) in de commissie Justitie. Met een slimme truc – door voor Justitie een uitzondering af te dwingen en in te spelen op het ritme van de besparingen – wil hij alsnog het besparingsdoel halen in 2019 op het vlak van personeel. Sneeuwbaleffect Maar voor de besparing op de werkingskosten kan Geens die uitzondering niet afdwingen. Op dat vlak zit iedereen immers in hetzelfde schuitje. Waar het voorziene krediet dit jaar nog 174,8 miljoen euro bedroeg, zal dat volgend jaar 132,1 miljoen zijn. Vrouwe Justitia kijkt ook nog aan tegen een schuldenberg van ettelijke miljoenen. Gerechtstolken kunnen niet meer worden betaald, speekseltests niet meer uitgevoerd, artsen en ziekenhuizen hebben nog 46 miljoen euro te goed... ‘Bovendien’, geeft de minister toe, ‘is de kans reëel dat er een sneeuwbaleffect ontstaat doordat het jaarlijks budget krimpt, de kosten blijven stijgen, de achterstallen dus groeien en een steeds groter deel van het budget voor een volgend jaar moet worden gebruikt om schulden te delgen van vorig jaar.’ Geens komt tot een dubbele diagnose. Enerzijds wordt er nog te veel geld uitgegeven aan ‘voorbijgestreefde kosten’ zoals postzegels (12 miljoen), aangetekende zendingen (8 miljoen) en dagvaardingen (21 miljoen). Anderzijds kan Justitie haar schaalvoordeel beter uitbuiten. ‘Als we dat doen bij de aanschaf van telefoon- en telefoontapdiensten bijvoorbeeld, zouden we onmiddellijk 7 miljoen besparen.’ 2 Om de schuldenput te dempen zal hij evenwel wat boterhammen extra moeten eten: op dit moment bedraagt de totaalwaarde aan achterstallige facturen 108 miljoen euro, intussen is daar al voor 30 miljoen aan ‘nieuwe’ facturen bijgekomen. Geens is er wel in geslaagd om 61 miljoen extra los te peuteren. ‘De oudste schulden en kleinste schuldeisers krijgen voorrang.’ Collectieve wasserijen Ook binnen het gevangeniswezen kunnen en moeten er nog ‘efficiëntiewinsten’ geboekt worden. Geens is niet tegen de idee om via een andere dagindeling intra muros een besparing te realiseren, maar wil vooral in overleg met de cipiersvakbonden tot een gedragen pakket slimme maatregelen komen. Hij moet op eieren lopen want dinsdag, de dag waarop het overleg officieel start, kondigt het ACV een staking aan in alle gevangenissen. Wat wél al meteen kan opbrengen, is een rationaliseringsoperatie – denk aan een gemeenschappelijke catering en de ‘collectivisering van onze wasserijdiensten’. ‘Er kán dus wel wat op de werkingskosten bespaard worden’, besluit Geens. ‘Sommige van die besparingen vergen een wetswijziging en zullen deel uitmaken van mijn potpourriontwerp. Andere besparingen zullen het gevolg zijn van goed management of investeringen.’ Het investeringsbudget gaat van 47,5 miljoen euro dit jaar naar 30 miljoen volgend jaar. De minister geeft toe dat er op het vlak van informatisering ‘ruimte is voor verbetering’, maar bestrijdt de these van de magistratuur dat België wat ICT betreft op het niveau van Oekraïne zit. ‘Ons land besteedt tussen 2,5 en 3,5 procent van zijn justitiebudget aan informatica, dat zit tussen Frankrijk en Duitsland.’ ‘Kwaliteit en efficiëntie zullen hand in hand moeten gaan’, leert hij daaruit. Een en ander vergt een grootse financiële reorganisatie van het hele apparaat. Een omwenteling van ongeziene schaal, die echter broodnodig is, dat geeft ook de oppositie toe. 3