Van een onderneming A met de hoofdvestiging in Nederland en zijn

advertisement
HERKANSING INTERNATIONALE ECONOMISCHE BETREKKINGEN
IEBVH1CEO1
28 januari 2005
12.15-14.15 uur
1
________________________________________________________________________
Van een onderneming A met de hoofdvestiging in Nederland en zijn concurrent B, een
Japans bedrijf zijn de volgende gegevens bekend:
TABEL 1
Valutastructuur van kosten en opbrengsten van onderneming A en concurrent B
Inkoopkosten
Productiekosten
Verkoopopbrengsten
Onderneming A
EUR
EUR
EUR, GBP
(Nederland)
Concurrent B
USD
JPY
EUR, JPY en GBP
(Japan)
USD = Amerikaanse dollar; EUR = euro; GBP = Britse pond; JPY = Japanse yen.
TABEL 2
Rentetarieven en wisselkoersen
Geldmarktrente
Nederland
Japan
Verenigd
Koninkrijk
Verenigde Staten
Kapitaalmarktrente
2,17%
0,05%
4,86%
3,60%
1,39%
4,51%
Wisselkoers t.o.v.
euro
1
139,17
0,69190
2,47%
4,14%
1,3305
tarieven van 10 december 2004
1.
De invloed van wisselkoersen op de winstgevendheid van een onderneming kan
zeer groot zijn. De onderneming zal in haar doelstellingen moeten vastleggen in
hoeverre men bereid is valutarisico’s te accepteren. Men heeft hierbij de keuze uit
drie mogelijkheden.
Welke drie mogelijke strategieën van valutarisicobeheer zijn dit? Geef een korte
omschrijving.
2.
Welke vier vormen van valutarisico kunnen worden onderscheiden?
3.
Omschrijf, behalve voor het translatierisico, voor onderneming A welke van de
uit vraag 2 genoemde risico’s men loopt en in welke valuta.
4.
Doe hetzelfde voor de concurrent, onderneming B.
5.
Bereken de rentetermijnstructuur voor het Verenigd Koninkrijk.
6.
Welke conclusie kun je trekken uit de rentetermijnstructuur van het Verenigd
Koninkrijk?
HERKANSING INTERNATIONALE ECONOMISCHE BETREKKINGEN
IEBVH1CEO1
28 januari 2005
12.15-14.15 uur
2
________________________________________________________________________
7.
Voor welk van de landen uit tabel 2 zijn de conjuncturele vooruitzichten het
gunstigst? Verklaar je antwoord.
8.
Bereken de verwachte koersverandering van het GBP t.o.v. de EUR over drie
maanden. Geef ook aan of het om een stijging of daling van het GBP gaat.
9.
Stel dat onderneming A besluit het valutarisico in GBP af te dekken op de
valutatermijnmarkt. Omschrijf hoe deze transactie eruit zal zien.
10.
Zal de termijnkoers van de EUR t.o.v. GBP een agio of een disagio doen?
Verklaar je antwoord.
Onderstaande vragen hebben betrekking op bijlage 1 en 2. Waarbij bijlage 1 uit de MEV
2005 komt (publicatie september 2004) en bijlage 2 uit “de Volkskrant” van 10 december
2004.
11.
In bijlage 2 voorspelt het CPB dat de economische groei in Nederland in 2005
lager zal zijn dan verwacht i.v.m. de vertraging van de groei van de
wereldeconomie.
Op welke variabele in de tabel van bijlage 1 heeft deze vertraging direct invloed?
Verklaar je antwoord.
12.
Op welke twee variabelen in de tabel van bijlage 1 heeft de dure euro direct
invloed? Verklaar je antwoord. Geef hierbij ook aan of deze variabelen naar
boven of naar beneden bijgesteld moeten worden.
13.
Op welke variabele in de tabel van bijlage 1 heeft de opgelopen olieprijs direct
invloed? Verklaar je antwoord.
14.
Voldoet het begrotingstekort van 2,25% in 2005 (zie bijlage 2) aan de EMU
norm? Verklaar je antwoord.
15.
Bereken m.b.v. de cijfers uit bijlage 1 de ontwikkeling van de koopkracht van de
loonsom (reële loonsom per werknemer marktsector) in 2005.
EINDE TENTAMEN
HERKANSING INTERNATIONALE ECONOMISCHE BETREKKINGEN
IEBVH1CEO1
28 januari 2005
12.15-14.15 uur
3
________________________________________________________________________
Antwoorden
1. full cover (risicominimalisatie), no cover (kostenminimalisatie), select cover.
2. pretransactierisico, transactierisico, translatierisico, economisch of structureel
risico.
3. alleen transactie en economisch risico in GBP.
4. pretransactie-, transactie-, en economisch risico in USD, EUR en GBP.
5. 4,51 – 4,86.
6. omgekeerde rentestructuur duidt op een conjunctuuromslag (laagconjunctuur)
7. VS, hebben de meest steile rentetructuur.
8. rente in VK hoger, dus depreciatie GBP met 4,86-2,17/4.
9. ze verkopen termijnponden.
10. termijnkoers van de euro zal een agio doen, omdat de rente in de EMU lager ligt.
11. goederenuitvoer.
12. prijspeil goedereninvoer, naar beneden en goederenuitvoer, naar beneden.
13. op het binnenlandse prijspeil.
14. Ja, is onder de 3%.
15. 0,5 – 1,25%
Download