Strijdendegescheidenouders,hunkinderenenhunnetwerk Vantunnelvisienaarreflectie JustinevanLawick1 Menleest,hoortenpraatdelaatstetijdveelovervechtscheidingen:overgescheidenouders diestrijdenoverwonen,zorgtaken,geld,enoveralwatdezorgvoorhunkinderen aangaat.Hunstrijdgaatechternietoverdescheiding,maaroverhunouderschap. Kinderenrakenkneltussenoudersdieelkaaralstrijdenddemoniseren.DeinHaarlem ontwikkeldemethode‘KinderenuitdeKnel’iwilmeteengroepsaanpakvoorouders, kinderenenhunnetwerkbewerkstelligendatkinderen,oudersennetwerkzichbevrijden uitdedestructievepatronenwaarinallengevangenzitten. Scheiden? Niemand houdt van scheiden: de van vanzelfsprekendheid die er niet meer is, alle veranderingen en het zoeken naar nieuw evenwicht. Toch verloopt 70 tot 80 % van de scheidingen goed genoeg. Ouders houden de kinderen in hun aandacht en stellen hen centraal bij het scheiden. De andere ouder wordt niet bestreden; gezamenlijk werken ze aan een goede leefsituatie voor alle betrokkenen en ook de kinderen vinden een nieuwe balans. ‘Vechtscheidingen’? Ongeveer een vijfde van de scheidingen verzandt in een gevecht om de kinderen. De ouders wantrouwen elkaar en denken hun kinderen te moeten beschermen tegen de andere, de ‘slechte’, ‘beschadigende’ ouder. Zij ervaren zichzelf als de ouder die beter zorgt en gaan ervan uit dat hun kind dezelfde pijn ervaart als zijzelf in relatie met de andere ouder Vaak veronderstellen zij psychopathologie bij de ander en de bewijzen vinden ze op internet. Moeders krijgen het label ‘ borderline’ of ‘obsessief-compulsief’ en vaders ‘zijn’ autistisch, narcistisch, psychopaat, of een combinatie. Ieders netwerk raakt al gauw betrokken: grootouders, familie, vrienden, buren, sportclubs en school, plus het professionele netwerk: hulpverleners, mediators, advocaten, rechters en voogden. Want ook professionals kunnen betrokken raken in de strijd. Ook hun lukt het niet altijd om ‘te denken over’ en om diverse visies tegelijk te begrijpen. Wat is nog de ‘werkelijke’ waarheid? Ouders, en niet zelden professionals, lijden aan tunnelvisie, en om sterker te staan delen zij hun monoloog met zoveel mogelijk anderen. De kinderen zijn dan niet meer in beeld. Kinderen uit de knel Het Lorentzhuis (centrum voor systeemtherapie, opleiding en consultatie in Haarlem) en het KJTC (Kinder- en Jeugd Trauma Centrum in Haarlem) werken vanaf 2012 aan een groepsinterventie voor strijdende gescheiden ouders en hun kinderen. Dit leidde tot het project Kinderen uit de Knel (www.kinderenuitdeknel.nl, Lawick, M.J. van & Visser, M.M., 2014)). Zes ouderparen en hun kinderen (4-18 jaar) worden daarbij tegelijkertijd behandeld. Twee therapeuten werken met de oudergroep, twee kindertherapeuten in een andere kamer met de kinderen. Er zijn twee intakegesprekken, een informatienetwerkavond en acht groepszittingen. Hoewel veel van de kinderen diverse symptomen te zien geven, ligt het zwaartepunt van deze aanpak bij de ouders. 1MetdankaanMargreetVisserdie‘kinderenuitdeknel’medeheeftontwikkeld De kinderen worden uitgenodigd om met tekeningen, graffiti, foto, film, muziek, dans, lego of andere creatieve middelen uit te drukken hoe zij de situatie thuis ervaren. Deze creatieve expressies worden getoond aan de ouders en de therapeuten in de zesde zitting van het groepsprogramma. De kinderen helpen elkaar, spelen tussendoor, praten erover (het hoeft niet) en delen hun ervaringen. Ook geven ze elkaar tips om minder last te hebben van de strijdende ouders. De ouders worden uitgenodigd om te reflecteren op zichzelf: hun gedrag, de relatie met de andere ouder, hun verbeten strijd. De kinderen staan daarbij centraal: met kinderstoeltjes in de kring en via ervaringsoefeningen blijft de aandacht van de ouders gericht op wat de kinderen ervaren. En wat blijkt: zij helpen elkaar; zij herkennen de strijd van de anderen en zien daardoor weer zichzelf. De groep als ‘spiegel’ helpt om tot reflectie te komen. Moeder Esthelle: ‘Toen ik die andere moeder zag, dacht ik: oh wat erg, dat doe ik ook’. De eerste bijeenkomst begint met het thema ‘ouderschap’: elke ouder stelt zich voor met een foto van elk kind en een goede herinnering met dat kind: zoals samen koekjes bakken, voetballen, gesprekje op de bedrand, samen lachen. Twaalf ouders vertellen over dierbare, concrete ervaringen met hun kinderen en twaalf ouders horen elkaars visie op ouderschap – óók van de ouder die ze bestrijden. Dan vragen we ons af hoe het mogelijk is dat zoveel moois in zo’n moeras terecht kwam. Langzaam ontdooien De destructieve patronen komen daarna aan de orde: hoe die zich in relaties nestelen en hoe moeilijk het is ze te doorbreken. Ouders helpen elkaar door ervaringen te delen en tips om uit zo’n patroon te stappen. Door oefeningen - met ouders in de kinderstoelen - ervaren zij hoe het is als jouw ouders ruziën of elkaar negeren. Ook pijn en trauma’s van ouders zelf komen ter sprake: vaak zijn zij gekwetst in hun jeugd en gedragen zij zich als gewonde dieren die blazen en hun haren overeind zetten zodra ze zich bedreigd voelen. Veel strijdgedrag kan worden gezien als een traumareactie. Durven de ouders vervolgens uit hun tunnel te kruipen? Doet het begrip dat ze ervaren de bevroren relaties weer ontdooien? Als dat lukt, komen er vaak tranen: het smeltwater. Zodra de monologenstrijd niet meer domineert, is er ruimte voor dialoog en helpen ouders elkaar met vragen rond vakantie, bedtijden, feestdagen, sportspullen en dergelijke. En tunnels openen De kinderen laten met hun presentaties zien hoeveel last ze hebben van de spanningen tussen de ouders wat het allemaal met hen doet: een mailtje zien met scheldwoorden, het steeds beschuldigen, het niets kunnen vertellen zonder dat het wordt gebruikt in de strijd, of voor boodschapper moeten spelen. Wanneer ouders zichzelf dan zien door de ogen van het kind, leidt dit bijna altijd tot schaamte, en die schaamte helpt om zichzelf en hun kind weer echt te zien - waarna het destructieve gedrag kan verminderen en misschien zelfs stoppen. Ook de ouders maken een presentatie: over wat zij hebben geleerd en wat zij hun kinderen toewensen. Ze vertellen een verhaal, maken een gedicht, nemen foto’s mee of tekeningen – allemaal thuis voorbereid met de mensen om hen heen. De meeste ouders durven te laten zien dat ze beseffen wat hun kind heeft geleden en wat zij anders moeten/willen doen. Een vader nam een boompje mee waarin zijn zoon ballen mocht ophangen: eentje voor iedereen die belangrijk voor hem was. Oók voor mama, haar nieuwe man en het nieuwe broertje: een levensboom met plaats voor iedereen. Een moeder bracht de rugzak van haar zoon mee vol zware stenen. Ze haalde de stenen er uit en zei dat ze nu begreep dat hij veel te lang met die last had gezeuld: niet zíjn last maar die van zijn ouders. Sommige ouders laten zich door deze presentaties inspireren om in de zitting iets tegen hun kinderen te zeggen. Deze ontroerende ceremonie opent tunnels, helpt om weer te denken over wat goed is voor de kinderen, en voor de ouders zelf, en om te beseffen dat strijd schadelijker is dan andere bedtijden of de gemiste verjaardag van oma. Het netwerk als ‘partij’ Omstanders spelen een grote rol in het voortbestaan en minderen van strijd. Grootouders, die de schoonzoon toch al geen warm hart toedroegen, verergeren de beschuldigingen aan het adres van vader met nog meer ‘schandalige’ voorbeelden. Vrienden steunen hem door mee te praten over de nare eigenschappen van zijn ex. In een netwerkinformatieavond wordt daarom aan ouders èn hun netwerk toegelicht waar het project over gaat, wat er gebeurt in de groepen, en hoe essentieel de steun van het netwerk is daarbij. Ook krijgen de ouders na elke groepsbijeenkomst opdrachten mee om samen met iemand uit hun netwerk uit te voeren. Bijvoorbeeld een tekst over duivelse spiralen: wat ze daarvan herkennen en hoe ze die kunnen doorbreken. Of een brief aan hun kind over: ‘Waarom wij niet meer bij elkaar wonen’. Die brief moet voor het kind begrijpelijk en acceptabel zijn, en de andere ouder moet niet gedemoniseerd worden, ook al staan er verschillende meningen in: ‘Papa denkt dit’ en ‘mama denkt dat’. En steun van het netwerk is hard nodig om dit voor elkaar te brengen. Netwerkoverleg bij stagnatie: drie clans worden één clan Pas als het netwerk het project actief steunt, beklijft de verbetering. Wanneer ouders in negatieve monologen blijven steken, organiseren wij dus een netwerkoverleg. AnnakomteerstdetrapvanhetLorentzhuisop:metbroerenzus;eennicht,drievriendinnen,een collega,haaradvocaat.Milankomtmetzijnbestevriend,drievriendinnen,eenbevriendecollega enzijncoach.Zewordenontvangendoordetweetherapeutendiemetdeouderswerkenendetwee therapeutenvandekinderen.Ookdehuisartsiser,devoogdendekinderpsychiater. Eenvandekindertherapeutenzitdebijeenkomstvoor.Zijheetiederwelkom,benoemtdespanning indekamerenstartmeteenkortemeditatieteront-spanning.Dangeeftzijhetwoordaaneenvan deoudertherapeuten. Dezebenoemtdedriegroepenalsde‘clan’vanmoeder;de‘clan’vanvader,deprofessionele‘clan’ engeefteensamenvattingvandemonoloogvanelkeclan. Moedervreestdatvadereennarcistischepersoonlijkheidsstoornisheeft,geenveiligopvoedsituatie creëertvoorhundochter,geenstructuurbiedt,haarongezondetengeeft,haaringevaarlijke situatiesbrengtendathijteveelmetzichzelfbezigiswaardoorhijzichkeeropkeernietaan afsprakenhoudt.Voorbeeldenondersteunenhaarvisie,enhaarnetwerkkanzebevestigen.Moeder snaptnietdatwijnietdoorhemheenprikkenenziendathetiszoalszijenhaarnetwerkons duidelijkproberentemaken. Vadervindtdatmoederproblemenmaaktwaarzenietzijn.Zijisgeobsedeerddoorstructuur, bedtijdeneneetvoorschriften.Zeisdwangmatigophetgestoordeafenstreeftperfectiena,zezet iedereenonderdruk.Hetliefstheeftzeiedereenonderhaarregie.Zemaakthundochtergek,en ookvaderheeftveelvoorbeelden.Hundochterklaagteroverbijhenenzegtdatzelieverbijpapa wilwonen.Zijnnetwerkvraagtonsomintegrijpen:andersgaatdiemeideraan. Hetteamvan‘kinderenuitdeknel’denktdatdestrijdtussendeoudershetgroteprobleemis,en datdiehunkindbelastenbeschadigt. Deoudertherapeutconcludeert: ‘Wekunnennuallemaalproberenomdeanderenteovertuigenvanonsgelijk,vanonzemonoloog, endanhebbenweeenslechteavondenwordthetvoordochterEllanogerger.Danzijnweslecht bezig.Iknodigiedereenvanavonduittoteendialoog,totopenstaanvoordeandereverhalen. Latenweomtebeginnenaanhetnetwerkvanvadervragen:watmaaktdezevadertotzo’nleuke vader?WaaromboftEllazometdezepapa?Enstrakswillenwehetzelfdehorenvanhetnetwerk vanmoeder. Erkomenmooie,vrolijke,warmeenontroerendeverhalenoverbeideouders.Dezusvanmoeder stamelt:’Ikbegintebeseffendatikaltijdallesvanéénkanthoor’.Anderendoensoortgelijke uitspraken.Danvolgteenruimtescheppendeuitwisselingtussendenetwerkenvandeouders.De therapeutenkomenbijnanietmeeraanbod. Oudersenhunnetwerkstaanweeraanhetroerenslaaneennieuwekoersin. Ishetdaarnaechtveilig? Enaltijdweerdievraagvancollega’s:maarwatnualsdievaderechteenpsychopaatis? Alserechtgeweldis,hoezorgenjulliedanvoorveiligheid? Veiligheidheeftonzevolleaandacht.Weschatteninòfdeouderskunnenveranderen. Wevragennaargeweldindevoorgeschiedeniseninhethierennu.Wegaannaof beschuldigingenvangeweld,seksueelofmiddelenmisbruikzijnuitgezochtineerdere trajecten.Wewerkensamenmetoudersenzonodigmetanderehulpverleners.En bovenalwillenweziendatouderszichinzettenomeenbeteresituatietecreërenvoor hunkind:doorsamennaardeintaketekomen,alzittenzelievernietmetdieanderin dezelfdekamer;doorhunnetwerkmeetenemennaardeinformatieavond,opdrachten uittevoeren,engeïnvolveerddeeltenemen.Datiswerkenaanveiligheid:samenmet oudersenhunnetwerk. Dekinderenzijnechteronsbelangrijksteinformatiekanaal:zijvertellenonsenlaten zienòfhetbetergaat,wàtbetergaat-òfdathetnognietlukt.Indatlaatstegeval besprekenwemethetteamwelkevolgendestappenwekunnennemen. Vertrouwen Westartenmetouders,netwerkenprofessionalsdieeenofbeideoudershebben opgegeven:‘Hetishopeloos,allesisalgeprobeerd’. Wewetensomsniethoe,maarwegelovendathettochbeterkan.ZoalsBeckett(1984) schreef:‘Evertried.Everfailed.Nomatter.Tryagain.Failagain.Failbetter.’ii Vertrouwendathetkaniseenvoorwaardeomkinderenenouderstebevrijdenuitde destructievestrijd. iLawick,M.J.van&Visser,M.M.(2014).KinderenuitdeKnel.Amsterdam:SWP. ii Beckett,S.(1984).Shortstories:WorstwardHo.NewYork:GrovePress.