IS DE BIJBEL GODS WOORD? I. INLEIDING 1. Openbaring vanwege God is niet onlogisch. Uit het document betreffende het bestaan van God blijkt dat de mens, begiftigd met een logisch en redelijk verstand, tot een Godbewustzijn moet komen. Dit betekent dat het dus Gods doel is door de mens gekend te worden. In werkelijkheid leeft de mens echter zonder God, los van God, en lijkt voor sommigen God onbereikbaar ver weg te zijn en schijnt de mens aan zijn lot overgelaten. Hoewel de mens in zijn diepste wezen het verlangen heeft met God een relatie te hebben, getuige hiervan de talrijke godsdiensten die overal ter wereld in alle tijden gevonden werden, slaagt hij er toch niet in zelfstandig en op eigen kracht God te vinden en te kennen. Een treurig bewijs hiervan vormen de ontelbare afgoden, die afbeeldingen zijn van God(en), ontstaan in het brein en de verbeelding van de mens. Wil de mens echte kennis opdoen van de ene, ware God, dan is hij totaal afhankelijk van openbaringen van God. Inderdaad de eindige mens staat op een onvoorstelbaar lager niveau dan de oneindige God en bovendien is hij van Hem gescheiden door de zondebarrière. Een openbaring van God is bijgevolg absoluut noodzakelijk en logisch. 2. Is de mens in staat Gods openbaring te begrijpen? Sommigen beweren van niet en verwijzen bv. naar een baby van een paar dagen/ weken oud die niet in staat is zijn ouders te begrijpen. R. Pache ((1904-1979 – Leraar, schrijver, evangelist ) zegt hierover het volgende: “Dit te geloven betekent het bestaan van God zelf te ontkennen. Nadat Hij de mens een oor gegeven heeft om de tere geluiden of de wanklanken van de aarde te horen, en nadat Hij in ons hart de gedachte aan en het verlangen naar d eeuwigheid heeft gelegd (Pred. 3:11), zou Hij onmachtig zijn geweest hem de stem uit de hemel te doen horen? Zo ’n machteloze God zou onze aandacht niet kunnen boeien. Maar de gehele Bijbel toont juist aan dat God zich tot ons richt en dat het ons grootste geluk is naar Hem te horen: “Hoort, hemelen en aarde, neig uw oor, want de Here spreekt”. (Jes. 1:12). De Bijbel leert ons dat ons enig doel van ons bestaan hierin ligt dat wij met God gemeenschap hebben, Hem kennen. “Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt.” Joh. 17:3 II. ARGUMENTEN DIE AANTONEN DAT DE BIJBEL GODS WOORD IS. 1.De Bijbel bewijst zichzelf. Net zomin als van de zon dient bewezen te worden dat zij een bron is van licht en warmte, zouden er evenmin bewijzen dienen aangevoerd te worden dat de Bijbel Gods woord is: Inderdaad het beste bewijs is te vinden tussen de twee kaften; de inhoud is bij een open en eerlijk onderzoek overtuigend genoeg. Dit was precies eender met de woorden van Jezus: Marc. 1:22 “Zij stonden versteld over zijn leer, want Hij leerde hen als gezaghebbende en niet als de Schriftgeleerden”. 1 Joh. 7:46 “Nooit heeft een mens zo gesproken, als deze mens spreekt”. Zijn oprechtheid, gezag en wijsheid maakten zo een indruk dat aan de waarachtigheid van zijn woorden niet kon en dierf getwijfeld worden. Zo is het ook met de Bijbel: het woord van God spreekt voor zichzelf. Er bestaat trouwens geen hoger autoriteit om Gods woord te beoordelen, aan te prijzen of af te wijzen, wel integendeel: Joh. 12;48 “Wie Mij verwerpt en Mijn woorden niet aanneemt, heeft één die hem oordeelt: het woord dat Ik heb gesproken, dat zal hem oordelen”. 2. Het getuigenis van de Heilige Geest. Dit boek werd geschreven onder de leiding en inspiratie van de Heilige Geest. (2Petr. 1:20-21) Daarom is het ook de Heilige Geest die getuigt dat die boek het Woord van God is. Het moet echter duidelijk zijn dat dit getuigenis pas kan aanvaard worden wanneer men Gods Heilige Geest ontvangen heeft. (1Cor. 2:12-14). De voorwaarde om Gods Heilige Geest te ontvangen is een persoonlijke bekering tot de Heer Jezus (2Cor 3:14-17) (Zie ook Joh. 14:16-17, 25-26,15:26-27, 16:12-15) 3. De resultaten, uitwerking en invloed van de Bijbel. Geen enkel ander boek ter wereld heeft ooit zo’n invloed gehad op miljoenen levens door ze drastisch en kompleet te veranderen. Iedereen die gewillig is de Heer Jezus in zijn leven toe te laten en die genoeg geïnteresseerd is in God om Hem in de Heilige Schrift te zoeken, zal Hem ook vinden. Duizenden kunnen dit getuigen en honderden boeken hierover zijn op de markt te vinden: Dronkaards die brave huisvaders werden, drugverslaafden die bevrijd werden, moordenaars die als het ware lammetjes geworden zijn, maar ook talrijke doodgewone “normale” mensen die hun leeg saai bestaan veranderd zagen in het meest opwindende, stoutste dromen overtreffende, avontuur. Van een boek dat haast op elke bladzijde beweert Gods Woord te zijn, kunnen dergelijke resultaten verwacht worden. Een boek dat echter van de eerste tot de laatste pagina leugens en nonsens zou bevatten, zou nooit of nooit een dergelijke invloed kunnen gehad hebben. 4. Het getuigenis van Jezus zelf. Dit getuigenis moet als heel ernstig en doorslaggevend opgevat worden, ook wanneer men zou twijfelen aan de goddelijkheid van Jezus. Inderdaad, nooit is er iemand op deze wereld geweest die ook maar in enig opzicht met Hem vergelijkbaar is. Zijn portret, zoals dat in het N.T. geschilderd werd door ooggetuigen, getuigt nl. van zo’n perfectie op moreel gebied dat niemand aan zijn goede trouw, oprechtheid en inzicht twijfelen mag. Zelfs Pilatus moest toegeven dat Hij in Hem niet de minste schuld vond. (Luc.23:4). Het getuigenis van de Heer Jezus is daarom zijn gewicht in goud waard. Lees bv. Joh. 10:35 en Matt. 5:18. Volgende statistieken spreken boekdelen: de 4 evangeliën bevatten ongeveer 1800 verzen, die de woorden van Jezus zelf weergeven hiervan zijn er 180 rechtstreekse citaten uit het 0.T. of toespelingen hierop (10%). In zijn strijd met Satan citeert Hij rechtstreeks uit Deuteronomium (Matth.4:7-11), zijn verdediging tegen de Joden is meestal gesteund op Bijbelteksten (bv. Joh. 10:34, Matth. 12:3-8, Matth. 15:1-9, enz.) zelfs zijn laatste woorden aan het kruis kwamen uit het 0.T. 2 Een Anglicaanse bisschop schreef: “Christus vertrouwde volkomen op de Bijbel en hoewel er in de Bijbel onverklaarbare en ingewikkelde dingen staan, die mij veel moeite hebben gegeven, vertrouw ik op het Boek, niet op een blinde manier, maar eerbiedig, vanwege Hem.” 5. De foutloos vervulde voorspellingen in de Bijbel. Dit is één v/d sterkste argumenten die pleiten voor Goddelijke inspiratie. Inderdaad het aantal profetieën dat foutloos tot in de kleinste details vervuld werd, is zo indrukwekkend dat niemand zich kan permitteren dit doorslaggevende argument zo maar opzij te schuiven. Enkele voorbeelden: a) Het Joodse volk. hun wereldwijde verstrooiing: Deut. 28:62; Hos. 9:17 De talrijke spotternijen + hoon: Deut. 28:37 Hun vervolging en smaad: Jer. 24:9 Het herstel van hun natie: Jer. 31:7-12, Ezech. 37:1-14 b) De komst van Christus, de Messias, tot in de kleinste details vervuld. (zie document betreffende Jezus = God ) c) De vier wereldrijken in Dan. 2+7 d) De talrijke voorspellingen over volkeren en steden. Voorbeeld: De verwoesting van de tempel te Jeruzalem (Matth.24:2), Gebeurde in 70 n.C. door de Romeinse legers onder leiding van Titus. - Ezech. 26 betreffende TYRUS: let op volgende details: vers 3 : vele volkeren vers 4 : een kale rots vers 5 : een droogplaats voor vissersnetten vers 7-8 : Nebukadnezar. de aanvaller vers 12 : het puin zal in het water gestort worden vers 14 : nooit meer herbouwd worden vers 21 : niet meer gevonden worden Vervulling: Na een 13-jarig beleg (585-573 v.C.) door Nebukadnezar II werd de stad ingenomen. De inwoners hadden intussen in zee op een eiland een versterkte vesting opgetrokken en er zich in verschanst. Nebukadnezar kon dus enkel de bewoners van het omliggende land doden. Na de slag te Issus, trok Alexander de Grote op tegen Tyrus. Vermits hij niet over een vloot beschikte, kon hij de vesting in zee niet bereiken. Hij bouwde echter een dam dwars door zee naar het eiland toe en gebruikte hiervoor al het puin van het oude, 3 verlaten Tyrus. Hij ging hierbij zo grondig te werk dat niet één steen van de oude stad overbleef en er slechts een kale vlakke rots overbleef. De stad werd later herbouwd en nog verschillende keren verwoest. In 690 n.C. werd zij definitief met de grond gelijk gemaakt door de Moslims en sindsdien nooit meer heropgebouwd. Het huidige Tyrus bevindt zich op ruime afstand van de oorspronkelijke stad en is nu een vissershaven, waar men nu letterlijk vissersnetten in de zon te drogen ziet liggen. In zijn boek “Science Speaks” geeft wetenschapper Prof. Peter Stoner (1888 – 1980) een kansberekening voor de vervulling van deze gedetailleerde profetie: hij schat de kans op vervulling in de orde van 1 op 75.000.000. Josh McDowell ( 1939 – evangelist, schrijver ) berekende in verband met elf verschillende Bijbelse voorspellingen dat de kans op hun gezamenlijke volledige vervulling in de orde is van 1 op 5x 1059 Hij probeert dit onvoorstelbare getal met volgend voorbeeld duidelijk te maken: het volume van de zon is meer dan 1 miljoen maal groter dan het volume van de aarde. Met een stapel van 5x 1059 zilveren dollars zouden nog 1028 zilveren bollen ter grootte van de zon kunnen gemaakt worden. 6. De morele superioriteit van de Bijbel. Heel wat religieuze en filosofische boeken bevatten pareltjes van wijsheid, diepzinnigheid en hoogstaande moraliteit. De Bijbel bevat dergelijke parels NIET, om de simpele reden dat hij namelijk van de eerste tot de laatste bladzijde een absoluut volmaakte parel IS, een onovertroffen juweel. Van een boek dat zichzelf Gods’ woord noemt, kan trouwens niets minder verwacht worden: het moet wel hemelhoog alle menselijke denken en filosofie overtreffen. Prof. M. Monier-Williams (1819 – 1899 : Professor of Sanskrit at Oxford University) kwam, na 40 jaar lang oosterse religieuze literatuur bestudeerd te hebben, tot volgende conclusie: “Stapel al die boeken op elkaar aan de linkerkant van je studeertafel en leg je eigen bijbel aan de rechterkant, helemaal apart en alleen, met een grote ruimte ertussenin. Want ... die zogenaamde heilige oosterse boeken zijn van de Bijbel gescheiden door een kloof die zo fataal, hopeloos en eeuwig is, dat zij nooit overbrugd kan worden, noch door enige wetenschap, noch door enige religieuze gedachte.” 7. De Bijbel, een historisch volkomen betrouwbaar boek. Vooral de archeologie heeft ons de laatste tijd meer en meer de historische accuratesse en preciesheid van de Bijbel aangetoond. Ook op dit gebied steekt Gods’ woord met kop en schouders uit boven al zijn tijdgenoten, de zgn. “Klassieke” werken. Alhoewel dit argument niets bewijst over de goddelijke inspiratie van de Bijbel, stelt het toch de meest kritische lezer volkomen op zijn gemak. Bovendien mag gezegd worden dat als de Bijbel historisch onbetrouwbaar zou zijn, wij alle reden zouden mogen hebben om aan zijn andere kwaliteiten te twijfelen. Gelukkig is dit helemaal niet het geval. Dr. Norman L. Geisler ( 1932 - filosoof en apologeet ) & William E. Nix ( redactioneel en educatief adviseur - Algemene inleiding tot de Bijbel.) schrijven in dit verband: “Vanzelfsprekend heeft de archeologie niet alle Bijbelse plaatsen en data bevestigd om de eenvoudige reden dat zij ze niet allemaal onderzocht heeft. Niettemin mag gerust beweerd worden dat, iedere keer de archeologie de historiciteit van de Bijbel kon onderzoeken, de juistheid ervan onderschreven werd.” 4 8. De Bijbel een uniek boek: het boek der boeken. Op vele terreinen is de Bijbel een uniek, onovertroffen boek. Zijn palmares bevat volgende indrukwekkende eigenschappen a) Zijn eenheid, ondanks: Geschreven over en periode van totaal 1600 jaar. Geschreven door meer dan 40 verschillende auteurs uit verschillende achtergronden en met verschillende beroepen: van vissers en herders tot topmensen als koningen (Salomo), een eerste minister over een wereldrijk (Daniël), een dokter (Lucas), een schenker bij de koning der Perzen (Nehemia), enz. Geschreven op de meest uiteenlopende plaatsen vb.: Mozes in een woestijn Jeremia in een kerker Lucas tijdens talrijke reizen Paulus in gevangenissen Daniël in een koninklijk paleis Geschreven in verschillende tijdsperioden vb.: David in oorlogstijd Salomo in vredestijd Jesaja in Israël Ezechiël tijdens ballingschap in Babylon Geschreven onder verschillende stemmingen: sommigen bereikten de hoogste vreugdetoppen, anderen waren weggezakt in de donkerste ellende en wanhoop. Geschreven in drie werelddelen: (Azië, Afrika en Europa) Geschreven in drie talen: Hebreeuws, Aramees, Grieks. Geschreven in de meest uiteenlopende stijlen: inderdaad, de Bijbel bevat wetboeken, historische geschriften, poëzie, gelijkenissen en allegorieën (beeldspraken), biografieën, persoonlijke brieven, memoires, profetische en apocalyptische gedeeltes (Openbaring). Met als onderwerp de meest besproken, bediscussieerde, betwijfelde en bestreden onderwerpen zoals: - Wie is God‘? - Wie ben ik ? - Wat verlangt God van mij ? - Is er leven na de dood ? enz.. enz. En toch spreekt dit wonderbare boek zichzelf geen enkele keer tegen, wat ook beweerd wordt, en zeker niet als het om deze genoemde controversiële vragen en 5 punten gaat en dit niettegenstaande de auteurs zo sterk verschillen in cultuur, levenswijze, woonplaats, achtergrond, gemoedsstemming, taal enz. Conclusie: Achter de 66 boeken van de Bijbel staat één enkele goddelijke auteur, namelijk de Heilige Geest. b) Zijn wereldwijde verspreiding. Geen boek werd ooit door zo velen gelezen als de Bijbel. Geen boek heeft ooit een dergelijke wereldwijde verspreiding gekend. Het is de absolute ongeklopte bestseller. Enkele cijfers: Sinds 1804 verspreidde de Britain Bible Soc. 409.000.000 stuks. Sinds 1932 verspreidde het Duits Bijbelgenootschap 1.330.200.000 stuks en sinds 1963 jaarlijks minstens 50.000.000 stuks. Bekijk de volgende statistiek: “Ongeveer 30 jaar geleden moest het Britse Bijbelgenootschap, om aan de vraag te voldoen, reeds 1 exemplaar om de 3 seconden drukken, dag en nacht; 22 stuks elke minuut dag en nacht; 1369 stuks per uur dag en nacht; 32876 stuks elke dag in het jaar. Dit enorme aantal Bijbels werd naar verschillende plaatsen over de gehele wereld verstuurd in 4583 kisten met een totaal gewicht van “490 TON”. c) Zijn vertalingen. De Bijbel was het eerste boek dat ooit vertaald werd, namelijk een Griekse vertaling van het O.T. (de zgn. Septuagint rond 200-250 vC. Geen boek ter wereld werd in zoveel verschillende talen vertaald. Volgens de Encyclopedie Britannica verscheen de Bijbel in 1966 in 240 talen en dialecten en werden gedeelten van de Bijbel in nog eens 740 andere talen vertaald. Vandaag is de bijbel vertaald in 1884 talen. Dit is ongeëvenaard!! Volgens Mc Dowell waren tussen 1950-1960 3000 vertalers aan het werk om de Bijbel te vertalen. d) Zijn overleving ondanks: - de tijd Geen boek evenaart de preciesheid waarmede de Bijbel door de eeuwen heen gekopieerd werd, noch het aantal teruggevonden oude handschriften. Van het N.T. alleen al zijn meer dan 13.000 oude manuscripten teruggevonden. Van Plato zijn een 7-tal handschriften gevonden en een 5-tal van Aristoteles! Is het niet vreemd dat de authenticiteit van de geschriften van Plato en Aristoteles nooit in twijfel wordt getrokken en de bijbelse geschriften wel? - de vervolging Geen boek werd zo heftig vervolgd, verbannen en gehaat als de Bijbel, evenwel zonder enig resultaat. In dit verband vertellen Geisler & Nix hoe Voltaire (1694 – 1778 Frans schrijver, essayist en filosoof. ), voorspelde dat nauwelijks 100 jaar na zijn dood het christendom en de Bijbel van deze wereld zouden verdwenen zijn... Nauwelijks 50 jaar na zijn dood werden in zijn huis op zijn eigen vroegere drukpers stapels Bijbels gedrukt door het Geneefse Bijbelgenootschap. Over ironie van het lot gesproken. 6 - de geleverde kritiek: Hastings ( 1916 – 2006 – Predikant en schrijver )zei hierover: “Ongelovigen hebben 1800 jaar lang dit boek afgewezen en afgebroken en toch staat het vandaag zo stevig als een rots. De verspreiding ervan neemt toe en het is meer geliefd en gewaardeerd dan ooit tevoren. Inderdaad, al die ongelovigen maken met hun aanvallen de indruk alsof ze met een hamertje om kopspijkers in te slaan proberen de piramiden van Egypte te slopen.” Bernard Ramm (1916 - 1992 – Amerikaans Theoloog – apologeet ) maakt zich vrolijk: “Duizenden keren werd over de Bijbel de doodsklok geluid, werd de begrafenisstoet gevormd, werden zelfs de inscripties op de grafsteen aangebracht en de bijzetting van het “lijk” bevolen. Maar op een of andere manier heeft de begrafenis zelf toch nooit plaatsgevonden.” e) Zijn inhoud. De profetieën vormen beslist het meest spectaculaire en verbazende gedeelte van de Bijbel. Prof. Wilbur M. Smith (1894 - 1976 - Amerikaans theoloog ) maakt hierover volgende opmerking: “De Islam kan niet verwijzen naar ook maar één voorspelling aangaande de komst van Mohammed, en zeker niet honderden jaren voor zijn geboorte. Evenmin kan geen enkele stichter van welke godsdienst ook enige tekst aanwijzen die zijn komst voorspelde.” - Het O.T. bevat heel nauwkeurig de geschiedenis van het Joodse volk. Dit is opmerkelijk in zoverre dat geen ander volk ter wereld zo exact zijn afkomst en groei heeft weten in geschriften vast te leggen. - De beschrijving v.d. levens v.d. Bijbelse figuren is heel opmerkelijk hun fouten, zonden en gebreken worden nI. in geen geval verdoezeld, verzwegen of verbloemd. Vergeleken met profane biografieën en zelfs nationale geschiedenisboeken, die het vaderland steeds proberen in het gunstigste daglicht te stellen, is de Bijbel onverzoenlijk objectief en een getrouwe weergave van de werkelijkheid, een scherp en accuraat spiegelbeeld van de personages en volkeren die er in voorkomen. Zie bijvoorbeeld: De zonden van de aartsvaders (Gen. 12:11-13; 26:6-11; 49:5-7) De zonden van het Joodse volk (Deut.9:7-24) de zonde van David overspel en moord (II Sam.11) De evangelisten verdoezelen hun eigen fout en die v. de apostelen niet; zie bv. de verloochening door Petrus. Hun aller onbegrip: Joh.10:6, enz) De problemen en zonden van de eerste geloofsgemeenschappen (zie bv. 1Cor 1:11; 1Cor. 5:1-2 enz.) f) Zijn invloed op andere literatuur. Iemand heeft ooit beweerd dat, in de veronderstelling dat de Bijbel uit de wereld zou 7 verdwijnen, men hem heel gemakkelijk terug volledig zou kunnen samenstellen aan de hand van de miljoenen citaten in duizenden en duizenden boeken. De historicus Philip Schaff (1819-1893 - Amerikaans protestants theoloog) schreef over de unieke invloed van Jezus: “Deze Jezus van Nazareth heeft zonder geld of wapens miljoenen mensen meer veroverd dan Alexander, Caesar, Mohammed en Napoleon; zonder wetenschappelijke studie en training heeft Hij meer licht geworpen op goddelijke en menselijke problemen dan alle filosofen en leraren tezamen. Zonder schoolse welsprekendheid heeft Hij zulke woorden van leven gesproken als nooit tevoren of sindsdien gehoord is, en bereikte Hij resultaten die buiten het bereik liggen van welke dichter of redenaar ook. Zonder ook maar één regel neer te schrijven heeft Hij meer pennen in beweging gebracht en voorzag Hij in zoveel onderwerpen over sermoenen, preken, discussies, leerboeken, kunstwerken en liederen dan alle grote schrijvers uit oude en moderne tijden tezamen.” CONCLUSIE: Iedereen met een minimum aan intelligentie en gezond verstand, zou dit uniek boek MOETEN lezen. Tenminste INDIEN hij of zij eerlijk en oprecht op zoek is naar de waarheid. 9. De Bijbel laat U geen andere mogelijkheid. Een van de meest interessante argumenten, die pleiten voor de goddelijke inspiratie van de Bijbel, werd door Charles Wesley ( 1707 –1788 – Brits Methodist ) geformuleerd. Hij redeneert als volgt: “De Bijbel moet het werk zijn ofwel van goeie, eerlijke mensen, geesten of engelen, ofwel van slechte mensen, demonen of duivelen. Ofwel van God zelf. a) De Bijbel kan niet het werk zijn van goeie mensen of engelen. Want zij zouden nooit een boek willen of kunnen schrijven, waarin zij duizenden keren zouden liegen door te verklaren “Alzo zegt de Here”, terwijl het hun eigen woorden waren. b) De Bijbel kan niet het werk zijn van slechte mensen of duivelen. Want zij zouden nooit een boek willen schrijven dat steeds maar beveelt Gods geboden te onderhouden, dat alle zonde verbiedt en hun eigen zielen voor eeuwig naar de hel verdoemt. c) Bijgevolg blijft de enige mogelijke conclusie dat de Bijbel inderdaad is wat hij zelf beweerd te zijn en dus onder goddelijke inspiratie geschreven werd” III. DE GODDELIJKE INSPIRATIE VAN DE BIJBEL. 1.Wat is goddelijk inspiratie? Erich Sauer ( 1898 -1959 – Duitse theoloog (From eternity to eternity) geeft volgende definitie: “De Bijbelse inspiratie is dat werk van de Heilige Geest waardoor Hij op mysterieuze wijze de menselijke geest van de schrijvers v. d. Bijbel vervulde en hun zo leidde en bestuurde, dat er een onfeilbaar en geïnspireerd werk ontstond, een gewijde tekst, een boek van God, waarmee de Geest van God voor altijd organisch verbonden blijft.” 8 R.Pache zegt hierover: “Inspiratie is de beslissende invloed die de Heilige Geest uitoefende op de schrijvers van het O.T. en het N.T., opdat zij op een juiste en authentieke wijze de boodschap, zoals ze die van God hadden ontvangen, zouden verkondigen en opschrijven. Die invloed heeft hen geleid, zelfs in het gebruik van hun woorden, teneinde hen voor elke vergissing en nalatigheid te behoeden.” Geisler & Nix “Inspiratie is die mysterieuze werkwijze waarmee God gezaghebbende goddelijke geschriften tot stand gebracht heeft door zich te bedienen van menselijke profeten, zonder evenwel hun eigen persoonlijkheid en stijl te onderdrukken.” 2. De Bijbel is volledig geïnspireerd. Vele moderne theologen leren dat de Bijbel Gods Woord bevat. Hiermee bedoelen ze dan niet dat de Bijbel Gods Woord IS, maar enkel Gods Woord erin vervat ligt, en dat iedereen maar moet zien er Gods boodschap voor zichzelf uit te distilleren. Vanzelfsprekend beschouwen ze zichzelf als hoogst gekwalificeerd om te bepalen welke gedeeltes van de Bijbel Gods Woord zijn en welke niet.... Het resultaat is dat velen elkaar tegenspreken zodat niemand uiteindelijk meer weet welke bladzijde, hoofdstuk of vers geïnspireerd is en welke niet. Dit is natuurlijk onzin. De Bijbel bevat niet alleen Gods Woord, maar IS Gods Woord, volledig, van de eerste tot de laatste regel. (Vgl. Matth. 5:18) 3. De Bijbel is woordelijk geïnspireerd. François Samuel Robert Louis Gaussen (1790 – 1863 - Zwitsers protestant pastor zegt hierover in zijn meest bekend boek, La Théopneustie, ou pleine inspiration des saintes écritures, het volgende: “De inspiratie is de geheimzinnige kracht door de Heilige Geest uitgeoefend op de auteurs van de Heilige Schrift, om hen in staat te stellen haar te schrijven, om hen te leiden tot in de keuze van de woorden die ze gebruiken en om hen zodoende voor iedere vergissing te bewaren.” Deze stelling is heel logisch: wanneer God zijn ideeën en gedachten feilloos wil overbrengen aan zijn schepselen, is een woordelijke inspiratie absoluut noodzakelijk. Het zijn nl. de woorden die stuk voor stuk de gedachten zichtbaar, hoorbaar maken. De Bijbel zelf spreekt trouwens niet van Gods gedachten maar van Gods woorden; Jezus zei niet dat zijn gedachten, maar wel zijn woorden geest en leven zijn. (Joh. 6:63) Charles Haddon Spurgeon ((1834-1892 - Engels prediker, schrijver ) wel eens de prins der predikers genoemd, verdedigde deze mening vol vuur als volgt : “Wij verdedigen elk woord van de Bijbel en geloven in de woordelijke en letterlijke inspiratie van de Schrift. Wij geloven dat er geen ander soort inspiratie kan zijn. Als men ons de woorden ontneemt, gaat de juiste betekenis van de tekst verloren” Zie bv. - Jer. 1:7-9; 26:2; 36:2 - Matt. 5:18; 24:35 Iedere keer lezen we “WOORD/WOORDEN” - Ex. 34:27 - Psalm 119:11,16,17,25,89,160 - Op. 19:9; 21:5-6; 22:6 9 IV. DE CANON VAN DE BIJBEL. Het Griekse woord canon betekent meetstok. Hiermee wordt dus de maatstaf of norm bedoeld welke gebruikt wordt om te bepalen of een geschrift al dan niet tot de Bijbel behoort. Om alle misverstanden te vermijden dient onmiddellijk onderstreept te worden dat nooit of nooit enige kerk, gemeenschap of gezaghebbende gelovige, besliste welke boeken tot de Bijbel behoren en welke niet. Zo is het helemaal niet in zijn werk gegaan. Het is namelijk de Heilige Geest zelf die aangeduid heeft welke boeken geïnspireerd waren en welke niet. Vermits het de Heilige Geest is die de Bijbel geïnspireerd heeft en die Gods Woord levendig en sprekend maakt bij de lezer, is het ook de Heilige Geest die de harten van de gelovigen verlicht om te kunnen onderscheiden welk boek door God geschreven is en welk niet; Niemand anders, behalve de Heilige Geest zou trouwens dit onderscheid kunnen maken. R. Pache drukt dit heel duidelijk als volgt uit “De Here bewerkt in feite drie wonderen Hij geeft: Inspiratie aan de Bijbelschrijvers. Verlichting aan de lezer die zich daarvoor openstelt, opdat hij de geïnspireerde tekst zal kunnen begrijpen. Onderscheiding aan de gemeente der gelovigen, opdat zij zal herkennen welke boeken van goddelijke oorsprong zijn en deze zal bewaren in de canon.” De Heer Jezus heeft trouwens zelf beloofd dat zijn schapen zijn stem zullen herkennen. (Joh. 10:3-4;27) Het is dus niet de kerk die beslist heeft wat tot de Bijbel behoort en wat niet; Zij heeft hoogstens de stem van de Meester, de stem van de Herder gehoord en herkend in Gods Woord. 1. De Canon van het 0.T. Volgens Rom.3:2 heeft God zijn Woord aan het Joodse volk toevertrouwd. Inderdaad, zij hebben het ontvangen en bewaard. Dat zij zich van deze taak minutieus gekweten hebben, blijkt uit het feit dat zij enerzijds zich niet schroomden Gods Woord te overtreden, te verwaarlozen en zelfs te vergeten, maar anderzijds nooit of nooit aan zijn waarde getwijfeld hebben, de inhoud ervan verminkt of veranderd hebben, maar integendeel met een heilige, fanatieke bewogenheid het volkomen zuiver gehouden hebben. Ook is er binnen het Joodse volk nimmer een belangrijke discussie geweest over welke boeken al dan niet geïnspireerd waren. Steeds maakten zij een groot en onmiskenbaar duidelijk onderscheid tussen de geïnspireerde boeken en de niet-geïnspireerde (apocrief). 2. De Canon van het N.T. Al heel vlug werden de geïnspireerde geschriften van het N.T. algemeen herkend en erkend. Petrus schrijft reeds in zijn tweede brief (3:15-16) over de brieven van Paulus en hij plaatst hen op hetzelfde niveau van de “overige schriften”. 10 Titus Flavius Clemens ( 150 – 215 - Theoloog citeert rond 96 n.C. uit 1Cor. en laat ook blijken op de hoogte te zijn van andere delen van het N.T. Ignatius, een discipel van de apostel Johannes, erkende het gezag en de inspiratie van de apostolische geschriften (ad.Rom.IV). Polycarpus van Smyrna, (ca. 69 - ca. 156 na Christus) was een bisschop en martelaar.Hij was een directe pupil van de apostel Johannes, wat hem met zowel de bijbelse apostelen als met het tijdperk van de vroege kerkvaders verbindt. Hij betitelt in 115 n.C. de apostolische geschriften als “De Schrift” samen met de Psalmen en de brief aan de Efeziërs. Talrijke andere voorbeelden kunnen gegeven worden waaruit blijkt dat, behoudens een paar zeldzame uitzonderingen die er altijd geweest zijn en zullen zijn, er géén discussie bestond onder de gelovigen aangaande de canoniciteit van de N.T.geschriften, en dit reeds in de 1ste tot de 3de eeuw. Iedereen nam ze als hoogst vanzelfsprekend als zodanig aan. Men herkende en erkende ze algemeen. De inspiratie van het N.T. door de Heilige Geest is trouwens door de Heer zelf beloofd en voorspeld als volgt: Joh. 14:26 verwijst naar de Evangeliën Joh. 15:26-27 verwijst naar de Handelingen Joh. 16:13 en 15 verwijst naar de Brieven Joh. 16:13b verwijst naar de Openbaringen. Ook kan nog gezegd worden dat de ontelbare citaten uit het N.T. in de boeken van de eerste kerkvaders, de waarde die zij er aan hechtten, en het gezag dat zij er aan toeschreven, ondubbelzinnig pleiten voor een zeer vroege vorming en tot stand komen van de canon van het N.T. Deze vroege, algemene overeenstemming mag zonder overdrijven een regelrecht wonder van de Heilige Geest genoemd worden. Inderdaad, volgens Gausen zijn er heel wat concilies gehouden tegen ketters en valse leer (18 in de 3de eeuw, 86 in de 4de eeuw, 80 in de 5de eeuw, enz.) maar nooit is er sprake geweest van concilies waarop de geloofsgemeenschap gedwongen werd een bepaalde canon aan te nemen. Dit was heel eenvoudig niet nodig. Wel is op de derde concilie van Carthago in 397 de lijst van canonieke boeken opgesomd met het voorschrift alleen nog deze boeken op de bijeenkomsten voor te lezen. Er werd geen tegenstand, onenigheid, discussie of wat dan ook genoteerd, laat staan dat er banvloeken of excommunicaties nodig waren ter erkenning van de canon. Hij, die machtig genoeg is om zich te openbaren door middel van zijn Woord, is ook machtig genoeg om de nodige geestelijk onderscheiding te geven opdat zijn Woord zou herkend worden. Dit is de logica zelf. Herbewerkt Luc Vandevorst Jan. 2010 11