Vroegste rooimoment Het huurland is nog maar net Samenwerking Relatie tijdstip rondsteken en afname geleidbaarheid geploegd voor de winter, en de 80 Foto: Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Sector Bomen. afnemer roept de bomen al af. doende zijn afgehard en te weinig reserves hebben opgebouwd. Gevolg is dat de knop- waarde EC (mS/cm) Nogal wat vruchtbomen gaan de grond uit als ze nog niet vol- 60 50 40 30 pen in het voorjaar slecht of 20 helemaal niet uitlopen. Hoe 10 kan het optimale rooitijdstip bepaald worden? Onderzoek komt steeds dichter in de buurt van het antwoord. controle week 35 week 37 week 39 70 0 37 39 43 41 weeknummer EC meting 45 47 Relatie tussen het rondsteektijdstip en de afname van de geleidbaarheid, gemeten in het veld aan de toppen van tweejarige appelbomen. De bomen werden in week 35, 37 en 39 rondgestoken. De gegevens van bomen die in week 43 en 45 zijn rondgestoken, ontbreken in deze grafiek. Door het rondsteken treedt vervroegde bladval op, waardoor de vruchtboom eerder afrijpt (rechtse rij). Door tijdig rond te steken wordt de groei eerder beëindigd. Aan het einde van het groeiseizoen harden bomen af waardoor ze bestand zijn tegen lage temperaturen in de winter. Bruikbare stoffen uit het blad worden in de knoppen, het hout en in de bast van de boom opgeslagen als reservestoffen. Deze reservestoffen zijn nodig voor de start van de hergroei van de boom in het volgende jaar. Onder invloed van kortere daglengte worden de eindknoppen aangelegd. Later in de herfst wordt de temperatuur belangrijker bij het afharden en bereidt de boom zich voor op de komende winter. Er wordt een zogenoemde ab-scissielaag De Boomkwekerij 11 (16 maart 2001) Geleidbaarheid en elektrolytenlekkage 16 Gemeten wordt de mate waarin de stengel elektriciteit geleidt. Naarmate de boom verder afhardt, neemt de weerstand van het materiaal (door minder transport, verhouting) toe en de geleidbaarheid af. Om de geleidbaarheid te meten wordt de weerstand gemeten tussen twee in de stengel gedrukte elektroden. De weerstand is vervolgens om te rekenen naar geleidbaarheid. Cellen sluiten zich naarmate de boom verder afhardt. Hierdoor lekken minder elektrolyten door de membranen. De relatieve elektrolytenlekkage valt te meten door knoppen eerst 24 uur in gedemineraliseerd water te leggen en vervolgens de geleidbaarheid van het water te meten. Hierna worden de knoppen stukgekookt, waardoor de elektrolyten in de cellen vrijkomen. Door wederom de geleidbaarheid te meten en de eerste meting op de tweede te delen, is een maat verkrijgbaar van de relatieve elektrolytenlekkage. Deze geeft een indicatie van de afhardingsmate van de boom. gevormd in de bladsteel zodat het blad kan vallen. Bladval vervroegen Voordat de boom gerooid kan worden en de bewaring in kan, moet het blad van de boom gevallen zijn. Tijdens de bewaring kan de boom anders uitdrogen omdat het blad nog water verdampt. Daarbij vormt afgevallen blad een goede voedingsbodem voor schimmels. Via allerlei teeltmaatregelen wordt geprobeerd het blad zo vroeg mogelijk te laten vallen. Chemisch ontbladeren heeft als nadeel dat de boom minder tijd heeft voor de knopopbouw en de aanleg van reserves, dan wanneer het blad op natuurlijke wijze van de boom valt. Ook is de abscissielaag in de bladsteel nog niet volledig gevormd. De wond dicht minder snel en de kans dat schadelijke organismen de boom binnendringen en dat de boom uitdroogt is groter. Hoe snel bomen afharden hangt sterk af van het klimaat. Het kan per jaar verschillen. Over het algemeen bevorderen zonnige dagen en lage nachttemperaturen in de herfst het afharden. Voor het afharden is het wel noodzakelijk dat de groei tot stilstand is gekomen. Teeltmaatregelen hebben invloed op het moment van groeistilstand. Niet alleen tus- sen de jaren, maar ook tussen kwekers is dus een verschil in optimaal rooitijdstip te verwachten. Daarnaast speelt de grondsoort een rol. Bomen op zware gronden harden over het algemeen later af dan bomen op lichtere (zand)gronden. Metingen uitgevoerd Om de problemen rond het afharden in beeld te krijgen, is onder vruchtboomkwekers een enquête verspreid. Uit de antwoorden bleek dat de problemen zich vooral voordoen bij de teelt van Malus ’Elstar’. Een duidelijk verband tussen de aard van de problemen en de oorzaak kwam niet naar voren uit de enquête. Met een literatuurstudie en oriënterende proeven bij Malus ’Elstar’ is onderzocht hoe het afhardstadium kan worden gemeten en beïnvloed. Op vier vruchtboombedrijven en op de proeftuin in Horst zijn metingen uitgevoerd. Op de bedrijven ging het om tweejarige knipbomen. Op de proeftuin is gemeten aan eenjarige bomen. Tevens is gekeken naar de invloed van irrigatie op het afharden van de bomen. De mate van afharden is bepaald aan de hand van de stengelgeleidbaarheid en de elektrolytenlekkage van de knoppen. De stengelgeleidbaarheid werd in het veld zowel aan de knoppen als aan de zijscheuten geme- ten. In het laboratorium is de elektrolytenlekkage van de knoppen gemeten. Gedurende het gehele afhardseizoen, vanaf eind augustus tot eind november, werd er twee keer per week gemeten. De verwachte verschillen tussen de bedrijven kwamen niet duidelijk naar voren. Oriënterend is er gekeken naar het effect van wortelsnoei op het afhardproces. De proef werd uitgevoerd met eenjarige appelbomen op de proeftuin in Horst, en met tweejarige appelbomen op een kwekerij. Vanaf week 35 zijn elke twee weken 25 bomen rondgestoken die vervolgens tot week 47 werden gemeten (grafiek Relatie tijdstip rondsteken en afname geleidbaarheid). Rondsteken werkt Rondgestoken bomen lieten een forse afname zien van de stengelgeleidbaarheid in de eerste weken. Bij de tweejarige bomen die in week 39 werden rondgestoken, trad daarnaast eerder bladval op dan bij onbehandelde bomen in dat veld. Verder onderzoek moet uitwijzen of wortelsnoei een mogelijk alternatief is voor handmatig of chemisch ontbladeren. De eenjarige bomen op de proeftuin in Horst lieten eenzelfde afname in stengelgeleidbaarheid zien als de tweejarige bomen op de kwekerij. Bij het rondste- Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met de leerstoelgroep Tuinbouwproductieketens van Wageningen Universiteit. Naast het gedane veldwerk worden momenteel aanvullende metingen gedaan in het laboratorium in Wageningen. Zo ontstaat een beter beeld van de achterliggende processen die een rol spelen bij het afharden van vruchtbomen en het opbouwen van reserves. ken in week 35 of 37 was er door uitdroging wel schade aan de toppen. Kennelijk vraagt de boom dan nog teveel water. Tussen het geïrrigeerde blok en het nietgeïrrigeerde blok waren geen verschillen in het effect van rondsteken op het afharden. Dit gold voor bomen die vroeg in het seizoen werden rondgestoken. Bij bomen die pas in week 43 werden rondgestoken, was er weinig effect op de geleidbaarheid in de toppen. Bij alle rondgestoken bomen was de geleidbaarheid in week 47 tot hetzelfde niveau gedaald als die van niet-rondgestoken bomen. Vervolgonderzoek Wat het meten van het afharden betreft zijn beide toetsen veelbelovend. Door het meten van de stengelgeleidbaarheid en de elektrolytenlekkage is een goed beeld te vormen van het afhardingsverloop. In een vervolgonderzoek zullen de toetsen worden gebruikt om te kijken naar de relatie tussen het afharden en de schade bij het uitplanten. Het is dan de bedoeling te zoeken naar een drempelwaarde waarbij met zekerheid is te zeggen dat schade uitblijft als de boom wordt gerooid. Het rondsteken van bomen heeft een positief effect op het afharden van de boom, vooral in de vroege herfst is hiermee waarschijnlijk vervroeging van het vroegste rooimoment te bereiken. Later in het seizoen wordt het effect kleiner. Tijdens de proef is tevens vervroegde bladval als gevolg van het rondsteken geconstateerd. Het irrigeren van de bomen heeft geen effect op het afharden van de bomen. ● Paco van der Louw en P. Th. van der Louw is Bernard Kunneman student Plantenteeltwetenschappen aan Wageningen Universiteit. B.P.A.M. Kunneman is onderzoeker kwaliteit uitgangsmateriaal bij het Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Sector Bomen in Boskoop, telefoon (0172) 23 67 00 De Boomkwekerij 11 (16 maart 2001) vruchtbomen bijna ontdekt Gewas vruchtbomen en -onderstammen 17