de concept visienotitie over de toekomst en positionerin

advertisement
vergadering
datum
agendapunt
onderwerp
aard
Deelledenvergadering
zorggroepen en
gezondheidscentra
9 maart 2017
4
bijlagen
contactpersoon
Concept visienotitie lokale en
regionale huisartsen- en
eerstelijnsorganisaties
Anoeska Mosterdijk en Frederik
Vogelzang
Visie lokale en regionale
huisartsen- en
eerstelijnsorganisaties
Oriënterend
Vraagstelling / te nemen besluit:
We vernemen graag uw reactie op:
– de concept visienotitie over de toekomst en positionering van lokale en regionale
huisartsen- en eerstelijnsorganisaties;
– de gewenste ondersteuning van InEen bij het realiseren van de ambities uit de visienotitie.
Geachte leden zorggroepen en gezondheidscentra,
Als vervolg op eerdere besprekingen over de toekomst van lokale en regionale huisartsen- en
eerstelijnsorganisaties staat op 9 maart a.s. de concept visienotitie op de agenda van de
deelledenledenvergadering voor zorggroepen en gezondheidscentra. Na een korte toelichting
op het proces dat bij het opstellen van de concept visienotitie is doorlopen, vernemen we graag
uw reacties op de inhoud van de notitie. Na het bespreken van uw inbreng willen we met elkaar
in gesprek over de gewenste ondersteuning vanuit InEen bij het realiseren van het gezamenlijke
toekomstbeeld.
Terugblik op het proces
Begin december hebben we de concept visie op lokale en regionale huisartsen- en
eerstelijnsorganisaties verstuurd naar de vertegenwoordigers van de zorggroepen en
gezondheidscentra. De concept visienotitie is de weerslag van de gesprekken die we vorig jaar
tijdens de verschillende deelledenvergaderingen met elkaar hebben gevoerd. Begin januari is de
notitie via het weekbericht onder alle leden van InEen verspreid. Aan de zorggroepen en
gezondheidscentra hebben we gevraagd de visienotitie binnen hun organisatie en in hun regio te
bespreken en de reacties op de concept visienotitie aan ons door te geven.
Reacties vanuit de leden
Een aantal leden heeft in hun reacties aangegeven zich te kunnen vinden in de concept
visienotitie en er kwamen enkele suggesties o.a. om bij het indelen van regio’s het
patiëntenperspectief meer als uitgangspunt te nemen en het belang van de non-concurrentiële
positie van huisartsen bij het tot stand brengen van samenwerking te benadrukken. Vanuit een
aantal huisartsenposten is het signaal gekomen dat zij ook voor de huisartsendienstenstructuren
een rol zien bij het organiseren van de regionale ondersteuning. Op 7 maart zal de concept
1/2
visienotitie ook in de deelledenvergadering van huisartsenposten worden besproken. Tijdens de
vergadering op 9 maart zorgen we voor een mondelinge terugkoppeling van de bevindingen.
Verkennende gesprekken stakeholders
De afgelopen periode werd ook benut om de concept visienotitie in gesprekken met de
belangrijkste stakeholders te bespreken. Het merendeel van de stakeholders liet weten zich in
de hoofdlijnen van de visienotitie te herkennen. Een aantal partijen vraagt in hun reacties om
meer aandacht voor persoonsgerichte zorg en zelfmanagement, de relatie met het sociale
domein en het zichtbaar maken van de toegevoegde waarde van huisartsen- en
eerstelijnsorganisaties.
Het vervolgtraject
De verzamelde reacties van leden en stakeholders zijn verwerkt in de bijgevoegde concept versie
van de visienotitie. Zoals aangegeven, vernemen we graag uw reacties op deze versie van de
notitie. De verkregen input verwerken we in een definitieve versie van de visienotitie die we
vervolgens dit voorjaar willen vaststellen.
Ondersteuning vanuit InEen
In het verlengde van de bespreking van de visienotitie willen we de deelledenvergadering
benutten om te horen wat uw verwachtingen zijn over de rol en bijdrage van InEen bij het
realiseren van het gezamenlijke toekomstbeeld uit de visienotitie. Op welke wijze kan InEen u
ondersteunen, zowel in de belangenbehartiging als in onze dienstverening.
We kijken uit naar een inspirerende bespreking op 9 maart aanstaande.
Met vriendelijke groet,
Anoeska Mosterdijk
directeur InEen
Covernotitie Visie lokale en regionale huisartsen- en
eerstelijnsorganisaties
© InEen
2/2
Concept visienotitie lokale en regionale huisartsen- en
eerstelijnsorganisaties
Versie 19 februari 2017
De veranderde wereld in de spreekkamer
De wereld om ons heen verandert. Het aantal ouderen in ons land neemt toe. De stijging van de
levensverwachting gaat hand in hand met de toename van het aantal chronische patiënten.
Onder invloed van de transities en decentralisaties in de zorg blijven kwetsbare ouderen en
mensen met psychische aandoeningen langer thuis wonen. Ook mensen zelf veranderen. Een
groeiende groep zelfbewuste patiënten en zorggebruikers willen zelf regie voeren over hun
zorgproces. De aandacht voor preventie en gezondheid als leefstijl neemt toe. Technologische
ontwikkelingen en digitalisering van de maatschappij kunnen deze ontwikkelingen steeds vaker
ondersteunen.
Deze maatschappelijke ontwikkelingen en veranderingen zien we terug in de spreekkamer. De
geschetste ontwikkelingen (vergrijzing, decentralisaties en assertiviteit) zorgen voor een
stijgende zorgvraag. Ook de complexiteit van de zorgvragen neemt toe. Ongeveer een vijfde van
de ingeschreven patiënten in een huisartsenpraktijk vraagt extra aandacht vanwege een of meer
chronische aandoeningen, dreigend regieverlies of psychosociale problemen. Voor die patiënten
vereist de zorg vaak een multidisciplinaire en domeinoverstijgende aanpak. Hierdoor ontstaat
toenemende werkdruk in de praktijk van huisartsen en verpleegkundigen, zowel overdag als
tijdens ANW-uren. Deze ontwikkelingen, gevoegd bij de oplopende zorgkosten in relatie tot de
betaalbaarheid van de gezondheidszorg, zorgen voor toenemende druk op de huisartsen- en
eerstelijnszorg.
Focus op patiënten en zorgprofessionals
De geschetste ontwikkelingen en veranderingen vragen om creatieve oplossingen. Meer van
hetzelfde biedt geen adequate oplossing. Daarbij is het cruciaal om aan te sluiten bij de
drijfveren van patiënten en bij de intrinsieke motivatie van zorgprofessionals. Dit betekent
inzetten op persoonsgerichte zorg en het benutten van de mogelijkheden voor
zelfmanagement. Het creëren van meer tijd voor patiënten via ondersteuning van
zorgprofessionals op onder andere het gebied van chronische zorg, informatie- en
personeelsbeleid, door taakdelegatie en -herschikking, via praktijkverkleining en via het
verminderen van administratieve lasten, schept ruimte voor het leveren van persoonsgerichte
zorg aan de patiënt. Het organiseren van samenwerking met bijvoorbeeld ziekenhuizen, de
wijkverpleging en gemeenten, en het toepassen van nieuwe werkwijzen draagt daaraan ook bij.
Dit gaat niet vanzelf en vraagt extra investeringen in tijd, mensen en middelen om
zorgprocessen te veranderen. Huisartsen- en eerstelijnsorganisaties (zorggroepen,
huisartsenposten en gezondheidscentra) kunnen hierin een belangrijke rol spelen.
Ondersteuning en samenwerking op verschillende niveaus
Ondersteuning van professionals en het organiseren van samenwerking vindt plaats op
verschillende manieren en niveaus.
Huisartsenpraktijk
Huisartsen hebben een spilfunctie in de zorg en vormen een verbindende schakel naar andere
zorgverleners binnen en buiten de eerste lijn. Een huisartsenpraktijk bestaat tegenwoordig vaak
uit meerdere huisartsen en diverse ondersteuners (doktersassistenten, praktijkondersteuners).
Een efficiënte verdeling van taken tussen de betrokken zorgverleners draagt bij aan het
ontzorgen van de huisarts. Praktijkmanagement kan helpen om een huisartsenpraktijk met
meerdere huisartsen en ondersteunend personeel goed te laten functioneren.
Lokale organisaties
In aansluiting op de wensen en behoeften van de populatie bieden organisaties op wijkniveau
(gezondheidscentra en andere eerstelijns samenwerkingsverbanden) ondersteuning bij het
leveren van de zorg in buurten, wijken en dorpen. Ze zorgen voor korte lijnen tussen alle
zorgprofessionals en tussen deze zorgprofessionals en de wijk. Ze kennen de lokale situatie en
zorgen voor een passend antwoord op de lokale zorgvraag. Ze werken aan innovatie en
zorgvernieuwing. Het versterken van de samenwerking in de driehoek tussen huisarts,
wijkverpleegkundige en sociale wijkteams vergroot de mogelijkheden om kwetsbare
doelgroepen (zoals mensen met verminderde gezondheidsvaardigheden, kwetsbare ouderen,
mensen met GGZ-problematiek en jongeren met problemen) de benodigde zorg en
ondersteuning te bieden.
Regionale huisartsen- en eerstelijnsorganisaties
Regionale organisaties (zorggroepen, koepels van gezondheidscentra, huisartsenposten en
zorgnetwerken) zijn in staat om bovenlokale vraagstukken op te pakken, zoals het maken van
regionale afspraken, het organiseren van regionale samenwerking, maar ook het opzetten van
goede gegevensuitwisseling, het bevorderen van kwaliteitsbeleid en het organiseren van
opleidingen en trainingen. Op die manier ondersteunen regionale organisaties de
zorgprofessionals. Ze kunnen namens de aangesloten zorgprofessionals afspraken maken met
relevante stakeholders zoals ziekenhuizen, GGz-instellingen, gemeenten en verzekeraars. Ook
regionale huisartsen- en eerstelijnsorganisatie ontwikkelen nieuwe initiatieven en ondersteunen
bij de implementatie ervan.
Wisselwerking zonder blauwdruk
Een goede wisselwerking tussen huisartsenpraktijken, organisaties op lokaal en regionaal niveau
is essentieel als antwoord op maatschappelijke ontwikkelingen en vraagstukken. Hiervoor
bestaat geen blauwdruk. De onderlinge interactie is afhankelijk van de context, historie, sociaalculturele invloeden en bestaande samenwerkingsrelaties. De inrichting van de lokale en
regionale organisaties volgt de indeling die voor inwoners van een buurt, wijk, dorp of regio een
logisch samenhangend geheel vormt. Verschillen die hierdoor ontstaan, doen recht aan de
diversiteit in het land.
Voortzetten en uitbreiden activiteiten regionale huisartsen- en eerstelijnsorganisaties
Regionale huisartsen- en eerstelijnsorganisaties zijn veelal opgericht om de ketenzorg bij
diabetes en andere chronische aandoeningen vorm te geven en de huisartsenzorg tijdens
avond-, nacht- en weekenduren (anw-uren) te organiseren. Inmiddels zien we dat ze, afhankelijk
van de behoeften van de aangesloten huisartsen, in toenemende mate ook andere activiteiten
oppakken.
Concept visienotitie lokale en regionale huisartsen- en eerstelijnsorganisaties
Versie 19 februari 2017
2/4
Programmatische aanpak chronische zorg
De programmatische aanpak bij diabetes heeft geleid tot aantoonbaar betere zorg. Van de
patiënten met diabetes type 2 krijgt tegenwoordig 90% zorg die voldoet aan de richtlijnen en
standaarden. Dit leidt tot betere resultaten die naar verwachting op termijn ook zichtbaar zijn in
een daling van het aantal complicaties en andere harde einduitkomsten, zoals cardiovasculaire
events. Voor andere chronische zorgprogramma’s is het nog te vroeg om deze conclusie te
kunnen trekken, maar ook daarbij zien we inmiddels een betere naleving van de richtlijnen die
door de beroepsgroep zijn opgesteld.
Het is van belang de gerealiseerde kwaliteit van zorg goed te borgen. Tevens is bij het toepassen
van de richtlijnen en standaarden meer maatwerk nodig om de zorg een meer persoonsgerichte
karakter te geven. Met de juiste ondersteuning kunnen patiënten via zelfmanagement daaraan
zelf ook een belangrijke bijdrage leveren, zo leren ook de ervaringen uit Zelfzorg Ondersteund.
Het succes van de ketenzorg krijgt een vervolg door de omslag van aandoeningsgerichte zorg
naar persoonsgerichte zorg, waarbij de patiënt en zijn/haar omgeving het uitgangspunt vormt.
Ondersteuning professionals
Regionale huisartsen- en eerstelijnsorganisaties (zorggroepen, koepels van gezondheidscentra,
huisartsenposten en zorgnetwerken) ondersteunen de zorgverleners ook in toenemende mate
met o.a. ICT-diensten, administratie, scholing, kwaliteitsbeleid, personeelsbeleid en de
implementatie van zorgvernieuwing. Deze regionale ondersteuning geeft ruimte in de praktijk
en daardoor meer tijd voor de patiënt.
Nieuwe activiteiten
Vanuit deze basis kunnen regionale huisartsen- en eerstelijnsorganisaties, afhankelijk van de
behoefte van de aangesloten huisartsen, hun activiteiten uitbreiden met het:
– organiseren van zorg rondom kwetsbare groepen (kwetsbare ouderen, GGz-patiënten en
jeugd);
– versterken van de samenwerking met tweede lijn gericht op het bevorderen van substitutie,
zowel overdag als tijdens anw-uren;
– verbeteren van de afstemming tussen de huisartsenzorg overdag en acute huisartsenzorg
tijdens anw-uren;
– versterken van de driehoek huisartsenzorg, wijkverpleging, sociaal domein;
– het bieden van spiegelinformatie om ongewenste praktijkvariatie te verminderen;
– het stimuleren van innovaties die bijdragen aan persoonsgerichte zorg.
Op die manier nemen regionale organisaties, samen met de aangesloten professionals,
verantwoordelijkheid voor (deel)populaties, met de patiënt als vertrekpunt. Door zich te richten
op de samenstelling van de populatie in buurten, wijken, dorpen en regio’s vinden lokale en
regionale huisartsen- en eerstelijnsorganisaties aansluiting bij patiënten en zorggebruikers.
Daarbij zijn ze samen aanspreekbaar op de kwaliteit van de zorg en de bereikte resultaten. De
toegevoegde waarde van huisartsen- en eerstelijnsorganisaties voor patiënten en
zorggebruikers komt tot uitdrukking in de ‘triple aim-waarden’: kwaliteit, patiëntervaringen en
kosten.
Concept visienotitie lokale en regionale huisartsen- en eerstelijnsorganisaties
Versie 19 februari 2017
3/4
Belangrijke aandachtspunten
Het voortzetten en uitbreiden van de activiteiten van regionale huisartsen- en eerstelijnsorganisaties krijgt veelal vorm via een groeitraject. Belangrijke aandachtspunten om die groei
goed vorm te kunnen geven, zijn de betrokkenheid van zorgprofessionals, de inrichting van goed
bestuur, de vormgeving van het kwaliteitsbeleid en transparantie en duurzame financiering.
Betrokkenheid van zorgprofessionals en goed bestuur
Huisartsen en andere zorgverleners vormen het hart van de regionale huisartsen- en
eerstelijnsorganisaties. Ze dragen verantwoordelijkheid voor de verleende zorg en weten zich
daarbij gesteund door organisaties die helpen bij het organiseren van de samenwerking met
andere zorgverleners. Door de inspraak en inbreng van de professional goed te regelen, voelen
zorgprofessionals zich betrokken bij hun organisatie. Het tempo van de doorontwikkeling wordt
in samenspraak bepaald. De non-concurrentiële positie van huisartsen is cruciaal voor het
bevorderen van de onderlinge samenwerking. De organisatie zorgt voor professionele besturing
en bevordert het onderlinge vertrouwen tussen bestuurders en zorgprofessionals. Ze bewaakt
daarbij de balans tussen professionele autonomie en het collectieve belang van de betrokken
zorgverleners. Bestuurlijke drukte in de regio wordt zoveel mogelijk voorkomen.
Inzicht in kwaliteit van de zorg
Het kwaliteitsbeleid van regionale huisartsen- en eerstelijnsorganisaties richt zich op onderhoud
en verbetering van kwaliteit van de zorg. Bij het verzamelen van kwaliteitsinformatie wordt
extra registratielast voorkomen door gebruik te maken van gegevens die toch al worden
geregistreerd als onderdeel van de zorgverlening. Via accreditering en certificering kunnen
organisaties laten zien dat hun kwaliteitscyclus werkt.
Het inzichtelijk maken en terugkoppelen van informatie over de kwaliteit is een krachtig
instrument voor kwaliteitsverbetering en draagt bij aan de maatschappelijke transparantie die
door stakeholders wordt gewenst. De uitgangspunten van triple aim vormen hierbij de leidende
principes om de toegevoegde waarde van huisartsen- en eerstelijnsorganisaties voor patiënten
en zorggebruikers tot uitdrukking te brengen.
Duurzame financiering
Organisaties zijn gebaat bij een bestendige en duurzame financiering. De wijze van financiering
moet ondersteunend zijn aan de doelen die de organisaties nastreven. Soms past integrale
financiering, soms is een duale wijze van financiering de beste optie. Huisartsen, andere
zorgverleners en lokale en regionale organisaties nemen gezamenlijk verantwoordelijkheid voor
een gepast gebruik van de zorg, ze maken daarbij gebruik van de non-concurrentiële positie van
huisartsen. Zo creëren ze ruimte voor investeringen in tijd, mensen en middelen die nodig zijn
om de huisartsenzorg en eerstelijnszorg verder te versterken.
Tot slot
Het organiseren van ondersteuning en samenwerking leidt tot meer aandacht voor de patiënt en
vergroot het werkplezier van zorgverleners. Toekomstgerichte regionale huisartsen- en
eerstelijnsorganisaties ontlenen hieraan hun bestaansrecht en bewijzen zo hun
maatschappelijke meerwaarde.
Concept visienotitie lokale en regionale huisartsen- en eerstelijnsorganisaties
Versie 19 februari 2017
4/4
Download