Mexicaanse griep

advertisement
____________________________________________________________________________________________
MEXICAANSE GRIEP (H1N1, NIEUWE INFLUENZA A)
____________________________________________________________________________________________
WAT IS MEXICAANSE GRIEP (H1N1)?
De Mexicaanse griep, ook wel nieuwe Influenza A (H1N1) genoemd is de naam van een griepvirus dat zich in 2009
vanuit Mexico over de wereld heeft verspreid. In veel landen over de hele wereld hebben hierdoor mensen griep
gekregen. We noemen het daarom een wereldgriep (grieppandemie). Ook in Nederland kregen mensen deze
nieuwe griep. Mexicaanse griep (H1N1) lijkt veel op een gewone griep zoals die iedere winter in Nederland
voorkomt.
WAT IS HET VERSCHIL MET GEWONE GRIEP?
Gewone griep ontstaat door een bekend virus. Veel mensen hebben al weerstand tegen zo’n bekend virus.
Daardoor worden een beperkt aantal mensen ziek en verspreidt het gewone griepvirus zich minder snel. Bij de
gewone griep is er genoeg tijd om een griepprik te maken die tegen dit virus beschermt.
Een wereldgriep, zoals op de Mexicaanse griep (H1N1), ontstaat door een nieuw griepvirus. Een nieuw griepvirus
begint meestal als een vogelvirus. Van de vogel komt het direct of via een ander dier (bijvoorbeeld varken) bij de
mens terecht. Onderweg kan het virus zo veranderen dat het besmettelijk wordt voor de mens. Niemand heeft
weerstand kunnen opbouwen tegen dit nieuwe virus. Daardoor verwachten we dat meer mensen ziek worden dan
bij een gewone griep. Omdat het een nieuw virus is, is er minder snel een griepprik om kwetsbare mensen tegen
het virus te beschermen. De prik tegen Mexicaanse griep (H1N1) is inmiddels beschikbaar.
HOE WORDT HET GRIEPVIRUS OVERGEDRAGEN?
Elk griepvirus wordt op dezelfde manier overgedragen. Het griepvirus zit in druppeltjes slijm, snot en speeksel en
komt door hoesten, niezen of praten bij een ander terecht. Ook via de handen kan het virus worden overgedragen.
Bijvoorbeeld als iemand zijn neus afveegt en daarna de deurklink aanraakt of u een hand geeft. U kunt besmet
raken als u het virus inademt of als het virus in uw neus, mond, keel of oog komt.
HOE GROOT IS DE KANS OM HET TE KRIJGEN?
De Mexicaanse griep is in 2009 in Nederland verspreid, er was sprake van een lichte epidemie. Dat betekent dat
per week minstens 5 van de 10.000 Nederlanders hun huisarts raadpleegden in verband met griepklachten.
Inmiddels hebben veel mensen afweer opgebouwd tegen dit virus, spontaan of na vaccinatie.
WAT ZIJN DE VERSCHIJNSELEN?
Binnen een tot zeven dagen nadat u het virus binnenkrijgt, kunt u griepverschijnselen krijgen. U krijgt koorts, droge
hoest, met koude rillingen, hoofdpijn, spierpijn en moeheid. Soms is er ook wat keelpijn of diarree. De hoest kan
een paar weken blijven. De andere klachten gaan meestal binnen 7 dagen vanzelf over. Net als bij de gewone griep
kunt u longontsteking krijgen. U wordt dan benauwd en gaat zich meer ziek voelen. Als u een chronische ziekte
heeft, zoals diabetes mellitus, een longziekte, een hartziekte of een nieraandoening, dan kunt u extra ziek worden
van de griep. Ook bij kleine kinderen (jonger dan 2 jaar) of bij mensen ouder dan 60 jaar moeten we extra opletten
of ze zieker worden dan we normaal bij een griep zouden verwachten. Dit geldt ook voor zwangere vrouwen vooral
in de laatste drie maanden van hun zwangerschap. Iemand met griep is hooguit een week besmettelijk. De
besmettelijkheid begint een dag voordat u ziek wordt. Niet iedereen die besmet raakt, wordt ook ziek.
WIE KRIJGT DE PRIK (VACCIN) TEGEN DE MEXICAANSE GRIEP?
De prik die beschermt tegen Mexicaanse griep is alleen beschikbaar voor:
Mensen met een gezondheidsrisico doordat ze een ziekte of aandoening hebben. Bijvoorbeeld diabetes mellitus,
astma, COPD, hartinfarct, hartfalen of een nieraandoening.
Zwangere vrouwen na de 14e week van hun zwangerschap.
Mensen die in de gezondheidszorg werken en regelmatig contact hebben met patiënten die extra ziek kunnen
worden (of zelfs kunnen overlijden) door Nieuwe Influenza A.
____________________________________________________________________________________________
1
Bron: Nederlandse Huisartsenvereniging (2009)
Gezinsleden en verzorgenden van mensen die extra ziek kunnen worden (of zelfs kunnen overlijden) door de
Mexicaanse griep
Mensen die 60 jaar zijn of ouder.
HOE VERMINDER IK DE KANS OP BESMETTING?
U kunt het volgende doen om de kans dat u besmet raakt te verkleinen:
Voorkom contact met mensen die griep hebben Moet u toch bij een grieppatiënt zijn, doe dat dan zo kort mogelijk
en was na het bezoek uw handen. Een mond-neusmasker en veiligheidsbril beschermen u niet tegen de griep.
Raak zo min mogelijk uw ogen, neus en mond aan
Was vaak uw handen met water en zeep Droog uw handen af met papieren handdoekjes en gooi het papier
meteen daarna in de vuilnisbak. Water en zeep is het beste. Als u geen water en zeep heeft om uw handen mee te
wassen kunt u eventueel handalcohol (gel) gebruiken.
Hand voor uw neus en mond als u hoest of niest. Het beste is hoesten of niezen in een papieren zakdoek. Gebruik
een papieren zakdoek maar één keer en gooi het meteen daarna in een vuilnisbak. Doe hetzelfde als u uw neus
snuit. Was daarna uw handen met water en zeep
Maak regelmatig schoon Maak harde oppervlakken en voorwerpen (zoals het aanrecht, keukengerei, kranen,
deurklinken, trapleuningen en telefoons) regelmatig schoon. Doe dit met een normaal schoonmaakmiddel.
Het heeft géén zin om ‘alvast’ virusremmers in te nemen als u zelf niet ziek bent, ook niet als u contact heeft
(gehad) met een grieppatiënt of als u op vakantie gaat naar een land waar veel mensen Mexicaanse griep hebben.
WAT MOET U DOEN ALS U GRIEP KRIJGT?
Blijf thuis, neem rust en zorg dat u voldoende drinkt (tenminste anderhalve liter per dag). Als u verder gezond bent
gaan de klachten meestal binnen zeven dagen vanzelf over. Neem de volgende maatregelen om te voorkomen dat
u anderen met het griepvirus besmet:
Ga niet naar de praktijk of naar een polikliniek. Dan zou u mensen in de wachtkamer kunnen besmetten.
Blijf zoveel mogelijk uit de buurt van andere mensen totdat u geen klachten meer heeft.
Raak zo min mogelijk uw ogen, neus en mond aan.
Was vaak uw handen met water en zeep
Droog uw handen met papieren handdoekjes en gooi het papier meteen daarna in de vuilnisbak. Als u geen water
en zeep heeft om uw handen mee te wassen kunt u eventueel handalcohol (gel) gebruiken.
Hand voor uw neus en mond als u hoest of niest Het beste is hoesten of niezen in een papieren zakdoek. Gebruik
een papieren zakdoekje maar één keer en gooi het meteen daarna in een vuilnisbak. Doe hetzelfde als u uw neus
snuit. Was daarna uw handen met water en zeep. Maak regelmatig schoon
Maak harde oppervlakken en voorwerpen (zoals het aanrecht, keukengerei, kranen, deurklinken, trapleuningen en
telefoons) regelmatig schoon. Doe dit met een normaal schoonmaakmiddel. Wasgoed (pyjama’s, lakens, slopen,
handdoeken) kunt u met gewoon waspoeder met 60 graden wassen.
WANNEER MOET U CONTACT OPNEMEN MET DE HUISARTS?
Bel de praktijk als u griep heeft en:
het hoesten wordt steeds erger;
u wordt kortademig / benauwd
u suf wordt;
u langer dan vijf dagen koorts houdt; (kinderen onder de 2 jaar met koorts dezelfde dag bellen, kinderen boven de 2
jaar na drie dagen koorts);
u opnieuw koorts krijgt nadat u een paar dagen koortsvrij bent geweest;
u op de huid puntvormige vlekjes krijgt die niet verdwijnen als u er met een glas op drukt;
u de kin niet op de borst kunt brengen;
u de afgelopen maand in de (sub)tropen bent geweest.
Deze verschijnselen kunnen erop wijzen dat u ernstig ziek bent door de griep of door een andere infectie.
Bel bij de eerste griepverschijnselen als u tot een van de groepen behoort die meer risico lopen om extra ziek te
worden door de griep, bijvoorbeeld:
als u meer dan 26 weken zwanger bent;
als uw kind griep krijgt en jonger is dan 2 jaar;
als u een longziekte, hartziekte, diabetes mellitus of een nieraandoening heeft;
als uw afweer is verminderd door een ernstige ziekte, door medicijnen of door medische behandeling;
als u 60 jaar of ouder bent.
2009
____________________________________________________________________________________________
2
Bron: Nederlandse Huisartsenvereniging (2009)
Download