PAKIN Pandemie en hospitaalinfectie Wat is griep? Griep is een virale infectie gekenmerkt door hoge koorts, hoofdpijn, spierpijn, pijn op de borst, hoesten, vermoeidheid en verzwakking, het duurt meestal 2-3 weken met in het begin extreme uitputting waardoor men aan het bed gebonden is. Keelpijn, verstopte neus en niezen staan minder vaak op de voorgrond dan bij andere virale infecties. Welke vormen van humane griep zijn er Seizoensgriep (jaarlijkse uitbraak, blijft circuleren en opnieuw mensen ziek maken door antigeen drift), vogelgriep (sporadisch, veroorzaakt door influenza virussen die van nature bij vogels voorkomen, wordt niet van mens tot mens verspreid), pandemische influenza (nieuw subtype van influenza A ontstaan door antigeen shift, om de 30-40 jaar, aviair influenza virus aan de basis dat er door mutaties in geslaagd is om zich van mens tot mens te verspreiden) Geef een vergelijking voor wat betreft symptomen en klinische tekens tussen griep en een gewone verkoudheid Een gewone verkoudheid wordt vaak gekenmerkt door keelpijn, verstopte neus en niezen terwijl dit bij griep veel minder op de voorgrond staat. Griep geeft hoge koorts en een extreme uitputting waardoor de patient aan het bed gebonden is. Andere zaken die vaak bij griep voorkomen maar niet vaak bij gewne verkoudheid zijn hoofdpijn en spierpijn. Over het algemeen is de symptomatologie bij griep ernstiger dan bij gewone verkoudheid Geef complicaties van seizoensgriep Virale pneumonie Bacteriele pneumonie Dehydratatie Infectie van de bijholten en oren Verergering van reeds bestaande aandoeningen zoals hartziekte, astma of diabetes Welke risicogroepen zijn er voor griep - 2e/3e trimester zwangerschap Chronisch zieke patienten (long-, hart-, lever-, nier-, metabole of neuromusculaire aandoeningen) Immuungecompromiteerde patienten 65+ In instelling opgenomen personen Kinderen tussen 6 maanden en 18 jaar die langdurige aspirinetherapie ondergaan Personen die door hun beroep in aanraking komen met gevogelte en/of varkens, zoals fokker Personen die onder hetzelfde dak wonen met voorgaande risicopersonen of kinderen jonger dan 6 maanden Personen werkzaam in de gezondheidssector Personen boven de 50 jaar lopen hoger risico op complicaties wanneer zijn griep oplopen. Hoe wordt griep behandeld Voldoende rust (3-5 dagen vrij van werk), veel drinken. Meestal volstaat een symptomatische behandeling met koortswerende middelen zoals paracetamol of NSAID (geen aspirine bij kinderen met griep Reye syndroom!) Antivirale middelen kunnen de ernst van de infectie en het risico op complicaties verminderen indien ze binnen 48 uur na het begin van de ziekteverschijnselen ingenomen worden. Indien de toestand na 5 dagen niet genormaliseerd is of zelf verslechtert, kunnen er complicaties zijn zoals bijvoorbeeld een bacteriele bijbesmetting die behandeld dient te woren met antibiotica. Bespreek de zes fasen van het alarmsysteem van de WHO - - - Interpandemische periode o Fase 1: geen nieuwe subtypes van het influenza virus aanwezig bij mensen, mogelijk wel bij dieren met een laag risico op menselijke infectie o Fase 2: er is een nieuw subtype van het influenza virus aanwezig bij dieren, met een hoog risico op menselijke infectie Pandemischie alertheidsperiode o Fase 3: er is een nieuw subtype van het influenza virus aangetroffen bij mensen, maar van intermenselijke besmetting is niet of nauwelijks sprake o Fase 4: er zijn kleine clusters van lokale intermenselijke verspreiding, virus nog niet goed aangepast aan de mens als gastheer o Fase 5: er zijn grotere clusters van lokale intermenselijke verspreiding, virus is nog niet volledig overdraagbaar maar er is een substantieel pandemisch risico Pandemische periode o Fase 6: pandemie, verhoogde en aanhoudende transmissie in de algehele bevolking Welke niet medische interventiestrategieen bestaan er - Beperking van contact in sociaal verkeer en werk (bijvoorbeeld grote bijeenkomsten afzeggen) Sluiten van scholen Quarantaine van mogelijk besmette individuen en vrijwillige quarantaine van hun gezinsleden Welke medische interventiestrategieen zijn voorhanden - Monitoring van de dreiging en verspreiding van een pandemisch influenzavirus en implementeren en/of aanpassen van de voorbereidingsplannen Antivirale therapie voor een deel van de bevolking om de tijd te overbruggen totdat er een vaccin ontwikkeld is vaccinatie Wat is vogelgriep Sporadische gevallen van griep bij mensen die veroorzaakt is door aviaire influenzavirussen die van nature bij vogels voorkomen. Watervogels vormen het natuurlijke reservoir voor deze virussen en via de faeces komen ze in het milieu terecht en kunnen andere dieren, waaronder gedomesiceerde vogels zoals kippen, geinfecteerd worden. Zeldzaam kan een dergelijk vogelvirus de soortenbarriere oversteken en andere zoogdieren waaronder ook mensen infecteren. Dit blijft meestal beperkt tot één of enkele personen, zonder intermenselijke verspreiding. Wat is het verschil tussen laagpathogene aviaire influenza en hoogpathogene aviaire influenza Laagpathogene aviaire influenzavirussen bevinden zich in het maagdarmstelsel van watervogels en veroorzaken hier weinig tot geen ziekteverschijnselen. Via de feaces komen deze virussen in het milieu terecht en dan kunnen ze andere dieren infecteren, zoals gedomesticeerde vogelsoorten zoals kippen. Hier kunnen de virussn muteren waardoor er hoogpathogene aviaire influenzavirussen ontstaan die wel tot ernstige ziekteverschijnselen en sterfte aanleiding kunnen geven. Wanneer moet een griepvaccin worden toegediend Een griepvaccin voor seizoensgriep wordt jaarlijks aangepast en kan jaarlijks worden toegediend aan de risicopersonen (50+, chronische ziek, immuungecompromiteerd, zwanger, werkzaam in zorgsector, opgenomen in instelling). Wanneer er een pandemie dreigt (pandemische alertheidsperiode WHO) dient er gewerkt te worden aan een griepvaccin specifiek voor het dreigende type influenzavirus. Om de tijd totdat het uitgewerkt is te overbruggen kan men gebruik maken van antivirale middelen, maar zodra het vaccin klaar is dient het toegediend te worden, in de eerste plaats aan zorgverleners, personen met hoog risico en sleutelfiguren in de aanpak van pandemie (bijv. Regeringsleiders) Beschermt de griepprik ook tegen andere ziekten zoals een verkoudheid Nee, de griepprik bechermt enkel tegen influenzavirussen Wat is een grieppandemie Er is sprake van een pandemie wanneer er een voor de mens nieuw subtype van het influenzavirus is gevonden waartegen de mens nog weinig tot geen immuniteit heeft opgebouwd en dat makkelijk overdraagbaar is van mens tot mens. Hierdoor wordt het snel wereldwijd verspreid met een grote ziektelast en sterfgevallen als moelijk gevolg. Het nieuwe subtype is tot nu toe altijd ontstaan uit een aviair influenzavirus d.m.v. antigeen shift. Na afloop van de pandemie blijft het virus door antigeen drift muteren en terugkeren als één van de seizoensgriepvirussen. Welke soorten griepvaccins bestaan er Er zijn 2 soorten griepvaccins: de traditionele griepprik is een geïnactiveerd vaccin, aangevuld met een adjuvans waardoor de immuunrespons versterkt wordt, en een levend-verzwakt vaccin. Er zijn 3 sorrten geinactiveerde vaccins: - vaccins die het volledige geinactiveerde virus bevatten, deze worden geproduceerd fdoor een bebroed kippenei te injecteren met griepvirus en na enkele dagen de vloeistof rondom het kuikenembryo te nemen waarin zich nu een grote hoeveelheid van het virus bevindt. Dit wordt vervolgens gezuiverd en geinactiveerd. - - Vaccins met een gesplitst virus wordt op dezelfde manier gemaakt maar nog met een detergens bewerkt waarna het virus membraan opgebroken is en aller structurele eiwitten van het virus nog aanwezig zijn Subunit vaccins volgen dezelfde procedure maar hierbij wordt het viruspreparaat nog gezuiverd van de oppervlakte eiwitten Heeft vaccinatie bijwerkingen, Kun je van het griepvaccin griep krijgen? Lokale irritatie, roodheid en of zwelling op de injectieplaats in 15-20%. Bij minder dan 1% van de gevaccineerden ontstaan meer algemene bijwerkingen zoals koorts, rillingen en spierpijn. Die kunnen 1 a 2 dagen aanhouden en betekenen niet dat de gevaccineerde griep krijft van het vaccin. De meest voorkomende bijwerkingen van levend-verzwakte vaccins zijn loopneus, verstopte neus, hoofdpijn of keelpijn. Ernstigere reacties zijn zeer zeldzaam. Een allergie tegen kippeneiwit kan een ernstige reactie veroorzaken bij een vaccin dat op basis van bevruchte kippeneieren is gemaakt. Wie moet als eerste gevaccineerd worden bij een pandemie - - Zorgverleners (patiëntencontact en productie van vaccins en antivirale middelen) Hoogste risico groepen (>65j + 1 risicoverhogende aandoening of 6m-65j + 2 risicoverhogende aandoeningen zoals roken, obesitas, alcoholgebruik, opnamen vanwege o.a. longontsteking of griep in afgelopen jaar) Huisgenoten van kinderen jonger dan 6 maanden of mensen met ernstig verminderde weerstand; zwangere vrouwen Respondpersoneel met een sleutelrol bij pandemie (regeringsleiders, volksgezondheidspersoneel) Overige risicogroepen (>65j, 6m-2j, 2j-65j + 1 risicoverhogende aandoening) Groepen van belang voor de infrastructuur Gezonde patienten van 2-65j zonder risicofactoren Welke antivirale middelen tegen griep ken je - - Adamantanen (M2 remmers): amantadine en rimantadine Remmen de functie van het M2 eiwit en daardoor de intrede van het virus in de gastheercel. Beperkte toepassing vanwege snelle resistentie, relatieve toxiciteit en het is enkel werkzaam tegen influenza A virussen (Influenza B maakt geen gebruik van het M2 eiwit) Neuraminidaseremmers: oseltamivir en zanamivir Remmen de functie van het neuraminidase eiwit en daardoor het vrijkomen van nieuw gemaakt virus uit de geinfecteerde gastheercel. Zodoende wordt de verspreiding van het virus door de luchtwegen geblokkeerd. Hoe effectief zijn antivirale middelen tegen seizoensgriep? Vogelgriep? Pandemische griep? Veralgemeend gebruik van virale middelen bij seizoensgriep is niet aan te raden: het verkort de ziekteperiode slechts met 1 dag, terwijl er geen aanwijzingen zijn dat het ernstige verwikkelingen en overlijden kan voorkomen. Bij hoog risicopatienten kan het mogelijk wel aangewezen zijn. Bij een vogelgriep wordt er wel preventief gebruik gemaakt van antivirale middelen om te voorkomen dat men ernstig ziek wordt en om verspreiding van mens tot mens te verkomen. Bij pandemische griep wordt het aangeraden om antivirale middelen voor te schrijven aan alle patiënten om het potentieel ernstige ziekteverloop gunstig te beinvloeden en de ontwikkeling van de pandemie te vertragen. Wat wordt verstaan onder ESBL Extended spectrum beta lactamasen zijn enzymen die geproduceerd worden door gram negatieve staven (E. coli, klebsiella) en ze zijn in staat om penicillines en cefalosporines af te breken. De genen die voor deze enzymen coderen kunnen ofwel op het chromosoom liggen, ofwel op een plasmide in welk geval er uitwisseling van deze resistentiegenen kan plaatsvinden tussen bacterien. Wat wordt verstaan onder MRSA Meticilline Resistente Staphylococcus aureus is een bacterie die resistent is voor de meeste, gangbare antibiotica. De bacterie bevindt zich vooral op de huid en in de neus, normaal geeft het geen ziekteverschijnselen bij een drager maar het kan wel een groot probleem worden bij immuungecompromiteerde personen. MRSA wordt vooral in ziekenhuizen aangetroffen omdat daar het meese gebruik wordt gemaakt van antibiotica. Bespreek de kliniek van een infectie met strep pneumoniae Een pneumokokken infectie kan aanleiding geven tot o.a. pneumonie (hoest, rilkoort, dyspneu, ademhalingsgebonden thoracale pijn), acute otitis media (oorpijn, koorts, vaak vooraf gegaan door bovenste luchtweginfectie), bacteriemie (sepsis, septische shock, hematogene verspreiding) en bacteriele meningitis (hoofdpijn, nekstijfheid, koorts, verwarring/veranderd bewustzijn, braken, photo-/phonofobie) Welk resistentiemechanisme bestaat er - - Mutatie: een of meerdere genen in de bacterie kunnen muteren waardoor er bijvoorbeeld inactiverende enzymen gevormd worden of waardoor de structuur van targetproteinen verandert waardoor het antibioticum niet meer kan binden. Transductie: genen worden van de ene naar de andere bacterie overgebracht onder dat de bacterien met elkaar in contact gekomen zijn, via bacteriofagen Transformatie: genetische verandering van het genoom van een cel door introductie, opname en ten slotte het tot expressie komen van vreemd genetisch materiaal Conjugatie: genetisch materiaal in de vorm van plasmiden wordt overgedragen van de ene bacterie naar de andere over een verbinding gemaakt door middel van sekspili Wat is de behandeling voor een streptococcen pneumonie? Wat in geval resistentie voor eerste keuze preparaat In 30% of meer van de gevallen zijn pneumokokken resistent tegen macroliden, tetracycline en sulfonamiden en deze middelen hebben dus geen plaats in de behandeling. In 15% is er sprake van verminderde gevoeligheid voor penicilline, maar in een hogere dosering is dit toch bijna altijd werkzaam (99.4%). De standaardbehandeling is amoxicilline of bij bewezen IgE gemedieerde penicilline allergie moxifloxacine gedurende 8-10 dagen. Welke maatregelen zijn het meest efficient tegen ontstaan van resistentie tegen antibiotica in het ziekenhuis in het geval van SP - AB restrictie; verminderen van onnodig en niet adequaat AB gebruik Smaller spectrum AB gebruiken op geleiden van antibiogram i.p.v. blind starten met breed spectrum Handhygiene is heel belangrijk om de verspreiding van resistente pathogenen binnen het ziekenhuis te voorkomen Voorkomen van contact d.m.v. handschoenen, schorten en maskers Hoog risico patienten screenen en isoleren wanneer er sprake is van infectie Decolonisatie van MRSA (zodat drager niet doorgeeft en ook zelf niet ziek wordt), niet echt nuttig, enkel tijdens outbreak Welke eigenschappen kenmerken de enterococcen Enterokokken zijn gram positieve kokken die zich in het maag-darm kanaal bevinden en dus voorkomen in de faeces. ze zijn normaal gezien niet pathogeen maar kunnen ernstige infecties geven bij ziekenhuispatienten. Enterokokken zijn facultatief anaeroob (kunnen zowel in zuurstofrijke als – arme omgeving overleven) en overleven in extreme omstandigheden: temperatuur van 10-45 graden, pH van 4,5 – 10,0 en hoge natriumchloride concentraties. Er is een hoge mate van intrinsieke resistentie tegen β-lactams en aminoglycosiden. Sommige stammen zijn zelfs resistent geworden tegen de laatste behandelmogelijkheid, vancomycine.