Thema 5 - vanin

advertisement
Thema 5
Teksten
Les 1
Over structuren, verbanden
en relaties
p. 2
Les 2 Over feiten en meningen
p. 22
Thema 5 - Teksten
1
LES 1 Over structuren, verbanden en relaties
Opdracht 1 Een verband binnen een zin
Lees deze affiches uit Nederland.
1
3
2
Sprookje
Er was eens
lang geleden
een goed boek
Maar dat is
uitgeleend
en nooit meer
teruggebracht
Loesje
TOEN IK DE KAST
OP MIJN SKATEBOARD
DE BRUG AF ZAG
SJEZEN
BEGON IK TOCH
AAN MIJN
VERHUISSTRATEGIE
TE TWIJFELEN
Loesje
JARIG
MIJN BROERTJE
RIEP KEIHARD
ING‹‹
›› VERRASS
EN SPRONG
IN DE TAART
Loesje
- Wat vind je van de affiches?
- Hoeveel boodschappen (pv’s) vind je op elke affiche terug?
Op elke affiche lees je een enkelvoudige / samengestelde zin.
- Pas de affiches aan: slechts 1 boodschap per zin. Je mag dat mondeling doen.
- Welke zaken heb je veranderd?
- Waarvoor en waar gebruik je ‘maar’, ‘toen’ en ‘en’?
- Vind jij de boodschappen nog even aantrekkelijk? Waarom is dat zo?
Breng in je teksten een goede afwisseling tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen.
Zorg voor het juiste verband bij samengestelde zinnen.
tip
X-tra
2
Maak zelf een affiche zoals Loesje. Gebruik maar, toen of en.
Thema 5 - Teksten
Opdracht 2 Lees deze zinnen.
Deze oefening is net klaar.
Ik heb goed doorgewerkt.
Die van mijn zus nog niet.
Ze was erg gemakkelijk.
Ik heb nog tijd om een Wii-spel te spelen.
Mijn favoriete tv-programma begint.
- Zijn dit enkelvoudige of samengestelde zinnen? Leg uit. - Maak nieuwe zinnen door aan de eerste zin telkens een zin van de tweede kolom te koppelen.
- Hoe bracht je de zinnen samen?
- Markeer de woorden die je toevoegde. Waarom koos je precies voor die woorden?
Noteer de reden achter iedere zin.
Woorden die een relatie of een verband aanduiden binnen een samengestelde zin,
verbinden vaak twee zinnen (boodschappen). Het zijn signaalwoorden.
Opdracht 3 Altijd als je communiceert, kun je signaalwoorden gebruiken. Probeer te achterhalen welke
boodschappen deze sterren hebben.
Hoe doe je dat?
- Bekijk de afbeelding.
- Voorzie een gepaste boodschap in de tekstballon. Gebruik een samengestelde zin.
- Benoem het verband in de zin. Duid aan welk woord dat aangeeft.
Thema 5 - Teksten
3
‹
Naar: Joepie
Opdracht 4 In het reclamebericht ontbreken de signaalwoorden. Doe een voorstel. Denk na over de relatie
die de zender wou aangeven.
Kijken is een kunst!
Zo kijken dieren …
is bijziend. Hij heeft wel een goed
De beer heeft kleine ogen
hij op zoek gaat naar eten.
reukvermogen. Dat is handig
De pinguïn heeft vliezen voor zijn ogen onder water. Die beschermen de ogen tegen
4
Thema 5 - Teksten
het water,
de pinguïn onder water kan zien.
zo hun prooi in de gaten
Krokodillen kunnen heel stil in het water liggen
houden. Onder water gaat er een vlies over het oog dat werkt als een soort duikbril.
Giraffen hebben lange wimpers die hun ogen beschermen. Ze kunnen de ogen apart van
doen ze dat oog
elkaar sluiten. Als er zand of stof van één kant komt,
gewoon dicht.
Zo kijken wij …
we zowel van dichtbij als veraf alles
Wij kunnen onze ogen aanpassen,
we tegenwoordig heel veel naar gsm’s,
kunnen zien.
computers en iPods kijken, kunnen onze ogen moe worden.
Zo doe je wat aan vermoeide ogen
- Geef je ogen af en toe een pauze door in de verte te kijken
voor je ogen te houden zonder ze aan te raken.
- Ga minimaal 30 cm van je beeldscherm zitten.
- Je afstand tot de tv moet minstens 6 keer de diagonaal
van het scherm zijn.
je handen Met onvermoeibare ogen naar de dierentuin?
Helpen onze tips? Heb je wel eens last van rode ogen of
hoofdpijn? Laat
je ogen eens controleren
bij een goede opticien. Misschien heb je wel vermoeide ogen
hebben ze een beetje hulp nodig. Dat komt
als je vóór 30 september een
dan goed uit,
krijg je
bril koopt met speciale brillenglazen,
twee kaartjes voor de dierentuin cadeau.
Kijk op www.varilux.be bij welke opticien je moet zijn!
Naar: National Geographic Junior
Opdracht 5 De schrijver had niet door hoe de de tekst in elkaar zat en gebruikte verkeerde signaalwoorden.
Aan jou om de tekst aan te passen.
Hoe doe je dat?
- Lees de tekst.
- Duid de verkeerd gekozen signaalwoorden aan.
- Welk verband past in de zin/de situatie?
- Gebruik een gepast signaalwoord.
- Herlees kritisch. Klopt de tekst nu wel?
Thema 5 - Teksten
5
Rond het geven van een naam hangt veel bijgeloof. Vroeger mocht de
naam van het kindje absoluut niet onthuld worden vóór het doopsel.
Daarvoor dat wel gebeurde, daarentegen konden allerlei boze krachten
zich op de baby richten. Ten slotte moest het doopsel ook zo snel
mogelijk na de geboorte plaatsvinden. In tegenstelling was de naam
bepalend voor het karakter van het kind. Dat ging zelfs nog verder:
de naam bepaalde mee het lot en het leven van de baby. Vervolgens was
een naam blijvend, eenmaal gekozen mocht je hem niet meer veranderen.
Naar: Bart Lauvrijs, Oei, ik heb een zwarte kat gezien
X-tra
Opdracht 6 Bekijk de verschillende strofen van een gedicht. Ze zijn door elkaar gegooid. Probeer eerst te
begrijpen waarover de dichter het heeft.
Als je zelf nergens woont
moet je altijd
als je slapen wil
aanbellen bij mensen die wel
ergens wonen.
Tim Gladdines
6
Thema 5 - Teksten
gelukkig
boek
buiten
W
IN
D
pu
t
5
WONEN
4 Huis van woorden,
dak van taal, lees
maar lang en wees
gelukkig.
hond
altijd nergens
STOEP
3 Maar als nou niemand open doet
of ze hebben geen logeerbed
en de bank is voor de hond?
lees
l
Komt er plots een schrijver langs,
verzint die een verhaal voor jou,
schrijft hij jou een boek cadeau,
een sprookje om in te wonen.
aa
2
rh
Dan moet je buiten
in de regen
in de wind
in de put
zitten huilen op de stoep.
ve
1
dak
LOGEERBED cadeau
- Zet de verschillende delen op hun juiste plaats.
- Bekijk de opbouw van het gedicht. Hoe bepaalde je wat strofe 1 is?
- Met welk woord begint de strofe?
- Maak zelf een andere versie voor deze strofe. Gebruik het schrijfkader.
Als je zelf
moet je altijd
als je
wil
- Hoe kwam je bij de tweede strofe?
- Met welke signaalwoorden beginnen bepaalde verzen?
- Waarom gebruikt de dichter die woorden in zijn boodschap? Noteer telkens de reden/
het verband.
- Verander de tekst en maak je eigen strofe. Gebruik het schrijfkader.
Maar als
of
en
?
- Om welke reden koos je voor deze strofe als derde?
- Welk woord geeft dat aan?
- Pas maar aan. Gebruik het schrijfkader.
Thema 5 - Teksten
7
Dan
- Waarom gaf je de vierde strofe deze plaats? - De dichter verhoogt het tempo in deze strofe. Met welke techniek doet hij dat?
- Vind je hier een woord dat een verband legt met de vorige strofe?
- Welk signaalwoord zou je wel kunnen toevoegen in deze strofe?
- Heeft het dezelfde betekenis als in de vorige strofe? - Terug aan jou. Gebruik het schrijfkader.
Komt er plots
verzint die
,
schrijft hij
,
- Kon je de laatste strofe gemakkelijk terugvinden? Waarom? - Welk einde verwacht je te lezen bij dit teksttype?
- Waarom zou de dichter voor een andere schrijfwijze kiezen?
- Waarnaar verwijst het woord en in de laatste zin?
- De laatste strofe mag je behouden, tenzij je een leuk alternatief bedenkt.
Gebruik het schrijfkader.
Huis van woorden,
dak van taal, lees
maar lang en wees
gelukkig.
8
langs,
Thema 5 - Teksten
- Zet je eigen gedicht op een blad. Misschien kun je het ophangen in de klas?
Opdracht 7 De structuur van een tekst. Verbanden in een tekst.
Waarom is het belangrijk dat je de structuur van een tekst kunt herkennen?
Wat weet je al?
Je weet al dat een goede tekst opgebouwd wordt met een inleiding, een midden en een
slot. Bovendien vind je ook een verdeling in alinea’s. Nu is het belangrijk om een zakelijke
tekst verder te ontleden. Wat is het verband tussen de verschillende alinea’s? Hoe zijn ze
aaneengeschakeld? Dat is het zoeken naar structuur.
Wat is structuur?
Vergelijk het even met de structuur van een journaal. Je weet dat de hoofdpunten eerst
komen, daarna volgt daarover meer uitleg, dan komen de minder belangrijke items aan
bod. Sportberichten, een herhaling van de hoofdpunten en de weersvoorspellingen sluiten
meestal het journaal af. Die volgorde kent iedereen. De structuur van een quizprogramma is
anders. Probeer maar eens …
Waarom tekststructuren opzoeken?
Misschien vraag je je wel af waarom het belangrijk is om structuren te herkennen. Als je de
structuur van iets kent, kun je al een beetje voorspellen wat er zal gebeuren. Als je dus de
structuur van een tekst herkent, kun je al raden wat je zult lezen. Je weet dan ook waarop je
moet letten. Zo zal een tekst uiteindelijk gemakkelijker lezen.
Hoe tekststructuren opzoeken?
Uiteraard lees je een zakelijke tekst eerst oriënterend: titels en tussentitels kunnen je
niet alleen een idee geven van de inhoud, maar ook van de structuur.
Ook bepaalde woorden of zinstukken verwijzen naar een tekststructuur. Die woorden zijn
signaalwoorden. Het is belangrijk dat je die woorden opmerkt tijdens het lezen.
Welke tekststructuren ken je al en welke zijn er nog?
In Netwerk TaalCentraal 1 kwamen teksten met een chronologische structuur al uitdrukkelijk
aan bod. De volgorde van de elementen is erg belangrijk. Denk maar aan allerlei instructies.
Toch even deze extra belichten:
-de chronologische structuur (eerst a dan b): waarvan wordt het ontstaan, het verloop geschetst?
-de opsommende structuur (a en b): waarvan is het een opsomming? Hoeveel delen telt de opsomming?
-de oorzaak-gevolgstructuur (b volgt uit a): wat zijn de oorzaken en wat zijn de gevolgen?
-de vergelijkende structuur (a vergelijken met b, a is het tegenovergestelde van b):
welke delen worden vergeleken? Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen?
-de probleemstructuur (b is een oplossing voor probleem a): wat is het probleem en welke
mogelijke oplossing(en) wordt/worden er aangereikt?
-…
Thema 5 - Teksten
9
1 Bekijk tekst 1 en 2 Tien unieke vervoermiddelen voor op reis en Verjaardagsfeestjes: tips.
Tekst 1
Tien unieke vervoermiddelen voor op reis
Er zijn honderden manieren om te reizen. Dat bewees een Ierse auteur die tijdens een reis
door heel wat landen over de wereld 112 verschillende vervoersmiddelen gebruikte.
We zetten er zes opvallende op een rij:
- de Bamboetrein in Cambodja,
- de Tuktuk, of driewieler in India,
- een tocht op een olifant in Thailand,
- hondensledetocht in Noorwegen,
- een Chickenbus, een oude schoolbus, in Guatemala,
- zorbing in Nieuw-Zeeland.
Naar: Knackweekend
Tekst 2
Verjaardagsfeestjes: tips
Hip Hip Hip, Hoera! Is één van je kinderen of één van je vrienden jarig?
Dan wil je hem natuurlijk een verjaardagsfeestje geven om nooit meer te
vergeten! Een verjaardagsfeestje dat anders is dan alle andere feestjes.
En dat kan! Daguitstapjes.be geeft je enkele tips om er een onvergetelijk feest
van te maken. Voor kinderen zijn verjaardagfeestjes meer dan het feestje alleen,
zij willen vooral een leuk cadeau!
•3SUISSES is een onlinewinkel waar je kunt kiezen uit meer dan
6000 leuke producten voor je kind.
•Een dagje naar Sunparks of Center Parcs is voor een kind erg fijn.
De jarige zal zich hier amuseren terwijl jij kunt genieten.
•Op daguitstapjes.be vind je nog veel meer ideeën om er een leuk
verjaardagsfeest van te maken. Wij updaten onze website wekelijks met nieuwe en leuke
activiteiten. Heb je nog niet gevonden wat je zocht, bekijk dan alle aanbiedingen op de
andere verkoopwebsites om een leuk cadeau te kopen voor je jarige kind.
Als je onze tips volgt, kun je ervoor zorgen dat je kind niks te kort zal komen en kunt genieten van
een leuk uitstapje en een uniek cadeau om nooit meer te vergeten!
Uit: Daguitstapjes.be
a Bekijk de structuur van de teksten.
- Wat hebben de teksten gemeenschappelijk?
- Wat somt de schrijver op? 1
2
- Uit hoeveel delen bestaat de opsomming? 1
2
Woordverklaring
10
Thema 5 - Teksten
opblaasbare bal de heuvel
zorbing = in een enorme
afrollen
- Hoe heb je dat snel gezien?
- Is de volgorde van de opgesomde elementen belangrijk of kan het ook anders? Verklaar.
b Welk doelpubliek heeft de schrijver van tekst 2 voor ogen? - Vul deze tips aan met een tip die jij aan jouw ouders zou willen geven voor jouw verjaardagsfeestje.
- Zou je zelf een volgorde in de tips willen aanbrengen? Waarom? 2 Lees tekst 3 Hoe kies je de juiste hoed?
Tekst 3
Hoe kies je de juiste hoed?
Op ieder gezichtje past een hoedje. Laat je niet aanpraten dat je geen ‘hoedengezicht’
zou hebben. Per slot van rekening combineer je ook schoenen bij je lichaam. Maar zoals zo
vaak moet je alleen de juiste zien te vinden.
Hierbij enkele simpele tips om de juiste hoed te kiezen. Ken de vorm van je gezicht of
vraag hulp aan je vriendinnen.
Deze hoedjes zijn beschikbaar vanaf oktober in alle Veritasshops.
1 Is je gezicht ovaal, dan ben jij één van de gelukkigen die met ALLE vormen van hoedjes staat. Kies dan gewoon ééntje op kleur of stof waarbij je je goed voelt.
2 Heb je een langwerpig gezicht, kies dan een hoed met een brede rand en een korte kroon.
3 Mocht je een rond gezicht hebben, dan sta je het beste met een hoed met een
hoge kroon en een gemiddelde rand.
4 Een hartvormig gezicht staat meestal met alle soorten modellen goed, maar neem toch liever een gemiddelde rand i.p.v. een grote rand, jouw kaaklijn zal zo mooier uitkomen.
Naar: www.veritas.eu
Thema 5 - Teksten
11
- Wat is het tekstdoel?
- Voor wie is de tekst bedoeld?
- Welke tekststructuur herken je? Verduidelijk.
- Vind je de titel geslaagd? Verzin een andere.
3 Lees teksten 4 en 5
Tekst 4
Bromfiets gestolen
In de nacht van dinsdag op woensdag drongen onbekenden binnen in een woning langs de
Koningin Astridlaan. Ze forceerden eerst de garagepoort en gingen toen aan de haal met de
bromfiets van G.D.
Naar: Het Nieuwsblad
Tekst 5
De geschiedenis van Disneyland Parijs
Walter Elias Disney, beter bekend als Walt
Disney werd geboren op 5 december
1901.
Hij was de oprichter van Walt Disney
Studios. Pas in het jaar 1992 werd zijn
echte droom verwezenlijkt: Eurodisney!
Daar kwamen alle sprookjes tot leven, heel
wat mensen over heel de wereld kwamen
naar Parijs om het pretpark te bezichtigen.
14 percent van de bezoekers kwam uit
België, Nederland of Luxemburg. In 1994
veranderde de naam in Disneyland Parijs.
Donald Duck en Mickey Mouse werden de
favoriete figuren van heel wat kinderen.
Door de jaren heen zijn er heel wat
nieuwe attracties ontworpen en nieuwe
personages uitgevonden. In 2007
werd de crush coaster gebouwd, een
rollercoaster in een Finding Nemo jasje.
In januari 2008 werd het langverwachte
Tower of Terror geopend. Ook in 2009
gingen de uitbreidingen voor het Walt
Naar: Daguitstapjes.be en Wikipedia
12
Thema 5 - Teksten
Disney Studios Park verder. In 2009
werd de nieuwe attractie Playhouse
Disney geopend. Op 4 september 2010
werd Toy Story Playland geopend, een
themagebied dat 3 attracties omvat.
Daarnaast kwam Captain EO sinds 12 juni
2010 terug naar Discoveryland, waar hij
de attractie ‘Honey, I shrunk the audience’
verving.
In 2012 is er de viering van de twintigste
verjaardag. Verdere uitbreidingsplannen
liggen alweer op tafel.
- Wat is de bron van de korte tekst 4?
- Welk is het tekstdoel?
- Wat is het teksttype?
- Wat is er precies gebeurd? Zet de werkwoorden uit de tekst in een chronologische volgorde:
- Welke woorden verduidelijken de volgorde nog? - Is de volgorde hier belangrijk? Waarom? - Welke tekststructuur herken je? Verduidelijk.
- Wat is het centraal thema van tekst 5? Waar vind je dit? - Welke gegevens in de tekst geven informatie aan de lezer over de structuur van de tekst?
- Welke structuur ontdek je?
- In welke teksten, voor welke lessen, zul je vaak deze structuur herkennen?
- In de geschiedenisles werk je wel eens met een tijdlijn. Stel nu voor deze tekst zelf een tijdlijn
op waarbij je de data koppelt aan een korte uitleg.
Thema 5 - Teksten
13
4 Vertel je buur in chronologische volgorde wat je gisteren allemaal deed. Gebruik signaalwoorden.
5 Bekijk tekst 6. Lees de tekst niet. Zoek de structuur.
Tekst 6
De bladeren dwarrelen van de bomen, de dagen korten en in de tuin begint het naar herfst
te geuren. Het moment bij uitstek om in je tuin een sprookjesachtige halloweensfeer te
creëren. Een lichtgevende pompoen kan dan uiteraard niet ontbreken!
• • • • • een sympathiek uitziende pompoen
een patroon
een dunne breinaald
plakband of punaises
keukenpapier
• • • • een keukenmes,
een ijsschep of stevige lepel
een emmer
een theelichtje
Kies een mooie pompoen uit: een mooie ronde als je een vrolijke Jack-O-Lantern voor ogen
hebt, of een ovaal exemplaar als je liever voor een boeventronie gaat. Ga na of je een stevige,
gave pompoen te pakken hebt. Een pompoen met zachte plekken of schrammen in de schil zul
je minder lang kunnen bewaren.
Zorg er in ieder geval voor dat je pompoen groot genoeg is en voldoende hoog. Ook moet hij
een vlakke onderkant hebben, zodat hij mooi rechtop blijft staan.
Prik met de breinaald eerst de contouren van het deksel dat je gaat uitsnijden. Snijd dan met
een scherp keukenmes langs deze markering. Belangrijk is dat je je mes schuin houdt tijdens
het snijden. Als je het deksel recht afsnijdt, zal het immers naar binnen vallen.
Haal nu met je handen de draden en de zaden uit de pompoen. Hol vervolgens de pompoen
uit met de ijsschep of een lepel. Zorg ervoor dat de wand helemaal schoongeschraapt is
en er zo’n 2 centimeter overblijft. Al het vruchtvlees dat blijft zitten zal het verteringproces
immers bevorderen. Maak ook de onderkant van het deksel schoon en ontdoe het van draden
en pitten. Dep alles goed droog met keukenpapier om te voorkomen dat de pompoen gaat
schimmelen. Ook naspoelen met azijn helpt om de pompoen langer te bewaren.
14
Thema 5 - Teksten
Maak het patroon vast op de pompoen met behulp van plakband of punaises. Met de breinaald
prik je de contouren van het patroon op de pompoen uit. Maak dan ongeveer om de 5 mm een
gaatje en zorg ervoor dat je goed door de schil heen prikt. Verwijder het papier voorzichtig als
je klaar bent.
Je kunt het patroon ook meteen op de pompoen tekenen. Gebruik hiervoor bij voorkeur
viltstiften op waterbasis, zodat je je mooie pompoen niet onherstelbaar beklad als je een foutje
maakt. Begin in ieder geval niet te laag, anders zal de tekening onzichtbaar zijn!
Snijd de figuren voorzichtig uit langs het geprikte patroon. Heb je te veel pompoen
weggesneden, dan kun je dat repareren met een tandenstokertje. Plaats tenslotte
een theelichtje in je pompoen en zet het deksel er opnieuw op. Waar het deksel
zwart wordt, maak je een gaatje voor de schoorsteen en klaar is kees!
Naar: www.infotalia.com
- Welke structuur of structuren ontdek je in de tekst? Verklaar.
- Bij welke teksttypes ontdek je vaak deze combinatie?
- Noteer signaalwoorden die de structuur aangeven.
Chronologisch betekent: in volgorde van tijd. Wat eerst gebeurde staat vooraan
in de tekst, wat laatst gebeurde staat achteraan. Signaalwoorden ondersteunen de
structuur: eerst, dan, nadien, later, nu, daarna, intussen, een dag later, de volgende
week, lang geleden, enkele jaren geleden, op 21 juli …
Als je opsomt, vertel je na elkaar verschillende zaken. Het kan zijn dat je de
verschillende elementen in volgorde van belangrijkheid opsomt, maar dat is niet
nodig. Deze signaalwoorden kunnen de opsomming verduidelijken: ten eerste,
ten tweede, een ander, een ander voorbeeld, ook, het eerste punt, de tweede stap ...
en allerlei opsommingstekens.
Thema 5 - Teksten
15
6 a Lees tekst 7 oriënterend.
Tekst 7
Een hond of een kat als huisdier? Of toch maar een vis?
Geraak je er maar niet uit welk huisdier het
best bij jullie gezin past? Een lieve pup of een
schattig katje? Of misschien wel een konijn,
hamster, vis of vogel?
Het ideale huisdier kiezen is een complexe
beslissing. Net daarom is het geen slecht idee
om vooraf enkele belangrijke afwegingen te
maken: hoeveel tijd kun en wil je spenderen
aan een huisdier en de verzorging ervan? Heb
je genoeg ruimte (binnen en/of buiten) voor
een dier? Ben je vaak afwezig? Wat mag het
allemaal kosten?
Hond als huisdier
Houd je van rennen en ravotten en af en toe van
een lekker snoepje? Dan is een hond een ideale
bondgenoot.
Voor wie zich sterk aan iemand hecht, is een
hond de perfecte kameraad. Een hond laat zich
africhten en is altijd blij als hij je ziet. Hij wordt
niet voor niets de ‘beste vriend van de mens’
genoemd.
Bedenk wel dat honden over het algemeen
minstens 10 jaar oud worden, van alle
huisdieren de meeste zorgen vragen en kosten
met zich mee brengen. Ze hebben bovendien
een zeer consequente opvoeding nodig. Beloftes
om de hond dagelijks te voeden en uit te laten
worden vaak snel weer gebroken. Zelfs door
Naar: www.baby.be
16
Thema 5 - Teksten
iemand met de beste bedoelingen. Het is dus
van groot belang dat je de keuze voor een hond
goed overweegt.
Kat als huisdier
Niets gezelliger dan het zachte, kalmerende
gespin van een kat. Miauw.
Ideaal voor wie graag zorgt voor een dier, maar
het niet erg vindt dat het beestje vaak haar
eigen gang gaat. In tegenstelling tot een hond
hoef je een kat niet uit te laten of op te voeden.
Maar als je heel consequent bent, kun je een
kat wel leren wat mag en wat niet. Bovendien
heb je met een kat nooit muizen in huis.
Ben je daarentegen allergisch aangelegd, dan is
de kans groot dat je ook allergisch bent voor
katten. Dan is een kat als huisdier nemen echt
geen goed idee.
Vis als huisdier
Anders dan bij de hond of de kat is de populaire
goudvis het ideale huisdier voor beginners.
Ze worden al snel een paar jaar oud in een
vissenkom of aquarium gevuld met koud water.
Verwarming en filter zijn overbodig.
Vissen zijn mooi om naar te kijken en je moet
ze enkel voederen. Contact met ze maken kun
je nauwelijks, maar vaak weten ze wel wanneer
het voedertijd is.
- Formuleer het centraal thema.
- Wat verwacht je te lezen? Bekijk de tussentitels en de bron. - Welke structuur zou deze tekst hebben?
b Lees de tekst intensief. Werk per twee.
Giet de tekst in een schema. Bespreek hoe je de opdracht zult aanpakken. Noteer dan kort en overzichtelijk de mogelijkheden.
X-tra c Over welk onderwerp zou jij een tekst willen lezen met een vergelijkende structuur? Waarover
mag jij binnenkort een beslissing nemen?
Wat zou je daarover dan willen lezen?
Onderwerp:
Wat wil je vergeleken zien?
Thema 5 - Teksten
17
7 Lees tekst 8.
Tekst 8
Flitsen in de nacht
Vuurvliegjes heten ook wel glimwormen. Maar het zijn geen
vliegen en ook geen wormen. Die namen kloppen niet. Het
zijn lichtgevende kevers. Vrouwtjes hebben meestal geen
vleugels. Ze kruipen wat rond. De mannetjes daarentegen
zijn kleiner, maar mét vleugels. Zodra het donker wordt,
vliegen ze rond op zoek naar de lichtpuntjes in hun leven.
Het vrouwtje zit in een struik of boven in een grasspriet.
Ze draait met haar achterwerk en krult het omhoog. De
onderkant straalt licht uit. Flits, flits, hier moet je zijn! Door
dat lichtgevende kontje ziet het mannetje precies waar hij
moet landen.
Naar: Ditte Merle, Wild verliefd
- Waarover gaat het in dit stukje tekst?
- Zoek signaalwoorden in de tekst: welk verband geven ze aan? - Hoe zou je hier een schema opbouwen? Bespreek met je buur.
- Probeer deze signaalwoorden toe te voegen: in tegenstelling tot – anders dan bij … .
Waar zou je ze plaatsen? De tekst mag je lichtjes aanpassen.
In een tekst met een vergelijkende structuur brengt de schrijver over een
bepaald onderwerp gelijkenissen en verschillen, voor- en nadelen aan.
Signaalwoorden: maar, daarentegen, hoewel, in tegenstelling tot, anders dan bij,
hetzelfde vinden we, gelijkaardig ...
18
Thema 5 - Teksten
8 Lees tekst 9.
Tekst 9
Het broeikaseffect
Het klimaat wordt voor een groot
deel door de dampkring bepaald. De
dampkring is het best te vergelijken met
een deken die als een beschermende
laag rond de aarde ligt. De deken
beschermt de aarde tegen een teveel
aan ultraviolette straling van de zon en
voorkomt tegelijkertijd dat de aarde te
veel warmte verliest. Die warmte is de
bron van het leven op aarde.
Broeikasgassen
De grootste veroorzaker van het
broeikaseffect is kooldioxide (CO2).
Dat gas ontstaat bij het opwekken van
energie door verbranding van fossiele
brandstoffen, zoals steenkool, aardolie,
en aardgas. De verbranding vindt plaats
in elektriciteitscentrales, de industrie, het
gemotoriseerde verkeer en vooral niet te
vergeten in het huishouden. Doordat we
steeds meer energie gebruiken, komt er
ook meer kooldioxide in de dampkring
terecht.
Door industriële activiteiten en het
gemotoriseerde verkeer, neemt de
hoeveelheid ozon in de lagere luchtlagen
van de dampkring voortdurend toe. De
toename draagt bij aan het broeikaseffect.
Veel landen zullen problemen krijgen
met het waterbeheer. Door de hogere
temperatuur ontstaat er droogte en
worden de woestijnen groter. Andere
gebieden kunnen mogelijk te maken
krijgen met toenemende regenval. In
Zuid-Europa kan de klimaatverandering
leiden tot een tekort aan drinkwater.
Een ander gevolg kan zijn dat de
weersomstandigheden veranderen.
Zo kunnen hittegolven, orkanen,
overstromingen ... veel vaker voorkomen.
Al deze ontwikkelingen samen
kunnen een bedreiging zijn voor de
wereldvoedselvoorziening.
Over de precieze gevolgen van het
broeikaseffect is nog niet alles bekend.
Maar het is duidelijk dat de gevolgen
van een eventuele klimaatverandering
zeer ernstig kunnen zijn. Daarnaast is
het zeker dat, zodra er
klimaatverandering optreedt, het
onmogelijk zal zijn die te stoppen.
Daarom kunnen en mogen we het risico
van een verandering in het klimaat niet
nemen. We moeten zo snel mogelijk
proberen het broeikaseffect te verkleinen.
Het is duidelijk geworden dat klimaatverandering over de hele wereld zeer
ingrijpende gevolgen heeft en dat alleen
een internationale aanpak kans op slagen
heeft.
Naar: www.symbolic.be
- Formuleer het centraal thema.
- Wat is het tekstdoel?
- Hoe is de tekst opgebouwd? Zoek de kerngedachte per alinea.
-Inleiding:
Alinea 1
Alinea 2
Thema 5 - Teksten
19
Alinea 3
- Welke structuur ontdek je hier?
-Welke signaalwoorden geven deze structuur aan? Zoek voorbeelden in de tekst.
- Zet de tekst je aan het denken? Zet hij je aan tot handelen? Wat zou je zelf kunnen doen?
Geef twee voorbeelden.
Bij een oorzaak-gevolgstructuur brengt de tekst oorzaken en gevolgen,
verneem je waardoor het komt en wat er dan gebeurt. In een tekst kunnen
verschillende oorzaken of gevolgen vermeld worden.
Deze signaalwoorden geven een gevolg aan: omdat, daarom, want, doordat,
daardoor, zodat, met als gevolg dat, met als resultaat, hierdoor, dan ook, immers,
door, vanwege, wegens, ten gevolge van, de redenen zijn …
a 9 Bestudeer tekst 10
X-tr
Hoe doe je dat?
- Stel zelf enkele vragen. De vorige opdrachten kunnen je inspireren.
- Zoek signaalwoorden.
- Zoek het verband of de structuur.
- Formuleer een vastgespijkerd.
- Werk deze opdracht uit op een apart blad.
Tekst 10
Jeugd moet betere conditie krijgen …
Heel wat jongeren beschikken niet meer over een
goede conditie. Soms worstelen ze ook met overgewicht
en hebben ze spierpijn bij de minste inspanning.
De vraag is wat ze daaraan kunnen doen.
Nu blijkt dat overtollige kilo's kwijtraken, de spieren
sterker maken en een betere conditie krijgen, de drie
belangrijke motieven zijn om aan fitnessprogramma's
mee te doen. Is dat ook een oplossing voor onze jeugd?
20
Thema 5 - Teksten
Er zijn vele manieren om fitter te worden, maar hoog op de lijst van sportieve
mogelijkheden staan de aquasporten. Bewegen in water heeft heel wat
voordelen ten opzichte van andere fitnessprogramma's.
Het meest opvallend is het gevoel van gewichtloosheid. Hoe dieper het water,
hoe lichter we lijken. Dat komt door de opwaartse kracht van het water. Lopen,
huppen en springen buiten het water veroorzaakt veel belasting van gewrichten,
spieren, pezen en banden. In het water is dat veel minder, waardoor de kans
op blessures veel kleiner is. Trainen in het water is dus een veilige manier van
lichaamsbeweging.
Aquasporten zijn dynamische bewegingsvormen waar niemand meer voor langs
de kant hoeft te staan. In veel gevallen wordt gebruik gemaakt van muziek. Door
regelmatig te oefenen en geleidelijk de inspanningen te vergroten, is al gauw
merkbaar dat het uithoudingsvermogen groter wordt en de conditie verbetert.
Trimvaria (jeugd)
Lekker actief bezig zijn met allerlei zwemvormen in het water. Verschillende
zwemslagen oefenen, spelvormen in het water en met materialen oefenen.
Alles wat leuk is en waar je conditie beter van wordt. Speciaal voor de jeugd
vanaf 10 t/m 16 jaar.
Naar: www.zwembaddezeehoek.nl
Mogelijke signaalwoorden zijn:
Tekstverbanden en tekststructuren:
Een schrijver brengt structuur in zijn tekst, hij brengt verbanden (relaties) aan
tussen alinea’s, tussen en in zinnen. Bijvoorbeeld: een opsomming, een oorzaak
en een gevolg, een middel en een doel …
Daarvoor gebruikt een schrijver hulpmiddelen zoals signaalwoorden.
Die woorden geven een tekstverband aan. De lezer krijgt een signaal: let op!
Let op, hier komt een opsomming, een oorzaak en een gevolg …
Wat moet je kunnen?
- signaalwoorden die een structuur aanduiden herkennen;
- signaalwoorden gebruiken binnen de zin, binnen de alinea en binnen de tekst;
- met behulp van signaalwoorden de structuur van een tekst afleiden.
Wat moet je kennen?
- signaalwoorden kennen die gebruikt worden bij een bepaalde structuur.
Thema 5 - Teksten
21
LES 2 Over feiten en meningen
Opdracht 1 In beeld
1
2
3
1 Kijk en luister aandachtig naar het filmpje en beantwoord deze vragen.
- Wie is de zender?
- Wie is de ontvanger?
- Over welk onderwerp gaat het in het filmpje? Bekijk afbeelding 1. - Kon je de boodschap van Laslo gemakkelijk volgen? Waaraan lag dat? - Wat is het doel van zijn boodschap?
- Wordt in de boodschap een mening, een beschrijving of een combinatie van beide gegeven? - Noteer minstens drie woorden/woordgroepen waaruit dat blijkt. 2 Bekijk het tweede filmpje en de tweede afbeelding.
In het filmpje is Pelle aan het woord over afbeelding 2, een schilderij van Jeroen Bosch.
- Komen in deze boodschap naast de beschrijvingen ook meningen aan bod?
- Sta stil bij de woorden die dat aantonen. Noteer ze.
- Wat is het doel van deze boodschap?
- Wat vind jij van het schilderij? Is er een overeenkomst met wat Pelle erover vertelt? 22
Thema 5 - Teksten
3 ‘Ik zie …’ of ‘Ik vind …’
- Welk begin van de zin geeft aan dat er een feit of een mening volgt?
Feit:
Mening:
- Probeer het zelf uit met afbeelding 3.
Hoe doe je dat?
- Gebruik de zinsconstructie die je hierboven vindt.
- Vul aan met een mening en een feit.
- Verwoord nog een mening en een feit. Duid daarin aan waarom je zin een feit
of een mening aangeeft.
- Overleg met je buur: kloppen de zinnen?
Ik zie
Ik vind
Opdracht 2 Feit of mening?
1 Geef aan of de zinnen een feit of een mening verwoorden.
(1) Enkel Thomas van onze klas doet zijn jaar over. (F/M) Hij slaagde niet voor de hoofdvakken
op zijn laatste rapport. (F/M) Jammer dat Thomas zijn punten zomaar weggooit; hij speelt met
zijn toekomst! (F/M)
(2) Iedere zomervakantie organiseert de leraar natuurwetenschappen een uitstap naar
Noord-Frankrijk. (F/M) Die uitstappen zijn echte aanraders. (F/M) Fossielen zoeken in de
mergelgrotten is de spannendste activiteit. (F/M)
- Aan welke woorden merk je dat het om meningen gaat? Markeer ze!
2 Lees de berichten.
60 procent van de Vlaamse secundaire scholen heeft nog een drankautomaat op de
speelplaats staan. Het aantal automaten is in drie jaar met 15% gedaald. Ook de inhoud
is gezonder geworden. Nog maar 63% van de scholen biedt frisdrank aan.
Uit: Maks, januari 2011
Thema 5 - Teksten
23
Op school hebben we een drankenautomaat en een smulautomaat. In die laatste
ort.
zitten allerlei gezonde snacks zoals yoghur t, een heerlijke granenkoek enzovo
.
Ik houd het meestal bij een lekker stuk fruit, dus ik gebruik de automaat weinig
zo
niet
e
De drankenautomaat wordt soms gesloten voor een dagje omdat sommig
milieuvriendelijke leerlingen blikjes laten rondslingeren op de speelplaats.
van
Ik vind het goed dat er alleen water en lightdranken aangeboden worden. Veel
niet
ze
alsof
mijn vrienden drinken enkel en alleen gesuikerde dranken. Het lijkt wel
meer zonder kunnen …
Ans, 14 jaar
- Welk van de twee berichten is het meest objectief? Bewijs dat met gegevens uit de tekst. - Markeer in bericht twee subjectieve woorden/woordgroepen.
Opdracht
3 Van feit naar mening en vice versa
1 Wordt in deze korte boodschappen een feit of een mening weergegeven? Noteer het achter
de zin.
2 Verander het taalgebruik zodat een mening een feit wordt en omgekeerd.
bv. De man is 60 jaar oud. (F)

Hij is al zo oud. (M)
- 17 graden op 30 juli, dat vind ik een frisse zomerdag. (
)

- Hij is echt altijd vijf minuten te laat. (
(
)
(
)
)

- De vertrouwensleraar is erg jong en is elke schooldag heel lang op school aanwezig. (
)

- Meer dan de helft van de jongeren van klas 2 A heeft een eigen weblog. (
(
)
(
)
)

24
Thema 5 - Teksten
In teksten vind je feiten of meningen. Vaak krijg je een combinatie van beide.
Afhankelijk van het tekstdoel is een tekst objectief of subjectief. Er bestaan ook
‘mengvormen’.
Objectieve tekst
Subjectieve tekst
- tekstdoel: informeren
- tekstdoel: overtuigen
- hoofdzakelijk controleerbare feiten
- hoofdzakelijk meningen
(weergave van de realiteit, soms gebaseerd op (persoonlijke weergave/
wetenschappelijk onderzoek) interpretatie van een feit)
- de mening van de schrijver komt niet echt - de mening van de schrijver
naar voren komt nadrukkelijk naar voren
Er zijn bepaalde woorden/woordgroepen die van een feit een mening maken en
omgekeerd.
Opdracht
4 Een teksttype koppelen aan een situatie
Je krijgt verschillende situaties. In overleg met je buur koppel je er telkens een teksttype aan.
Lees de situaties.
Welk teksttype is voor iedere situatie het meest interessant? Noteer je voorstel in de tweede kolom.
tip
Je hoeft je niet te beperken tot geschreven teksten.
- Markeer de teksttypes waarbij de informatie in hoofdzaak controleerbaar of betrouwbaar is.
- Schrijf achter iedere boodschap of het gaat om subjectieve of objectieve teksten.
Situatie
Voorstel teksttype
Obj/
Subj
1 Je wilt de leerstof van een bepaalde les onder de
knie krijgen.
Je woont straks met vrienden een optreden bij van
2 je favoriete muziekgroep in het Sportpaleis van
Antwerpen. Je ouders brengen je tijdens het
spitsuur en je wilt op tijd zijn.
3 Je wilt op reis vertrekken naar Egypte, maar
verneemt dat er in het land onrust heerst.
4 Je zoekt naar de prestaties van je favoriete
sportatleet.
5 Je wilt te weten komen of de nieuwe Vlaamse film
die momenteel opgenomen wordt, je zal bevallen.
Controleer je antwoord met de vastgespijkerd hierboven.
Thema 5 - Teksten
25
Opdracht 5 Lees deze teksten.
Tekst 1
Uit: www.jongerengids.be
Tekst 2
Kung Fu Panda 2
Regie: Jennifer Yuh | Stemmencast: Jack Black
(Po), Angelina Jolie (Tigress), Dustin Hoffman
(Shifu), Gary Oldman (Shen), e.a. | Speelduur:
90 minuten | Jaar: 2011
(1) En weer is er een vervolg op een eerder
succes. (2) De meeste bioscoopgangers
zullen inmiddels wel een sceptische blik
krijgen: gaat dit weer een herhalingsoefening
worden? (3) Natuurlijk zijn er genoeg overeenkomsten met het verrassend
aanstekelijke eerste deel, maar Kung Fu Panda 2 blijft prima overeind en heeft
genoeg nieuwe vondsten om anderhalf uur te kunnen vermaken.
Van tevoren was het nog wel even de adem inhouden; Po de reuzenpanda was zo
goed als onverslaanbaar aan het eind van het eerste deel, dus zo spannend zou
dit vervolg niet kunnen worden. Gelukkig hebben de makers goed nagedacht over
Woordverklaring
26
Thema 5 - Teksten
met bedenkingen over de
sceptisch = twijfelachtig,
goede afloop
hoe ze de film zo fris als het origineel konden houden. Po komt tot een schokkende
ontdekking: de gans die hem heeft opgevoed, is zijn biologische vader helemaal niet!
Dat gegeven is tekenend voor hoe Kung Fu Panda werkt. Er is drama en spanning,
maar dat wordt continu afgewisseld met droge humor, zodat een redelijk conventioneel
verhaal opeens een leuke zit wordt. Po’s worsteling met zijn identiteit wordt op de
goede momenten onderbroken door stuntelpartijen en inventieve grappen. De stem
van Jack Black, die zich heeft gespecialiseerd in het spelen van de sympathieke
kluns, is dan ook goed op zijn plaats.
Maar Po zou natuurlijk geen echte kungfupanda zijn als er niet flink werd gevochten.
De pandabeer en de andere vijf vechtmeesters komen in dit deel tegenover een
schurkachtige pauw te staan, die China aan zijn macht wil onderwerpen. Obstakel is
niet alleen zijn krachtige kanon, waartegen vechtkunsten niet lijken te zijn opgewassen,
maar ook blijkt hij een rol te spelen in Po’s duistere verleden.
Of Kung Fu Panda 2 net zo leuk is als zijn voorganger valt te betwisten, maar degelijk
vermaak biedt hij zeker. Het nieuwe is er wel vanaf, hoewel dit deel nog steeds
getuigt van een plezierige creativiteit. En de film is zelfs af en toe ontroerend, meer
nog dan het eerste deel.
Het open eind belooft meer avonturen, nog vier zelfs, als we de geruchten mogen
geloven. Of deze films zo lang stand gaan houden, of, zoals de Shrekreeks, steeds
verder als een pudding in elkaar gaat zakken, is de grote vraag. Dit tweede deel geeft
in ieder geval voldoende vertrouwen.
Naar: Fabian Melchers, FilmTotaal
- Welke tekst is overwegend objectief?
Wat is het teksttype?
- Welke tekst is overwegend subjectief?
Wat is het teksttype?
- Noteer uit de meer objectieve tekst een feit dat je kunt controleren.
- Waaraan merk je dat de andere tekst eerder subjectief is? - Herlees de inleiding van tekst 2.
a Waar vind je een voorbeeld van beeldspraak? Noteer dat.
b Welke zinnen zijn volledig subjectieve zinnen? Noteer het nummer van de zin:
c Welk zelfstandig naamwoord komt subjectief over?
Woordverklaring
elijk, door gewoonte
conventioneel = gebruik
bepaald
inventief = vindingrijk
Thema 5 - Teksten
27
- Herlees de tweede alinea.
a Welk (werk)woord geeft weer dat het om een subjectieve boodschap gaat?
b Noteer minstens drie bijvoeglijke naamwoorden die de mening van de zender nog
benadrukken. Noteer ook het bijbehorende zelfstandige naamwoord.
- Vanuit welk tekstdoel zijn de teksten geschreven?
tekst 1:
tekst 2:
X-tra
- Ga in de hele tekst op zoek naar voorbeelden van subjectief taalgebruik:
-beeldspraak:
- volledig subjectieve zinnen:
- zelfstandige naamwoorden:
-werkwoorden:
- bijvoeglijke naamwoorden:
Subjectief taalgebruik herken je het gemakkelijkst aan werkwoorden als vinden,
voelen, denken, wensen … Je noemt dat opvallend subjectief taalgebruik. Soms
is het subjectieve taalgebruik onopvallend, maar herken je het aan woorden die
een positieve of negatieve gevoelswaarde hebben, zoals bij sommige zelfstandige
naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en bij beeldspraak.
Opdracht
6 Vastgestelde feiten, gepeperde meningen
Lees de tekst.
Ik had daarnet een les geschiedenis. Omdat mevr. De Winter in bevallingsverlof is, sloeg de
bevallige juf Hassani ons met feiten om de oren. Ik kon kop noch staart krijgen aan deze oersaaie
les! 50 minuten vertelde ze over het Ottomaanse Rijk. Ik vermoed dat ook de anderen er net zo over
dachten. Er werd gefluisterd, sommigen lazen in een boek en ik merkte zelfs dat iemand droedels
tekende op het werkblad. Juf Hassani heeft de onoplettendheid van de klas vast opgemerkt en ik
denk dat we nog een uitgebreide huistaak mogen verwachten.
Onderstreep drie feiten. Markeer drie meningen.
28
Thema 5 - Teksten
Schrijf zelf een tekst van 5 à 8 regels. Werk op een apart blad.
Voor je boodschap kun je kiezen uit:
- iets dat zonet/vandaag gebeurd is;
- iets wat je vorig weekend gedaan hebt;
- je laatste activiteit met vrienden;
-…
Verwerk in je tekst minstens drie feiten en drie meningen. Onderstreep de feiten.
Markeer de meningen.
Wat moet je kunnen?
- feit en mening herkennen, onderscheiden en schrijven;
- subjectieve van objectieve teksten onderscheiden;
- subjectief / objectief taalgebruik herkennen en gebruiken;
- teksttypes kunnen plaatsen bij categorie subjectief en objectief.
Wat moet je kennen?
- de begrippen subjectief/objectief en feit/mening.
Thema 5 - Teksten
29
Download