Thema 5 Teksten Les 1 Over structuren, verbanden en relaties p. 2 Les 2 Over feiten en meningen p. 22 Thema 5 - Teksten 1 LES 1 Over structuren, verbanden en relaties Opdracht 1 Een verband binnen een zin Lees deze affiches uit Nederland. 1 3 2 Sprookje Er was eens lang geleden een goed boek Maar dat is uitgeleend en nooit meer teruggebracht Loesje TOEN IK DE KAST OP MIJN SKATEBOARD DE BRUG AF ZAG SJEZEN BEGON IK TOCH AAN MIJN VERHUISSTRATEGIE TE TWIJFELEN Loesje JARIG MIJN BROERTJE RIEP KEIHARD ING‹‹ ›› VERRASS EN SPRONG IN DE TAART Loesje - Wat vind je van de affiches? - Hoeveel boodschappen (pv’s) vind je op elke affiche terug? Op elke affiche lees je een enkelvoudige / samengestelde zin. - Pas de affiches aan: slechts 1 boodschap per zin. Je mag dat mondeling doen. - Welke zaken heb je veranderd? - Waarvoor en waar gebruik je ‘maar’, ‘toen’ en ‘en’? - Vind jij de boodschappen nog even aantrekkelijk? Waarom is dat zo? Breng in je teksten een goede afwisseling tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen. Zorg voor het juiste verband bij samengestelde zinnen. tip X-tra 2 Maak zelf een affiche zoals Loesje. Gebruik maar, toen of en. Thema 5 - Teksten Opdracht 2 Lees deze zinnen. Deze oefening is net klaar. Ik heb goed doorgewerkt. Die van mijn zus nog niet. Ze was erg gemakkelijk. Ik heb nog tijd om een Wii-spel te spelen. Mijn favoriete tv-programma begint. - Zijn dit enkelvoudige of samengestelde zinnen? Leg uit. - Maak nieuwe zinnen door aan de eerste zin telkens een zin van de tweede kolom te koppelen. - Hoe bracht je de zinnen samen? - Markeer de woorden die je toevoegde. Waarom koos je precies voor die woorden? Noteer de reden achter iedere zin. Woorden die een relatie of een verband aanduiden binnen een samengestelde zin, verbinden vaak twee zinnen (boodschappen). Het zijn signaalwoorden. Opdracht 3 Altijd als je communiceert, kun je signaalwoorden gebruiken. Probeer te achterhalen welke boodschappen deze sterren hebben. Hoe doe je dat? - Bekijk de afbeelding. - Voorzie een gepaste boodschap in de tekstballon. Gebruik een samengestelde zin. - Benoem het verband in de zin. Duid aan welk woord dat aangeeft. Thema 5 - Teksten 3 ‹ Naar: Joepie Opdracht 4 In het reclamebericht ontbreken de signaalwoorden. Doe een voorstel. Denk na over de relatie die de zender wou aangeven. Kijken is een kunst! Zo kijken dieren … is bijziend. Hij heeft wel een goed De beer heeft kleine ogen hij op zoek gaat naar eten. reukvermogen. Dat is handig De pinguïn heeft vliezen voor zijn ogen onder water. Die beschermen de ogen tegen 4 Thema 5 - Teksten het water, de pinguïn onder water kan zien. zo hun prooi in de gaten Krokodillen kunnen heel stil in het water liggen houden. Onder water gaat er een vlies over het oog dat werkt als een soort duikbril. Giraffen hebben lange wimpers die hun ogen beschermen. Ze kunnen de ogen apart van doen ze dat oog elkaar sluiten. Als er zand of stof van één kant komt, gewoon dicht. Zo kijken wij … we zowel van dichtbij als veraf alles Wij kunnen onze ogen aanpassen, we tegenwoordig heel veel naar gsm’s, kunnen zien. computers en iPods kijken, kunnen onze ogen moe worden. Zo doe je wat aan vermoeide ogen - Geef je ogen af en toe een pauze door in de verte te kijken voor je ogen te houden zonder ze aan te raken. - Ga minimaal 30 cm van je beeldscherm zitten. - Je afstand tot de tv moet minstens 6 keer de diagonaal van het scherm zijn. je handen Met onvermoeibare ogen naar de dierentuin? Helpen onze tips? Heb je wel eens last van rode ogen of hoofdpijn? Laat je ogen eens controleren bij een goede opticien. Misschien heb je wel vermoeide ogen hebben ze een beetje hulp nodig. Dat komt als je vóór 30 september een dan goed uit, krijg je bril koopt met speciale brillenglazen, twee kaartjes voor de dierentuin cadeau. Kijk op www.varilux.be bij welke opticien je moet zijn! Naar: National Geographic Junior Opdracht 5 De schrijver had niet door hoe de de tekst in elkaar zat en gebruikte verkeerde signaalwoorden. Aan jou om de tekst aan te passen. Hoe doe je dat? - Lees de tekst. - Duid de verkeerd gekozen signaalwoorden aan. - Welk verband past in de zin/de situatie? - Gebruik een gepast signaalwoord. - Herlees kritisch. Klopt de tekst nu wel? Thema 5 - Teksten 5 Rond het geven van een naam hangt veel bijgeloof. Vroeger mocht de naam van het kindje absoluut niet onthuld worden vóór het doopsel. Daarvoor dat wel gebeurde, daarentegen konden allerlei boze krachten zich op de baby richten. Ten slotte moest het doopsel ook zo snel mogelijk na de geboorte plaatsvinden. In tegenstelling was de naam bepalend voor het karakter van het kind. Dat ging zelfs nog verder: de naam bepaalde mee het lot en het leven van de baby. Vervolgens was een naam blijvend, eenmaal gekozen mocht je hem niet meer veranderen. Naar: Bart Lauvrijs, Oei, ik heb een zwarte kat gezien X-tra Opdracht 6 Bekijk de verschillende strofen van een gedicht. Ze zijn door elkaar gegooid. Probeer eerst te begrijpen waarover de dichter het heeft. Als je zelf nergens woont moet je altijd als je slapen wil aanbellen bij mensen die wel ergens wonen. Tim Gladdines 6 Thema 5 - Teksten gelukkig boek buiten W IN D pu t 5 WONEN 4 Huis van woorden, dak van taal, lees maar lang en wees gelukkig. hond altijd nergens STOEP 3 Maar als nou niemand open doet of ze hebben geen logeerbed en de bank is voor de hond? lees l Komt er plots een schrijver langs, verzint die een verhaal voor jou, schrijft hij jou een boek cadeau, een sprookje om in te wonen. aa 2 rh Dan moet je buiten in de regen in de wind in de put zitten huilen op de stoep. ve 1 dak LOGEERBED cadeau - Zet de verschillende delen op hun juiste plaats. - Bekijk de opbouw van het gedicht. Hoe bepaalde je wat strofe 1 is? - Met welk woord begint de strofe? - Maak zelf een andere versie voor deze strofe. Gebruik het schrijfkader. Als je zelf moet je altijd als je wil - Hoe kwam je bij de tweede strofe? - Met welke signaalwoorden beginnen bepaalde verzen? - Waarom gebruikt de dichter die woorden in zijn boodschap? Noteer telkens de reden/ het verband. - Verander de tekst en maak je eigen strofe. Gebruik het schrijfkader. Maar als of en ? - Om welke reden koos je voor deze strofe als derde? - Welk woord geeft dat aan? - Pas maar aan. Gebruik het schrijfkader. Thema 5 - Teksten 7 Dan - Waarom gaf je de vierde strofe deze plaats? - De dichter verhoogt het tempo in deze strofe. Met welke techniek doet hij dat? - Vind je hier een woord dat een verband legt met de vorige strofe? - Welk signaalwoord zou je wel kunnen toevoegen in deze strofe? - Heeft het dezelfde betekenis als in de vorige strofe? - Terug aan jou. Gebruik het schrijfkader. Komt er plots verzint die , schrijft hij , - Kon je de laatste strofe gemakkelijk terugvinden? Waarom? - Welk einde verwacht je te lezen bij dit teksttype? - Waarom zou de dichter voor een andere schrijfwijze kiezen? - Waarnaar verwijst het woord en in de laatste zin? - De laatste strofe mag je behouden, tenzij je een leuk alternatief bedenkt. Gebruik het schrijfkader. Huis van woorden, dak van taal, lees maar lang en wees gelukkig. 8 langs, Thema 5 - Teksten - Zet je eigen gedicht op een blad. Misschien kun je het ophangen in de klas? Opdracht 7 De structuur van een tekst. Verbanden in een tekst. Waarom is het belangrijk dat je de structuur van een tekst kunt herkennen? Wat weet je al? Je weet al dat een goede tekst opgebouwd wordt met een inleiding, een midden en een slot. Bovendien vind je ook een verdeling in alinea’s. Nu is het belangrijk om een zakelijke tekst verder te ontleden. Wat is het verband tussen de verschillende alinea’s? Hoe zijn ze aaneengeschakeld? Dat is het zoeken naar structuur. Wat is structuur? Vergelijk het even met de structuur van een journaal. Je weet dat de hoofdpunten eerst komen, daarna volgt daarover meer uitleg, dan komen de minder belangrijke items aan bod. Sportberichten, een herhaling van de hoofdpunten en de weersvoorspellingen sluiten meestal het journaal af. Die volgorde kent iedereen. De structuur van een quizprogramma is anders. Probeer maar eens … Waarom tekststructuren opzoeken? Misschien vraag je je wel af waarom het belangrijk is om structuren te herkennen. Als je de structuur van iets kent, kun je al een beetje voorspellen wat er zal gebeuren. Als je dus de structuur van een tekst herkent, kun je al raden wat je zult lezen. Je weet dan ook waarop je moet letten. Zo zal een tekst uiteindelijk gemakkelijker lezen. Hoe tekststructuren opzoeken? Uiteraard lees je een zakelijke tekst eerst oriënterend: titels en tussentitels kunnen je niet alleen een idee geven van de inhoud, maar ook van de structuur. Ook bepaalde woorden of zinstukken verwijzen naar een tekststructuur. Die woorden zijn signaalwoorden. Het is belangrijk dat je die woorden opmerkt tijdens het lezen. Welke tekststructuren ken je al en welke zijn er nog? In Netwerk TaalCentraal 1 kwamen teksten met een chronologische structuur al uitdrukkelijk aan bod. De volgorde van de elementen is erg belangrijk. Denk maar aan allerlei instructies. Toch even deze extra belichten: -de chronologische structuur (eerst a dan b): waarvan wordt het ontstaan, het verloop geschetst? -de opsommende structuur (a en b): waarvan is het een opsomming? Hoeveel delen telt de opsomming? -de oorzaak-gevolgstructuur (b volgt uit a): wat zijn de oorzaken en wat zijn de gevolgen? -de vergelijkende structuur (a vergelijken met b, a is het tegenovergestelde van b): welke delen worden vergeleken? Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen? -de probleemstructuur (b is een oplossing voor probleem a): wat is het probleem en welke mogelijke oplossing(en) wordt/worden er aangereikt? -… Thema 5 - Teksten 9 1 Bekijk tekst 1 en 2 Tien unieke vervoermiddelen voor op reis en Verjaardagsfeestjes: tips. Tekst 1 Tien unieke vervoermiddelen voor op reis Er zijn honderden manieren om te reizen. Dat bewees een Ierse auteur die tijdens een reis door heel wat landen over de wereld 112 verschillende vervoersmiddelen gebruikte. We zetten er zes opvallende op een rij: - de Bamboetrein in Cambodja, - de Tuktuk, of driewieler in India, - een tocht op een olifant in Thailand, - hondensledetocht in Noorwegen, - een Chickenbus, een oude schoolbus, in Guatemala, - zorbing in Nieuw-Zeeland. Naar: Knackweekend Tekst 2 Verjaardagsfeestjes: tips Hip Hip Hip, Hoera! Is één van je kinderen of één van je vrienden jarig? Dan wil je hem natuurlijk een verjaardagsfeestje geven om nooit meer te vergeten! Een verjaardagsfeestje dat anders is dan alle andere feestjes. En dat kan! Daguitstapjes.be geeft je enkele tips om er een onvergetelijk feest van te maken. Voor kinderen zijn verjaardagfeestjes meer dan het feestje alleen, zij willen vooral een leuk cadeau! •3SUISSES is een onlinewinkel waar je kunt kiezen uit meer dan 6000 leuke producten voor je kind. •Een dagje naar Sunparks of Center Parcs is voor een kind erg fijn. De jarige zal zich hier amuseren terwijl jij kunt genieten. •Op daguitstapjes.be vind je nog veel meer ideeën om er een leuk verjaardagsfeest van te maken. Wij updaten onze website wekelijks met nieuwe en leuke activiteiten. Heb je nog niet gevonden wat je zocht, bekijk dan alle aanbiedingen op de andere verkoopwebsites om een leuk cadeau te kopen voor je jarige kind. Als je onze tips volgt, kun je ervoor zorgen dat je kind niks te kort zal komen en kunt genieten van een leuk uitstapje en een uniek cadeau om nooit meer te vergeten! Uit: Daguitstapjes.be a Bekijk de structuur van de teksten. - Wat hebben de teksten gemeenschappelijk? - Wat somt de schrijver op? 1 2 - Uit hoeveel delen bestaat de opsomming? 1 2 Woordverklaring 10 Thema 5 - Teksten opblaasbare bal de heuvel zorbing = in een enorme afrollen - Hoe heb je dat snel gezien? - Is de volgorde van de opgesomde elementen belangrijk of kan het ook anders? Verklaar. b Welk doelpubliek heeft de schrijver van tekst 2 voor ogen? - Vul deze tips aan met een tip die jij aan jouw ouders zou willen geven voor jouw verjaardagsfeestje. - Zou je zelf een volgorde in de tips willen aanbrengen? Waarom? 2 Lees tekst 3 Hoe kies je de juiste hoed? Tekst 3 Hoe kies je de juiste hoed? Op ieder gezichtje past een hoedje. Laat je niet aanpraten dat je geen ‘hoedengezicht’ zou hebben. Per slot van rekening combineer je ook schoenen bij je lichaam. Maar zoals zo vaak moet je alleen de juiste zien te vinden. Hierbij enkele simpele tips om de juiste hoed te kiezen. Ken de vorm van je gezicht of vraag hulp aan je vriendinnen. Deze hoedjes zijn beschikbaar vanaf oktober in alle Veritasshops. 1 Is je gezicht ovaal, dan ben jij één van de gelukkigen die met ALLE vormen van hoedjes staat. Kies dan gewoon ééntje op kleur of stof waarbij je je goed voelt. 2 Heb je een langwerpig gezicht, kies dan een hoed met een brede rand en een korte kroon. 3 Mocht je een rond gezicht hebben, dan sta je het beste met een hoed met een hoge kroon en een gemiddelde rand. 4 Een hartvormig gezicht staat meestal met alle soorten modellen goed, maar neem toch liever een gemiddelde rand i.p.v. een grote rand, jouw kaaklijn zal zo mooier uitkomen. Naar: www.veritas.eu Thema 5 - Teksten 11 - Wat is het tekstdoel? - Voor wie is de tekst bedoeld? - Welke tekststructuur herken je? Verduidelijk. - Vind je de titel geslaagd? Verzin een andere. 3 Lees teksten 4 en 5 Tekst 4 Bromfiets gestolen In de nacht van dinsdag op woensdag drongen onbekenden binnen in een woning langs de Koningin Astridlaan. Ze forceerden eerst de garagepoort en gingen toen aan de haal met de bromfiets van G.D. Naar: Het Nieuwsblad Tekst 5 De geschiedenis van Disneyland Parijs Walter Elias Disney, beter bekend als Walt Disney werd geboren op 5 december 1901. Hij was de oprichter van Walt Disney Studios. Pas in het jaar 1992 werd zijn echte droom verwezenlijkt: Eurodisney! Daar kwamen alle sprookjes tot leven, heel wat mensen over heel de wereld kwamen naar Parijs om het pretpark te bezichtigen. 14 percent van de bezoekers kwam uit België, Nederland of Luxemburg. In 1994 veranderde de naam in Disneyland Parijs. Donald Duck en Mickey Mouse werden de favoriete figuren van heel wat kinderen. Door de jaren heen zijn er heel wat nieuwe attracties ontworpen en nieuwe personages uitgevonden. In 2007 werd de crush coaster gebouwd, een rollercoaster in een Finding Nemo jasje. In januari 2008 werd het langverwachte Tower of Terror geopend. Ook in 2009 gingen de uitbreidingen voor het Walt Naar: Daguitstapjes.be en Wikipedia 12 Thema 5 - Teksten Disney Studios Park verder. In 2009 werd de nieuwe attractie Playhouse Disney geopend. Op 4 september 2010 werd Toy Story Playland geopend, een themagebied dat 3 attracties omvat. Daarnaast kwam Captain EO sinds 12 juni 2010 terug naar Discoveryland, waar hij de attractie ‘Honey, I shrunk the audience’ verving. In 2012 is er de viering van de twintigste verjaardag. Verdere uitbreidingsplannen liggen alweer op tafel. - Wat is de bron van de korte tekst 4? - Welk is het tekstdoel? - Wat is het teksttype? - Wat is er precies gebeurd? Zet de werkwoorden uit de tekst in een chronologische volgorde: - Welke woorden verduidelijken de volgorde nog? - Is de volgorde hier belangrijk? Waarom? - Welke tekststructuur herken je? Verduidelijk. - Wat is het centraal thema van tekst 5? Waar vind je dit? - Welke gegevens in de tekst geven informatie aan de lezer over de structuur van de tekst? - Welke structuur ontdek je? - In welke teksten, voor welke lessen, zul je vaak deze structuur herkennen? - In de geschiedenisles werk je wel eens met een tijdlijn. Stel nu voor deze tekst zelf een tijdlijn op waarbij je de data koppelt aan een korte uitleg. Thema 5 - Teksten 13 4 Vertel je buur in chronologische volgorde wat je gisteren allemaal deed. Gebruik signaalwoorden. 5 Bekijk tekst 6. Lees de tekst niet. Zoek de structuur. Tekst 6 De bladeren dwarrelen van de bomen, de dagen korten en in de tuin begint het naar herfst te geuren. Het moment bij uitstek om in je tuin een sprookjesachtige halloweensfeer te creëren. Een lichtgevende pompoen kan dan uiteraard niet ontbreken! • • • • • een sympathiek uitziende pompoen een patroon een dunne breinaald plakband of punaises keukenpapier • • • • een keukenmes, een ijsschep of stevige lepel een emmer een theelichtje Kies een mooie pompoen uit: een mooie ronde als je een vrolijke Jack-O-Lantern voor ogen hebt, of een ovaal exemplaar als je liever voor een boeventronie gaat. Ga na of je een stevige, gave pompoen te pakken hebt. Een pompoen met zachte plekken of schrammen in de schil zul je minder lang kunnen bewaren. Zorg er in ieder geval voor dat je pompoen groot genoeg is en voldoende hoog. Ook moet hij een vlakke onderkant hebben, zodat hij mooi rechtop blijft staan. Prik met de breinaald eerst de contouren van het deksel dat je gaat uitsnijden. Snijd dan met een scherp keukenmes langs deze markering. Belangrijk is dat je je mes schuin houdt tijdens het snijden. Als je het deksel recht afsnijdt, zal het immers naar binnen vallen. Haal nu met je handen de draden en de zaden uit de pompoen. Hol vervolgens de pompoen uit met de ijsschep of een lepel. Zorg ervoor dat de wand helemaal schoongeschraapt is en er zo’n 2 centimeter overblijft. Al het vruchtvlees dat blijft zitten zal het verteringproces immers bevorderen. Maak ook de onderkant van het deksel schoon en ontdoe het van draden en pitten. Dep alles goed droog met keukenpapier om te voorkomen dat de pompoen gaat schimmelen. Ook naspoelen met azijn helpt om de pompoen langer te bewaren. 14 Thema 5 - Teksten Maak het patroon vast op de pompoen met behulp van plakband of punaises. Met de breinaald prik je de contouren van het patroon op de pompoen uit. Maak dan ongeveer om de 5 mm een gaatje en zorg ervoor dat je goed door de schil heen prikt. Verwijder het papier voorzichtig als je klaar bent. Je kunt het patroon ook meteen op de pompoen tekenen. Gebruik hiervoor bij voorkeur viltstiften op waterbasis, zodat je je mooie pompoen niet onherstelbaar beklad als je een foutje maakt. Begin in ieder geval niet te laag, anders zal de tekening onzichtbaar zijn! Snijd de figuren voorzichtig uit langs het geprikte patroon. Heb je te veel pompoen weggesneden, dan kun je dat repareren met een tandenstokertje. Plaats tenslotte een theelichtje in je pompoen en zet het deksel er opnieuw op. Waar het deksel zwart wordt, maak je een gaatje voor de schoorsteen en klaar is kees! Naar: www.infotalia.com - Welke structuur of structuren ontdek je in de tekst? Verklaar. - Bij welke teksttypes ontdek je vaak deze combinatie? - Noteer signaalwoorden die de structuur aangeven. Chronologisch betekent: in volgorde van tijd. Wat eerst gebeurde staat vooraan in de tekst, wat laatst gebeurde staat achteraan. Signaalwoorden ondersteunen de structuur: eerst, dan, nadien, later, nu, daarna, intussen, een dag later, de volgende week, lang geleden, enkele jaren geleden, op 21 juli … Als je opsomt, vertel je na elkaar verschillende zaken. Het kan zijn dat je de verschillende elementen in volgorde van belangrijkheid opsomt, maar dat is niet nodig. Deze signaalwoorden kunnen de opsomming verduidelijken: ten eerste, ten tweede, een ander, een ander voorbeeld, ook, het eerste punt, de tweede stap ... en allerlei opsommingstekens. Thema 5 - Teksten 15 6 a Lees tekst 7 oriënterend. Tekst 7 Een hond of een kat als huisdier? Of toch maar een vis? Geraak je er maar niet uit welk huisdier het best bij jullie gezin past? Een lieve pup of een schattig katje? Of misschien wel een konijn, hamster, vis of vogel? Het ideale huisdier kiezen is een complexe beslissing. Net daarom is het geen slecht idee om vooraf enkele belangrijke afwegingen te maken: hoeveel tijd kun en wil je spenderen aan een huisdier en de verzorging ervan? Heb je genoeg ruimte (binnen en/of buiten) voor een dier? Ben je vaak afwezig? Wat mag het allemaal kosten? Hond als huisdier Houd je van rennen en ravotten en af en toe van een lekker snoepje? Dan is een hond een ideale bondgenoot. Voor wie zich sterk aan iemand hecht, is een hond de perfecte kameraad. Een hond laat zich africhten en is altijd blij als hij je ziet. Hij wordt niet voor niets de ‘beste vriend van de mens’ genoemd. Bedenk wel dat honden over het algemeen minstens 10 jaar oud worden, van alle huisdieren de meeste zorgen vragen en kosten met zich mee brengen. Ze hebben bovendien een zeer consequente opvoeding nodig. Beloftes om de hond dagelijks te voeden en uit te laten worden vaak snel weer gebroken. Zelfs door Naar: www.baby.be 16 Thema 5 - Teksten iemand met de beste bedoelingen. Het is dus van groot belang dat je de keuze voor een hond goed overweegt. Kat als huisdier Niets gezelliger dan het zachte, kalmerende gespin van een kat. Miauw. Ideaal voor wie graag zorgt voor een dier, maar het niet erg vindt dat het beestje vaak haar eigen gang gaat. In tegenstelling tot een hond hoef je een kat niet uit te laten of op te voeden. Maar als je heel consequent bent, kun je een kat wel leren wat mag en wat niet. Bovendien heb je met een kat nooit muizen in huis. Ben je daarentegen allergisch aangelegd, dan is de kans groot dat je ook allergisch bent voor katten. Dan is een kat als huisdier nemen echt geen goed idee. Vis als huisdier Anders dan bij de hond of de kat is de populaire goudvis het ideale huisdier voor beginners. Ze worden al snel een paar jaar oud in een vissenkom of aquarium gevuld met koud water. Verwarming en filter zijn overbodig. Vissen zijn mooi om naar te kijken en je moet ze enkel voederen. Contact met ze maken kun je nauwelijks, maar vaak weten ze wel wanneer het voedertijd is. - Formuleer het centraal thema. - Wat verwacht je te lezen? Bekijk de tussentitels en de bron. - Welke structuur zou deze tekst hebben? b Lees de tekst intensief. Werk per twee. Giet de tekst in een schema. Bespreek hoe je de opdracht zult aanpakken. Noteer dan kort en overzichtelijk de mogelijkheden. X-tra c Over welk onderwerp zou jij een tekst willen lezen met een vergelijkende structuur? Waarover mag jij binnenkort een beslissing nemen? Wat zou je daarover dan willen lezen? Onderwerp: Wat wil je vergeleken zien? Thema 5 - Teksten 17 7 Lees tekst 8. Tekst 8 Flitsen in de nacht Vuurvliegjes heten ook wel glimwormen. Maar het zijn geen vliegen en ook geen wormen. Die namen kloppen niet. Het zijn lichtgevende kevers. Vrouwtjes hebben meestal geen vleugels. Ze kruipen wat rond. De mannetjes daarentegen zijn kleiner, maar mét vleugels. Zodra het donker wordt, vliegen ze rond op zoek naar de lichtpuntjes in hun leven. Het vrouwtje zit in een struik of boven in een grasspriet. Ze draait met haar achterwerk en krult het omhoog. De onderkant straalt licht uit. Flits, flits, hier moet je zijn! Door dat lichtgevende kontje ziet het mannetje precies waar hij moet landen. Naar: Ditte Merle, Wild verliefd - Waarover gaat het in dit stukje tekst? - Zoek signaalwoorden in de tekst: welk verband geven ze aan? - Hoe zou je hier een schema opbouwen? Bespreek met je buur. - Probeer deze signaalwoorden toe te voegen: in tegenstelling tot – anders dan bij … . Waar zou je ze plaatsen? De tekst mag je lichtjes aanpassen. In een tekst met een vergelijkende structuur brengt de schrijver over een bepaald onderwerp gelijkenissen en verschillen, voor- en nadelen aan. Signaalwoorden: maar, daarentegen, hoewel, in tegenstelling tot, anders dan bij, hetzelfde vinden we, gelijkaardig ... 18 Thema 5 - Teksten 8 Lees tekst 9. Tekst 9 Het broeikaseffect Het klimaat wordt voor een groot deel door de dampkring bepaald. De dampkring is het best te vergelijken met een deken die als een beschermende laag rond de aarde ligt. De deken beschermt de aarde tegen een teveel aan ultraviolette straling van de zon en voorkomt tegelijkertijd dat de aarde te veel warmte verliest. Die warmte is de bron van het leven op aarde. Broeikasgassen De grootste veroorzaker van het broeikaseffect is kooldioxide (CO2). Dat gas ontstaat bij het opwekken van energie door verbranding van fossiele brandstoffen, zoals steenkool, aardolie, en aardgas. De verbranding vindt plaats in elektriciteitscentrales, de industrie, het gemotoriseerde verkeer en vooral niet te vergeten in het huishouden. Doordat we steeds meer energie gebruiken, komt er ook meer kooldioxide in de dampkring terecht. Door industriële activiteiten en het gemotoriseerde verkeer, neemt de hoeveelheid ozon in de lagere luchtlagen van de dampkring voortdurend toe. De toename draagt bij aan het broeikaseffect. Veel landen zullen problemen krijgen met het waterbeheer. Door de hogere temperatuur ontstaat er droogte en worden de woestijnen groter. Andere gebieden kunnen mogelijk te maken krijgen met toenemende regenval. In Zuid-Europa kan de klimaatverandering leiden tot een tekort aan drinkwater. Een ander gevolg kan zijn dat de weersomstandigheden veranderen. Zo kunnen hittegolven, orkanen, overstromingen ... veel vaker voorkomen. Al deze ontwikkelingen samen kunnen een bedreiging zijn voor de wereldvoedselvoorziening. Over de precieze gevolgen van het broeikaseffect is nog niet alles bekend. Maar het is duidelijk dat de gevolgen van een eventuele klimaatverandering zeer ernstig kunnen zijn. Daarnaast is het zeker dat, zodra er klimaatverandering optreedt, het onmogelijk zal zijn die te stoppen. Daarom kunnen en mogen we het risico van een verandering in het klimaat niet nemen. We moeten zo snel mogelijk proberen het broeikaseffect te verkleinen. Het is duidelijk geworden dat klimaatverandering over de hele wereld zeer ingrijpende gevolgen heeft en dat alleen een internationale aanpak kans op slagen heeft. Naar: www.symbolic.be - Formuleer het centraal thema. - Wat is het tekstdoel? - Hoe is de tekst opgebouwd? Zoek de kerngedachte per alinea. -Inleiding: Alinea 1 Alinea 2 Thema 5 - Teksten 19 Alinea 3 - Welke structuur ontdek je hier? -Welke signaalwoorden geven deze structuur aan? Zoek voorbeelden in de tekst. - Zet de tekst je aan het denken? Zet hij je aan tot handelen? Wat zou je zelf kunnen doen? Geef twee voorbeelden. Bij een oorzaak-gevolgstructuur brengt de tekst oorzaken en gevolgen, verneem je waardoor het komt en wat er dan gebeurt. In een tekst kunnen verschillende oorzaken of gevolgen vermeld worden. Deze signaalwoorden geven een gevolg aan: omdat, daarom, want, doordat, daardoor, zodat, met als gevolg dat, met als resultaat, hierdoor, dan ook, immers, door, vanwege, wegens, ten gevolge van, de redenen zijn … a 9 Bestudeer tekst 10 X-tr Hoe doe je dat? - Stel zelf enkele vragen. De vorige opdrachten kunnen je inspireren. - Zoek signaalwoorden. - Zoek het verband of de structuur. - Formuleer een vastgespijkerd. - Werk deze opdracht uit op een apart blad. Tekst 10 Jeugd moet betere conditie krijgen … Heel wat jongeren beschikken niet meer over een goede conditie. Soms worstelen ze ook met overgewicht en hebben ze spierpijn bij de minste inspanning. De vraag is wat ze daaraan kunnen doen. Nu blijkt dat overtollige kilo's kwijtraken, de spieren sterker maken en een betere conditie krijgen, de drie belangrijke motieven zijn om aan fitnessprogramma's mee te doen. Is dat ook een oplossing voor onze jeugd? 20 Thema 5 - Teksten Er zijn vele manieren om fitter te worden, maar hoog op de lijst van sportieve mogelijkheden staan de aquasporten. Bewegen in water heeft heel wat voordelen ten opzichte van andere fitnessprogramma's. Het meest opvallend is het gevoel van gewichtloosheid. Hoe dieper het water, hoe lichter we lijken. Dat komt door de opwaartse kracht van het water. Lopen, huppen en springen buiten het water veroorzaakt veel belasting van gewrichten, spieren, pezen en banden. In het water is dat veel minder, waardoor de kans op blessures veel kleiner is. Trainen in het water is dus een veilige manier van lichaamsbeweging. Aquasporten zijn dynamische bewegingsvormen waar niemand meer voor langs de kant hoeft te staan. In veel gevallen wordt gebruik gemaakt van muziek. Door regelmatig te oefenen en geleidelijk de inspanningen te vergroten, is al gauw merkbaar dat het uithoudingsvermogen groter wordt en de conditie verbetert. Trimvaria (jeugd) Lekker actief bezig zijn met allerlei zwemvormen in het water. Verschillende zwemslagen oefenen, spelvormen in het water en met materialen oefenen. Alles wat leuk is en waar je conditie beter van wordt. Speciaal voor de jeugd vanaf 10 t/m 16 jaar. Naar: www.zwembaddezeehoek.nl Mogelijke signaalwoorden zijn: Tekstverbanden en tekststructuren: Een schrijver brengt structuur in zijn tekst, hij brengt verbanden (relaties) aan tussen alinea’s, tussen en in zinnen. Bijvoorbeeld: een opsomming, een oorzaak en een gevolg, een middel en een doel … Daarvoor gebruikt een schrijver hulpmiddelen zoals signaalwoorden. Die woorden geven een tekstverband aan. De lezer krijgt een signaal: let op! Let op, hier komt een opsomming, een oorzaak en een gevolg … Wat moet je kunnen? - signaalwoorden die een structuur aanduiden herkennen; - signaalwoorden gebruiken binnen de zin, binnen de alinea en binnen de tekst; - met behulp van signaalwoorden de structuur van een tekst afleiden. Wat moet je kennen? - signaalwoorden kennen die gebruikt worden bij een bepaalde structuur. Thema 5 - Teksten 21 LES 2 Over feiten en meningen Opdracht 1 In beeld 1 2 3 1 Kijk en luister aandachtig naar het filmpje en beantwoord deze vragen. - Wie is de zender? - Wie is de ontvanger? - Over welk onderwerp gaat het in het filmpje? Bekijk afbeelding 1. - Kon je de boodschap van Laslo gemakkelijk volgen? Waaraan lag dat? - Wat is het doel van zijn boodschap? - Wordt in de boodschap een mening, een beschrijving of een combinatie van beide gegeven? - Noteer minstens drie woorden/woordgroepen waaruit dat blijkt. 2 Bekijk het tweede filmpje en de tweede afbeelding. In het filmpje is Pelle aan het woord over afbeelding 2, een schilderij van Jeroen Bosch. - Komen in deze boodschap naast de beschrijvingen ook meningen aan bod? - Sta stil bij de woorden die dat aantonen. Noteer ze. - Wat is het doel van deze boodschap? - Wat vind jij van het schilderij? Is er een overeenkomst met wat Pelle erover vertelt? 22 Thema 5 - Teksten 3 ‘Ik zie …’ of ‘Ik vind …’ - Welk begin van de zin geeft aan dat er een feit of een mening volgt? Feit: Mening: - Probeer het zelf uit met afbeelding 3. Hoe doe je dat? - Gebruik de zinsconstructie die je hierboven vindt. - Vul aan met een mening en een feit. - Verwoord nog een mening en een feit. Duid daarin aan waarom je zin een feit of een mening aangeeft. - Overleg met je buur: kloppen de zinnen? Ik zie Ik vind Opdracht 2 Feit of mening? 1 Geef aan of de zinnen een feit of een mening verwoorden. (1) Enkel Thomas van onze klas doet zijn jaar over. (F/M) Hij slaagde niet voor de hoofdvakken op zijn laatste rapport. (F/M) Jammer dat Thomas zijn punten zomaar weggooit; hij speelt met zijn toekomst! (F/M) (2) Iedere zomervakantie organiseert de leraar natuurwetenschappen een uitstap naar Noord-Frankrijk. (F/M) Die uitstappen zijn echte aanraders. (F/M) Fossielen zoeken in de mergelgrotten is de spannendste activiteit. (F/M) - Aan welke woorden merk je dat het om meningen gaat? Markeer ze! 2 Lees de berichten. 60 procent van de Vlaamse secundaire scholen heeft nog een drankautomaat op de speelplaats staan. Het aantal automaten is in drie jaar met 15% gedaald. Ook de inhoud is gezonder geworden. Nog maar 63% van de scholen biedt frisdrank aan. Uit: Maks, januari 2011 Thema 5 - Teksten 23 Op school hebben we een drankenautomaat en een smulautomaat. In die laatste ort. zitten allerlei gezonde snacks zoals yoghur t, een heerlijke granenkoek enzovo . Ik houd het meestal bij een lekker stuk fruit, dus ik gebruik de automaat weinig zo niet e De drankenautomaat wordt soms gesloten voor een dagje omdat sommig milieuvriendelijke leerlingen blikjes laten rondslingeren op de speelplaats. van Ik vind het goed dat er alleen water en lightdranken aangeboden worden. Veel niet ze alsof mijn vrienden drinken enkel en alleen gesuikerde dranken. Het lijkt wel meer zonder kunnen … Ans, 14 jaar - Welk van de twee berichten is het meest objectief? Bewijs dat met gegevens uit de tekst. - Markeer in bericht twee subjectieve woorden/woordgroepen. Opdracht 3 Van feit naar mening en vice versa 1 Wordt in deze korte boodschappen een feit of een mening weergegeven? Noteer het achter de zin. 2 Verander het taalgebruik zodat een mening een feit wordt en omgekeerd. bv. De man is 60 jaar oud. (F) Hij is al zo oud. (M) - 17 graden op 30 juli, dat vind ik een frisse zomerdag. ( ) - Hij is echt altijd vijf minuten te laat. ( ( ) ( ) ) - De vertrouwensleraar is erg jong en is elke schooldag heel lang op school aanwezig. ( ) - Meer dan de helft van de jongeren van klas 2 A heeft een eigen weblog. ( ( ) ( ) ) 24 Thema 5 - Teksten In teksten vind je feiten of meningen. Vaak krijg je een combinatie van beide. Afhankelijk van het tekstdoel is een tekst objectief of subjectief. Er bestaan ook ‘mengvormen’. Objectieve tekst Subjectieve tekst - tekstdoel: informeren - tekstdoel: overtuigen - hoofdzakelijk controleerbare feiten - hoofdzakelijk meningen (weergave van de realiteit, soms gebaseerd op (persoonlijke weergave/ wetenschappelijk onderzoek) interpretatie van een feit) - de mening van de schrijver komt niet echt - de mening van de schrijver naar voren komt nadrukkelijk naar voren Er zijn bepaalde woorden/woordgroepen die van een feit een mening maken en omgekeerd. Opdracht 4 Een teksttype koppelen aan een situatie Je krijgt verschillende situaties. In overleg met je buur koppel je er telkens een teksttype aan. Lees de situaties. Welk teksttype is voor iedere situatie het meest interessant? Noteer je voorstel in de tweede kolom. tip Je hoeft je niet te beperken tot geschreven teksten. - Markeer de teksttypes waarbij de informatie in hoofdzaak controleerbaar of betrouwbaar is. - Schrijf achter iedere boodschap of het gaat om subjectieve of objectieve teksten. Situatie Voorstel teksttype Obj/ Subj 1 Je wilt de leerstof van een bepaalde les onder de knie krijgen. Je woont straks met vrienden een optreden bij van 2 je favoriete muziekgroep in het Sportpaleis van Antwerpen. Je ouders brengen je tijdens het spitsuur en je wilt op tijd zijn. 3 Je wilt op reis vertrekken naar Egypte, maar verneemt dat er in het land onrust heerst. 4 Je zoekt naar de prestaties van je favoriete sportatleet. 5 Je wilt te weten komen of de nieuwe Vlaamse film die momenteel opgenomen wordt, je zal bevallen. Controleer je antwoord met de vastgespijkerd hierboven. Thema 5 - Teksten 25 Opdracht 5 Lees deze teksten. Tekst 1 Uit: www.jongerengids.be Tekst 2 Kung Fu Panda 2 Regie: Jennifer Yuh | Stemmencast: Jack Black (Po), Angelina Jolie (Tigress), Dustin Hoffman (Shifu), Gary Oldman (Shen), e.a. | Speelduur: 90 minuten | Jaar: 2011 (1) En weer is er een vervolg op een eerder succes. (2) De meeste bioscoopgangers zullen inmiddels wel een sceptische blik krijgen: gaat dit weer een herhalingsoefening worden? (3) Natuurlijk zijn er genoeg overeenkomsten met het verrassend aanstekelijke eerste deel, maar Kung Fu Panda 2 blijft prima overeind en heeft genoeg nieuwe vondsten om anderhalf uur te kunnen vermaken. Van tevoren was het nog wel even de adem inhouden; Po de reuzenpanda was zo goed als onverslaanbaar aan het eind van het eerste deel, dus zo spannend zou dit vervolg niet kunnen worden. Gelukkig hebben de makers goed nagedacht over Woordverklaring 26 Thema 5 - Teksten met bedenkingen over de sceptisch = twijfelachtig, goede afloop hoe ze de film zo fris als het origineel konden houden. Po komt tot een schokkende ontdekking: de gans die hem heeft opgevoed, is zijn biologische vader helemaal niet! Dat gegeven is tekenend voor hoe Kung Fu Panda werkt. Er is drama en spanning, maar dat wordt continu afgewisseld met droge humor, zodat een redelijk conventioneel verhaal opeens een leuke zit wordt. Po’s worsteling met zijn identiteit wordt op de goede momenten onderbroken door stuntelpartijen en inventieve grappen. De stem van Jack Black, die zich heeft gespecialiseerd in het spelen van de sympathieke kluns, is dan ook goed op zijn plaats. Maar Po zou natuurlijk geen echte kungfupanda zijn als er niet flink werd gevochten. De pandabeer en de andere vijf vechtmeesters komen in dit deel tegenover een schurkachtige pauw te staan, die China aan zijn macht wil onderwerpen. Obstakel is niet alleen zijn krachtige kanon, waartegen vechtkunsten niet lijken te zijn opgewassen, maar ook blijkt hij een rol te spelen in Po’s duistere verleden. Of Kung Fu Panda 2 net zo leuk is als zijn voorganger valt te betwisten, maar degelijk vermaak biedt hij zeker. Het nieuwe is er wel vanaf, hoewel dit deel nog steeds getuigt van een plezierige creativiteit. En de film is zelfs af en toe ontroerend, meer nog dan het eerste deel. Het open eind belooft meer avonturen, nog vier zelfs, als we de geruchten mogen geloven. Of deze films zo lang stand gaan houden, of, zoals de Shrekreeks, steeds verder als een pudding in elkaar gaat zakken, is de grote vraag. Dit tweede deel geeft in ieder geval voldoende vertrouwen. Naar: Fabian Melchers, FilmTotaal - Welke tekst is overwegend objectief? Wat is het teksttype? - Welke tekst is overwegend subjectief? Wat is het teksttype? - Noteer uit de meer objectieve tekst een feit dat je kunt controleren. - Waaraan merk je dat de andere tekst eerder subjectief is? - Herlees de inleiding van tekst 2. a Waar vind je een voorbeeld van beeldspraak? Noteer dat. b Welke zinnen zijn volledig subjectieve zinnen? Noteer het nummer van de zin: c Welk zelfstandig naamwoord komt subjectief over? Woordverklaring elijk, door gewoonte conventioneel = gebruik bepaald inventief = vindingrijk Thema 5 - Teksten 27 - Herlees de tweede alinea. a Welk (werk)woord geeft weer dat het om een subjectieve boodschap gaat? b Noteer minstens drie bijvoeglijke naamwoorden die de mening van de zender nog benadrukken. Noteer ook het bijbehorende zelfstandige naamwoord. - Vanuit welk tekstdoel zijn de teksten geschreven? tekst 1: tekst 2: X-tra - Ga in de hele tekst op zoek naar voorbeelden van subjectief taalgebruik: -beeldspraak: - volledig subjectieve zinnen: - zelfstandige naamwoorden: -werkwoorden: - bijvoeglijke naamwoorden: Subjectief taalgebruik herken je het gemakkelijkst aan werkwoorden als vinden, voelen, denken, wensen … Je noemt dat opvallend subjectief taalgebruik. Soms is het subjectieve taalgebruik onopvallend, maar herken je het aan woorden die een positieve of negatieve gevoelswaarde hebben, zoals bij sommige zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en bij beeldspraak. Opdracht 6 Vastgestelde feiten, gepeperde meningen Lees de tekst. Ik had daarnet een les geschiedenis. Omdat mevr. De Winter in bevallingsverlof is, sloeg de bevallige juf Hassani ons met feiten om de oren. Ik kon kop noch staart krijgen aan deze oersaaie les! 50 minuten vertelde ze over het Ottomaanse Rijk. Ik vermoed dat ook de anderen er net zo over dachten. Er werd gefluisterd, sommigen lazen in een boek en ik merkte zelfs dat iemand droedels tekende op het werkblad. Juf Hassani heeft de onoplettendheid van de klas vast opgemerkt en ik denk dat we nog een uitgebreide huistaak mogen verwachten. Onderstreep drie feiten. Markeer drie meningen. 28 Thema 5 - Teksten Schrijf zelf een tekst van 5 à 8 regels. Werk op een apart blad. Voor je boodschap kun je kiezen uit: - iets dat zonet/vandaag gebeurd is; - iets wat je vorig weekend gedaan hebt; - je laatste activiteit met vrienden; -… Verwerk in je tekst minstens drie feiten en drie meningen. Onderstreep de feiten. Markeer de meningen. Wat moet je kunnen? - feit en mening herkennen, onderscheiden en schrijven; - subjectieve van objectieve teksten onderscheiden; - subjectief / objectief taalgebruik herkennen en gebruiken; - teksttypes kunnen plaatsen bij categorie subjectief en objectief. Wat moet je kennen? - de begrippen subjectief/objectief en feit/mening. Thema 5 - Teksten 29