Bloedtransfusie Patiënten-informatie Transfusiekaartje Wat is een bloedgroep? U heeft een transfusiekaartje ontvangen. Op dit kaartje staat vermeld dat er antistoffen tegen één of meerdere bloedgroepen in uw bloed zijn aangetoond. In het dagelijks leven veroorzaken antistoffen tegen bloedgroepen geen probleem. Deze antistoffen kunnen echter wel van belang zijn bij een eventuele toekomstige bloedtransfusie en/of zwangerschap. Rode bloedcellen vormen een belangrijk bestanddeel van ons bloed. De belangrijkste functie van rode bloedcellen is het verzorgen van het zuurstoftransport door het lichaam. Op alle bloedcellen, inclusief de rode bloedcellen, bevinden zich bepaalde kenmerken. Deze kenmerken zijn erfelijk. Dit betekent dat ze door de ouders aan hun kind worden doorgegeven en verschillend kunnen zijn per persoon. Zo kan bij de ene persoon een kenmerk aanwezig zijn terwijl dit bij de andere persoon afwezig is. Deze kenmerken noemt men bloedgroepen. Het meest bekende bloedgroepsysteem is het ABO systeem. De ene mens heeft bloedgroep A, een ander bloedgroep B, sommigen hebben zowel A als B op hun rode bloedcel (bloedgroep AB). Daarnaast kan het zijn dat zowel A als B afwezig is. Deze mensen hebben bloedgroep O. U dient dit kaartje dan ook zoveel mogelijk bij u te dragen en te laten zien aan uw behandelende arts, huisarts of verloskundige. De gegevens omtrent de bij u gevonden antistoffen worden eveneens opgenomen in een landelijk datasysteem. Indien u ooit een transfusie nodig mocht hebben kunnen ziekenhuizen die zijn aangesloten op dit systeem, het systeem raadplegen, zodat zo snel mogelijk goed passend bloed voor u geselecteerd kan worden. Vraag uw behandelaar om informatie indien u niet graag heeft dat deze gegevens worden opgeslagen in het landelijke datasysteem. Hoeveel bloedgroepen zijn er? Voor de mens zijn inmiddels enige honderden bloedgroepen bekend. Het bekendst zijn de bloedgroepen van het ABO-systeem en het Rhesussysteem (D,C,c,E,e). Minder bekend, maar eveneens van belang voor bloedtransfusies en zwangerschap zijn de bloedgroepsystemen Kell (K, k), Duffy (Fy (a), Fy (b)), Kidd (Jk (a), Jk (b)) en MNSs (M, N, S, s). Bel ons op 020 - 641 76 55 V30-01-2014 Bron: Patiënteninformatie Sanquin- referentie 5570067 Wat zijn antistoffen en wanner maken we antistoffen tegen bloedgroepen? Welke problemen kunnen antistoffen tegen bloedgroepen veroorzaken? Antistoffen vormen een onderdeel van het afweersysteem van ons lichaam. Dit afweersysteem beschermt ons tegen stoffen die niet in ons lichaam thuis horen, oftewel lichaamsvreemd zijn. Indien wij in contact komen met zo’n lichaamsvreemde stof, kan het lichaam antistoffen produceren met als doel het ‘opruimen’ van deze lichaamsvreemde stof. Mogelijke problemen bij bloedtransfusie. Indien een persoon met antistoffen tegen een bepaalde bloedgroep een bloedtransfusie nodig heeft zal zorgvuldig passend bloed geselecteerd moeten worden. Bloed met een niet passende bloedgroep kan versneld worden afgebroken. Niet alleen heeft een transfusie dan weinig nut, de afbraak kan ook gepaard gaan met bijverschijnselen zoals koorts en geel worden. Wanneer wij een bloedtransfusie ontvangen met bloedcellen waar bloedgroepen op zitten die voor ons lichaamsvreemd zijn (dus anders dan de bloedgroepen die het lichaam als ‘eigen’ herkent) kunnen antistoffen tegen deze bloedgroepen geproduceerd worden. Hetzelfde kan gebeuren tijdens de zwangerschap. Mogelijke problemen bij zwangerschap Indien een zwangere vrouw antistoffen heeft tegen een bloedgroep die op de bloedcellen van het kind aanwezig is, kan dit gevolgen hebben voor het nog ongeboren kind. Het bekendste voorbeeld is het zogenaamde rhesus D antagonisme. In dit geval heeft de moeder, die rhesus D negatief is, antistoffen tegen rhesus D dat aanwezig is op de bloedcellen van het kind (rhesus D positief). Deze antistoffen kunnen afbraak geven van de bloedcellen van het kind. Dit kan mild verlopen maar in sommige gevallen ook ernstige gevolgen hebben voor het kind. Om te voorkomen dat er ernstige problemen ontstaan ten gevolge van antistoffen bij de zwangere vrouw is het van belang tijdig te weten of de zwangere vrouw bloedgroepantistoffen heeft en zo ja welke. Afhankelijk van welke antistoffen het betreft zal de zwangerschap nauwlettend gevolgd moeten worden. Indien de antistoffen van belang zijn voor de zwangerschap zal controle in het bloed van de zwangere noodzakelijk zijn. Indien er bloed van het kind in de circulatie van de moeder terechtkomt kan de moeder antistoffen maken tegen een bloedgroep die het kind alleen van de vader heeft gekregen. Naast de antistoffen geproduceerd na contact met een lichaamsvreemde stof kunnen bepaalde antistoffen ook van nature aanwezig zijn. Voor meer informatie omtrent antistoffen tijdens de zwangerschap zie ook de website van het NVOG: www.nvog.nl , rubriek: voorlichting, verloskunde. V30-01-2014 Bron: Patiënteninformatie Sanquin- referentie 5570067 2/2