Bloedgroep- en irregulaire antistof bepaling bij transfusie behoefte Inhoud: • Geschiedenis bloedtransfusie. • Wat zijn bloedgroepen. • Welke bloedgroepen zijn er. • Wat zijn regulaire en irregulaire antistoffen. • Hoe bepalen we dit in Sneek. • Transfusiereacties. • Vragen? Geschiedenis bloedtransfusie met vallen en opstaan… 1e transfusie waarschijnlijk in juli 1492 Vanaf 1665 experimenten transfusies met dierenbloed o.a. door Jean-Baptiste Denys Begin 19e eeuw transfusies door Britse verloskundige James Blundell Begin 20e ontdekt Karl Landsteiner het AB0 systeem Wat zijn bloedgroepen Op het oppervlak van de membraan van alle menselijke cellen zitten een groot aantal antigenen van een zeer uiteenlopende samenstelling: eiwitten, koolhydraten, vetten of een combinatie daarvan. Ze zijn belangrijk voor het goed functioneren van de cel. De structuur van de antigenen wordt bepaald door de genen op de chromosomen. Deze liggen in de kern van de cel en bevatten DNA, de dragers van de erfelijke informatie. Wat zijn bloedgroepen Er bestaan verschillende uitingsvormen van een gen, deze worden allelen genoemd. Verschillen in opbouw van een gen kan leiden dat ook het eiwit product dat wordt gevormd door het gen verschillend is. De bloedgroepantigenen A en B zijn oligosachariden/suikers die zich meestal in grote aantallen op het oppervlak van rode bloedcellen bevindt. Je bent negatief voor een bloedgroep als die structuur op je cellen ontbreekt. Ook op leucocyten en trombocyten zitten antigenen. Een mens heeft wel 350 bloedgroepen. AB0 (nul) en Rhesus D (RhD) zijn de belangrijkste, maar zo’n 25 andere bloedgroepen kunnen ook roet in het eten gooien bij transfusies Wat zijn bloedgroepen (Rhesus) In 1940 ontdekten Landsteiner en Wiener dat antistoffen van konijnen, geproduceerd tegen rode bloedcellen van de aap Macaca rhesus, ook reageerden met de rode bloedcellen van 84% van de mensen. Deze werden sindsdien rhesusfactor positief genoemd. De 16% die niet reageerden werden rhesusfactor negatief genoemd. Later bleek dat de door deze antistof herkende factor deel uitmaakt van een uitgebreider bloedgroepsysteem namelijk het rhesussysteem en wordt aangeduid met de letters C, c, E, e, D Het D antigeen is belangrijk omdat D positieve rode bloedcellen in het bloed van D-negatieve personen in een hoog percentage antistoffen maken. Welke bloedgroepen zijn er. 7% 7% 1,3% 0,5% 39% 35% 7% 2,5% Welke bloedgroepen zijn er. Maar….er zijn meer bloedgroepen…. Naast het AB0 systeem bestaan de volgende (belangrijkste) bloedgroep systemen: Systeemnaam Naam antigeen MNS (MNSs) M,N,S,s P P1 RH(Rhesus D,C,E,c,e,f,Ce,Cw LU (Lutheran) Lua , Lub KEL (Kell) K, k, Kpa , Kpb , Jsa , Jsb LE (Lewis) Lea, Leb FY (Duffy) Fya, Fyb JK (Kidd) Jka, Jkb DI (Diego) Dia, Wra Wat zijn regulaire en irregulaire antistoffen. Iedereen met bloedgroep A heeft ‘natuurlijke’ antistoffen tegen bloedgroep B. (A, anti B in het plasma) Iedereen met bloedgroep B heeft ‘natuurlijke’ antistoffen tegen bloedgroep A. (B, anti A in het plasma) Iedereen met bloedgroep 0 (nul) heeft ‘natuurlijke’ antistoffen tegen bloedgroep A en B. (0, anti A en B in het plasma) En bloedgroep AB heeft …. Dit noemen we regulaire antistoffen Deze antistoffen zijn bijzonder eiwitten van het type immuunglobilinen Wat zijn regulaire en irregulaire antistoffen. Voor de andere bloedgroepen geldt dit niet. We gaan daar pas antistoffen tegen maken nadat we bloedcontact hebben gemaakt, bijvoorbeeld met een transfusie of tijdens zwangerschap. Bij een volgende transfusie of zwangerschap kunnen er problemen ontstaan. De antistoffen breken het bloed af, er is een transfusie reactie of de baby komt in gevaar. We noemen deze antistoffen irregulaire antistoffen. anti A, anti B bijv. anti K Wat zijn regulaire en irregulaire antistoffen. Er worden niet heel vaak antistoffen gemaakt tegen de andere bloedgroepen: de meeste mensen zijn er positief voor. Bloedgroep A en B en RhD zijn zeer opvallend voor het immuunsysteem, en worden snel als lichaamsvreemd herkent. Zijn de natuurlijke antistoffen anti A en B van moeder gevaarlijk voor de foetus…? Nee, in de regel niet, want bij de foetus komen de bloedgroepen nog niet volledig tot uiting. Aan de andere kant zijn anti A en B zgn. IgM antistoffen, deze zijn heel groot en kunnen de placenta niet doorkomen. Hoe bepalen we dit in Sneek. WA-Diana van Diamed Hoe bepalen we dit in Sneek. Hoe bepalen we dit in Sneek. A en B cellen voor de regulaire antistof bepaling Screeningscellen I – III voor de irregulaire antistof bepaling Hoe bepalen we dit in Sneek. A Positief Bloedgroep op de cellen Antistof in het plasma Hoe bepalen we dit in Sneek. O Negatief Welke bloedgroep zien we hier? Hoe bepalen we dit in Sneek. Voor de bepaling van irregulaire antistoffen * Hoe bepalen we dit in Sneek. Klaar om uitgegeven te worden…er worden alleen rode bloedcellen getransfundeerd. * Transfusiereacties. De meeste transfusies verlopen zonder problemen. Maar niet allemaal… Bij een transfusiereactie is er een reactie tussen het donorbloed en het afweersysteem van de ontvanger. Houdt daarom de patiënt altijd goed in de gaten. Symptomen kunnen zijn: > Temperatuurverhoging > Dyspnoe (kortademigheid) > Koude rilling > Pijn op de borst > Hypotensie (lage bloeddruk) > Tachycardie (hartritme in rust >100 / min.) Transfusiereacties (NHTR en HTR). NHTR Oorzaken: > antistoffen tegen leucocyten > Bacteriële besmetting bloedproduct > Allergische reactie (a.s. tegen plasma eiwitten bij donor of ontvanger) Transfusiereacties (NHTR en HTR). Zeer ernstig is de HTR Oorzaak: > AB0 incompatibiliteit of Rhesus incompatibilieteit > Erytrocyten worden afgebroken (hemolyse) > Enkele minuten na de start koorts en koude rillingen > Daling bloedruk, pols stijgt en patiënt raakt in shock > Transfusie moet onmiddellijk stop worden gezet > Plasma en urine kleuren rood > Wanneer er niet direct wordt ingegrepen overlijdt de patiënt Vragen ?