Ultimedia De beeldhouwer Arjen Boerstra timmert zijn eigen bewonderenswaardige en troostrijke oases van inzicht, dwars door de tijdsbeelden en dresscodes van de beeldende kunst. Meestal gebeurt dat ver buiten de galeries en musea, in ons alledaagse landschap. Met de ouderwetse passie van een knutselende uitvinder, maar even gemakkelijk met de eigentijdse neus van de digitale freak scharrelt hij zijn kostje bijeen. En, alsof dat niet genoeg is, stapt hij vervolgens ook nog als deelnemer zijn eigen werk binnen, meestal als een figuur uit een tijdperk met een andere romantiek en perceptie. Of komt hij er als een traditionele landschapsschilder weer uit vandaan en brengt me in verwarring met een serie gelijkmatig geschilderde bosvennen; heel slim, heel helder en met een goed gevoel voor waar het over moet gaan in de beeldende kunst. Is dit trouwens nog wel beeldhouwkunst? Of is het theater? Ultimediakunst misschien? Maakt dat wat uit ? Net als bij Anthony Goicolea, voel ik ook in Arjens werk een sterk verlangen naar de jongenswereld en naar het volgen van ‘jongensconcepten’. Hij lijkt zich daar in eerste instantie ongehinderd aan over te geven, maar hij creëert tegelijkertijd een afstand door hoog in de lucht diezelfde werelden met digitale technieken te registreren. Dat ruimere overzicht verschijnt vervolgens op de begane grond in mijn blikveld, met behulp van bolle spiegels en lenzen, soms als bewegend beeld, soms als foto. Geschuifel met tijd. Ik laat me graag meevoeren op zulke reizen; ik word kind, dan vader en uiteindelijk almachtig in mijn doorzicht. Met schijnbaar gemak en welbeschouwd in de traditie van Constantin Brancusi trekt hij zijn werk op vanuit de aarde en plaatst dan aan de top een ‘reflecterend’ element. Ik zie hem daar hemel en aarde geraffineerd aan elkaar spelen. Zoals bijvoorbeeld bij de video in een van z’n vroege werken, waar ik me als kijker in het verstikkende gewoel van waterplanten bevind en waarin plotseling het licht doorbreekt, als was het een gat in het dak van de Sixtijnse kapel. Dan komt Arjen in een onooglijk roeibootje over varen en met zijn laconieke kop roeit hij het licht naar me toe. Een onvergetelijke troost. Zoals ik eerder tegen je zei Arjen: “Je bent voor mij nog steeds een beeldhouwer, maar inmiddels in een veel grotere en uitdijende ruimte, waarvan jij de deur hebt weten open te wrikken”. Ik volg dat belangwekkende proces nauwlettend. Nico Gerbenzon beeldhouwer Groningen Juni 2009